NIEUWE
HbagBlaó voor cfëooró- en Siuiè-éCollanó
Bitter lijden.
No. 4216
Donderdag 22 Juni 1899
24ste Jaargang.
GRATIS.
De Zwerfster.
BUITJüJVIjANIX
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschjjnt
degelijk», behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
1,10
c 1,40
«2,80
«0.03
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer7'/i
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Zij die zich van af heden op
dit Blad abonneeren, ontvan
gen de nummers gedurende deze maand ver
schijnende,
o
Abonnementen op het Zondagsblad, be
hoor enéle bij deze courant worden eveneens
dagelijks aangenomen. Het Zondagsblad, be
vat aangenameonderhoudende lectuur voor
de huiskamer. Prijs per drie maanden 25
cent,, franco per post 35 cents.
In onze dagen van rusteloos drijven naar
vooruitgang waant zich menig schepsel
het bewijs zijner onfeilbaarheid in den zak
te dragen. Men treedt als beoordeelaar van
zijn evenmensch opmen critiseert zijn
plannen en daden, men maakt hem die het
goede doet verdacht en men raadt voorzich
tigheid aan om het slachtoffer van haat,
nijd en afgunst te dwarsboomen en te tref
fen. Kortzichtigheid, niet altijd kwade trouw
speelt hier vaak een leelijke rol.
Maar al te dikwijls dwaalt de mensch
waar hjj als beoordeelaar van zijn even
mensch optreedt, en hier wordt zelfs hij niet,
die over de grootste menschen-kennis be
schikten eene voorname positie in de samen
leving heeft ingenomen, tegen grove dwa
lingen gevrijwaard.
Niemand op aarde is alwetend, niemand
kan in het hart of in de gedachten van an
deren lezen, en daar menigeen in de wereld
op bewonderenswaardige wjjze de kunst ver
staat zich een masker voor te hangen en
zich uiterlijk heel anders voor te doen dan
hij in werkelijkheid is, moet het ook als zeer
natuurlijk beschouwd wordendat zelfs de
meest geoefende menscheukenners zich licht
in hunne beoordeeling kunnen vergissen.
Hadden wij een apparaatdat ons in
staat stelde harten en nieren te doorgron
den, dan zouden wjj voor menige dwaling
FEUILLETON.
28 (Vervolg.)
De voorstelling zal niet gegeven worden!
Josua is een arm schepseltje. Josua wordt ge
ranseld en lijdt honger en gebrek, maar Josua
is geen beest en zal niet voor natuurwonder
spelen.
Geen praatjes meer, maar drink eens, dat
lust ge wel.
Het kind zag met begeerige oogen naar den
aangeboden drank.
Is 't brandewijn
Ja, brandewjjnwees nu verstandig en
laat je aankleeden.
De arme kleine stiet 't glas om, uit vrees
dat de lust naar 't sterke vocht sterker zou zijn,
dan zijn voornemen.
Hoe ellendeling, scheeuwde de kunsten
maker op schorren toonhoe, ge wilt niet spe
len, weet ge dan niet, dat ik je betaald heb,
dat je mij toebehoort
Van wien hebt ge mjj gekocht
Van je moeder, deugniet
Van moeder herhaalde Josua verwonderd,
en als kwam hij tot nadenken, staarde hij pein
zend voor zich uit.
Je ziet dus wel dat ik doen kan wat ik
wil, dat ik je voor alles kan gebruiken.
En kan ik dat dan niet?
Neen, dat is diefstal
gevrijwaard zijndoch op eene uitvinding
van dien aard valt, niettegenstaande al den
vooruitgang, waardoor onze eeuw zich on
derscheidt, wel niet te rekenen, en daarom
is zelfs de heilige gerechtigheid niet steeds
vrij van dwaling, hoe groot ook de nauw
gezetheid wezen moge, waarmede alles wordt
nagegaan.
Hare bedienaren blijven menschen, even
als gij en ik, lezer, en al waakt ook het
oog der wet, toch blijft de waarheid nog al
eens verscholen en heerscht de dwaling.
Daarvan legde de oude zoowel als de
nieuwere geschiedenis op talrijke bladzijden
een duidelijk getuigenis af. Talloozen heeft
de menschelijke dwaling in ketenen geklon
ken, op het schavot gebracht, en wanneer
men van dergelijke gevallen hoort spreken,
dan moet men niet alieen denken aan eene
betreurenswaardige ongerechtigheid maar
ook aan de menschelijke dwaling van den
aardschen rechter.
We wezen er reeds op, dat niemand op
aarde alwetend is, en op dezen regel maken
ook de dienaren der gerechtigheid geene
uitzondering. Zij kunnen het slachtoffer
worden van bedriegelijken schijn, jacht op
gewin, nijd, wraak, valse hheid, van allerlei
schijnbewijzen, die eigenlijk niets te betee-
kenen hebben. Zoo werd reeds menig rnen-
schenleven gebroken, eer en goede naam
ontroofdniettegenstaande de rechter als
man van heilige overtuiging handelde.
