NIEUWE Hbagêlaó voor <3toorè- on Zuiè-éCollanó. Oratorium „St Joseph." No. 4106 Woensdag 8 Februari J899 23ste jaargang Het Pleegkind. Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Af onderIpke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BÏÏBEAU: St. Janstraat Haarlem. /1,10 1,40 2,80 0.03 Van 16 regels50 Cent Elke regel meer7'/i Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant - —sin i 4» Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Waren wij onlangs in de gelegenheid het werk te leeren kennen van een jeugdig Italiaansch priester van hooge muzikale be gaving, a. 8. Vrydag wacht ons dekennis- making met bet jongste Nederlandsche pro duct op het gebied der Oratorische muziek, eveneens het werk van een jong talentvol priester, n. m. het Oratorium *St. Joseph» van J. A. S. v. Schaïk. Het verschijnen van een oorspronkelijk Nederlandsch werk van dit genre en gehalte en meer nog, het ten gehoore brengen daar van is een te zeldzaam en te heuglijk feit dan dat er niet te voren reeds een paar woorden aan zouden gewijd mogen worden. Met te meer opgewektheid geschiede dit, nu de uitvoering door de R. K. Zangver- eeniging tJan Albert Ban», onder leiding van den heer N. H. Andriessen en met medewerking van het Stedelijk Muziekkorps aan de beteekenis van de toonschepping belooft te beantwoorden. Hier volge dan een beknopt overzicht van Van Schaik's opus 4, volgens het klavieruittreksel dat vóór enkele maanden bjj de Wed. J. R. v. R o ssu m te Utrecht' het licht zag. Het werk bestaat uit zes deelen waarvan het eerste tot titel draagt: Verloving van den IJ. Joseph. De enkele maten die het aanvangskoor inleiden geven het zeer een voudige hoofdthema van dit koor te hooren, het «zachtkens neerdalen der heil'ge Eng'- lenscbaren» aanduidende. Reeds uit dit korte voorspel blijkt de voorliefde van den com ponist voor de canonische schrijfwijze een zeer begrjjpeljjke voorliefde trouwens bij iemand die zich zoo vrjj en ongedwongen in deze strengere vormen beweegt. Waarom het inleidings-koor voor enkele mannen stemmen werd geschreven is by het be schikbaar zijn van een gemengd koor niet volkomen duidelijk, maar wat bewer king betreft dit woord doelende op juiste, melodische tekst-behandeling in alle stem- FEPILLETOJf. (Vervolg.) //Mjjn verbaal, zeide do bezoeker, speelt in een zuidduitsch garnizoensstadje. //Daar leefde een jong meisje, de dochter van een dokter, die behalve haar nog drie mei/jes had, en wiens praktijk hem wel zooveel opbracht, dat hjj met zijn huisgezin overeenkomstig zjjn stand leven kon, doch niet zooveel, dat hjj in staat was zijn dochters een noemenswaardige bruidschat te bezorgen. Het was dus een geluk voor het jonge meisje, dat een jong welvarend officier aanzoek om haar deed, te meer daar een wederzijdsche innige genegenheid de jonge lieden verbond.// Vollmer hield even op en terwijl hjj met de hand over zijn vollen blonden baard streek, keek hjj den gewezen officier scherp aan, wiens bleek ge laat nog eenigszins bleekerscheen geworden te zjjn. De officier wilde zijn bevordering tot kapitein afwachten, de bruid moest eerst den bepaalden leeftijd bereiken en haar uitzet voltooien dan zou het huwelijk plaats hebben. Doch op zeke ren dag schrjjft de jonge man een briefhjj was niet meer ia staat zjjn belofte te volbren gen, hjj had zjjn vermogen verloren, en mocht geen ander leven aan het zijne verbinden, daar hÜ zjjn vrouw niet naar zjjn stand zou kunnen onderhouden. Deze man is uw broeder, mijn heer van Wuifingen.