NIEUWE
ïïagBlaó voor cföooró- en SCuió-JColianó.
Brieven van een politieken
tinnegieter.
No. 4209
Woensdag 14 Juni 1899
24ste Jaargang.
De Zwerfster,
BUITENBAND"
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland *2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van l6 regels50 Cem
Elke regel meer7'/i
Groote letters worden berekend naar plaatsruimten
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KfiPPERS.
III.
Ik heb dezer dagen toevallig een gesprek
afgeluisterd de sprekers zaten zoo dicht
bij mij dat ik wel luisteren moest dat
over de brieven «van dien politieken tin
negieter» liep, die in de Nieuwe Haarlem-
sclie Courant, zijn wijsheid te luchten hangt.
Ik was op dat oogenblik recht verheugd
over mijn anonimiteitware ik bekend ge
weest dan had ik mij zeker tegenover een
der heeren over mijn cstoutichbeit» moe
ten verantwoorden. Deze preoratie duidt er
reeds op, dat de oordeelvelling over mijn
geschrijf niet al te malsch was ik werd
een reactionnair een slaapmutsiemand
uit den pruikentijd genoemd, die niets ge
voelde voor democratievoor de rechten
van het volk, voor kiesrecht, parlementair
stelsel en hoe verder al die zegeningen van
de negentiende eeuw genoemd worden. Bij
het aanhooren van al dien rimram heb ik
my van plezier zitten te verkneukelen, want
het is waarlpk wel eens interessant te hoo-
ren hoeveel onzin iemand in een minimum
van tijd er uit kan slaan, en dat wel
iemand die zoo prat schijnt te gaan op de
voorlichtingde algemeene ontwikkeling
enz. die onze eeuw heeft gebracht, vooral
ook wat de politiek betreft. Daar de goede
sukkeldie zoo onbesuisd de geeselroede
tegen rap zwaaidehet schrpven over de
dingen van den politieken tinnegieter niet
beviel, wil ik mijne moeite getroosten hem
en misschien nog anderen over mijn
denkbeelden betreflende genoemde zegen
rijke voortbrengselen van onzen tijd in te
lichten.
Neen ik gevoel niet veel voor demo
cratie. Het woord-zelf is reeds eene ontken
ning van eene zuivere Staatsregeling, die
aan alle burgers gelijke rechten toekent.
Het beteekent immers «regeering van het
volk» En regeering wil zooveel zeggen als
FE V1LLETON.
Vervolg.)
Deze Drilboor zou hem inderdaad gaarne een
dienst bewezen hebben, ofschoon hjj met Evrard's
onschuld-betuigingen den spot dreef, maar als
Evrard in droef gepeins verzonken scheen, dan
belette hjj steeds dat de anderen hem stoorden.
Hij begreep dat een eerste vonnis zwaar te dragen
valt, en al geloofde bjj niet aan Evrard's onschuld
zoo had hjj toch medelijden met den man, wien
zulk een vreeseljjk lot te wachten stond.
Laat hem met rust, sprak hij dan tot zjjne
kameradeo. Het is nog een nieuweling, maar ik
beloof u dat hjj over tien jaar wel anders zal
zijn als hjj maar mjjn kettingganger wordt, dan
zullen we wel samen over de muren klauteren
en beste zaken samen doen.
Behalve de bezoeken zjjner vrouw was er nog
slechts ém lichtpunt in het droevige leven van
den rampzaligen pachterhet bezoek van den
kapelaan der gevangenis, van den eerw. heer
Gabriel.
