No. 4122. Maandag 27 Februari 1899. 23ste Jaai ïïagêlaó voor vSCSoorö- on &uió-<JCollanó. Het plan-Gooien. Katholieken van Haarlem en Omstreken Onthuld, BUITENLAND. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. 2,80 0,03 feuilleton. X. Duitsohland. Beieren. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. l tm A1N XIENDR KT. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1—6 regels50 Cents. Elke regel meer71/,» Groote letters worden berekend naar plaa'sraimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. AGITE MA NON AGITATE Hoojdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Publicité Etrangère G. L DA UBE 8f Co. JOHN.,F.JONES Suec., Parts 31bit Faubourg Montmartri. Wij richten tot u een ernstig woord. Wakkere mannen onder u hebben het ge bouw Felix Favore» met zijn prachtige localiteiten en ruime concertzaal overgeno men met bestemming voor den tot heden in de voorzalen van het gebouw gevestïgden Katholieken Kring <St. Bavo Deze Kiing stelt zich volgens art. 1 barer statuten ten doel naast vriendschap pelijk verkeer het behoud der Katholieke beginselen en de behartiging van de be langen van den Middenstard. De Kring zal optreden daar waar de Katholieke be ginselen en de belangen der Katholieken te verdedigen zijn. Ieder lid, zegt art. 5 van de statuten, kan met toestemming van het Bestuur op de bijeenkomsten eenig onderwerp, in verband met het omschreven doel der Vereeniging, ter tafel brengen en de bespreking daar van verzoeken. In verband hiermede zal dan ook het Bestuur eens of meermalen 's maands eene vergadering houden om ingekomen stuk ken af te handel n en zoo dikwijls het Bestuur zulks noodig oordeelt zal er eene buitengewone vergadering gehouden wor den staande de gezellige bijeenkomsten die de^Kring haren leden geeft. De contributie bedraagt voor de gewone leden slechts vijf gulden 's jaars. Buiten gewone leden betalen eene con tributie van twee gulden en vijftig cents, terwijl Ka tholieken uit de omstreken voor eene con tributie van slechts drie guldenlid van deze in onzen tijd hoogst nuttige inrich ting, kunnen worden. De Katholieke Kring StBavo> stelt het geestelijke gezag hoog en zal de wen ken der kerkelijke overheid, wanneer deze deu Kring geworden, als voorschrift aan nemen. Wel wetende, dat deze Overheid niets liever wil, dan dat de kinderen der Roorasche Kerk in vrijheid en liefde on der elkanderook met andersdenkenden, hier op aarde in een gelukkig samenzijn de kroon der onsterfelijkheid kunnen ver werven, door trouwe plichtsbetrachting. Mogen zjj die een stouten stap hebben durven zetten op den weg der verbroede ring, geen teleurstelling ondervinden in hun edel streven. Onze innige wensch is dan ook, dat het voormalige gebouw Felix Favoreals Katholieke Kring «.St. Bavo» een eere-monument moge worden voor de Stad Haarlem en hareschoone omgeving. 13. Vervolg.) Ik weet niet, ging Vanina voor*, of gij het edelmoedige, dat erin mijne handelwijze ligt, wel op prijs weet te stellen, maar ik herhaal u, dat mjjn besluit onwankelbaar vast staat, en da*, indien gjj dwang wilt gebruiken, ik u van mijn kant door de schande tol toegeven zal weten te dwingen. Ik weet, mevrouw, sprak Amaury, die uiterlijk volkomen kalm gebleven was bij deze overmoedige woorden en de uitdagende houding zjjner vrouw, ik weet, dat schande het gewone middel is, waarvan eerlooze personen zich be dienen, zooals sij zjjt, om hun doel te bereiken en op dat terrein weet gij wel, dat gij de over winning over mij behalen zult. Gij wilt de vrij heid van uw vroeger leven, die gij nu zoo bit ter betreuit, terug hebben. Het zal mjj eene verlichting zjjn, u uwe volle vrijheid van te zingen en bet tooneel te betreden te schenken, tnaar-op êéoe voorwaarde: gij moet afstanl het publiek van den naam, dien ik u .mhuhi. r, zo1 ik in deze voorwaarde gij d»n niet in, hoeveel aan- neid er n mijn toestand gelegen is?... .rchtgravin tooneelspeelster, zangeres, utt het publiek aan, dat lokt het volk der: schouwburg. Wat eene reclame zal In de afgeloopen weck bevatte de Staats- courant een Koninklijk besluit, waarbij ver nietigd werd