NIEUWE
ïïaaêlaó voor cTSoorè- en SCuió-sXollanó.
Amsterdamsche Brieven.
No. 4167
Zaterdag 22 April 1899
24ste Jaargang
Onthuld.
b U 1T ft N L A N JX
België.
Amerika.
Duitschland.
Engeland.
frankrijk.
Zwitserland.
HliRIEUMHE (III HUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verse lijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS D8a AD VERTE NTIEN.
Van 16 regels50 Cem
Elke regel meer71/»
Groote lettets worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
20 April 1899
Zij zjju weder vertrokken, de beide Konin
ginnen die de Amsterdamsche bevolking
gedurende acht dagen in haar midden had,
die zjj heeft toegejuicht en gehuldigd met
eene toegenegenheid en een eerbied die
wel eenige verwondering wekt in dezen tjjd,
nu zoo velen, helaas, zich inspannen om de
liefde voor het gezag in de harten des volks
te doen verminderen, kon het zijn, geheel
te doen verdwjjnen.
De beide Koninginnen! Onafscheidelijk
zijn zjj bij het volk verbonden en al is de
jeugdige Koningin meerderjarig verklaard
en ingehuldigd'al is zij bekleed met de
uitvoerende macht, al heeft de koninkljjke
Weduwe het regentschap nedergelegd, het
volk kan de Moeder niet van de Dochter
scheiden het kan ternauwernood gelooven,
dat de macht der moeder op haar kindis
overgegaan.
De Moeder Die eerbiedige hulde des
volks is de dank voor de opofferende liefde,
waarmede zjj den Koning verpleegde in de
vele dagen zjjner langdurige ziekte, voor
de trouwe zorg, waarmede zij waakte voor
de opvoeding der jeugdige prinses, die zjj
vormde tot de liefljjke verschjjning, welke
aller harten tot zich trekt, voor den
onvermoeiden jjver, waarmede zij zoovele
jaren het regentschap voerde en waakte voor
de belangen en de eer van het Nederland-
sche volk!
De Dochter! Voor het eerst na hare
kroning, toen zij het Amsterdamsche >olk
verliet, dat nog zwijmeldronken was van den
roes der vreugde, die allen bevangen had,
verscheen zij als Koningin bjj ons en het volk
juichte haar tegen, onstuimig, vol geestdriit,
de liefeljjke verschoning, zoo aanminnig, vol
gracie maar toch in het oog, in de houding,
dat, wat haar stempelt tot Koninginne, dat
wat ontzag inboezemt en eerbied, waar de
harten vol liefde haar jubelend ontvangen.
De Dochter, Koningin bij Gods genade,
FE U1LLETON.
19 (Vervolg.)
Ellendeling, riep hjj uit, terwjjl hjj koorts
achtig de kamer op en neer liep Ik zal
de plaats weten te ontdekken, waar gij het on
gelukkige n.eisje verborgen houdtHjj,
er zjjne vrouw van maken Kom toch
Gedraagt zich iemand zoo, als hjj zalke plannen
heeft Maar die naam Van Norrent komt
mjj niet geheel onbekend voorl. .Ja!.
ik ben er in bet 47ste linie-regiment heb
ik een kolonel gekend, die dezen naam draagt.
Die is misgehien een bloedverwant van dezen
lagen ellendeling Ik zal allea aan dien
kolonel mededeelen, die een edel en braaf man
ia, en indien er banden van bloedverwantschap
bestaan tusachen hem en voornoemde Norrent,
zal ik er zeker wel in alagen hel verblijf vaü den
laataten te ontdekken £n dan, vrjjheer,
hoed u voor mijn edelen toorn 1
Jaeob, geen geweld, ik smeek er u om
later zoudt gjj er voor het gerecht rekenschap
van moeten aleggen, viel de blinde zijn zoon
in de reden. Dit meisje is ons medeljjden even
min als onze toorn waardig 1
Vader, beschuldig haar niet, zonder eerst
de waarheid te heoren 1 wie zegt, dat dit arme
meisje niet onwelend in eene hinderlaag geval
len ia Neen, ik wil in haar nog geene
schuldige zienneen, zjj kan niet voor altjjri
door het recht der geboorte bigde glim
lachend tot het volk, dat haar op de han
den wil dragen, maar toch fier en bewust
van de hooge roeping, die zjj heeft te ver
vullen met den blik vol liefde op de Moe
der aan hare zjjde, als wilde zjj zeggen
«Ziedat zjj mjj allen liefhebben en toe
juichen dat dank ik aan u, die mjj hebt
geleerd wat ik moet zjjn voor dit volk
dat ook u liefheeft en hoogacht.»
