No. 4104, Maandag 6 Februari 1899. 23ste jaar voor iSïooró' on oLnió-óCollanè. Een practisch betoog. Het Pleegkind BU ITF NL A N IX Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het baitenland Afzouderlgke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. f 1,10 1,40 2,80 0,03 Van 1—6 regels50 Cents Elke regel meer7V,» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. i- Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangère G. L D AUBE fy Co. J OHN., F.J ONES Succ., Pans 31bis Faubourg Montmartit. Een onzer Limburgsche Afgevaardigden in de Eerste Kamer heeft weder een ern stig woord gesproken over de vrijhandels politiek der tegenwoordige Regeering. Dit geschiedde bij de algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting voor dit jaar, welke eerst in de afgeloopen week voor ons Hoogerhuis werd behandeld. Gaarne maken wij van deze redevoering melding, omdat wij in het getuigen voor een begin sel, ook al is men verzekerd dat zulks toch geen onmiddellijke resultaten oplevert, een bewijs van beginselvastheid waardeeren terwjjl het ook naar onze meening nood zakelijk is, dat 'bij iedere gelegenheid aan de liberalen onder het oog wordt gebracht, hoe hun doctrinarisme groot nadeel toe brengt aan de welvaart van ons volk. Het was de heer M erc kei ba c b, die een lans brak voor de vaderlandsche nij verheid. Hij begon den minister P i e r s o n hulde te brengen voor diens beginselvast heid en werkkrachtmaar stapte weldra van dat chapiter af om zjjn afkeuring uit te spreken over 's Ministers standpunt met j betrekking tot de bescherming. Dat stand punt toch is oorzaak, dat onze industrie allengs meer gaat kwijnen. Het doctri nair vrijhandelsstelsel mag misschien voor twee handelssteden, Amsterdam en Rot terdam, voordeelen afwerpen, maar Ne'er- land, als geheel genomeD, kan niet bogen op toeneming van zijn welvaart. Een treu rig tafereel hing de heer Me rek el ba eb hiervan op. Hij wees op de toeneming van het aantal bedeelden, op den achteruit gang van verschillende industrieën en op de doodende concurrentie van het buiten land. Wjj noemen het treurig, dat op die tee kenen van kwijning zoo herhaaldeljjk moet gewezen worden. En toch is dit de eenige weg om de liberalen van hun dwaling te overtuigen. Zij willen niet letten op het buitenland, luisteren niet naar de lessen der historie, brengen hun verstand in dit opzicht aan het zwijgen, en gaan steeds voort alles ten offer te brengen aan hun eenzpdig vrijhandelsstelsei. Het eenige mid del is dus om hen onder het oog te bren gen de gevolgen van hun theorie-vergo- ding, in de hoop, dat de nuchtere fei'en hen misschien van den doolweg doen terug- keeren en verdere heillooze gevolgen van de jree trade worden voorkomen. 't Is echter tot nog toe aan eens doo- venmans deur geklopt. Het gaat zelfs zoo ver, dat van liberalen kant gejuicht wordt over den vooruitgang der nijverheid. De lieer Van Heek, Afgevaardigde uit Twenthe, b EU ILL ET O A. Vervolg.) Het was Vollmer of zyn hart te zimen kromp, toen plotseling de ruimte der toeschouwers ver duisterde en liet scherm statig en langzaam om hoog ging. Hjj stond voor zjjn rechters en de volgende uren zouden heslissen over zjjn geheele toekomst. Hjj zat op heete kolen. Hjj weuschte de too- neelspelers te mogen soufïleeren, hen opmerk zaam te mogen maken op belangrijke regels die zjj vergaten of oversloegen. Rjj de bewerking had bij zich zooveel van het derde tooneel voorgesteld, doch het ging onopgemerkt voor- bjj. Natuurlijk, is dat nu spelen Het pnbliek bad bjj willen toeroepen: //Lach dan toch, lach dan toch ongevoeligen Doch het publiek stoorde zich niet aan hem. Het is souverein en lacht wanneer het hem behaagt. En nu lachte het inderdaad het lachte voor den eersten maal, en bjj een gedeelte waar het in het geheel niet ver at hjj voor geestig gehouden deze lieden aan, zonder dat een hun gelaat vertrok, waar hij niets arde aan gehecht had, daarover lachten ,as het iets buitengewoons. Dit