Een zeer misdadige rol speelt vooral de
meineed in onzen tijd van ongeloovigheid.
Voor velen is de heiligheid van den eed,
de oude waarborg der waarheidwaar in
rechten wordt getuigd, niets meer. Zonder
eenigen angst in 't hart voor de straffen
de hand van den rechtvaardigen God, roe
pen meineedigen den Heer tot getuige der
onwaarheid, der logen om zich een tijdelijk
voordeel te verschaffenvaak zelfs alleen
om een ingewortelden haat, een boosaar
dig gevoel van wraak te bevredigen, en het
slachtoffer gaat onschuldig naar de gevan
genis.
Ean moeder vroeg Josua opnieuw wat
is een moeder? Gij zjjt geen moeder, wel?Zoo
wendde hjj zich tot de Blondine uit het Noor
den.
Neen, praatjesmaker, antwoordde deze
gemelijk.
Ha, nu weet ik het, die bleeke vrouw
met de aardige kindertjes die zoo mooi zingt,
en haar kindertjes zoo lief kust en streelt,
dat is een moeder, niet waar
Ja.
En heelt de mjjne mjj verkocht
Ja.
Voor hoeveel wel?
Voor honderd dukaten, tot aan je meei-
derjarigheid. En in dien tusschentijd moogt ge
niet ziek zjjn en niet sterven, anders heb ik er
schade bij.
Schade vroeg het kind opnieuw.
Dit wil zeggen, dat ik dan mjjn kostwin
ning zou verliezen.
Ah zoo, nu begrjjp ik het, zonder mjj,
zoudt ge geen natuurwonder hebben, geen koord
danser, dan zoudt ge moeten bedelen, niet waar
Juist zoo.
Ja, nu heb ik het begrepen.
En zul je nu zoet zjjn Josua
Ja, ik zal zoet zjjn maar dan krjjg ik
ook brandewjjn.
Zeker, hier hebt ge een glas vol.
En dan mag ik eerst op het koord dan
sen Want ik ben bang voor dat leeljjke
vei van den aap Jocco, ik was altijd bang voor
dien aap maar als ik nu eerst mijn rose
tricot aan raag trekken, en mijn mooie blauwe
Ook de laster speelt iu onze dagen zijn
rol en met opgeheven hoofd gaan de las
teraars voort hun slachtoffers te belageö.
Aan de eeuwige staf van de opperste ge
rechtigheid denken zij niet en de tijdelijke
straffen, door de wet bedreigd, die maar
al te dikwijls veel te licht zijn tegenover
de verschrikkelijke misdaad welke er ge
pleegd wordt, laten hen ongevoelig.
Zoo wordt onder een bitter lijden maar
al le vaak de onschuld gemarteld.
En wanneer het licht der waarheid aan
den dag komt, dan wordt de onschuldig
veroordeelde vrijgesproken na heel wat moei
lijkheden die moeten voorafgaan.
Maar wie stelt hem schadeloos voor het
uitgestane lijden, voor de verduurde mar
teling toen hij van eer en goeden naam
beroofd als het uitschot der samenleving
gebrandmerkt werd De eenige troost die
bet slachtoffer nog eenigszins kan opbeu
ren is het gevoel zijner onschuld. Maar het
slachtoffer is vaak gebroken naar ziel en
lichaam, in elk geval drukt hem een zwaar
en verschrikkelijk lijder), dat hij niet ver
diend heeft, hij had op iets beters mogen
rekenen.
Vreeseljjk is de werking van mensche
lijke dwaling waar de mensch den moed
niet heeft zijne dwaling te erkennen. Dan
herstelt hij ook niet wat hij heeft misdaan
tegenover zijn evenmensch.
En vragen wij ons dan niet onwillekeu
rig af, of er niet eene luide aanklacht moet
opgaan tegen de zoo hoog geroemde hu
maniteit onzer eeuwdaar er nog steeds
niets geschied is door de wetgeving om in
deze aangelegenheid zooveel mogeljjk te
voorzien Moest er integendeel niet alles
gedaan worden om vooral bij 't erkennen
van rechterlijke dwaling ware gerechtigheid
te plegen
Elke overtreding der wet moet worden
uitgeboet en de erkende dwaling moet ook
daarvan niet worden uitgezonderd. In onze
oogen is het een dure plicht van Staat en
maatschappij en zelfs van elk individu eene
jurkje met zilver en mjjn gouden kroontje op
't hoofd dan zal ik alles doen wat ge wilt.
Zoo, nu ben je weer een beste jongen,
en nu zal ik je ook een pleiziertje doen. Je
moogt eerst op 't koord dansen. Is dat dan
goed?
Het kind stond op en liet zich door de Blon
dine van 't Noorden gewillig aankleeden.
