NIEUWE
ïïagBlaó voor tSïooró- an
De arbeidersstand.
No. 4111
Dinsdag 14 Februari 1899.
23st# Jaargang.
Onthuld,
BU ITK N BA N D,
Voor het buitenland c 2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏEEAU: St. Janstraat Haarlem:
Van 16 regels
Elke regel meer
50 Cem
77.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
I.
Aan den arbeidersstand is de bestemming
ten deel gevallen, de overige standen der
maatschappij te dienen en door dezen dienst
zijn eigen onderhoud te verzekeren. Do ar
beider werkt in het belang van zijn meester
deze laatste plukt van dien arbeid de vruch
ten en biervoor deelt bij aan den arbeider
datgene toe, wat deze voor zijn levensonder
houd noodig heeft.
De arbeidersstand is alzoo geen eigenlijk
zelfstandige stand, maar is afhankelijk van
den stand der arbeidsgevers. Hij is onderwor
pen aan de armoede. De arme kan niet van
zijn eigene middelen leven, want deze bezit
hij niet; hij moet daarom bij den welgestelde
in dienst treden, ten einde door dezen dienst
voor zich het levensonderhoud te verwerven.
Hierin is echter volstrekt niets abnormaals
gelegen. De aan de armoede onderworpen
arbeidersstand is voor de menschelijke maat
schappij even noodzakelijk, als de welgestelde
en zelfstandige of onafhankelijke standen.
Want willen deze standen datgene verrichten,
wat zij in het belang der maatschappij te ver
richten hebben, dan hebben zij noodzakelijk
den dienst van anderen noodig, omdat zij al
léén onmogelijk alles doen kunnen. Ware er
dus geen stand,die uit krach t van zij n armoede
tot den dienst van anderen aangewezen is,
dan zouden de bezittende standen zonder den
hun noodzakelijken dienst blijven en aldus
in de onmogelijkheid gebracht zijn om hunne
taak in't belang der maatschappij op vol
doende wijze te volbrengen.
In de heidensche oudheid was de arbei
dersstand tot slavernij vernederd en verlaagd.
Dit was het gevolg van een met de natuur
strjjdige zelfverheffing der hoogere, bezit
tende standen. De arbeid werd in het heiden
dom door de hoogere, bezittende stander, als
een schande beschouwd en zoo kwam het, dat
ook de arbeider als een verachtelijk en on
wettig individu werd aangezien en als zoo
danig behandeld.
FEU ILL ET O A.
2 (Vervolg
O, keeren, waren de eerste woorden van
Aubreuil, ik zie aan uw gelaat, dat gy u in
eene kleine overwinning verheugt, en ik kan
dus uwe gedachten wel raden maar ik moet
u te leur stellen. Meent niet, dat de verleide
lijke genoegens der hoofdstadnoch de aan
trekkelijkheid van uw gezelschap mjj aan mjjne
afzondering ontrukt hebben.
Gij gevoelt dus niet den minsten spijt,
dat gij niet meer onder ons verkeert sprak
de burggraaf Norbert van Marvault. Mijn
beste Gaëtan, dat is van uw kant niet aardig,
ons zoo spoedig te vergeten voor uwe graan
velden in Champagne. Wat ons daarentegen
betreft, er gaat geen dsg voorbij, °f WÜ spreken
over u, en wij betreuren voortdurend het dwa
ze besluit, om u zoo ver van Parijs in eene
woeste landstreek te gaan begraven, en gij, een
vrijheer, een man van de wereld bij uitnemend
heid, de gunsteling van de dames, gij, die
door de moeders verafgood wordt, omdat zjj
allen hopenu eenmaal haar schoonzoon te
mogen noemen, gij wilt dan onherroepelijk van
de wereld met haar bekoorlijkheden afstand
doenWelk eene teleurstelling voor al deze
personen, als zij uw besluit zullen vernemen..