De beide Koninginnen moeder en doch
ter God bescherme ze beiden nog vele
jaren zjj hebben ons verlaten, maar een
weldadige stroom ging weder door de stad,
door het volk Geen wanklank werd er ge
hoord. Wee ook dengene, die het zoude
wagen, den glimlach der gerustheid te ver-
drjjveD van het gelaat dezer vrouwen, iets
te doen waardoor zij zich minder veilig
zouden gevoelen te midden van haar volk.
't Is waarljjk eene ontmoedigende ge
dachte voor hen, die vei zet hebbeu gepre"
dikt en tot wrevel hebben aangespoord.
die eens durfden schrijven «Wie het vo'k,
dat geregeerd wordt door een kinden
die dat kind hoonden in Amsterdam's stia-
ten en de moeder niet spaarden. Ziedat
kind is gekomen als de jeugd en de lente,
nog nauwelijks een jonkvrouw en haar wui
vende hand heeft den mond doen verstom
men, die haar niet wil prjjzen, het ge
zag doen eerbiedigen, dat nu rust tusschen
haar teedere vingeren
God schenke haar Zijnen zegen, en ze-
gene ook haar volk, opdat het onder haar
bestuur weder opbloeie tot welvaart, weder
worde en bljjve een volk vol vromen zin,
vol eerbied voor liet gezag, dat niet komt
van de menschen, maar neerdaalt van bo
ven, van den Almachtige die troont boven
zon en steden!
De President van den Belgischen R. K.
Journalisten Kring heeft naar aanleiding
voor ons verloren zjjn, en ik maak mij sterk
bet geheim van dit vreeseljjk raadsel te door
gronden.
Vol hoop begat Jacob zich zonder tjjd te ver
liezen naar den hoofdofficier, die dentelfden
naam droeg, als de vrijheer Ludovic en legde
hem bet doel van zjjn bezoek bloot.
XII.
Bjj bet verhaal van den soldaat werd de oude
kolonel rood van toorn
Zoo'n schurk, riep hjj uit, in de kamer
op en neer loopende Hjj is werkeljjk een
mjjner neven, maar ik heb geene reden, er mjj
op te beroemen zjjn gedrag heeft mij tot hier
toe nieta andera dan laat en vernedering veroor
zaakt. Ik beb beproefd, hem te verbeteren, maar
ik heb liever met een beelen troep recruten te
doen Ik weet, dat hjj de dochter, of
liever de atiefdoohter van den afgezant van den
koning van Napels zou huwen, en ik begon te
herademen, in de hoop, dat het huweljjk een
heilzamen invloed op hem zou hebben
En op het oogenblik, dat allea in orde scheen,
legt hjj het met de gezelschapsjuffrouw van me
vrouw de gravin Mattioli,zijne toekomstige schoon
moeder aan En zjj is uwe zuster, dit meisje
Pardon, kolonel, zjj is mjjne zuster niet.
Maar in het oog der wereld is zjj er altjjd voor
doorgegaan Zjj is een ve.-laten kind, dat
mjjn vader opgenomen heeft toen het nog slechts
eenige maanden oud was
Aha, mjjn jongen, nu begrijp ik je.
En gjj wildet haar nu zelf tot uwe vrouw ver
van zijn audiëntie bij Z. H. Leo XIII, en
het daarna gevolgd twee uren lang onder
houd met den Staatssecretaris van den Paus,
Z. Em. kardinaal R a m p o 11 a, het te kwaad
gekregen met den abbé Daens, die in het
blad <Land van Aalst*, den Journalisten-
president ouheusch heeft durven aanvallen.
