NIEUWE
S"DagBlaó voor <3£ooró~ en Suió-fXollanó.
Maatschappijen van
onderlingen bijstand.1'
No. 4099
Dinsdag 31 Januari 1899.
23ste Jaargang.
BUITHNLAiN D,
Per 3 maanden voor Haarlem i
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Af onderlgke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
/1,10
c 1,40
«2,80
«0.03
Van 16 regels50 Cern
Elke regel meer
7
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Het is wel eens nuttig een kijkje te ne
men in den vreemde om hetgeen bij an
deren welig bloeit, ook over te planten in
eigen gaarde. In België beijvert men zich
alom in de afzonderlijke gemeenten ver-
eenigingen op te richten van onderlingen
bijstand. De heer Arthur Verhaegen
van Gent heeft zich ook in dezen verdiens
teljjk gemaakt, door in de Ylaamsche steden
en dorpen, vooral van West Vlaanderen,
het nut dezer inrichtingen in meetings te
gaan bepleiten en de maatschappijen van
onderlingen bijstand op te richten. Wij noe
men nog den in deze verdienstelijke gou
verneur van Henegouwen, R. duSardde
Bouland, den bestuurder in het Provin
ciaal gouvernement te Bergen Langloisen
zouden hieraan kunnen toevoegen de namen
van zoovele anderen die de zaak van het
werkmanspensioen krachtig ter hand namen.
De spaarkas en ljjfrentkas van den Staat,
hoofdbureau te Brussel, vormen den grond-
•lag voor het pensioen van den arbeider.
Nu wordt op de een of andere plaats zulk
eene pensioenkas in het leven geroepen. De
meer gegoeden der plaats sluiten zich aan
als beschermende leden of als eere-ledeu.
De beschermende leden schenken jaarlijks
aan de vereeniging het minimum van 5
franks, de eere-leden minstens een franks
per jaar. Er wordt een bestuur gekozen uit
de beschermende leden, de eere-leden en de
werkende-leden, d. w. z. dezulken, die zich
door hunne bijdragen een pensioen willen
verzekeren. Men kan beginnen met eene
bjjdrage van 5 centimes per week, twee en
een halven cent. Op zesjarigen leeftijd kan
het schoolkind reeds beginnen zijne weke-
lijksche storting te doen. De spaarzaam-
heid en het denken aan den dag van mor
gen moet reeds vroegtijdig worden aange
leerd. Daarom worden aan de kinderen bo-
1. Ingezonden.
feuilleton.
Het Pleegkind
13.)
{Vervolg.)
//Mjju man//, zeide zjj, //was kanselarjjraad, ook
mijn vader was een ambtenaar de Stöak-
leins liegen niet, en ik geef u mijn woord er
op, in de acht jaren, dat ik den luitenant ken,
heb ik hem nooit aangeschoten veel minder
dronken gezien, en kaarten raakte hjj nooit aan.
Die haatft hjj bepaald weet ge, het
kwam mjj voor, dat door de kaarten iets vreese-
ljjks in zjjn familie gebeurd was, zoo nam ik
het tenminste op als hjj over den speelduivel
en een onweerstaanbaren hartstocht begon. Niet
als een officier maar als een geestelijke kon hij
daarover praten, en zoo leefde hjj ook. Ik kan
u wel zeggen mjjn luitenant was een uitzonde
ring, zoo als hjj, zijn er geen twee. En daarom
is hij stellig zoo jong kapitein geworden."
Zjj haalde nogmaals diep adem, en keek haar
bezoeker aan, alsof zjj wilde zeggen „Gelooft
ge mjj nu eindeljjk
Vollmer keek voor zich en zeide slechts //zoo,
zoo."