lleeren, hernam Van Aubreuil, bet bui
tenleven heelt reeds etnigszins zijn stempel op
Het Christendom heeft door zijn invloed
dezen ongeregelden toestand opgeheven en
uit den weg geruimd, en den arbeidersstand
uit de verdrukking en boeien der slavernij
bevrijd. Het spreekt vanzelf, dat zulks on
mogelijk ineens, als bij tooverslag, kon ge
schieden. In beginsel door het Christendom
vernietigd, kon in de werkelijkheid de slaver
nij slechts langzamerhand uit de maatschap
pij verwijderd en volkomen afgeschaft wor
den. Want daar de slavernij met de inrich
ting van de oude maatschappij op het nauw
ste verbonden was, zoo zoude een plotselinge
vrijheidsverklaring van alle slaven aan een
volkomen omvèrwerping van de bestaande
maatschappelijke verhoudingen gelijk ge
weest zijn; dan ware het Christendom op re-
volutionnaire wijze opgetreden.Maar dit kon,
dit mocht niet geschiedenderhalve ver
dween de slavernij door den invloed der
Kerk slechts langzamerhand, in den loop
der eeuwen.
Op het overgangspunt van de slavernij
tot de volle vrijheid van den arbeidersstand
lag dan nog de lijfeigenschap. De lijfeigene
was niet meer een slaaf zonder eenige rech
ten, hij was geenszins verstoken van de
wezenlijke menschelijke rechten maar hij
■stond toch tegenover zijn meester in een
gedwongen dienstbetrekking, zoodat hij den
dienst van zijn meester in geen geval en
onder geen enkele voorwaarde mocht ver
laten. Men drukte deze verhouding aldus uit
de heer is eigenaar van het lichaam d. i.
van de lichamelijke werkzaamheden van den
arbeider;vandaar het woord «lijfeigenschap.»
Deze verhouding was zeker niet absoluut
strijdig met het natuurrecht, omdat de lijf
eigene niet meer als een zaak beschouwd
werd maar zijne wezen'ijke rechten van
mensch erkend werden. Doch de volle vrij
heid van den arbeidersstand was toch nog
belemmerd. Eerst langzamerhand bracht de
invloed van het Christendom het zoover
dat ook deze verhouding ophield te bestaan
en het natuurrecht volkomen lot zijn waarde
kwam.
mij gedruktgig hadt dit reeds kunnen be
merken. Het zorgeloos en doelloos bestaan
dat gij leidt, en dat u genoegen schijnt te ver-
Bchafl'en, begint mij te walgen en daarom heb
ik eene andere levenswjjze beproefd die meer
met mjjn smaak in overeenstemming is.
Maar, vroeg Van Menestray, als dat zoo
is, wat heeft u dan naar dat vervloekte en ver
afschuwde Parijs kuur.en voereD, Is het al
te onbescheiden, n dit le vragen
De vrijheer ducht eenige oogenblikken na, voor
hjj een antwoord gaf.
Onbescheidenheid ligt er niet in sprak
hij eindelijk, want waarom zou ik een geheim
maken van eene zaak, die gij tot mijne groote
verwondering nog niet weet, maar die toch spoe
dig genoeg bekend zal zijn. Bovendien is het
ook niet slecht, dat gjj met den loop der ge
beurtenis op de hoogte zjjt, het zal u tot voor
beeld kunnen dienen, om niet zulke dwaashe
den te begaan, die onzen goeden naam in op
spraak kunnen breDgen,
Nu begin ik waarlijk te gelooven, mijn
beste Gaëtan, dat gij d?ar ginds in uw eenzaam
Champagne kennis gemaakt hebt met de ceu of
andere oude vrjjster uit den tjjd van Lodewijk
XV, en dat dia van u een andere Cato gemaakt
heeft.
