NIEUWE voor &loor éCollanó. Werklieden-verzekering. No. 4108 Vrijdag 10 Februari 18- 9 23ste Jaarg&iig. Het Pleegkind. 7'/» ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem t 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Af onderlgke nummers 0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. B IT B E A IJ St. Janstraat Hasrlem. PBiJS DSa ADVERTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer AGÏTE KA NON AGITATE. Groote letters 'worden berekend naar plaatsruimte; Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Eed a c t e qr-U i t g e v e r, W. KüPPERS. Het was een krachtig optreden van cbu Nederlandschen R. K. Volksbond, toen in de vergadering van den Centralen Raad de motie werd geformuleerd, welke tot strek king had de wettelijke regeling voor te staan van het werklieden-pensioen. Het moest ge tuigen van zelfbewuste krachtdat de Ned. RK. Volksbond in deze kon voorop gaan en zijne houding moest door alle werk- lieden-vereenigingen worden geprezen. Ook het Sociaal Weekblad van 21 Januari ont hield zijn lof niet: «uitstekend geformuleerd: de revolutie eens voor al buitengesloten en toch de noodzakelijkheid van de samenwer king met gelijkgezinden erkend». Maar waarom moest die lof weer verflauwd en gedeeltelijk worden teruggenomen door eeue ongezonde, kleinzielige opmerking als de volgende: «Doch het zou met die samen werking wel eens kunnen gaan als aan die zijde meer is vertoond eerst aaneensluiting, doch als 't op handelen aankomt, moftde vereeniging terug.» Dat heeft veel van de hooghai tige opmerking van Anseeleinde Belgische Kamerzitting van 31 Jan. als zouden de Katholieken door de socialisten tot betere gevoelens bekeerd zijn, voor welke uitdrukking hij door het Parlementslid DeR beke werd afgestraft. Door een zuinig be heer der geldmiddelen kon de Katholieke Belgische Regeering sinds 1893 door krach tige bijdragen het werkmanspensioen steu nen. In de Kamerzitting van 31 Jan. besprak de Katholieke Staats-minister W o e s t e deze kwestie. Hij ondervroeg de Regeerieg aangaande de toelagen van den Staat voor de maatschappijen van onderliugen bijstand, die bij de pensioenkas van den Staat ziju aangesloten. Tot nu toe voegde de Staat bij eiken frank, maandelijks gestort, gemid deld 70 centiemen, dus bij een inleg vaa 12 frank per jaar 8 fr. 40. Te zamen 20 fr. 40. Door de Provincie en de patroons wordt deze inleg verhoogd tot 25 a 30 frank. Men kan zich eene rente verzekeren met afgestaan kapitaal of met voorbehouden kapitaal. In dit laatste geval kan men nog een duitje nalaten aan zijne erfgenamen. Hoe meer men inlegt, des te hooger wordt natuurlijk de lijfrente en wij kennen vele patroons die op iederen frank, door hunne werklieden maandelijks gestort, een frauk F KV ILLETO A. 22.) Vervolg.) Jarenlang nog, zou hij moeten bukken onder een schuldenlast die hij vrjjwidig op zich had genomen. Mocht hij er, voor die tijd verstreken was, aan denken Adèle's dierbaar leveu aan het zjjne te verbinden En wie kon hem helpen? De dokter niet, die moest voor zjjn huisgezin zorgen. Zou misschien deze oude man, nu hij alles wist, hem geld aanbieden Maar met welk recht Op hetzelfde oogenblik lachte hjj om ziju gedachten. Hoe kon hij in een bijna armoedige omgaving rjjkdom veronderstellen De oude heer had bljjkbaar juist genoeg inkomen om in beschei den behoeften te voorzien. //Het is wel geen verre reis, die ik te doen heb,// sprak Wulfing-m, „doch ik hoop, dat u mij in ieder geval niet voor een grap hierheen heeft doen komen Ik kan u wel zeggen, dat ik niet gekomen zou zjjn, zoo ik niet gaarne had willen weten, op welke wijze u tot de ontdekking is gekomen dat lit t mjjn broeder was, die //Dat doet nu niets ter zuke!