NIEUWE ïïagBlaó voor cfëooró- en Ontzettende Spoorwegramp bij Brussel. No, 4123 Dinsdag 28 Februari 1809 23ste Jaargang. Onthuld, URLEMSCRECOERIIT. ABONNEMENTSPBIJS Per 8 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUEEAU: St. Janstraat Haarlem. /1.10 «1,40 2,80 «0.03 AGITE MA WOW AGITATE. PEIJS DBB ADVEETEWTIEW, Van 1—6 regelsCem Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Nu de eerste ontroering een weinig is ver minderd, en het geschokte gemoed wat is bedaard, meen ik den talrjjken lezers van dit geacht blad geen ondienst te bewijzen, hetgeen ik als droevige ooggetuige van de ontzettende spoorwegramp bij Brussel met eigen oogen heb moeten aanschouwen. Zeker is het, dat dit vreesel jjk ongeluk, welks weerga men nog zelden heeft gezien, met de bloedigste letters in da gescbied- rollen van België zal worden opgeteekend en een pijnljjken indruk achterlaat, dien men nooit ot nimmer vergeten zal. Hoe velen toch hebben bij dit rampzalig ongeval te betreuren een trouwen vriend, een bemin den vader, eene liefdevolle echtgenoote of een teergeliefd Kind En die dierbare pan den zjjn hup ontrukt, gansch onverwacht en op de verschrikkelijkste wijze. Toevalig of liever door Gods al wijze Voor zienigheid geleid, bevonden we ons verleden Zaterdag-morgen circa half negen op een afstand van hoogstens 20 minuten van de plek des onheils. Op eens treft onze ooren een geweldige en daverende schok gevolgd door een oorverdoovend gekraak. We den ken eerst aan eene verschrikkelijke ontplof fing in de naastbjjzjjnde gasfabriekdoch al meer en meer de verschrikkelijke plaats naderende hooren wjj kermen, klagen, roe pen en schreeuwen, dat ons het bloed bijna in de aderen stolt. Een ontvluchte met ver warde hareD, bebloed gezicht en verscheurde kleeren loopt ons te gemoet en al wat hjj kan uitbrengen isTwee treinen op elkan der gehopen, lij het station te Vorst, bijna allen dood. Een oogenblik, ik moet het beschamend bekennen, stond ik bewegenloos als aan den grond genageld, ik beefde als een riet over al mjjne ledematen. Doch spoedig trachtte ik mjj le vermannen, ik spoedde mjj naar de plaats van jammer en ellende heen, den kende, wellicht kan ik als priester nog me nige stervende voor de eeuwigheid voorbe reiden,in elk geval ik kan als mensch de onge lukkige slachtoffers toch nuttig of ter wille zjjn. Ofschoon de plaats van dit verschrik kelijk onheil reeds door eene sterke politie macht was afgezet, want reeds duizenden verdrongen zich om met geweld het station FEUILLETON. 14. {Vervolg.) De lezing van deze regelen maakte op Ya- nina Piatri mieder indruk dan zij eerst ge dacht had. Zjj vernam dan ook inderdaad nietg andera, dan wat zjj reeda wistd. w. z. de on verwachte terugkomst in Europa van dezen Lo renzo, die voor den lerer nog een onbekende is, en voor Vanina bet voorwerp van al haar angst 1 Zjj was echter een van die vrouwen, wier geealkracht grooter wordt, in evenredigheid van de omstandigheden, waartegen zjj te worstelea hebben. Het ontbrak haar niet aan moed, zooals wjj weten, en zich geweld aandoende, om hare ontroering te bedwingen, baproefde zij de noodige kalmte te verkrjjgen, om met een helder hoofd over haren tegenwoordigen toestand na te kunnen denken. II. De burchtgravin Van Charlery was nog nau welijks een halt uur in de eetzaal gezeten, voor het ontbjjt, dat zjj nog bjjna niet aangeroerd had, toen een bediende haar kwam mededeelen, dat een heer gekomen was, die om de eer van een onderhoud met haar verzocht. Vaniua zag op met zooveel verwondering ia hare trekken, alsof zjj zeggen wilde Wat, nu al! binnen te driagen, werd mij