Zonder mij door uw lachen en schimpen
beleedigd te gevoelen, heeren, sprak Gaëtan,
moet ik u zeggen, evenals mevrouw Van Sévigré,
dat bet nieuws, dat ik u ga vertellen, het bui-
lensporigste, ongeloofeüjkste, en tevens het treu
rigste is, dat gij sedert langen tijd gehoord hebt.
ik geef liet u in honderd, in duizend, in tien-
Volgens liet natuurrecht berust de ver
houding tusschen werkman en werkgever
op hun overeenkomst. In deze overeenkomst
verplicht de werkman zich, te arbeiden in
het belang en volgens de aanwijzing van zijn
heer en van zijn kant is de heer verplicht,
aan den werkman voor zijn arbeid een daar
aan beantwoordende vergoeding te geveD.
Die overeenkomst kan, wanneer de om
standigheden het vorderen, ook bepalingen
in zich sluiten omtrent den duur van den
werktijdomtrent de hoeveelheid van het
werk, door den arbeider in een bepaalden
tijd te leveren ek omtrent andere bijko
mende omstandigheden. Maar omdat de ver
houding tusschen werkman en werkgever
op een overeenkomst berust, daardoor is de
vrijheid van den arbeidersstand evengoed ge
waarborgd, als van den anderen kant de
behoeften van den heer in betrekking tot
de uitwinning van arbeidskrachten bevre
digd zijn.
Wij willen drie soorten van arbeiders be
spreken, n.l. dienstboden, daglooners en fa
briekarbeiders.
De dienstbode woont in het huis van den
meester en wordt door dezen onmiddellijk
onderhouden hij behoort in ruimer zin nog
tot het gezin van den meester. Hij wordt
gebruikt voor huiselijke diensten en is ver
plicht volgens het verlangen des meesters
de huiselijke bezigheden te verrichten.
De daglooner daarentegen behoort niet
tot het gezin van den meester, maar wordt
afwisselend voor korter of langer tijd in
dienst genomen, tot het verrichten van be
paalde werkzaamheden.
De fabrieksarbeider eindelijk wordt ge
nomen om zijne diensten te bewijzen in het
voortbrengen van industriëele zaken, waar
bij hij grootendeels als dienaar van de arr
beidende machine fungeert. De fabrieksar
beider werkt dus werktuigelijk en gedach
teloos voor hem bestaat er geen aanprik-
keling tot vervolmaking in zijne beroeps
bezigheden; zijn taak is enkel de arbeid
als zoodanig, zonder dat hij zich vleien kan,
duizendkeer te raden. Gij zult er niet in sla
gen
Omdat gij het zelf zegt, merkte de jonge
baron Van Bidoisicre op, wienB laag plat voor
hoofd aanduidde, dat hg niet zoo heel vernuf
tig was, schjjut het mjj toe, dat gjj ouze vin
dingrijkheid om het raadsel op te lossen, nut
teloos op de proef wilt stellen.
Welnu dan, hernam de vrjjheer Van Au
breuil; zet uwe ooren wjjd open, om vooral geen
woord te verliezen, van hetgeen ik nu ga ver
tellen.
Gq kent immers allen onzen besten vriend,
den burchtgraaf Amaury van Charlery, een be
roemden naam 1 Hg is een kalme, bescheiden
jongen, met uitmuntend verstand, en die tot nu
toe zijn leven verdeeld heeft tusschen de toe
genegenheid van zijn oom, den markies Van
Sassenage, die hem van zijne geboorte af, als een
vader verzorgd heeft, en de liefde tot de studie,
die de oude edelman hem heeft weten in te
boezemen.
Ja, maar den laststen tjjd trok onze jonge
Amaury er nog al eens tusschen uit, naar het
schjjnt.
Misschien is het uw slecht voorbeeld wel
geweest, dat hem op dezen weg des verderfs ge
voerd heeft, ging Gaëtan voort.
Ho, ho watriepen onze jongelieden
gelijk.
Wjj hebben bem toch niet tegen zjjn zin
van de studie afgehouden, voegde Kaoul er bjj.