//hernam Dahlen. stiompelde eenige malen de kamer door en bleef eindelijk voor zjjn gast staan. //Ik moet ver in mjjn geheugens terug," be gon bjj aarzelend, //en nooit mag uw bruid ja, ik noem haar nog uw bruid nooit mag zjj het te weten komen; dat moet u rajj beloven nijjnheer van Wuifingen opzetten zoodat dan de raaandeljjksche storting van een frank door de toelagen van Staaf, provincie en patroou stijgt tot bij de veertig frank jaarlijks. In geval van O'ërlijden voor de 60 jaar worden de ge storte sommen op voorbehouden kapitaal aan de erfgenamen teruggeschonken. W o s t e sprak nu in gemelde Kamerzitting de wen- scheljjkheid uit de jaarljjksche subsidiën aan da maatschappijen voor ouderlingen bijstand te verhoogen tot 80 centiemen voor iederen frank maandelijks gestort vóór de 45 jaar en tot éen frank na de 45 jaar en deze regeling door eene rijkswet voor altijd bindend te maken. Spreker bracht ten slotte hulde aan de maatschappijen van ond-r- lingen bijstand en hoopte, dat hun getal meer en meer zal aangroeien tot nut van het algemeen. De nieuwe minister van arbeid en nij verheid, Co or email, sloot zich aan bij deze hulde door W.o e sjt e gebracht aan de maatschappijen vau onderüngen bijstand. Het Gouvernement zal altijd deze kringen ondersteunen. Reeds had minister Nys- sens in den Senaat de verklaring afge legd, dat de noodige kredieten zullen ge vraagd worden ora de stortingen van den Staat te verhoogen, en eene wet oai aan deze toelagen een blijvend karakter te ge ven wordt in gereedheid gebracht. Ue maatschappijen van onderlingen Bijstand, verklaarde nogu.aals de nieuwe minister C o o r e m a n, genieten al onze genegenheid, voor hen zal al het mogelijke worden ge daan. De onkosten voor het b heer dezer genootschappen zijn onbeduidend. In zekere gevaden is de briefwisseling vrij van porto. De akten der genootschappen zijn meestal vrij van zegel en worden gratis geënregis- treerd. Het Staatsbestuur draagt de kosten van druk der standregelen en de Algemeene Spaar- en lijfrentekas laat aan tie leden boekjes met uitleggiugen uitdeelen alsook tarieven waardoor men zelf kan uitrekenen, welke rente men na de stortingen zal ge nieten. Voor de eerste onkosten der stich ting eener nieuwe vereeniging geeft de Staat eene toelage van 75 tot 125 frank, de Provincie eene van circa 50 frank. In de plaatselijke besturen zetelen naast da meest achtingswaardige personen der plaats, dorp of gemeente eenige brave werklieden of personen, die van deze regeling wenschen te genieten. Want zooals terecht de heer Woeste aanmerkte, het zijn niet alleen De officier knikte bevestigend. //Wat u mjj onder het zegel der geheimhou ding mededeelt, blijft natuurlijk onder ona „Ik zal met mjjzelven beginnen,// sprak de oude heer zacht, nadat hij een poosje zwjjgeud voor zich uit gestaard had. „Ik ben nu een goede zestiger, ofschoon ik er ouder uitzie, doch het leven heeft mij niet g.-spaard en niet altijd was ik zoo'koel van harte als men nu algemeen van mij denkt. Ongeveer dertig j mr geleden leefde ik in een kleine noordduitsche stad. Ik had voor apothekersbediende gestudeerd, en was als zoodanig in betrekking, wat echter met het oog op mijn bescheiden middelen geen uitzicht bood ooit een eigen baard te kunnen vestigen. Een arme drommel als ik bad zjjn hart beter moeten bewaren, te meer daar ik reeds ruim dertig jaar was, en niet tot de knapsten behoor de. Om aan vrouwen te behagen moet men er tenminste anders uitzimi» Deze woorden klonken zoo bitter, dat men voelen kondat de oude wond nog steeds bloedde. //Maar de liefde vraagt daar niet naar zij ontwaakt, wanneer men het niet het minst ver moedt en tri kt ons soms naar harten, die niet voor ons staan. Ook tuij ging het zoo ik be minde eea meifje dat twaalf jaar jonger dan ik en schoon als een engel was Dit scheen mjj tenmiuste zoo//, voegde bjj er bij. //Weldra be merkte ik, ilat ook anderen er zoo over dachten, want het jonge meisje, dat ik langzaam had zien opgroeien en zich zien