als geesteljjk peisoos de toegang niet ontzegd. Het akelig tooneel, dat zich nu voor mij ontrolde, het zeuuwschokkend schouwspel, dat nu mjjne eigen oogen moesten aan schouwenneen, dat zal mij bijblijven tot mijn laatste stervensuur mijoe ongeoefende en onversneden pen is dan ook niet in staat hiervan een flauwe schets of zelfs een klein denkbeeld te geven. Meer dan eens heb ik in de geschiede nis gelezen wanneer er sprake was van oorlog, teen bloedbad aanrichtendoch hier moest ik in den lettsrljjken zin van het woord met eigen oogen zien. Verbeeld u een bloedbad in den zwaar - sten zin des woords over eene uitgestrekt heid van zeker 100 meter. De beide wacht kamers van het station het perron de ruimte tusschen de verschillende spoorljj- non, dat alles was begoten en gedrenkt met menschenbloed de rails van den spoorweg, de balken, planken en splinters, die hier en daar verspreid lagen rood gekleurd van menschenbloedja men is genoodzaakt overal door het bloe 1 te loopen om de on gelukkige slachtoffers hulp en bijstand te kunnen verleenen. Het akelig tooneel wordt nog meer schok kend want hier ontmoet men een afge rukte bloedige hand daar een beenwat verder een ander verminkt lichaamsdeel dat bijna niet meer te herkennen is en weer wat verder een lillende vleeschklomp, het geen nog slechts een uur te voren was een gezond, menscheljjk lichaam met eene bloei ende en frissche gezondheid. In de derde-klasse-wachtzaal wordt ons oog het eerst pjjnljjk getroffen door het lijk van een ongelukkigen grijsaard, het slacht offer ligt daar alleen en verlaten in een plas bloed de rechterarm is afgerukt en aan het hoofd heeft hjj een gapende wonde, die nog s'e ds bloedende is. Helaas de an dere haud is koud, het hart klopt niet meer de arme man heeft reeds opgehouden te leven. Op het perron komende wordt er juist eene vrouw onder de puinen te voorschjjn gehaald haar gelaat is geheel en al met b'oed en wonden overdekt en op haar mond heeft zich een korst geronnen bloed vast gezet. Het gezicht is akelig verwrongen en heeft dan ook niets menaeheljjks meer. Wat verder zjjn de beambten van het station, die eene buitengewone koelbloedig- Mur, zich bedwingende, antwoordde zjj met ontroerde s'em Verzoek mjjnheer een oogenblik te wachten. Ik ben aanstonds te zjjner beschikking. Nauweljjkt was de bediende de deur uit, of de burchtgravin stond op, liep een pasr maal het vertrek op en neer, haal ie lang en diep adem, alsof zjj aan hare beklemde borst lucht wilde geven, wierp een blik iu den spiegel, om te zien, of zjj er ook ontdaan uitzag en ging toen met eeu stap, waaraan zjj zooveel mogeljjk vastheid poogde te verleenen, naar het salon. In den bezoeker, dien men haar aangekondigd had herkende zjj Lorenzo. Deze ging haar aanstonds tegemoet en stak hsar beide haDden toe, tcrwjjl hjj in het Eransch uitriep, met al de voorkomendheid, waartoe lieden nit zuideljjke lenden in staat zjjn. O, mjjne kleine Nina, wat zjjt gjj schoon, verrnkkeljjk mooi. Wat staat dit rjjke gewaad prachtig bjj uwe bekoorlijke schoonheid 1 Kom hier, dat ik u, tts I ge scheiding, op beide wangen een kua De burchtgravin was midden in hot vertrek blijven staan, terwjjl zjj haar ondervrager aanzag met een gelaat, waarop de grootste verwor dering te lezen was. Pardon, mjjnheer, sprak zjj uit de hoogte, er moet hier van uw kant een vergissing plaats hebben, en daarom wil ik u deze gemeenzaam heid te mjjnen opzichte vergeven. Lorenzo werd bleek van woede. Eene vergissing van mjjn kamt, riep hjj uit, terwjjl hjj met de vuist op de tafel sloeg! heid en ongekenden mannenmoed aan den dag leggen, bezig