NIEUWE
Rotterdamsche Brieven,
No. 4227
Donderdag 6 Juli 1899
24ste Jaargang.
B U IT N L A N D.
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers. «0.03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem;
Van 16 regels 50 Cem
Elke regel meer71/,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte»
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Red a c t e ur-(J i t g e v e r, W. KüPPERS.
5 Juli 1899.
't Is een stille tijd onze handelslui kla
gen steen en been over slapte in de zaken
en uw Rotterdamsche briefschrijver gaat
diep gebukt onder het gebrek aan stof.
Het is nu maar het beste te gaan naar
buiten, in de vrije, frissche natuur en dan
volop te genieten de heerlijkheden van den
zomer, den jongen, bloeienden, stralenden
zomer!
Onder dit opzicht zijn de Haarlemmers
toch io eene betere positie dan wij, arme
Rotterdammers. Ons eenig buiten ishet
Park en voor wie zich niet ergeren aan
het gezicht van onzen Tollens, magistraal
heenblikkend over de vgvers en plantsoe
nen aan zpn voeten eene mooiefris
sche ontspanningsgelegenheid. Maar 't is
«den Hout» niet 't is geen natuur
maar aanlegkunstigen aanleg. En dan
Rotterdam is zoo groothet breidt zich
voortdurend uit, vooral ook in 't noorden
en als nu eene huismoeder, wonende in dat
stadsdeel, na afloop harer huiselijke bezig
heden eens een zomer-vacautiemiddag met
haar kroost in 't Park wil gaan doorbren
gen, moet ze zich een tocht getroosten, die
niet weinig inspanning kost, want voor bur
gerlieden met een groot gezin is het wel
geringe tramgeld toch nog altijd een te
groote uitgave. Nu zijn er in andere stads-
deelen oók wel plantsoenen, maar och zoo
klein en zoo stoffig, meestal zonnig, en de
lucht is er onfriscb en duf, net als in de
straten. Gelukkig degenen, die ze voor een
poosje ontvluchten kunnen naar bevoor
rechte plekjes zooals b. v. de omstreken
van Haarlem.
Eene wandeling in den middag langs onze
promenadewegen geeft al dadelijk den in
druk, dat de Rotterdamsche «beau-monde»
reis aan stal ten rueakt of voor een deel reeds
op reis is 't is er buitengewoon stil. Voor
de etalagekasten der boek- en kunsthande
laars staan de menschen in groepjeskij-
FE V1LLETON.
VADER BAMBRIQUET,
Lompenkoopman.
3 Vervolg.)
Ieder jaar was hjj zeven of acht maanden af-
wezig, zonder dat men wist waarheen hij zich
Legeven had.
Gedmende de vier of vjjf maanden, dat hij
zjjn intrek nam in het huis van de rue de la
Santé (en dit waren altjjd de schoonste van
het jaar) zag men hem nimmer overdag een voet
buiten de deur zetten alleen des avonds, wan
neer het begon te schemeren ging hij geregeld
uit. In een lange blauwe overjas gewikkeld, een
breedgeranden hoed diep in de oogen gedrukt,
een stok in de hand, liep hjj dan langzaam
naar de barrière Saint-Jacques.
Zijne wandeling was steeds van korten duur,
om tien uur was hjj altjjd terug om niet meer
voor den volgenden dag uit te gaan.
Nooit kwam hem iemand bezoekeD, niemand
scheen hem in Parijs te kennen, behalve de man
met een eerbiedwaardig voorkomen, die hem
iedere veertien dagen bezoek bracht en een man
van zaken scheen te zjjn. Overigens zocht Mo-
reau met niemand omgang, bljjkbaar verlangde
bij niets liever dan in de strikste afzondering
te leven.
Men kan begrjjpen, dat deze leefwjjze, zelfs
in eene zoo afgelegen en stille wjjk als die der
tend en in levendig gesprek. Geiuimen tijd
getroost men zich het wachten op het trot
toir vóór den winkeltot er een plaatsje
zal openkomen vlak vóór de ïuit. 't Zijn
fotografieën van het Koninglnnebezoek, die
zoo de aandacht trekkeD. Near mij een
kunsthandelaar verzekerde worden ze druk
verkocht, vooral aan vreemdelingen, 'tZijn
kijkjes in de stad de straten levendig, vol
menschen de vlaggen wapperend van de
gevels en overal onze lieve Koningin, 't zij
in Haar rijtuigoverstelpt van bloemen
't zij op het balcon van stadhuis of mu
seum overal de lieve, minzame, vorstelgke
gestalte, de blonde Koningsdochter in blank
gewaad naast de waardige Moeder-figuur.