het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, die goedkeu ring hadden verleend aan eene beslissing van den Raad der gemeente Tilburg om over het dienstjaar 1898 eene uitgaaf te doen van 16400 voor toelagen aan vrij willigers bij de militie. Onze lezers weten, dat hiermede verbo den wordt aan de Gemeente Tilburg om eene toelage te verleenen aan de Militie- Vereeniging, die zich uit het plan-C ooien heeft gevormd. De overwegingen, waarop dit Kon. be sluit berust, hebben een zonderlingen in druk gemaakt op hen die ze onbevoor oordeeld hebben getoetst aan bestaande wettelijke bepalingen en beslu'ten. Ten bewijze hiervan behoeven wij slechts de aandacht te vestigen op de feitelijke tegenspraak, die in een dezer overwegingen ligt opgesloten. Wij lezen namelijk in het Kon. besluit, dat wel is waar art. 8 van het Kon. besluit van 17 Dec, 1861 bepaalt, dat de Gemeentebesturen alle'middelen zul len in het werk stellenwelke hun ge schikt voorkomen om het door de Gemeen- j te in de jaarlpksche lichting te leveren aan deel zooveel mogelijk uit vrijwilligers sa men te stellen, doch dat dit voorschrift aan de Gemeente geen uitgaven oplegt en dit ook niet konde doen dan als uitvloeisel eener wet die daartoe leidde, hoedanige wet niet bestaaten dat dan ook onder de mid delen bedoeld in genoemd Kon. besluit, niet begrepen zijn en niet kunnen begre pen zijn de gemeentelijke geldmiddelen. De logica deze rsdeneering ontsnapt ons geheel. Eerst haalt de Minister een Kon. besluit aan, waarin gezegd wordt, dat de Gemeentebesturen alle middelen in het werk zullen stellen om het jaarlijksch contin gent zooveel mogelijk uit vrijwilligers samen te stellen; en onmiddellijk doet hjj daarop volgen, dat men onder alle mid' delen niet moet verstaan de gemeentelijke geldmiddelen. En als eenig motief voor dit standpunt wordt aangegeven, dat het voorschrift van het Kon. besluit vaD 1861 aan de Ge meente geen uitgaven oplegt en dit ook niet konde doen dan als uitvloeisel eener wet lie daartoe leidde, hoedanige wet niet bestaat. Hiertegenover merken wij op,_dat, ook al worden aan de Gemeente geen uitga ven krachtens zekere wet opgelegd, het haar daarom nog niet verboden is die uitga ven te doen. Door de Gemeenteraden wor den jaarlijks tal van uitgaven genoteerd, die niet het gevolg zijn van wettelijke be palingen, zoodat de niet-verplichting eener Gemeente om, ter opvolging van het K >u. besluit van 1861, de gemeentelijke geld middelen te gebruiken, nog niet inhoudt het verbod om aldus het jaarlijksch con tingent van miliciens zooveel mogelijk uit vrijwilligers samen te stellen. Naar onze meening ia dan ook deze «overweging» van het Kon. besluit geheel onverdedigbaar. dat voor mjj in het theater zjjn I Wat zal dat p'achtig stam op de aanplakbiljetten Ik ben op mijn adelljjken titel gesteld, en geene wet kan mjj dien ontnemen; zoo'n titel streelt mjjne ijdelheid. Neen, ne n, mijn vriend, gjj hebt mij tot burchtgravin verbeven en ik zal dat bleven, ook tegen uw wil Welnu, als het zoo gelegen is, dan zal ik van mijne rechten gebruik weten te maken en u verbieden de eer van mijn naam op de plan ken te bezoedelen, riep Amaury uit, bleek en bevend van toom, terwijl hij de kamer zijner vrouw verliet. Vanina Piatii haalde by deze bedreiging ue schouders op, en om haar man te tergen, zette zij zich voor de piano en begon met heldere en vaste stem een opera-stuk te zingen. Daar de zon reeds ten oude'gang neigde, stond zij op, om de stores voor de ramen wat op te halen, ten einde wat meer licht in het vertrek toe te laten. Toen zy door een der ramen zag, bleef haar blik plotseling op een man gevestigd, die tegenover het hotel stond en dit met een onderzoekenden blik opnam. By dit gezicht sproag Vanina driftig achter uit, terwyl zy een kreet van schrik slaakte en viel half bewusteloos op den stoel neer. Voorts lezen wij 'n het besluit, dat ook bij de ruimst mogelijke opvatting van wat valt onder gemeentelijk belang, de hier bedoelde uitgave daaronder niet kan wor den gebracht, want dat het voor de Ge meente als zoodanig onverschillig is of haar contingent in