onder de planken en splinters van een verbrijzelden waggon een klomp menschenvleesch te voorschijn te ha len helaas, 't is de droevige en akelige rest van drie jonge meisjes, die dageljjks van Loth met den trein naar Brussel ko men om hier de lessen van muziek-en tee- kenschool te volgen. Hunne lichamen heb ben bijna geen menschelijken vorm meer, want ze zjjri in den zwaarsten zin van het woord gekookt en verzengd door het ko kend heet water van een der stoomketels die zijn ganschen inhoud over deze onge lukkige wezens heeft uitgestort. Mijne oogen ontwaren nog een ongeluk kigen grijsaard; wien de hersenpan geheel en al is geklooid en open gescheurd naast hem ligt een man gansch ineengedrongen en bjjna onherkenbaar en onder dit slacht offer bevindt zich nog het lijk van een knaap, wiens eene hand zijne schoolboeken nog krampachtig vasthoudt. De WelEerw. heer Mellaerts, kapelaan te Rujjsbroek, dient eene vrouw met eene gapende wonde aan den sched 1 de laatste H. H. Sacramenten toehelaas, zij geeft den geest in de armen van dien offervaar digen priester. In den laateten wagen bevindt zich eene datnescoupé. Hier hadden vele meisjes-scho lieren en ook andere dames plaats geno men. Onder hen bevond zich zekere juf frouw deGreef uit Hal, onderwijzeres telxel- les, op weg om hare dageljjksche lessen te gaan geven. Helaas, deze ongelukkige heeft van bijna kwart voor negen tot half twaalf, bjjna drie volle uren, beklemd gezeten on der de locomotief tusschen planken en splinters. Het was ake'ig en hartbrekend haar te hooren jammeren en klagen doch er moes ten zware stukken verplaatst worden, ja, de locomotief moest met de grootste voor zichtigheid worden opgetild om haar uit dezen benauwden toestand te reddeD. Ein- deljjk na kolossalen arbeid gelukt het de ongelukkige te verlostenzjj v'iegt hare redders van aandoening om den hals en klaagt slechts over inwendige pjjn, die de geueesheeren toch niet gevaarljjk oordeelen. Het ljjk eener blonde vrouw, oogenschjja- ljjk nog in de kracht van haar leven, ligt daar gansch verwrongen onder een dergroote wielen van de rampzalige locomotief. Wondervol mag het heeten tusschen die zoo, zoo,begint gjj op deze manier! Gjj zoudt dus durven ontkennen, dat gjj mjjoe vrouw eijt, Vanina Primavecci, Corsicaansche van ge boorte, dochter van Guiseppe, oud officier, ge storven in dienst van Bonaparte, nicht van den ouden Antonio Domquiri; die u opgevoed heeft, en dien ik op den dag van ons huweljjk ver moord heb, in een oogenblik van toom en dron kenschap, en waardoor wjj genoodzaakt waren, zoo apoedig mogeljjk het land te veriaten, om onze havreljjksreis in Amerika te doen Bjj mjjn vader I 't was een prachtige slag, waarmede ik den ouden Antonio voor mjjne voeten deed neervallen, omdat hjj zich altjjd tegen ons huweljjk verzet had en hjj zoo on beschaamd was geweest, om mjj, in tegenwoor digheid van alle gasten, nog een zedepreek te houden Daar kwam mjjn trots tegen op. Ik h*b vurig bloed, dat weet gjj, Vanina, en ik verzoek u wel, dat niet te vergeten. Mjjnheer, antwoordde de burchtgravin, op vrjj wat minder vasten toon. dan in het eerst, ik heb n met kalmte aangehoord, omdat uwe geschiedenis niet van belang ontbloot was. Maar ik begin nu ts begrjjpen, dat ik te doen heb met iemand, wiens vermogens niet recht goed in orde zjjn. Bjj deze woorden keerde zij hem den rug toe en maakte zieh gereed, de kamer te ver laten. want zjj gevoelde, dat de kraaht haar ontbrak om langer haar rol te spelen. Lorenzo snelde nu op haar toe, nam haar bjj den arm, leidde haar naar een stoel, en dwong haar, daar te gaan zitten. jjseljjk