De dame kwam wat dichter bij haar gast
zitten en zeide zacht//lk vind het erg prettig,
dat u eens bjj mjj gekomen is, mijnheer Voll
mer. Ik had al eens meermalen naar u uitge
zien
//Zner vereerend, mevrouw, doch waarom als
ik u vragen mag
ven de tien jaar premiën geschonken in
den vorm van lijfrentboekjes voor hun ge
regeld schoolbezoek.
Dat is misschien een beter middel om
de kinderen naar de school te krijgen dan de
leerplicht. Door middel van gesprekken,
sommenopstellen tracht de onderwijzer
zijne leerlingen de weldaden te doen begrij
pen dezer inrichting en de mogelijkheid
voor allen er voordeel uit te trekken ten
koste eener lichte persoonlijke opoffering.
In de school wordt een kinder-comité ge
vormd, dat de afdeeling der school bestuurt
onder toezicht van den onderwyzer. Even
als de school een middel is in de bestrij
ding van het drankmisbruik door de scho
lieren in een school-genootschap te ver
eenigen, waaraan de belofte is verbonden
voor het twintigste jaar geen sterken drank
te zullen gebruiken zoo kan ook de
school uitmuntend dienst doen ter bestrij
ding van verkwistzucht en zorgeloosheid
voor de toekomst. Voor elke storting in
het pensioenfonds gedaan door kinderen
of volwassenen geeft èn de Staat èn de
Provincie eene geevenredigde toelage. Ook
de gemeente, armbesturen of liefdadigheids-
genootschappen kunnen hunne toelagen
daarbjj voegen. Reeds vele patroons be-
loonen door geregelde toelagen hunne vly-
tige werklieden. In 1897 gaf de Staat
150.000 franks ten voordeele der vereeni-
gingen van onderlingen bijstand en de pro
vincie Henegouwen gaf in dat jaar voor
hetzelfde doel 117.000 franks.
Wij kiezen thans een voorbeeld uit de
tabellen voor Henegouwen Een kind, dat
10 centiemen (5 cent) per week stort van
de 10 tot de 20 jaar en 2 frank per maand
van de 20 tot de 60 jaar, zal zich eene
rente verzekeren op 60-jarigen leeftyd van
363 fr. per jaar en het kapitaal dat hij
nog aan zyne erfgenamen nalaat, bedraagt
843 franks. Daarvoor heeft hij gestort 10
jaar (van zjjn tiende tot zijn twintigste)
ieder jaar 5 fr., 20 of 10 centiem per week
en gedurende 40 jaar (van zjjn twintigste
//Omdit ik u iets vragen wilde, wat mjj opge
vallen is.//
//Wat is u opgevallen?// zeide hjj en blikte
haar gespannen aan.
„Ja, ziet u u moet mjj niet voor nieuws
gierig houden
„Neen, neen.//
//Hij is nu een veertien dagen verplaatst,
maar het is wel eeu maand geleden sinds hjj
zijn verloofde bezocht heeft. Hjj is 's avonds
in het geheel niet meer uitgegaan, en hield
zich met niemand meer op. Is er iets gebeurd
soms.
//O, anders niet als, dat zjjn verloofde ziek
was en dus geen bezoeken kon ontvangen. Zjj
is nu echter weer geheel hersteld,// sprak de
dichter snel om verdere vragen te voorkomen.
Is u anders niets aan den luitenant opgevallen
„Ja wel. Sedert dat bezoek is hjj heelsmaal
veranderd//.
//Sedert welk bezoek
Wel voor ongeveer vier weken kreeg hjj on
verwacht bezoek. Het was een heer in bur-
gerkleeding, die echter wel iets van een offi
cier had. Hjj heeft hier een nacht geslapen en
is den volgenden morgen vertrokken. Sedert
dat bezoek is mjjn luitenant veranderd en o,
zoo neerslachtig geworden. En dan h b ik
ook
Zjj hield op en sloeg de oogen neer.
//U heeft iets gehoord niet waar Met een
spottend lachje hielp de schrjjver haar met deze
woorden uit de verlegenheid.