onder- nd ij in den loop van het eerste bedrjjf verscheidene ieeren. Hit jjs wlj echter gebroken, en de volgende meende in de Eerste Kamer, iu antwoord op de rede van den heer Me rk el bach, te mogen wijzen op verschillende indus trieën hier te landedie zich zelfs in bloeienden toestand bevinden. En dit zou een gevolg wezen van het vrijhandels stelsel, dat ons geleerd heeft op eigen bee- ncn te staaD. Dat «op eigen beeuen staan» is een kostelijk argument. Men heeft hier te lande enkele industrieën, die iu exceptioneelen toestand zijn die geen bescherming be hoeven om te floreeren, of die juist door den vrijen invoer in goede conditie ver- keeren. Op zulke industrieën had de heer Van Heek waarschijnlijk het oog. IVtaar het gaat te ver om daaruit tot de con clusie te komen, dat het zoogenaamd «op eigen beenen staan» voor alle takken van nijverheid een voordeel zou zijn. Aan de meeste industrieën wordt door liet bui tenland eene doodende concurrentie aange daan. Daarbij kan geen sprake van «eigen beenen» zijn, omdat die concurrentie plaats heeft onder de voor onze nijverheid on gunstigste omstandigheden, en deze dus wordt gedrukt en bemoeilijkt. In stede van begunstigd en aangemoedigd, wordt onze industrie met opzet en met kracht belemmerd en tegengewerkt. Voor zoo ver zjj nog is blijven levenkan dus wel van onze industrie gezegd worden, dat zij geleerd heeft op eigen beenen te staan, maar wij vragen, of zulk een han delspolitiek in overeenstemming gebracht kan worden met de plichten eener Re- geering, die herhaaldelijk gewezen is op de noodlottige gevolgen van den vrij handel. Wij zullen niet spreken over het ab stracte begrip van den vrijhandel, omdat een ieder dit stelsel in beginsel goedkeurt, mits het wordt gevolgd door alle ons om ringende Staten. Nu dit evenwel met zoo is, behoort afstand gedaan te worden van het theoretiscbe begrip en gevolgd te worden de practiscbe regel van reciproci teit ten opzichte der Staten, die hun pro ducten en fabricaten herwaarts voeren. De Minister van Financiën heeft in zijn antwoord aan den heer Merk el bach, evenmin als de heer Van Heek, een der argumenten van de protectionisten ontzenuwd. Hij betoogde, dat in het geval er werkelijk aan bescherming werd gedacht, allereerst eer. invoerrecht op het graan ten gunste van den landbouw moest ge heven worden. Maar dan zou bet brood duurder worden en daartegenover zonden geen hooger loonen slaan bij de andere takken van nijverheid. Al weder moest de Minister het reeds tooneelen vielen zelfs zeer in den smBak, doch nu kwamen weer enkele, die door het publiek niet gevat werden, en onder het diepste zwij gen daalde bet scherm. 13e dichter was wan hopig en zelfs de tooneelspalers waren zeer terneergeslagen, 't Publiek had heel iets anders verwacht, en vond het slot van het eerste b.- drjjf niets //komiek//. Geen koffiegerei viel klet terend op den grond terwjjl de draagster een luiden kreet slaakteniemand kwam tot de ontdekking //Mulder// te heeten, na altjjd //Jansen// genoemd te zjjn niemand trok zjjn mautel uit en stond geheel ia trieotook kwam niemand onder een tafel uitkruipen geen heer vond bjj zjjn terugkoms' van een reis een feest vierend keukenpersoneel. Kortom, het was geen slot voor een bedrjjf zooals men verwachtte. Men was naar den schouwburg gegaan met de gedach te eens karteljjk te zullen lachen, daar een bljjspel aangekondigd was. Het publiek gaf onbeperkt aan dit gevoelen lucht, en de tooneelspelers zegepraalden blijk- b8ar, daar zjj het vooruit gezegd hadden, dat het stuk niet bevallen zou. De directeur liep woedend naar zjjn regis seur. //Ge mocht me nog wel den raad geven, dit prul zoo spoedig mogelijk te doen opvoeren Nu ziet ge hetHet valt vreeseljjk tegen en dat na zeven repetites. Het is zonde van den tijd „Wacht het toch eerst af, mjjn waarde di recteur Het publiek begrjjpt bljjkbaar nog niet waar de dichter heen wil. Het begrjjpt het fijne er nog niet van. Doch wanneer het zoo dikwijls bestreden motief