// men en op den samenklank vau koor en begeleiding geeft het aanstonds eeD boo- gen dunk van v. Sell aï k s compositie-talent. Het vrouwenkoor treedt het eerst op in de rol van verhaler. Als tegenstelliug met het voorgaande mannenkoor zal ongetwij feld dat optreden een hoogst vriendelijken indruk maken. Al spoedig vat het mannen koor den ljrischen draad, die door 't heele werk loopt, weêr op, om die verder voort te spinnen tot het daarin door den tenor solist wordt vervangen die, straks door het gemengd koor ter zijde gestaan, het eerste gedeelte op hoogst bevredigende wijze ten einde voert. Het tweede deel draagt tot opschrift Droom van den II. Joseph. Geheel iu over eenstemming met den gang van het gedicht, dat hier Joseph's twijfel en angst beschrijft, steekt de zwaarmoedige aanvang van dit deel donker at tegen het voorgaande. Toch kan over 't geheel genomen dit gedeelte mij niet bijzonder aanspreken of de in druk moest bij de uitvoering al een geheel andere zyn dan dien het doorlezen of spelen van het klavieruittreksel geeft. Zoo gezien doet deze muziek zich voor als een schil derij waarin wel de toon, de stemming goed is getroffen, maar waar de lijnen te scherp zijn getrokken. Later, waar het mannenkoor het «Juich, Joseph, juich!» aanheft, lijkt mij de chromatische beweging in het orkest niet gelukkig gevonden om gej'ubel en hei lige vreugde uit te drukken. Natuurlijk staat I tegenover dit minder geslaagde ook menige plaats van bepaald gelukkige inspiratie. Hiertoe reken ik b.v. de muzikale omklee ding der door het mannenkoor gezongen woorden «Zing's Heeren liefde» en het goede gebruik dat later van dit motiefje wordt gemaakt. Maar toch wordt naar mjjn schatting dit tweede deel verre overtroffen door hel derde, dat de Geboorte des Heeren bezingt op eene wijze die bij den hoorder wel een sympathieken weerklank moet vin den. Een frisch gemengd koor vol kleur en climax opent deze af deelingvervolgens doet Wuifingen kromp ineen, alsof hjj een zweep slag gevoeld had, dcch spoedig vermande bij zich en sprak schjjnbaar kalm //Eu wie is u mjjnheer, en wat beweegt u mij deze geschiede nis te komen vertellen //U zult het spoedig begrjjpen. Het jonge meisje kwijnt, zij zal bezwjjken onder haar smart wat haar familie in den diepsten rouw zou dompelen. Uw broeder zou het wel te boven komen, wij mannen zjjn uit minder fijne stof geweven doch ik weet dat ook hjj zich ongelukkig gevoelt. U alleen is in staat goed te maken wat u mis wat gebeurd is en daarom ben ik gekomen. Ik ben de zwager der bewuste jonge dame, de man barer oudere zuster, mjjn naam is Vollmer." Wuifingen stond op. //li zoudt mij een waar genoegen doen, zoo u duidelijker uw meeting wilde zeggen //Gaarne 1 Toen de vader der bruid een nadere verklaring van uwe broeder vorderde, heeft hjj gezegd, dat hjj zjjn vermogen verspeeld had. Ik weet echter, dat hjj nooit een kaart aan raakte. Daarentegen heb ik gehoorddat u niet geheel vreemd is aan het ongeluk van uw broeder.// Wuifingen werd nu bleek dan rood bij deze woorden van zijn bezoeker zijn hand speelde zenuwachtig met de papieren, die voor hem op de tafel lagen. Onze dichter sloeg daar geen acht op en ging rustig voort wDe eer der familie verbiedt mjj uw broeder, die zich van ons afgewend heeft, naar de waarheid te vragen. Niemand weet iets van de navorschingen die ik op eigen verantwoording gedaan heb, uitgeno- zïch in het orkest de melodie van een be kend Kerst-koraal hooren, terwjjl tegelijker tijd de tenor-solist zijn verhaal voortzet. Een duo dat, na eenige stemmingsvolle orkest- maten, de bariton- en de tenor- solist aan heffen wordt onderbroken door het vrou wenkoor dat op bovenbedoelde koraal- melodie de woorden zingt Gegroet uit 's hemels heil'gen hof! Wjj zingen, Joseph, uwen lof, Wjj! 