//O, u moet geen kwaad van mij denken,
Mijnheer Vollmer, mijn man was kanselarjjraad
tot het zestigste) ieder jaar 24 frank, 2
frank per maand. Alles te samen geteld
1012 franks. De rente kan bjj tegenspoed
niet voor schulden worden aangesproken,
tenzij en in zooverre ze de 300 fr. per
jaar te boven gaat.
Mocht het gebeuren, dat men voor den
ouderdom, vastgesteld voor den vervaldag
der verzekering, niet meer in staat is om
in zyne behoeften te voorzien, dan kan men
aanstonds van zijne rente genieten, doch
berekend volgens werkelijken ouderdom.
Heeft men een lichaamsgebrek opgedaan
bij de uitoefening van zijn vak of zjjne be
diening daa geniet men de volle rente i
welke men anders eerst op zestig-jarigen
leeftyd zou genieten, nameljjk indien men
fen minste reeds vijf jaar vóór het beko
men ongeluk in de pensioenskas heeft ge
stort en de verzekerde rente niet de 360
fr. per jaar te boven gaat.
Ziedaar een vluchtige gedachte over het
pensioenstelsel, zooals het in België meer
en meer wordt toegepast, aangemoedigd
door de subsidiën van den Staat, de Pro
vinciën en der byzondere vereenigingen
Onmogelijk in een enkel artikeltje geheel
dit systeem uiteen te zetten. Misschien geeft
ons de geachte Redactie der Nieuioe Haar-
lemsche Courant daartoe later de gelegen
heid.
Volgaarne voldoen wij aan den wensch
van den schrijver van bovenstaand artikel
en wachten met belangstelling zijn verdere
studiën over Onderlingen Bijstand in.
Red.
Frankrijk.
In de Fransche Earner heeft de afge
vaardigde C a s t e I i n een verzoek ingediend
om de Regeering te interpelleeren over de
Dr eyf us-zaak, omdat de Regeering dan
aan de Kamer voldoening zou kunnen ge
ven, door het revisie-proces aan de Straf
kamer van het Hof van tCassatie te ont
trekken.
dus zal ik wel niet aan de deur luisteren.
Maar weet u, deze deur hier grenst, aan de
kamer der luitenant, en de muren zjjn niet dik,
zoodat als daar binnen luid gesproken wordt,
men het hier hooren kan, men kan toch niet
verlangen, dat ik mjjn ooren toestop.//
«Dat zou een zeer onbillijk verlangen zijn,//
sprak Vollmer ernstig. //Wat heeft u dan ge
hoord
„Och, eigenljjk niet veel. De heeren spraken
meest fluisterend met elkander. Doch plotseling
riep de luitenant mjj, ik moest iets binnen
brengen, toen ik binnenkwam ik was wel
wat nieuwsgierig en liet mjj dus geen tweemaal
roepen zat de vreemde haer met het hoofd
in de handen op den hoek van de canapé.
Hjj keek somber voor zich uit, en mij a luitenant
liep met de handen op den mg, de kamer op
en neer, wat hij anders nooit deed. Hjj zag
doodsbleek en zijn stem sidderde, toen hjj //dank
u" zeide.
Er lagen verscheidene papieren op de tafel,
en ofschoon ik niet erg veel verstand van die
zaken heb, geloof ik toch wel dat er wissels bij
waren.//
„Is u niet te weten kunnen komen, wie die
vreemde heer was
//Neen. Toen ik mij de opmerking veroor
loofde, dat het zeker een goede vriend van
mijnheer-de luitenant was, en hem eens vroeg,
of hjj zich nog al vermaakt had, knikte hjj
slechts zonder te antwoorden, wat anders niet
in zjjn aard lag. Zjjn oppasser zeide, dat het
portret van den vreemden heer in het album
van den luitenant stond.