verminkte lijken, die bijna geen men- scheljjke gedaante meer hebben, en nog wel onder den ketel vau de locomotief bevindt zich een jong meisje niet alleen levend maar gansch ongedeerd, zonder de minste wonde of kneuzing. Opmerkelijk mag meu het noemen dat de machinist en de machinist-leerling die de onheil brengende locomotief bestuurden en dus zeker het grootste gevaar liepen gaaf en ongedeerd zjjn gebleven: door "den he- vigeu schok werden zg beiden zeker 20 me ter ver in eene naastbij zjjude weide geslin gerd met een blauw oog, een paar schram men op het gezicht kwamen zij beiden vrjj. Opmerkelijk, om niet te zeggen miracu leus, is zeker het feit, dat iu den aangere den trein zich niet miuder dan 31 leerlingen van oos beroemd College St. Michel be vonden, doch allen zonder onderscheid zjjn ongedeerd gebleven; geen enkele heeft zelfs eene woude of de minste kneuzing bekomeD, terwjjl nog vele andere scholie ren, die zich naar Brussel begaven of ge dood of gevaarljjk gewond geweest zjjn. Er is dan ook een plechtige Mis in ge noemd collegie opgedragen om den Gever van alle goed voor die buitengewone wel daad openljjk dank te zeggen. Wanneer we ongeveer "één uur dat bloe dig en verschrikkeljjk tooneel verlieteD, waren er 22 lijken ouder de verbrijzelde wa gens te voorschjjn gehaalddoch geloof waardige ooggetuigen verzekeren ons, dat er zeker 30 personen bjj die ontzettende ramp zijn omgekomen. De meeste ljjken zijn per brancard naar het Ijjkenhuis te Vorst ge transporteerd en zullen daar bljjven tot zjj door belanghebbende ongelukkige familiën worden herkend en opgeëischt. Het juiste getal gewonden en gekwet sten is moeiljjk met juistheid op te geven want vele0, ofschoon ernstig gewond, zjjn razend van schrik als zinneloozen van de plaats des onheils weggeloopen, men zegt zelfs, dat een ontvluchte van schrik geheel en al krankzinnig is geworden. Zeker is het dat het getal ernstig gewon den de dertig minstens te boven gaat en tevens zeker is het ook, dat er onder hen nog wel enkelen aan de bekomen wonden zullen overljjdenwant bjj het heengaan bemerkten wjj nog een bejaard man, ern stig gewond, die door drie bedroefde naaat- bestaanden werd getransporteerd en reeds stervende was. Van Winkel. Vanina verweerde zich woedend, en met eene door toorn en vrees verstikte stem, riep zjj om hulp, maar wjjl het salon ts ver van de vertrek ken der dienstboden was afgelegen, werd haar geroep niet gehoord. Ja, roep maar, schreeuwde Lorenzo buiten zieh zelven van woede, terwjjl het schuim hem om den mond kwam. Laat uwe bedienden maar komen, dan zal ik n voor allen ontmaskeren en u als mjjne wettige vrouw opeischen. Bjj deze bedreiging zwoeg Vanina Piatri ter stond. Ha, ha, hernam de Corsicaan met eeae zegevierende uitdrukking op het gelaat, nu zwjj<t gjj, maar nw plotseling stilzwjjgen is eene beken tenis, mijn kind 1 Vanina erkende ongetwjjfeld de waarheid dezer opmerking, eene rilling van schrik en afkeer ging haar door de leden en zjj werd doodsbleek. Toch maakte zjj nog een krachtig, ontkennend gebaar, want van ontroering kon zjj geen woord uitbrengen en zjj wilde opstaan, om voor de tweede maal te beproeven de kamer te verlaten, maar zjj zonk uitgeput en aan de wanhoop ten prooi in haar armstoel terug. Gjj beeft, sprak Lorenzo, die weer een weinig van zijne opwindiading bekomen was, nu gg, de gewezen zangeres der Italiaansche Opera, geen uitweg meer z'et. Dat is geen tee- ken van een geweten, dat zich niets te verwjj- ten heeft Bedaar wat, en ik zal u het doel van mjjn bezoek uiteeuzetten. f Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1