't Eeuwig Woord, dat alles draagt, In zwakheid uw bescherming vraagt. Nog twee malen wordt deze melodie her haald, altijd krachtiger en in telkens stij gende toonhoogte. Niet weinig draagt het invlechten vau dit koraal bij tot het onder houden en verhoogen der beoogde stemming. En van hier aan blijft de belangstelling van den toehoorder steeds klimmende. De lau- lijk-rustige aanvang van deel 4, Het Heilig Huisgezindoet hoogst weldadig aan en het in den loop van dit nummer steeds rijker be handelde orkest sluit alle monotonie uit, die anders wellicht door eenige noodelooze text- herhalingen of door de enkele aanwending van het mannenkoor zou kunnen ontstaan. In no. 5 heeft allereerst de tenor-solist een zeer denkbare, maar niet even gemak kelijke taak. Hij heeft ons door zijn kunst te verplaatsen bij het Sterfbed van Joseph en wanneer hij er in mag slagen de fijngevoelde intenties van den toondich ter tot de zjjne te maken dan wacht ons hier een der meest indrukwekkende oogen- blikken van den avoDd. Ook in het verder verloop van dit gedeelte geeft de compo nist zeer expressive muziek. Het gemengd koor «Wat zijt gy Joseph groot» brengt bovendien weer een mooie tegenstelling van licht na de donkere tonen van het vooraf gaand dubbel-kwartet voor mannenstemmen. En als dat koor, die «zang van zoeten vree» zachtjes heeft uitgeklonken, dan «rijst uit 't voorgeborchte een kreet van hoog verblijden want voor hen die daar toeven, wijst Joseph's komst de volheid der tijden aan en zij jubelen reeds in de glorie die hun wacht «bij 't op gaan met (Joseph's) zoon.» Yan deze geluk- men een oude huisvriend der familie, een on getrouwde heer, wien mijn schoonvader eens een grooten dienst .bewezen heett, en d'e het jonge ongelukkige meisje als een vader liefheeft. Hjj wil beproeven alles weder goed te maken, in zoover dit met geld te doen is. Hjj wil ik zeg nog eens, dat zelfs de vader niets er van weet Adèle den bruidschat geven, dian haar vader haar niet geven kan, en dien zij eerst niet behoefde, daar haar verloofde fortuin had. Doch wjj moeten de zekerheid hebben, dat uw broeder deze gunst waardig is. Heeft hjj zjjn vermogen werkeljjk verkwist, zoo zal hij gean gelegenheid krijgen dit voor den tweeden keer te doen. Is hjj echter het offer zjjner broeder liefde geworden, zoo willen wjj hem helpen zjjn verwoest levensgeluk te herstellen. Ik geef u mjjn eerewoord, dat alles, wat u mjj zult toe vertrouwen een geheim bljjft tusschen mjj en mjjn ouden vriend. Zoo het werkeljjk waar is dat uw broeder zich voor u opgeofferd heeft, zeg het mij dan, nu kunt ge nog goed maken, wat ge misdreven hebt. Uw onverwacht ontslag uit den dienst heeft mjj in mijn vermoeden gesterkt. Ik zou reeds vroeger tot u gekomen zjjn, doch niemand, zelfs niet uw voormalige kameraden, wisten mjj te zeggen waarheen u vertrokken was. Ten slotte dacht ik, dat ge naar Amerika verhuisd waart, in ieder geval heeft het mjj veel tjjd en moeite gekost u te vinden Wuifingen schreed radeloos de kamer heen en weer. Bljjkbaar voerde hjj in zjjn binnenste een hevigen strjjd. Vollmer stoorde hem niet, en vergenoegde zich den jongen man met ernstigen