meerdere of mindere mate, zooveel mogelijk of in het geheel niet uit vrijwilligers beslaat en dat de uit gave uitsluitend betreft het bijzonder be lang van enkele ingezetenen om niet ge houden te zijn in persoon hun dienst bij de militie waar te nemen. Ook dit moeten wij beslist bestrijden. Het is voor kleine Gemeenten in het bij zonder dikwijls van het grootste belang wie harer inwoners voor korteren of lan- geren tijd de Gemeente verlaten, en al ge ven wij toe, dat het persoonlijk belang domineert, wie eenigszius bekend is met de toestanden ten platten lande, kan niet volhouden dit het voor die Gemeenten onverschillig is of haar contingent al of niet uit vrijwilligers bestaat. Het ligt er maar aan, wat men onder persoonlijk en algemeen belang verstaat. In kleine Ge meenten is het persoonlijk belaDg veel meer aan het algemeen verwant dan in groote steden kan gedacht worden. Het blijkt dus dat de Regeering niet erg gelukkig is geweest in haar keuze van de gronden, waarop zjj het Raadsbesluit van Tilburg heeft vernietigd. Doch hoe kon dit ook anders? Waar het plan-Co ol en niet strijdig was met de wet en zelfs zijn voornaamsten steun vond in het meerma len aangehaald Kon. besluit van 1861, daar moest het hoogst moeilijk zijn de uitvoe ring er van op biiljjke motieven te ver bieden. Toch is dit gebeurd en de Rogeering heeft nog meer gedaan. Zij heeft thaus een wetsontwerp ingediend, tot wijziging der Militiewet, waardoor in het vervolg de toe passing van het plan-Coo 1 en onmogelijk zal worden. Daar de bepalingen van de Militiewet, welke ten doel hadden de mi litie zooveel mogelijk nit vrijwilligers le doen bestaantot dusver niet veel meer waren dan een doode lett°r, heeft de Re- geering voorgesteld die bepalingen geheel te doen vervallen, daar zij volgens haar in den laatsten tijd werden aangewend als een middel om de afschaffing der dienst- vervanging bij de militie te verijdelen. Maar even weinig steekhoudend als de overwegingen waren van het Kon. besluit tot vernietiging van het besluit van den Gemeenteraad van Tilburg, zijn de rede nen, die de Regeering aanvoert tot haar voorstel tot schrapping van het voorschrift, dat de militie zooveel mogelijk uit vrij willigers moet bestaan. De motieven der Regeering zijnle de omstandigheid, dat het plan-C ooi en al leen in zeer kleine Gemeenten kan wor den toegepast, wat een onverdedigbare on billijkheid schept tegenover de ingezetenen van groote Gemeenten, en 2e de morali teit die niet gedoogt, dat langs wettelijken weg aan de vervulling van een plicht worde ontkomen. Ter bestrjjding dezer beide redenen zegt Het Huis gezin zeer terecht: De onbekende, dien de burchlgravin door het raam gezien had, hield zyae oogen onaf gewend op het raam gericht, waarvoor Vanina zoo even nog gestaan had. 't Was iemand van een zwaren lichaamsbouw. Hij z»g er nog joDg uit en was vrjj armoedig gekleed. Zjjne door de zon gebruinde gelaa's- trekken sch nen door ontbering en ellende verouderd. Toch lag er een trek van schoon heid en voornaamheid in dit gelaat, maar de sombere en vastberaden uitdrukking van zjjn blik verried eene znaar beproefde z;el. Vanina, die intusschen wat van hare ont roering bekomen was, stond op en poogde, ach ter een gordijn verborgen, het gelaat van den onbekende wat nauwkeuriger gade te slaaD, zander zelf gesien te worden. Groote God, fluisterde zy op nauwelijks hoorbaren toon, is dit eene zinsbegoocheling, of zoo'n treilende gelijkenis, dat. ik mij ver gissen kan Maar het is immers onmoge lijk, dat hij het is Hij is dood wel degelijk gestorven zjjn overljjden is mij in Amerika officieel medegedeeld, en hier heb ik eeu afschrift van zyne doodakte ia mijn bezit Toen ging zy dichter by het raam staan, om beter te kunnen zien. Zij zag nu den vreem - deling, die nog altijd onbeweeglijk op dezelfde plaats stond en die haar een groet toezond, zoodra hjj haar bemerkte. Ja, lijj ia het, hjj ia het, barstte de zan geres uit, en de woorden bleven haar in de keel steken. Haastig verwijderde zij zich van het raam en klemde zich met hare krampach tig verwrongen handen aan de leuning van een