De storm die in aantocht is, tegen de
Redders van het Hof gericht, wist de mi-
nisier-president Du pay voorloopig te be
zweren, door den heer Castelin te be
wegen zich neer te leggen by de verdaging
van zijn interpellatie tot over een maand.
Italië.
In Italië is veel sneeuw gevallen. Vol
gens een telegram uit Milaan zjjn te Don
gen, in het gebergte gelegen, negen grens
wachters die op verkenning uitwaren, door
het neerstorten van sneeuw van een hoogte
van 500 meter naar beneden gestort. Twee
der grenswachters bleven op de plaats dood,
de zeven anderen waren gewond.
Duitschland.
Voor de Rechtbank te Altona heeft zich
een grappig geval voorgedaan. Vijf jonge
lui moesten aldaar voor den Rechter ver
schijnen wegens sGrober UnfugToen
zy de Gerechtszaal binnenkwamen, waren
ze allen gekleed in rok, witte das en ver
lakte schoenen.
Over die grap was de Rechter niet ge
sticht en dat netjes zijn kostte hun ieder
30 Mark boete. De Rechter bezag de heer
tjes, veroordeelde hen tot de genoemde boe
te wegens onbehoorlyk gedrag en voegde
hun toe: wij zijn hier niet in een kinder
kamer.
Oostenrijk-Hongarije.
In het Oostenryksche Huis van Afgevaar
digden is het er weer rumoerig aan toe
gegaan.
Toen de heeren Afgevaardigden elkaar ver
wijten toeriepen en lawaai maakten, klapte
Czechische journalisten op de journalis
ten- tribune in de handen. Nu keerden zich
ook de rumoermakers der linkerzyde daar
heen en de afgevaardigden W o 1 f en G i r s t-
mayer snelden naar de tribune en trach
ten den correspondent der Narouni Lisby,
den Keizerlijken raad Penischeck, een
der bravoroepers er uit te trekken. De ove
rige Czechische journalisten beschermden
hem. Van alle kanten drong nu het publiek
de galerij en de Czechische afgevaardigden
de loge binnen. De Jong-Czechische afge
vaardigde Pospichill gaf Wolf den
eersten slag. Er ontstond een geregelde vecht
partij, waaraan afgevaardigden, journalis
ten en studenten op de galery deelnamen.
//Dat heeft u zeker wel eens nagekeken
//Neen, want bet album was altjjd weggeslo
ten u
//Maar, waarde mevrouw, ik begrjjp toch nog
niet goed, hoe u nu dat bezoek met het veran
derde uiterljjk van den luitenant in verband
brengt.//
//Nu, wanneer u niet tegen uw toekomstige
zwager zegt dat u het van mjj weet
//Dat beloof ik u
//Nu, toen ik een beetje een beetje dich
ter bjj de deur stond denk echter geen
kwaad van mjj, mjjnheer Vollmer heb ik
duideljjk gehoord dat de vreemde heer riep
//Als ge mjj in den steek laat, gebeurt er een
ongeluk.//
//Waarde mevrouw Stöcklein,// zeide Vollmer
ernstig, „ais u het goed met den luiteDant meent,
zou ik tegen niemand iets van uwe vermoedens
vertellen.//
//Mjjnheer Vollmer, wat denkt u van mjj
Mjjn man was
//Koninkljjk kanselarjjraad, dat weet ik Hjj
moet zjjn ambtsgeheimen voor zich houden.
Doe u dat ook. U bewjjst daarmede uw luitenant
een grooteren dienst, dan u vermoeden kunt.
Morgen kom ik weer bjj u, ik wilde u iets
laten zien.
Tot wederziens, Mevrouw."
En eer de dikke 'weduwe die van nieuws
gierigheid brandde, hem nog iets kon vragen
was de schrjjver reeds de deur uit.
(Wordt vervolgd.)
IMLEMSCHICOllltiJT.
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DSR ADVERTENTIEN,
AOITE MA NON AOITATE.