kige dichterlijke gedachte heeft de compo nist op hoogst effectvolle wijze party weten te trekken en het einde van dit nummer is éen hoogstygende jubelgalm: een heerlyk herleven voor een glorievolle eeuwigheid. Het zesde deel eindelijk is getiteld St. JosephPatroon der Werklieden. De volks melodie het lied van den arbeidsstand,1 waarmede het orkest dit gedeelte aanvangt, wordt al spoedig overstemd door heftige chromatische figuren die den geest van verzet en oproer karakteriseeren. Dan heft de bari- ton-solist aan «Daar gaat een lied des op- roers door de sferen;» het «oproer»-motief ontwikkelt zich tot volle kracht, maar wordt dan voor een oogenblik tot zwijgen gebracht door «een ander lied, een lied van liefde en vrede», een smeekzang tot Joseph om zjjn voorbede en hulp en als zich straks de op roerkreten, door het mannenkoor aangehe ven, weer met woeste kracht doen hooren, dan mengt zich daarin de bedezang der vrou wen totdat ten laatste het vredelied de overhand houdt. Want ook «St. Joseph bidt en draagt de bede zjjner trouwe scharen om hoog in vaderhand Daar is 't als komt een nieuwe geest gevaren, Die strjjd en haat en tweedracht verre bant. En bjj het spel der gouden Englenscharen De stemmen van de menschheid sa hm doet paren In 't ééne lied van d'arbeidsstand. En nu volgt dat lied van d' arbeidsstand een kernachtige melodie, die by elke herhaling in een nieuw harmonisch gewaad optreedt en zich ten slotte ontwikkelt tot een machtig dubbef-koor waarin op waarlyk meesterlyke wijze de afzonderlyke motieven van het lied worden bewerkt, terwijl bovendien het orkest de statige melodie van den bovengenoemden smeekzang doet weerklinken. Een muzikale apotheose die niet enkel schitterend getuigt voor het combinatorisch talent van den toon zetter maar tevens een waardig slot vormtaan het belangwekkende St. Joseph-Oratorium] Mogen a.s.Vrij dag zich velen opgewekt voe len om zich onder de bekoring te stellen van v. S c h a k s edele en verkwikkende kunst. PH. LOOTS. blik aan te zien. Hjj zag hoe zwaar het hem viel een vreemde, een onbekende, zjjn vertrouwen te schenken. Plotseling staakte Wuifingen zjjn gang, bleef met een ruk voor zjjn bezoeker staan en sprak: //Goed, u zult alles weten. Tot nu toe was ik alleen maar lichtzinnig, doch ik zou een niets waardige schurk zjjn, zoo ik het geluk van mjjn broeder nu nog verder iu den weg stond.# Donker staarde hij voor zich uit, en leunde met zjjn hand op de tafel, naast welke hjj stond. //Ik ben ouder dan mjjn broeder en gold immer als de knapste. Wat hjj slechts met inge spannen jjver en nauwgezette studie leeren kon, kostte mjj niets geen moeite. Ik was de trots en de hoop van mjjn vader, en werd officier even als hjj. Toen hij stierf, ging ik naar de cavalerie over en nu ik heb geleefd en ge noten ik heb er niets geen spjjt van. Eén ding slechts berouwt mjj, en dat wil ik goed trachten te maken." Hjj streek met de hand over het voorhoofd, als wilde hjj de diepe rimpels wegvegen, die zich bjj de herinnering aan het gebeurde ge vormd hadden.//Met zachte bjjna toonlooze stem vervolgde hjjHet ging met mjj, zooals het moest gaan, en zooals het met duizenden gaat. Ik bezweek voor de verleiding, die vooral in onzen stand zoo groot is. In weinige jaren ver speelde ik niet alleen mjjn vermogen, doch maakte ook schulden. Wordt vervolgd.) IIRLEIHSCHE (jOHRAVT. ABONNEMENTSPRIJS AGHTE MA NOW AGITATE PBIJS DSE ADVEBTENTIEN. 20

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1