van duurder brood te hulp roepen, alsof de meerdere welvaart, zelfs bij de beffiug van invoer recht- slechts een artikel, het graan, niet ten gevolge zou hebben eeue toeneming van de koopki acht, waardoorde werkman voor het brood, indien het werkelijk duur der zon kosten, ook meer zou kunnen be talen. Maar, niet enkel wordt verlangd naar een invoerrecht op graan, neen, er zjjn nog tal van andere artikelendie daar,oor in aanmerking kunnen komen. En wij zijn er van overtuigd door het geen in andere landen is geschied men denke slechts aan Duitschland dat eene verstandige bescherming van die^rtikelen #r toe zou bijdragen om het gebrek aan werk te doen veranderen in gebrek aan werkkrachten, waaruit weder zou voort vloeien, dat de looneu verhoogden en de algemeene welvaart toenam. Ook meende de Minister den heer Merc- kelbach te mogen bestrijden met het klinkend argument, dat recht en billijkheid ernstig geschaad zouden worden door de protectie. Als wij invoerrechten heffen, dan mogen naar de Minister zeide niet enkele takken van bedrijf daarvan de voordeelen genieten. Anders plegen wij te genover een deel des volks onrecht. En dan vroeg de Minister ook of het voordeel ten goede zou komen aan hen die dit het meest behoeven? Met allen eerbied voor 's Ministers theo retische kennis moeten wij toch verklaren, dat dit argument al heel dwaas is. Wij zouden geen invoerrecht op eenig artikel mogen heffen, omdat niet alle takken van bedrijf daarvan zouden genieten. Dat is nog de vraag, daar wij als zeker durven aannemendat reeds de vermeerdering van bloei van slecbts enkele industrieën in hooge mate bevorderlijk zal zyn aan de toeneming der welvaart van het geheele volk. Maar al zouden slechts enkele be drijven daarvan de voordeelen genieten dan zou de Minister daarmede nog geen onrecht plegen tegenover een deel van het volk. Het gaat toch niet aan om te zeg gen «wij kunnen niet alle menschen hel pen, en daarom helpen wij niemand.» En dan ook, hoe naïef is de vraag van den Minister, of het voordeel der invoer rechten wel ten goede zou komen aan hen, die dit het meest behoeven Lijkt het niet, of hiermede bedoeld wordt, dal de groote industrieelen met het voordeel zullen gaan strijken en den werkman aan zijn lot overlaten Maar de Minister weet toch wel beter. Hij weet, dat de fabri kanten thans voor het meerendeel huu bedrijf met groote moeite volhouden en dat daar eenmaal acliter komt en het stuk wordt nu werkelijk aardig dan zult ge eens zien, Overigens is het publiek van vandaag toch ook niet bepaald toongevend. Ik blijf tenminste nog bij mjjn meening De directeur ging verstrooid verder. Hjj was van jongsaf bij het toonesl geweest en meende het publiek beter te kennen, dan die jonge Helen, die eenige jaren een tooneelscbool be zoeken, en dan denken dat zjj wonderveel ver stand van het tooneel hebben. Hij had een hekel aan //literarische// tooneel spelers. Weliswaar had hjj zich dezen keer laten bepraten, doch dit was hoofdzakelijk te wjjten geweest aan de vlugge opname vau het stuk door het hoftheater in Berljjn. Vollmer zelf was niets op zijn gemak. Het gedrag van de vrouw van den directeur had hem al duideljjk gezegd, wat hem te wachten stoud. Toen het scherm gevallen was, had zjj verlegen gekucht, een koud, //het is nog al aardig laten hooren, en had zich met de woorden: //ikga een oogenblik heen,// jjlings verwjjderd. Marie waagde het nauwelijks haar man aan te zien, die met een pjjnljjk lachje zjjn diepe smart trachtte te verbergen. „Bedriegen wij ons niet,// zeide hjj eindeljjk toen ook zjj geheel achter de welkome poitière gevlucht was, die haar aan de oogen der me nigte onttrok, //bedriegen wjj ons niet, het stuk bevalt het publiek niet.