Daarna had de vrouw van Alcide zich ook
in een Spaansch kostuum gestoken. Koperver
gulden armbanden en ringen om armen en bee-
nen, en bonte glaskogels om den hals en een
rosse haartooi die in welige pracht tot aan de
enkels reikte.
Door 't geratel van paljas uitgelokt, had de
menigte zich weldra in de kleine tent samenge
pakt, en toen de prachtige Blondine eindeljjk
verscheen, waren alle plaatsen bezet.
Nadat men haar genoeg bewonderd had, werd
er ean koord gespannen en verscheen de kleine
Josua.
Het straks nog zoo bleeke kind zag er nu
blozend uit, en klauterde, vlug als een eek
hoorntje tegen het koord op.
Aanvallig en vlug bewoog de kleine kunste
naar zich op het gespannen koord en scheen
zelf behagen te vinden in het vertoonen zijner
talenten. Hjj maakte de moeieljjleste passen en
wendingen, volbracht de zwaarste toeren en was
inderdaad waard, dat de boeren hem met open
mond en vol bewondering stonden aan te gapen.
Hjj glimlachte vergenoegd en keek zonderschroom
j in 't rond, ofschoon er een vreemde vastberaden
trek op 'i kleine kindergezichtje lag.
I Eindeljjk waren zjjne kunstverrichtingen ten
begane fout te herstellen. Nu iedereen mee
scheeuwt en zich een wereldhervormer
waant,nu dag in en dag uit het woord «gerech
tigheid» wordt gehoord, mag niet langer
geaarzeld worden om onschuldig veroor
deelden of onschuldig belasterden te geven
wat hun ontnomen of onthouden is.
Onschuldig veroordeelden, wien de vrij
heid wordt weergeschonken met een brevet,
dat zij geheel schuldeloos van hunne vrij
heid, van hunne eer en hun goeden naam
werden beroofd onschuldige slachtoffers
van praeventieve hechtenis moesten door de
wet zelve zooveel mogelijk schadeloos ge
steld worden voor al het lijden, dat zjj heb
ben uitgestaan.
Moge die dag der gerechtigheid spoedig
komen
't Is hoog tijd
Oostenrijk-Hongarije.
De ongesteldheid van keizer Frans
Jozef is niet vau ernstigen aard. Z. M. is
genoodzaakt zijn kamer te houden wegens
een aanval van lendenpijn, een gevolg ver
moedelijk van een gevatte koude, tjjdens
de laatste troepen-revue.
De audiënties zijn dientengevolge uitge
steld. Dit is, zegt een correspondentie uit
Weenen, de eerste maal sedert jaren dat de
Keizer gedwongen is geweest zjjn kamer
te houden. Tot nog toe genoot hij een uit
stekende gezondheid.
frankrük.
Volgens de Matin had hei republikeinsche
Frankrijk het oog gevestigd op den oud
luitenant van Gambetta, den heer Wal
de c k-Rousseau om een nieuw Ministe
rie te vormen, omdat de republikeinen van
alle schakeeringen rekenden op zijn heider-
zienheid en kracht.
Men heeft zich vergis!W a 1 d e c k-R ous
seau, hoe hoopvol door president L o u-
bet verzocht een Kabinet te willen samen
stellen, toog aan het werk maar moest
aldra ondervinden, dat tal van lieden hem
niet wenschten te volgen om een minis-
terieele portefeuille aan te nemen van den
democratischen President.
einde, en reeds gaf Alcide den kleine een wenk
om af te stjjgen toen deze zich met een kushandje
voor het publiek beog, en zich daarop met uit
gestrekte armen naar beneden liet vallen.
Gefopt 1 riep hjj al vallende uit.
Ja, wel gefopt, want toen Alcide en de Blon
dine toesprongen was Josua reeds een ljjkde
val had een onmiddelljjken dood tengevolge
gehad.
Nu gaven de beide kunstenmakers zich aan
een luid jammeren en klagen over, en het pu
bliek dat niets van deze huichelarjj begreep,
maar aan de smart der zoogenaamde ouders ge
loofde, ging langzaam uiteen, zonder er aan te
denken, dat 't beloofde natuurwonder niet ver
schenen was.
- Hjj heeft het met opzet gedaan, morde
Alcide zoodra ze alleen waren.
Die kleine gauwdief
't Ziet er gek genoeg uit voor ons
Je roode pruik heeft men al zoo lang gezien,
't haar begint trouwens te verschieten, en 't
jjzerdraad sljjt ook al we hebben niets an
ders meer dan onze jjzeren staven en valsche
gewichten
Neen, we moeten een ander natuurwonder
zoeken.
Ik heb er anders niet mee op. Ik vond
Jocco veel aardiger.
Dat afschuweljjke beest
Dat zeg je nu maar, omdat je hem gedood
hebt, bromde de man, 't was een goed beest.
Neen, 't was een valsche aap, hjj heeft
me gebeten.
(Wordt vervolgdJ
HüttLïMSCIIECOmïT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.