ontwikkelen, zjj was de eenige dochter van mjjn patroon werd gevierd en gevleid van alle kanten. Zij de werklieden, die in de mogelijkheid moe ten worden gesteld om in hunnen ouden dug over een klein pensioen te kunnen be schikken, maar ook de bedienden, de kleine landbouwers en de kleine burgerij. Slechts zij- zijn in België uitgesloten, die een Staats pensioen genieten van meer dan één frank per dag. Wanneer de kleine landbouwer of burger verzekerd is van een pensioen op zijn ouden dag, dan kan hij gerust het overige door ham vergaderd besteden om zijne kinderen tot stand te brengeo. Hier omtrent schrijft de heer L. C a i 11 i e, hoofd opziener van het schoolkanton Ttrasnes in Henegouwen «Ziehier b.v. een spaarzame man, 60 jaar oud, die 15.000 frank bezit en wiens kinderen tot den ouderdom ge komen zijn om zich ergens te vestigen. Het is hem zeer moeilijk een deel van zijn for tuintje af te staan, want de intrest van zijn geld bezorgt hem nauwelijks het noodige om van te leven. Indien deze persoon van de lagere school af aan de ljjfrentkas had kunnen deelnemen of zelfs van zijn twin tigste jaar af, zoo zou hij zich allengskens eene kleine rente hebben kunnen maken en zou hij in staat zijn aan zijne kinderen eene betrekking te bezorgen. Hoe dikwijls hebben wij het bij onze voordrachten niet booren betreuren door bejaarde personen, dat zij zich in hunne jeugd bij geene lijf rentkas konden aansluiten.» De pension- neeriDg der oude werklieden vergemakke lijken is ontegenzeggelijk het bevorderen eener uiterst nuttige instelling. De rede voering van den heer Van Hou.tenover deze kwestie is en big ft ons eene ergernis. Behalve machtspreuken, werd er dan ook door hem geen enkel geldend argument aangehaald en toen de heer Rutgers vau Rozenburg dezelfde onmenschlievende theorie der oud-liberalen verkondigde in de Kamerzitting van 1 Februari, maakte dit op ons een pijnlijken indruk. Dat de arbeider ook zelf tot zijn pen sioen iets bijdraagt, zulks verhoogt ook in zijne oogen de waarde daarvan. Het is het zijne, zelf heeft hij het zich verdiend, want zonder zijne gespaarde penningen zou hij nooit tot dat voorrecht zijn gekomen. De bijdragen van den werkman zelf moet-n dus volgens onze meeuing, de basis vor men voor bet werkmanspensioen, doch die bijdragen moeten minstens verdubbeld wor den door de toelagen van den Staat enz. Dan vindt ook de spaarzaamheid eene ge wag alijjd lief eu goed voor mjj en dikwjjls waren wjj uren bij elkander, want van tijd tot tijd hulp zij mij botaniseeren voor de kruidenkamer. Zorgvuldig verborg ik mijn geheim, want haar vader had mij zeker ontslagen, zoo hij het bemerkt had, en ook Adèle zelf zjj heette Adèle zooals uw bruid, manheer v. Wulfingeu zou mij zeker uitgelachen hebben, zoo ik haar van liefde had gesproken In haar blauwe kiuderoogen had ik- nimmer iets van lietde gelezen, en angstig en riajjverig zicht ik naar het eerste teekeu eener opkomende neiging. Spoedig werd mijn vrees bewaarheid,natuurlijk, het kon niet anders. Zij wa3 achttien jsar, bui tengewoon schoon, en daarbjj zacht en liefderjjk. Meldra wist een jonge fabrikant haar genegenheid Se winnen, en deed. bjj baar vader aanzoek om haar hand. De jonge man was eigenaar eener groote wolspinnerjj en stood b.kecd als een braaf eerlijk menaeb, zeodat Adèle's ouders met vreugde in de verloving toestemden, en meer daar mjjn patroon, zooals later bleek, niet veel meer dan een fatsoenlijke uitzet mede kon geven. De apotheek ging wel niet slecht, doch hij ver waarloosde haar voor allerlei liefhebberijen, en waagde zich dikwjjls in speculaties. Toen hjj stierf, kwam men ock tot de ontdekking, dat hij meer schulu dan vermogen naliet. Do apotheek we'd verkocht, e,n zoo was ik buiten betrekking, Ik bleef' echter in de stad, daar ik niet buiten den aanblik der jonge vrouw leven koü, die nu en ?dan den vroegereu