Kapelaan Gabriel had zich met hart en ziel
aan zjjne ondankbare taak gewijd zijne naas
tenliefde was grenzeloos en in iederen schuldige
of onschuldige zag hjj slechts een ljjdenden broe
der. Hjj troostte en bemoedigde, maar dreigde
nooit, want hij volgde het voorbeeld van den
goddeljjken Meester, die ook jegens zondaars en
tollenaars, zachtmoedig en barmhartig was. Als
overheersching. In een goed geordenden Staat
mag het eene gedeelte der burgers de an
dere gedeelten niet overheerschen omdat
daardoor de belangen en de rechten dier
andere gedeelten maar al te vaak miskend,
verwaarloosd en zelfs verkracht worden. Nu
erken ik gaarne dat hetzelfde gevaar van
overheersching blijft bestaan bp elke andere
regeering, omdat het eene bepaalde onmo
gelijkheid of althans eene zeer groote moeie-
lijkheid is, om eene regeeriag zoodanig sa
men te stellen dat alle belangen even zoo
en in dezelfde mate worden gewaarborgd
en gevrij waard zulk eene regeering is
eene utopie, maar bij een aristocratische
of burgerlijke regeering is het gevaar, mijns
erachtens, niet zoo groot als bp eene de
mocratische, omdat geen macht lichter tot
geweld en buitensporigheden overslaat dan
diewelke op eene overgroote numerieke
meerderheid steunt of gegrondvest is.
De reden daarvan ligt voor de hand. Ik
beschouw het als een der gevaarlijkste uto-
piën van onzen tijd die meentdat men
een geheel volk tot een wijs, bezadigd volk
kan maken dat niet met eigen oogen en
eigen ooren kan zien en hooren en met
eigen hoofd kan denken en dus met kennis,
overleg *en behoedzaamheid op effectieve
handelende wijze kan deelnemen aan de zoo
ingewikkelde en zooveel kennis vereischende
bestuurszaken van een land. Ik zal even
wel volstrekt niet ontkennen dat er onder de
groote massa, onder hen die men «het volk»
noemt, eenlingen zpn, die daartoe de be
kwaamheid in meerdere of mindere mate
bezitten of zich kunnen eigen maken, maar
ik ontken ten sterkste dat deze kennis alge
meen goed van de gansche massa kan zpn.
Men zal dus onvermijdelijk tot dezen ge
vaarlijken toestand komen, dat de hoogste
belangen van den Staat dat wil zeggen
van het complex der burgers overge
leverd worden aan eene onwetende menigte
die, juist omdat zp onwetend is en de ken
nis van onderscheid tusschen goed en kwaad
in economisch, sociaal en staatkundig op
men soms den spot met hem dreef en de een
of andere booswicht hem wilde beleedigen, placht
hjj te zeggen
Mjjne vrienden, ik was rjjk en van hooge
geboorte; om uwentwille ben ik arm geworden;
ik was vrjj en onafhankelijk, om uwentwille ben
ik bjjna een gevangene en breng ik 't grootste ge
deelte van mjjn leven iu de ge vangenisonder u lie
den door. Ik had een vrooljjk, onbezorgd leven
kunnen leiden, en ik heb verkozen om met de mis
dadigers de kar te bestjjgen en hen niet te
verlaten tot op het schavot. Als ik er tenminste
nog eenige eer of aanzien door verkreeg Maar
somwijlen word ik door u beleedigd en meestal
luistert men niet eens naar mjj Wil ik u
zeggen wat mjj steunt en doet volharden
luistertvan tijd tot tijd wordt een arme zon
daar door de genade getroffen en valt mjj al
weenende te voethjj belijdt den Heer zijne
misdaden, en in naam van dienzelfden Meester
vergeef ik hem zijne zonden. Voor de enkele
ziel nu, die van tjjd tot tjjd door mjjne woorden
getroffen wordt,voor de enkele tranen van berouw,
die nu en dan gestort worden, voor de laatste
kille omhelzing van een ter dood veroordeelde,
offer ik met vreugde mijn leven en mjjne ge
zondheid op .ge ziet wel dat ik een drijf
veer moet hebben, om aldus te kunnen hande
len welnu, ik heb u lief
Gekheid, antwoordde dan de Sluwe hoe
kan men menschen beminnen, die men niet
kent
Ik geef u er toch het bewjjs van.