Wat zegt nu de President tot zijn col
lega's «Laten wij de schouders ophalen
over het werk van den democraat Daens
en gaan wij hem met verachting voorbij.
Hij is niet groothartig genoeg om zijn on
gelijk te erkennen en hij mist de brutali
teit om de vaan des oproers te ontplooien,
hij loochent alles gelijk de stoutste jongens
doen als ze ongelijk hebben.»
In de Vereenigde Staten, vooral te New-
York, krijgt men genoeg van den lucht-
spoorweg, men verlangt er steik naar een
ondergrondsch spoorwegnet. Het Journal
heeft eene som van vijf millioen dollar in
aandeelen in de gemeentelijke leeningen be
schikbaar gesteld voor een goed stelsel van
ondergrondsch verkeer. Tevens heeft het
blad eene iDSchrjjving geopend voor de uit
voering van een eventueel goed te keuren
ontwerp en maakt het zich sterk, dat het
in één dag voor dat doel vijftig millioen
bijeenbrengen kan.
Keizer Wilhelm heeft het garnizoen
vau Berlijn weer eens gealarmeerd om op
het «Tempelhofer veld» een spiegelgevecht
te houden.
Infanterie, cavalerie en artillerie vorm
den de oost-armee, die in 't woud op de
«Hassenhaide» zich opstelde een ander ge
deelte vormde de west-armee, die ten westen
van de «Tempelhofer chaussee» had postgevat.
De Keizer reed van zijn paleis in gene
raalsuniform in vliegende vaart en open
rjjtuig bespannen met twee witte schimmels
naar de dragonderkazerne en steeg aldaar
te paard. Van daar reed Z. M. in draf naar
het oorlogsterrein der west-armee.
Duizenden menschen snelden naar de
militaire vertooning en toen de Keizer na
afloop aan het hoofd van het Alexander-
regiment met de muziek aan het hoofd Berlijn
binnentrok, waren de straten opgehoopt met
menschen die met luide hoera's den Kei
zer begroetten. Zoo'n militair schouwspel
heffen, is 't niet En mjjn scburkacbtige neef heefi
u dezen slag toegebracht, dje u zoo even doed
weenen als een kind, jou, een soldaat, die door
zjjne dapperheid het ridderkruis verworven heeft,
zooals ik op je borst zie. Ha, de schurk
Ik weet met, waar de schelm woont, maar
heb geen zorg, ik zal heel Parjjs doorzoeken,
o» zjjne schuilplaats te ontdekken, en zoodra
ik ze gevonden heb, zal ik je laten waarschuwen,
dat gjj hem eene gevoelige les geeft.
Vertrouw maar op mjj, mijn jongen en tot
ziens
O,dank u, mijn kolonel, duizendmaal dank,
sprak Jacob Dutrooz vol erkentelijkheid.
Twee dagen na dit onderhond kreeg de sol
daat eene uitnoodiging om bjj den kolonel te
komen.
Mjjn vriend, sprak deze, wij zjjn er in
geslaagd het verbljjf te ontdekken Hier
is het adres, ga er heen, en handel naar goed
vinden.
Wat er ook gebeuren moge, ik neem de ver-
autwoordeljjkheid op mjj.
Jacob snelde nu in allerjj] naar de villa, die
Ludovic Van Norrent gehuurd had voor het
jouge meisje en zijn //tante* te St. Cloud. Met
bevende hand trok hjj aan de 9chel en aan de
meid, die de deur opende, vroeg bjj, of mijnheer
Van Norrent ook bjj de dame» was. Op haar
bevestigend antwoord trad hjj binnen en werd
naar een klein salon geleid, waar Ludovic, Je
anne en de //tante* zich bsvondea. Toen Jeanne
Jacob herkende, sprong zjj haastig op en met
e«B vreugdekreet wilde zjj zieh iu zjjne armen
werpen. Zjj verbeeldde zieh zeker, dat hjj uit
heeft iets aantrekkelijks voor de Berljjners
Ze zien naar den Keizer op met van vreug
de stralende gezichten.