// Zij gaf geen antwoord, want zjj deelde dit gevoelen in alle opzichten zjj greep zjjn hand en drukte .die lang en innig. En voor hun zij buiten de mogelijkheid zijn hun werk lieden zoo te betalen als zij dit gaarne zouden wenschen. Mochten de industrieën zich weder in gewenschten bloei gaan ver heugen dan zouden aan de werkgevers andere eischen gesteld mogen worden dan thans. Op dit oogenblik bestaat de onmoge lijkheid om verbetering in het lot van den werkman te brengen. Bij de heffing van invoerrechten wordt die onmogelijkheid opgeheven en daarbij zal dus ook de werk man voordeel genieten. De doctrinaire han delstheorie der liberalen is dus feitelijk eeu beletsel om ook voortgang te maken met de verbetering der arbeidstoestanden en verhindert derhalve de oplossing der sociale quaestie. Om al deze redenen juichen wij het toe, dat de heer Merckelbach ook in ons Hoogerhuis nogmaals het wenschelijke en noodzakelijke der heffiag van invoerrech ten voor buitenlandsche producten in het licht heeft gesteld. Wij hopen, dat ook zijn optreden er iets toe zal hebben bijgedra gen om te komen tot een gewenschten toestand, waarvan het verschuiven door de liberalen hun zondenregister heeft vergroot en ons land tot onberekenbaar nadeel strekt. Italië. Te Rome is een agent van politie, be last met het bewaken van anarchisten, op geheimzinnige manier vermoord gevonden. Een anarchistische samenzwering is ont dekt, die zich ten doel bad gesteld om al de politie-agenten die in het bijzonder met het bewaken der anarchisten zich be zig houden, te vermoorden. Twaalf samen zweerders zijn aangehouden. Bulgarijë. Prinses Maria-Louisa van Parma, de jeugdig overleden gemalin van vorst Ferdinand, is op een praalbed neder- gelegd in een der zalen van het paleis. Zij zal begraven worden in de Katholieke Kerk te Sofia. Dinsdag a. s. zal de begrafenis plaats hebben. De Bulgaarsche dagbladen doen uitkomen hoe goed en liefdadig de Over ledene geweest is. Van haar valer, de Her tog van Parma ontving zij een jaarlijksche toelage van 250.000 franks, welke door haar geheel aan de armen en weldadige werken werden besteed, Spanje. Van de Carlisten in Spanje hoort men niet veel, hoewel het zich na de neder lagen der Spanjaarden en het verlies der Koloniën liet aanzien, dat Don Carlos zijn slag zou slaan. In het Noorden, in Arragon, in Cata- lonië en in Castilië, zijn duizenden gereed om te luisteren naar de roepstem van hnn oogen verzonken al die mooie luchtkasteelen de villa, de nieuwe kamerameublementen, de reis naar Italië, ja zelfs de eenvoudige nieuwe mantel. Midden in de zaal zaten de dokter en zijn huisgezin op heete kolen, tot eindeljjk het scherm weer opging. In dit bedrijf was de behandeling duideljjker en rijker dan in de inleiding. Zonder de hu moristische karakterschildering te laten varen had de dichter hier eenige toespelingen inge- ls8cbt die den smaak van het publiek streelden Eenige gedeelten wekten zeer den lachlust op in de zaal en het publiek geraakte in een im mer vrooljjker stemming. En toen op slot van rekening de bedoeling van den dichter hoe langer hoe beter tot zjjn recht kwam, toen iedereen het siuk begreep, schaterde men het uit. Zelfs de tooneelspelers kwamen onder den indruk, legden den klem toon op de geestigste zetten, en ook het tempo liet niets meer te wenschen over. Het is een bekend feit in de tooneelwereld, dat het publiek door zjjn geestdrift de spelers medesleept, en dat daten wederkeerig dan weer de toaschouwers doen ontvlammen. De doktersfamilie verademde. De hoofden, tot nu toe zoo angstig gebogen, hieven zich op, ter laatste keken zjj zegevierend rond. Ook in de directeursloge veranderde de stemming. Bljj- dej zag Marie haar man aan, wiens voorhoofd zich geheel ontplooide, het kleine vrouwtje zag plotseling tusschen de coulissen allerlei prach tige luchtkasteelen. Zjj zag Italië's zonnigen hemel en genoot al van zjjn heerljjk landschap; Koning. Groote fortuinen zijn in handen van de aanhangers van Don Carlos, maar hij schijnt den tjjd van optreden nog niet gekomen te achten. Dat neemt echter niet weg, de partij-mannen, overtuigd van de rechtvaardigheid hunner zaak, geen opofferingen zullen weigeren, welke noo- dig ziju voor de verwezenlijking hunner denkbeelden. Een