stoel vast, om niet te vallen. Geen twyfel meer, hjj heeft mij berkend Maar door welk wonder is hjj weder tot het leven kunnen terugkee- ren «Wat de eerste reden betreft, zij opge merkt dat geen onbillijkheid geschapen wordt, om de eenvoudige reien, dat de last, die op de ingezetenen van groote Ge meenten rust, niet wordt verzwaardals in kleinere Gemeenten het contingent uit vrijwilligers bestaat: eerst in geval van verzwaring van last zou van onbillijkheid sprake kunnen zijn. Verder zouden, indien de Regeering de vrijwillige deelneming wilde bevorderen en de Gemeentebestu ren daartoe aanmoedigde in plaats van ze tegen te werken ook de groote Ge meenten daarvan kunnen proliteeren. Ten s'otte zou in denzelfden gedachteogang ook de loting een onverdedigbare onbillijkheid kunnen genoemd worden, daar de een daar door tot den dienst verplichtde ander daarvan vrijgesteld wordt. «Wat de moraliteit betreft, deze heeft met de zaak niets te maken daar geen plicht ontdoken wordt en ontdoken kan worden. Het militie-contingent toch be staat uit twee gedeelten uit vrijwilligers en lotelingen. Voor de eersten geldt de be paling van de persoonlijke dienstvervulling niet, omdat ze voor hen geen zin heett. Voor de tweeden wel, maar zoover wij weten, is zij door geen dezer ontdoken en kan zij ook niet on doken worden.» Wij zijn het met deze bestrjjding ge heel eens. De groote woorden der Regee ring worden door deze eenvoudige argu mentatie volkomen ontzenuwd. Alserspra- ke kan wezen van onverdedigbare onbil lijkheden, dan zijn deze in de eerste plaats te zoeken bij haar, die ons den persoon lijken dienstplicht op den hals heeft ge schoven waar noch het algemeennoch het persoonlijk belang die verzwaring van plichten heeft geëischt, terwjjl de Regee ring bovendien zeer goed wistdat zij daarmede een aanzienlijk deel van het volk zou grieven. En ook met betrekking tot de morali teit had de Regeering in dit opzicht geen taak te vervullen, want nog altijd is het ons niet duidelijk, dat het plan-C ooien immoreel zou wezen. De Regeering zou, naar onze meeningvrij wat beter doen, indien zij zoo spoedig mogelijk in de ka zernes toestanden in het leven riep, waarop het woord immoreel niet van toepassing kon wezen. Doek het plan-C ooien is eenmaal door het liberalisme veroordeeld. Men beeft gezegd, dat het moet vallen en wij twij felen er geen oogenblik aan, dat de nieuwe wijziging van de Militiewet ook door de Wetgevende Macht zal worden goedge keurd. Het is dan ook slechts onze bedoeling geweest de magere argumenten, die door de Regeering voor den persoonlijken dienst plicht in zijn strengsten vorm zijn aan gevoerd, nogmaals in het lichtte stellen en te doen uitkomen hoe deze partjjwet in het leven is getreden. Wij kunnen niets anders doen dan het bejammeren, dat de liberale wetgeving weder een product rij ker is, dat geheel past in het kader van dwangmaatregelen waartoe de liberalen gewoon zijn hun toevlucht te nemen. De houding der Regeering ook in deze En, bijna stikkende onder de hevige klop ping van haar hart, naar adem hjjgende, met afschuwelyk verwrongen gelaatstrekken en ten prooi aan een soort van waanzin, begon zy hare kamer op en neer te loopen, terwyl zy in ziehzelven sprak en tranen van woede eu spijt haar langs de wangen rolden. Nu en dan moest zy zich aan een meubel vasthouden, om bij haar wankelenden gang steun te zoeken. Intusschen was de zon ondergegaan en de duisternis die haar van alle zijden begon te omringen, maakte Vanina Piatri angstig. Zjj ging naar haar rustbed eu strekte er zich op uit, hopende, daar eenige kalmte te vinden, maar de uren kropen langzaam voorbij en geen slaap kwam in hare oogen. Naarmate het later werd, nam ook haar angst toe. Tegen den morgen viel zy naar lichaam en ziel uitgeput in eene vaste sluimering en toen zjj ontwaakte scheen de zon reeds door de ramen harer kamer. Op een tafeltje onder den spiegel, dat onder haar bereik stond, zag zy een brief liggen, waarvan het schrift haar niet onbekend was. Zij nam hem, maakte hem met bevende hand open, en het blad omkeerend, om de onder- teekeniag te zien, las zy