Aan mjj
Ja zeker, aan u.
zicht niet bezit, zich zal laten mennen en
leiden door eenige weinige drpvers, die door
hun driest optredenhun dikwijls zeer
groote oratorische talenten en een streelen
der volksbartstochten en -eischen, de groote
menigte medeslepen en haar gebruiken als
midlel om tot aanzien en parlementaire
mandaten te geraken en als voetstuk voor
hun eigen grootheid. Wie eenigszins onbe
vooroordeeld wil denken en de parlemen
taire geschiedenis der laatste jaren nagaat
vooral ook in het buitenland zal
mij geen ongelijk kunnen geven.
Men zal zeggen wij zpn van een ander
temperament dan onze naburen, en in ons
land verkeeren wij nog in een overgangs
periode, die altijd nog onvolmaakt is; meer
dere ontwikkeling zal niet uitblijven en er
zal meer politiek savoir-Jaire komen. Maar
is ook dat geen utopie Laten wij de illu
sies en de utopiën eens en voor altijd laten
varen. Daarmee komt men niet verder, maar
schept men zich verwachtingen, die nooit
tot verwezenlijking kunnen geraken. Ik vraag
het in gemoedehoe kan men vergen of
ook maar redelijkerwijze verwachten dat
de werkman, de kleine burger, winkelier of
neringdoende, die van den morgen tot den
avond aan zijn werk is, in zpn winkel of
bjj zpn nering moet zijn, na een dag van
arbeid, inspanning slaven en slaven, zich
na volbrachte dagtaak nog zal bezig hou
den met de studie van de velerlei ingewik
kelde vragendie aan de Staatszorg ter
beantwoording worden gegeven? Een enkele,
hier en daar, met meer leerlust, meer am
bitie bezieldzal trachten zich eenigszins
op de hoogte te stellen van hetgeen de be
langen van het algemeen betreft, maar ver
reweg de grootste meerderheid bekommert
er zich weinig of niet om. Hoe kan men
nu verwachten dat die groote onkundige
menigte eene verstandige keuze zal doen om
die belangen, waarvan zij geen titel of iota
kent, aan een waardigen en kundigen af
gevaardigde toe te vertrouwen. Hoogstens
leest men zijn krant, maar dan hoort men
Komt ge dan hier voor mjj alleen Er
zjjn er hier meer dan ik, en ge staat hier op
uw post, zoo goed als de deurwaarder en de
andere beambten. Ge wordt er voor betaald,
Welnu, mjjn vriend, wanneer ge alleen
hier waart, zou ik alleen voor u hier komen,
al zoudt ge me nooit anders toespreken dan nu.
Evrard die van pastoor Deschamps zjjne gees
telijke opvoeding genoten had, wist beter wat
hjj aan den jongen, jjverigen priester verschul
digd was, en als deze hem zulke zoete, verhe
vene troostwoorden toesprak, dan was 't hem ta
moede alsof Gods engelen tot hem spraken en
hem oprichtten.
Met kapelaan Gabriel kon hij vrjj uit over
vrouw en kinderen spreken, kon hjj over zjjne
gelukkige jeugd, over alles wat hem zoet was, I
uitweiden, en altijd vond hjj een belangstellend
toehoorder in den heiligen missionaris.
Na het eerste bezoek van Else, kon hij nau
welijks den braven vriend afwachten, om hem
deze heerljjke verrassing van zjjne dierbare gade
mede te deelen, en toen kapelaan Gabriel hoorde
waar zjj haar intrek genomen had, ging hjj de
moedige vrouw trouw bezoeken, en den volgen
den dag bracht hjj hare groeten aan Evrard over.
Op deze wjjze was hjj inderdaad de troostende
engel dezer twee ljjdende zielen, en maakte hjj
hun toestand minder ondrageljjk. Immers, kape-
laan Gabriel voorzag maar al te wel wat de
toekomst hec brengen zou. Meer dan eens waa
neer bjj met de rechtsgeleerden sprak, schemerde
de algemeene opinie door en deze was den
pachter niet gunstig.
slechts één klok, en zeer dikwijls nog een
valsche klok luiden en wanneer men op
dat geluid afgaat, komt men nog minder
goed terecht dan wanneer men alleen het
vaak veel betrouwbare instinct volgt om
den rechten weg te vinden. Dat volgen van
het geluid eener valsche klok heeft gemaakt
dat het parlementair stelsel, dat goed in
zich is, ontaard is in het verderfelijk par
lementairisme. Daaarover later.