der hoofden van de Carlistische partij verzekerde dezer dagen aan den Madridschen correspondent van de New- York Heralddat hun organisatie uit een militair oogpunt uitstekend is. Alle maat regelen zijn genomen, om een gunstig oogenblik uit te kiezen en Don Car los is omringd van mannen van de daad. Amerika. De Regeering der Vereenigde Staten schijnt geen lust te gevoelen om tegen den bevelhebber der opstandelingen op de Philippgnen, generaal A gain aid o, oor log te voeren, niettegenstaande hij aldaar de Republiek heeft uitgeroepen. De Amerikaansche Regeering heeft be paald dat 15.000 oorlogstroepen naar hun haardsteden teruggezonden zullen worden; tevens heeft zij vijftien millioen dollar bestemd tan behoeve van de Cubaansche troepen. De Amerikaansche bladen beweren dat Mc. Kinley door den hardnekkigen tegenstand van den Senaat tegen bet vre desverdrag zoo geschokt is, dat de toe stand zijner gezondheid ernstig getroffen is. Zijn secretaris moet verzekerd hebben, dat de President zijn functie moede is doch hij spreekt de bewering tegen, dat de President in gevaar verkeert. De heer Mc. Kinley heeft alleen rust noodig. Hooggeplaatste Amerikanen keuren de verovering der Spaansche Koloniën ten sterkste af. Frankrijk. Te Parijs is een proef genomen met een geheel nieuwe vinding,een der grootste noviteiten der Wereldtentoonstelling n. 1. met «beweegbare wegen.» De proef werd genomen tusschen de Asnièresbrug en het station van Saint-Quen-les-Docks, op ver langen vaD den ingenieur Pi card, een der hoofdpersonen, die de aanstaande ten toonstelling regelen. Ze was een volkomen succes, en de gevraagde concessie zal on getwijfeld verleend worden. Dit ultra-ultra moderne verkeersmiddel zal worden aan gelegd van de Rue Fabert, langs de espla- nada des Invalides, de Avenue da la Motte- Piquet af, over een gedeelte van bet Champ de Mars en terug langs de Qaai d'Orsav. De «wegen» zullen, al naar believen, lang zaam ot snel gaan, de beweging zal zoo rustig zijn, dat men zoowel kan wande len als zitten, men zal op en af kannen stappen waar en wanneer men onderweg wilgevaar is er niet aan verbonden. De «weg,» waar de proef mee genomen werd, bestond uit twee paden waarvan het een tweemaal zoo snel ging als het andere en liep op wielen, door electrici- teit voortbewogen. Wat heeft op deze manier ons nage- zjj bewonderde zich in haar nieuwen mantel en voelde reeds aan haar linker pols den druk van een fraaien met diamanten gesierde gou den armband. Toen echter het scherm onder algemeen schaterlachen, handengeklap en bra- voroepen voor het laatst omlaag ging, verdween voor haar alles in een heerljjk vergezicht. Zjj zag een mooie villa met park en met een klein paviljoen en in dat paviljoen schreef een dichter haar dichter het eene stuk na het andere. En in haar vreugde kaeep zjj haar man zacht in den arm, en verscholen achter de portiere zagen zjj elkaar in de oogen en het waren tra nen, die zjj daarin zagen, paarlen der reinste vreugde. Zjj viel haar echtgenoot om den hals en fluisterde hem innig gelukkig toe//Lieve man, ik ben trotsch op je.// Daar knarste de deur der loge en zjj hoorden de stem van de vrouw van den directeur //Kom dan toch, men zoekt en roept u overal.* Zjj greep Vollmer bjj de hand en voerde hem door een kleine jjzeren deurdie zich als bij tooverslag voor haar opende, achter de cou lissen, waar de directeur heen en weer rende en niets riep dan„De dichter, waar is de dichter 1" Toen hjj Vollmer bemerkte, rokte hjj hem letterljjk uit de handen zjjner vrouw en dwong hem plaats te nemen tusschen twee der spe lers, die ieder een zjjner handen grepen. We der opende zich als bjj tooverslag een linnen deur in de coulissen, Vollmer voelde zich voort geduwd, en zag een schitterende zee van licht en een juichende in de handen klappende menigte. Wordt vervolgd.) 10141 ABONNEMENTSPRIJS M AlN Tl E N DJR_4 f AQITE MA NON AOITATE PRIJS DER ADVERTENTIEN. 18.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1