bediende haars vaders bij zich noodigde. Ruim eea jaar verheugden de jongelieden zich in een ongestoord geluk, doch daarna trof hen de eern» slag na de andere. reede beloooing. Het is een flinke werk man, die spaart en liever aan de toekomst denkt, dan zich te verslingeren aan de janeverflesch. Maar dan moet ook die spaar zaamheid door het Gemeentebest rjjkelijk beloond worden. Die belooning is een prik kel ten goede voor de werkmansklas, een middel ter bestrijding der jenever-plaag. Minister Pierson noemde nog onlangs de pensionneering der werklieden «liet hooge ideaal dezer Regeering». Laat het dan geen ideaal bljjveD, maak dat ideaal werkeljjkheid, durven wij vrjj moedig spre ken. Wat minder uitgeven voor de solda- terjj, meer voor den werkman, dat is onze leuze. Welvaart in alle klassen der maat- schappjj verhoogt de zedeljjkheid, dat is de grondslag voor vooruitgang op alle gebied. Niet zonder reden spreken de wijsgeeren van een gezonden geest in een gezond lichaam. Die verzekering voor den ouden dag en invaliditeit moet toegankeljjk wor den gemaakt voor allen, die daaraan be hoefte gevoelen, niet alleen voor de-eigen lijk gezegde werklieden, maar ook voor de kleine boeren eri burgers. Aan dezen stand van menschen mag men tegenwoordig wel eens denken. Zij hebben het zoo hard te verantwoorden door de immer toenemende concurrentie. Het Belgische systeem der pensionneering bevalt ons onder vele opzichten, het ver mijdt de hooge administratie-kosten. De plaatselijke Comitaiten verrichten al hun werk gratis. Alleen zouden wjj den ouder dom voor het ingaan van het pensioen wat vroeger willen gesteld zien, b.v. op 50 jaar in- plaats van 60. In gevallen van ongelukken, invaliditeit treedt het pensioen aanstonds in. Veronderstel een leidekker die van het dak valt. Hij had zich eene rente verzekerd als hjj 60 jaar oud zou zjjn en nu is hjj er nog maar 40, het pensioen wordt hem vol uit betaald van den dag van het ongeval af, indien het verkregen werd vijf jaar voor den val. Do I jjfrentkas is dus ook eene soort van verzekering tegen ernstige ongevallen. Laat ons er bjj voegen, dat eene som van 25 frank betaald wordt voor begrafenis- onkoaten der verzekerden, wier behoeftig heid i3 erkend geworden. Deze som is ook zeker niet te hoog genomen. Wjj moeten echter volmondig bekennen, dat het Bel gische systeem onze waardeering ten zeer ste verdient. o Adèle's moeder stierf, da fabriek, die ver be neden de waarde verzekerd was, brandde af, de jonge fabrikant had te kampen met allerlei tegenspoed, en het einde was een faillissement. Hij verliet Europa om zich in de nieuwe wereld een positie te gaan veroveren, een vriend had hem een betrekking'aangeboden in Chicago. Het jonge paar vertrok, en nu had ook voor mjj Europa zjjn bekoorlijkheid verloren. Door een onbedwiDgbaren reislust aangegrepen zocht ik mij als scheikundige ik had zeer veel gestudeerd bij een expeditie van weten- scbappeljjken aard aan te sluiten. Dit gelukte en zoo kwam ik in IncTië en Japan, waar ik dienst deed als geneeskundige eD apotheker en zeer veel geld verdiende. Doch ik kon Adèle niet vergeten en vertrok over San Francisco naar Chicago, toen nog een klein opkomend stadje. Hier opende ik een apotheek, daartoe in staat gesteld door mjjn aanzieuljjk vermogen, en voegds daar weldra een mineraalwaterfabriek aan toe. Het duurde niet laDg of ik was Adèle weer op het spoor, die onderwjjl moeder van twee lieve kinderen was geworden. Wat een verandering echter Nu was ik welvarend, ja zelfs rjjk, en bjj moest met een zeer bescheiden inkomen zijn huisgezin zoo goed mogelijk onderhouden. Ver bitterd door ziju ongeluk, niet tevreden met zjjn eenvoudige levenswjjze, begon hjj langzamerhand te klagen, zjjn gezondheid ging snel achteruit, daar hjj niet bestand was tegen het klimaat. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1