Spanje.
Een vreeselijke stormwaarbjj hagel-
steenen als tulpenkelken vielen, heeft Ma
drid en omstreken geteisterd.
De hagelslag hield een half uur aan en
de straten der stad waren Vrijdag zes duim
hoog met eene ijsmassa bedekt. Madrid zag
er uit als een chaos. Vensters waren ver-
nield, geen enkele lantaarn was meer heel,
menschen en dieren werden door de zware
hagelsteenen verwond.
Daar te Madrid vele gebouwen glazen
daken hebben, voor 't licht, die alle stuk
geslagen zpn kan men zich de verwoes
ting voorstellen. Inmiddels belemmerden
afgebroken telephoon- en telegraafdraden
die neerhingen na den storm het verkeer.
Honderden paarden, voor rijtuigen ge
spannen, gingen op hol. Vele menschen,
die uit de rijtuigen sprongen of vielen
werden verwond.
De zitting van de Cortes moest opgehe
ven worden, daar de glazen koepel van
't gebouw ingeslagen werd. De koetsier
van generaal Blanco werd door den ha
gel op den bok van zijn rijtuig doodge
slagen.
Madrid heeft geen plantsoenen, geen tui
nen meer. Alle boomen zpn bladerloos, alle
bloemen verpletterd. Het heerlijke «Retiro,»
het Vondelpark der bevolking van Madrid
en de koninklpke parken zpn totaal ver
nield. De afgeslagen bladeren en takken
liggen een voet dik op den grond.
In sommige straten stond het water een
Meter hoog en de paarden stonden er tot
aan den buik in 't nat. De doktoren kon
den geen hulp genoeg verleenen alle
ziekenhuizen waren dadelijk vol patiënten.
Een en al ellende heeft de storm ver
oorzaakt.
Eens vond bjj Else in tameljjke opgewekte
stemming, zjj had een brief van mjjnheer Bernard
ontvangen.
Deze brief nu, verzekerde haar, dat, zoo hjj
ook al geen zekere bewjjzen zjjner onschuld had
kunnen vinden, hjj toch veel verzameld had wat
ten zjjnen gunste pleitte.
Het testament van Bnrtus was in het bjjzjjn
van getuigen geopend, en door dit testament
was zjjn petekind Willem, de zoon van Evrard,
tot universeel erfgenaam benoemd.
Dit kon in het nadeel maar ook in het voor
deel van den aangeklaagde uitgelegd worden.
Want als Evrard van het bestaan van dit testa
ment kennis droeg, dan kon hjj om het aanzien-
ljjk vermogen van den erflater machtig te wor
den, hem wel vermoord hebben, maar van den
anderen kant was toch zjjne zaak veel zekerder
a!s hjj eenvoudig den natuurljjken dood, van den
reeds bejaarden Bartus afwachtte.
Hjj had ook den herbergier nauwkeurig on
dervraagd, om te weten wie er dien avond bjj
hem in de gelagkamer waren, maar de arme
Chandon trok zich de haren uit het hoofd, zon
der zich een enkelen naam te kunnen binnen
brengen. Er waren zooveel vreemdelingen geweest,
op dien bewusten avond paardenkoopers, ossen
drijvers, marskramers, kermisgasten, koorddansers
bedelaars en waarschijnlijk ook dieven Hjj
wist alleen nog, dat toen hij wjjn bracht aan
Bartus en aan Peter de bouwknecht, hjj dicht
bij hun tafeltje het grjjnzende gezicht van een
aap had gezien, en dat die aap op een draaior
gel stond.
(Wordt vervolgd,)
HÜRLEMSCHE CODRiliT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DEB ADVERTENTIEN.
21