Lorenzo. Terwyl zy den brief weg wierp, alsof zij er zich de hand aan gebrand had, zonk zij in de kussens terug. Toch kon zij de oogen niet van het schrift af houden, dat daar dicht by h»ar lag. Reeds meer dan eens had zjj het weer in de hand willen nemeD, maar een soort van onoverwin nelijke schrik deed haar de hand telkens terug trekken. Ten laatste evenwel zegevierde hare qnaestie doet ons daarom bij vernieuwing den wensch uiten, dat ons volk in zijn geheel ontwake uit zjjn kalme berusting en bij de nieuwe periodieke verkiezingen in de La mer een meerderheid brengt, die zie li niet tevreden stelt met de toepassing der li berale theorieën, maar onze wetgeving wil leiden in een richting, waardoor de ware vrijheidsbeginselen meer worden geëerd dan zulks bij het liberalistische stelsel mogelijk schijnt. Herbert Yon Bismarck heeft door zijn jongste redevoering in den Rjjks- dag gehouden de aandacht der Regeering op zich gevestigd. Hij zal binnenkort met een zeer belangrijk staatsambt worden bekleed. Bij de behandeling der begrooting voor bet leger heeft d6 Commissie van den Rijksdag de gevraagde veertig esca- drons cavalerie geweigerd en de uitbrei ding van de artillerie toegestaaD. De werkelijke sterkte van het leger door de commissie vastgesteld op 496.000 man gemiddeld 584 man per bataljon terwijl de Regeering 502,000 man ge vraagd had. De gemiddelde sterkte van een bataljon bedraagt thans 574 man. Spanje. De Spaansche premier Sa gast a werd gisteren weder heftig in de Kamer aan gevallen door den afgevaardigde S i 1 v e 1 a die beweerde, dat Sagasta niet langer aan het bewind kon blijven. Voorts beval hij een staatkunde van decentralisatie aan, om verbrokkeling van het Rjjk te voor komen, en zegt dat het krediet van het land en de rechtvaardigheid de erkenning der schuld noodzakeljjk maken. In den Senaat werd door Comas het voorstel gedaan tot unificatie van alle schuld ook die Tan Cuba en de Philip- pjjnen. Hij stelt voor alle schold te con- verfceeren in een 3 pCt. schuld, aflosbaar in honderd jaren, met rentebetaling in pe seta». De discussie hierover zal binnenkort plaats hebben. Een uitgever te München heeft een ge ïllustreerde briefkaart uitgegeven. Men ziet er namelijk op den Vorst van Mo naco op zijn troon rondom zjjn zakken geld gestapeld en gebogen mannen slee- pen voortdurend nieuwe zakken aan. Aan den voet van den troon ziet men de hand van een croupier met zijn stokje Boven de groep staat: Rood verliest, zwart ver- liest, de bank wint altjjd. Links op de kaart ziet men het Casinomet twee palmboomen. Aan een boom hangt een zelfmoordenaar, voor den anderen schiet zich een elegant gekleede heer voor 't hoofd. Hieronder een man in vertwijfeling die eene vrouw poogt te troosten «Ruiné, rien ne va plus» luidt het opschrift. Eeu duiveltje noodigt rechts van de kaart, den nieuwsgierigheid over hare vrees en driftig greep zy den brief. Ziehier, wat deze brief, in 't Italiaansch ge schreven, bevatte: //Mijne lieve Vanina, 't schijnt, dat wjj wederkeerig van verrassingen honden, want ik geloof niet, dat wij er op gerekend had den elkander weer te zien, noch te Parjjs, noch zelfs in deze wereld. Ik ben, zooals gij ziet, uit de dooden opgestaan. HetAme- rikaansche gouvernement had mjj met echte Amerikaansche achteloosheid op de ljjst der gesneuvelden geplaatst. Gjj zjjt van de arme vrouw van een avonturier, een jager der pampas, een speler, eene burchtgravin ge worden Dat is eene vormverandering, waarvoor het de moeite wel waard was, uit de dooden op te staan. Maar morgen zullen wij, als gjj wilt, eens over alles spreken Uw man, of ten minste hjj, die dezen naam draagt, zonder er aan te twjjfelsn, dat hjj er niet bet minst recht op heeft, is bjjna den gebeelen dag niet thuis, naar ik gehoord heb. Ik zal dus morgen voormiddag komen, om eens lang en breed over onze zaken te spreken.// r Uw Lorenzo. Deze brief kwam, zoo&ls de lezer wel begrij pen zal, van den persoon, dien wjj den vorigen dag bjj het vallen van den avond voor de ramen der burchlgravin op poat zagen staan. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1