Ik zal verder gaan: Gjj kent ook de be
roemde zangeres uit het Italiaansche theater,
Vanina Piatri, eene botooverend schoone vrouw,
door zijn arbeid zelf het product voortge
bracht te hebben, omdat dit aan de ma
chine toebehoort. Slot volgt.)
Duitschland.
Het graf van wjjlen graaf C a p r i v i was
bedekt met prachtige kransen, o. m. met
gouden kwasten door keizer Wilhelm
en den Koning van Saksen geschonken.
Deze kwasten zijn gestolen, en men meent,
dat de dieven ze hebben weggenomen voor
den een of anderen «verzamelaar.»
Amerika.
Een duizendtal Indianen hebben de mijn
werken van Corocare (ten zuiden van La
Pax) die Chileensch eigendom zijn, omsin
geld en geplunderd. De directeur bood voor
zijn leven, voor dat van zijne vrouw en
van een bediende een som van drie duizend
dollars. Toen dit aanbod werd afgeslagen,
schoot de directeur zjjne vrouw, zijn be
diende en daarna zichzelf dood.
Men meent dat de overval zal leiden tot
moeilijkheden tusschen Chili en Bolivia.
Engeland.
In Engeland dragen de heeren tegen
woordig corsetten en die dracht komt zoo in
de mode, dat men den omzet van de cor-
setwinkels voor heeren in het afgeloopen
jaar op een half millioen gulden becjjfert.
In West-End woont een fabrikaat, die in
één maand meer dan honderd cliënten moest
voorzien.
Bij een brand, die te Aberdeen in
een bijgebouw van het krankzinnigenge
sticht uitbrak, hebben de oppassers eene
zware taak gehad met een veertigtal ver
pleegden van de tweede verdieping in vei
ligheid te brengen, te meer, daar de mees
ten weigerden zich van de gevaarlijke plaats
te verwjjderen. Ten slotte bleef nog eene
vrouwelijke patiënt achter. Twee genees-
heeren snelden haar daarop te hulp. Langs
een ladder, die de een vasthield, begat de
tweede zich in het brandend huis, en droeg
met geweld de reeds brandende vrouw om
laag.
Oostenrijk-Hongarije.
Vorstin Pauline Metternich te
Weenen, heeft tot het Neut Wiener Tage-
eene schoone onder de schoonen, een andere
Eva, die door de slang niet verleid geworden
zou zjjn, maar die zelve de slang verleid zou
hebben, een soort van Vampier Welnu,
heeren, Amaury is gecharmeerd op Piatri, en
hij heeft het vaste voornemen opgevat, haar te
huwen
Dit nieuws werd met algemeene uitbarsting
van spotternjjen ontvangen.
Gij lacht er om, heeren, hernam Gaëtan,
op het eerste gezicht schgnt het ook bespotte
lijk maar Amaury is ongelukkigerwijze een
jongen met een te edel hart, om aan hare ge
negenheid te twijfelen.
Eene vriendin van wijlen zjjne moeder, me
vrouw de douairière van Senanconrt, die weet,
dat ik tot den burchtgraaf van Charlery in
nanwe betrekking gestaan heb, heeft mjj naar
Pargs ontboden om eens een ernstig onderhoud
met Amaury te hebben over zjjn plan, om deze
zangeres tot zjjne vrouw te verheffen, en om al
mjjne krachten in te spannen, om hem van dit
dwaze voornemen te doen afzien. Ik heb hem
reeds verscheidene malen over dit onderwerp ge
schreven maar alle bewijsgronden,alle beschou
wingen, die ik heb kunnen aanvoeren, zjjn niet
in staat geweest, hem van zjjn besluit te doen
afzienik heb hem over de onteeriog van zjjn
naam gesproken door dit huweljjk, ik heb hem
het avontuurlijke leven van zoo'n schepsel ge
schetst.
Wordt vervolgd.)
ÜRLIHSOHEI flODItilT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 5 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
PRIJS DEB ADVEBTENTIEN.
AGHÏE MA NON AGITATE.
- «S3.fr »l ijs-*