In Engeland is de geneesheer Sir Wil
liam Jenner gestorven, die door zijn
verdiensten een sommetje heeft nagelaten
vanLY^millioen gulden. Nu stellen eenigeEn-
gelsche bladen de vraag, welke betrekking het
voordeeligste is, geneesheer of bierbrouwer.
Zij beschouwen het vak van bierbrouwer
het voordeeligsle. Vooral met het brouwen
van goedkoop bier worden schaften ver
diend. Behalve Jenner, die trouwens
zeker niet al zijn geld in de praktjjk ver
diend heeft, zijn er nog vele geneeskundi
gen rijk gestorven, met vermogens van 1
a. 2 millioen, en van de thans levenden
wordt b.v. Sir William Broadbent
op ten jaarlijksch inkomen van 15,000,
d. i. f 180,000 geschat. Zoover brengt bij
ons Termoedeljjk Diemand het,maar hetover-
groote deel der Engelscbe doctoren ver
dient ook geen schatten, maar slechts een
matig stukje brood. Wat hen benadeelt,
zooals wordt opgemerkt, is vooral het voort
durend uitstellen bij het betalen van doctors
rekeningen en het noodlottige denkbeeld,
gevoed door de tallooze gelegenheden om
hulp voor niets te krijgen, dat zij zoo
duur zijn.
De Senator Trarieux heeft aan den
Minister van Justitie der Republiek een
schrijven gericht waarin hij den Minister
wijst op de mogelijkheid, dat Dreyfus
wel eens zelfmoord kon plegen, immers, de
gedachten aan zelfmoord kon wel eens bij
hem opkomen en nu meende de brave en
zorgzame Trarieux op de verplichting
der Regeering te wijzen vooral te zorgen,
dat den ongelukkige geen ongeluk over-
kome. De heer Trarieux eindigt met
deze opmerking
«Het vooruitzicht van zulk een gevaar
moest, mijns inziens, u doen besluiten
Dreyfus onmiddellijk in Frankrijk te
doen terugkomen. Moest bij daar al niet
lang zijn om binnen het bereik van zijn
rechters te wezen?»
De Zwitschers zullen iets heel eigenaar
digs op de Wereld-tentoonstelling van Parjj»
naam van zijn vader de toestemming tot haar
huwelijk kwam brengen.
Ludovic beschouwde met eenige verwondering
en achterdocht dezen zwaar gebouwden soldaat,
die zonder twjjfel de broeder was, over wien
het meisje hem dikwjjls gesproken had. Maar
de wachtmeester hield Jeanne bjj den arm vast
en op strengen en dreigenden toon riep bjj uit:
Nader mjj niet, ik verbied het u
Er bestaat geene gemesnschap meer tusschen u
en hen, die gjj zoo laaghartig verlaten hebt.
Bjj deze woorden was bet jonge meisje bevende
en sprakeloos bljjven staan, terwjjl zij haar broe
der met eene uitdrukking van schrik in hare
donkere oogen aanzag.
Jacob, sprak zij, in snikken uitbarstend
terwjjl zjj het gelaat met de handen bedekte,
wat beb ik gedaan, dat gjj mjj zoo rnw van u
stoot
Durft gjj mjj dat nog vragen, sprak deze
met over de borst gekruiste armen *Ts
dan het gevoel voor goed en kwaad reeda zoo
geheel in u verdoofd?
Mjjnheer, sprak Ludovic op driftigen toon,
terwjjl hjj met éen sprong opstond, ik weet niet,
hoe ik tot hier toe uwe ruwe taal tegen dit
jonge meisje, van welke ik te veel houd, om
de beleediging niet te gevoelen, die gjj haar
aandoet, heb kunnen dalden. Wie beeft u het
recht gegeven, hier in bare woning te komen,
en wat vermeet gjj u zulk een toon aan te slaan,
tegen mejuffrouw Jeanne?
Mjjnheer, antwoordde de militair op ver-
ac'uteljjken toon, ik geloof, dat gjj wel weet,
wie ik ben. (Wordt vervolgd.',