En dan die gesprekken vóór de winkels
Ik hoorde twee werklui
«Zóó heb ik ze gezien, J a n u s, op 't me-
zejem wat lacht Ze, hè Niks geen
grozigheid au
«Nee nimmendal hoor en toch 'n
echte Koningin zoo van wegens de hoog
heid, za'k maar zegge
En twee burgerjuffrouwen
«Och gunstjuffrouw daar heb-ie Ze
de Koningin op 't mezejem, buiten op 't
balconnetje hemelt je, hoe duidelijk! Eu ka-
zieweel nèt zoo heb ik Ze 'n koppie thee
zien drinken
«Wel wel buvrouw heit uwe Ze zóó
gezien hoe knussies hè Zoo huiselijk
zit Ze daar as 'n heel gewoon mensch 'n
koppie thee tnet 'n beschuitje te gebrui
ken En dat je dat nou allemaal zoo
in de winkels koope kan 't zei 'n paar
cente koste, mensch
Zoo gaat het heel den dag door, den lof
der Vorstin klinkt onophoudelijk uit den
mond van het volk. Ik kan me best begrij
pen dat vreemdelingen gretig de mooie,
groote fotografieën koopeo, waarop dejoDge
Koningin van Holland, zooals Ze zich be
weegt tusschen hare onderdanen met har-
teDveroverende gratie
Men is al duchtig aan 't plannen maken
voor 't Septemberbezoek, dat niet zoo offi-
rue la Santé, ten Blotte de aandacht moest trek
ken. Ook had men zich in de buurt in allerlei
gissingen aangaande den heer Moreau verdiept,
nu eens had men hem voor een schatrjjk man,
dan weder voor een kleinen rentenier gehouden,
men had in hem een samenzweerder, een spion
der politie en een bankroetier gezien.
Eene der buurvrouwen wilde er een eed op
doen, dat zij deu heer Moreau, tijdens zjjne
voorgewende afwezigheid, in de Champ-Elysées
was tegengekomen, gezeten op een prachtig
psard en gevolgd door twee bedienden m schit
terende livrei.
Een portier zeide zacht, terwijl hij het hoofd
schudde, dat de heer Moreau wel de Hertog
van Bordeaux kon zijn, in Frankrijk teruggekeerd
om zijne rechten te doen gelden op den troon
zijner vaderen, en op een gunstige gelegenheid
wachtend om de regeeiing omver te werpen.
Zelfs Bambriquet had zich de zaak aange
trokken. Ongelukkig voor hem was de heer
Moreau al even weinig spraakzaam jegens hem
als jegens ieder ander die hem naderde, en be
sprak met hem slechts het allernoodzakelijkste.
Toen de gewezen koopman echter eens den
moed had hem te ondervragen, had deze zulk
eene trotsche, minachtende houding aangenomen,
dat de arme Bambriquet het niet meer gewaagd
had, nogmaals op dit onderwerp terug te Komen.
Overigens was de heer Moreau een uitstekend
huurder, die steeds op tjjd den vervallen termjjn
betaalde en goede huurders zjjn overal scbaarsch.
Daarom hield Bambriquet, vreezende Moreau
met vragen lastig te vallen, zich wjjseljjk op
een afstand, een gunstig oogenblik afwachtende
cieel zal zijn als dit laatste maar de
ontvangst zal er niet minder hartelijk om
zjjn een zeilwedstrijd op de rivier, boot
tocht en rijtoer staan al op 't voorloopig
programma want niets is nog definitief
vastgesteld. Nu H. M. de oude stad heeft
gezien, moet zjj ook de prachtige haven
werken bewonderen, wearop een rechtge
aard Rotterdammer niet weinig trotsch is.
En geen wonder, ze hebben geld genoeg
gekost, die havenwerken en handelsiDrich-
tingen, meer dan sommigen lief is Hierin
zal ik mij echter niet verder verdiepen, te
meer daar de Haarlemmers, die wel geen
kostbare havenwerken maar toch andere
geldverslindende dingen te bekostigen heb
ben ook wel weten wat het zeggen wil
belastingpenningen gewillig te offeren
Maar daar zou ik zoo wear verdwaald
raken in de Haarlemsche gemeente-aange
legenheden en wie weet zoo zoetjes
aan belanden op het terrein der gemeente
raadsverkiezingen «verboden toegang»
voor een Rotterdamsch correspondentte
meer daar een meer der zake kundige pen
dan de mijne gewoon isden lezers der
Nieuwe Haarlemsche Courant hier den goe
den weg te wjjzen.
Duitseliland.
De zomernachtsdroom dat prins Her-
bert Von Bismarck, kanselier van het
Duitsche Rijk zal worden,is verre van werke
lijkheid te worden. In officieele kringen weet
men er niets van. Doch de Deutsche Tages
Ztg. laat een nieuwe combinatie vermoe
den. Miquel zou geneigd zijn, om af te
treden, en wellicht zou Herbert Von
Bismarck in diens plaats kunnen treden
aan het hoofd van het Pruisische Ministe
rie. Anderen beweren dat keizer Wil
helm, den Prins den gezantschapspost te
Washington heeft aangebodendoch dat
deze opdracht door den Prins is van de hand
gewezen.
Weer anderen zeggen, en daartoe behoort
ook de Kieler en I'rankf. Zeitung, dat prins
Von Bismarck, den Keizer niet ge-
om het geheim van den oubelcende te doorgron
den.
Op den dag waarvan wjj spreken, had Mo
reau aan zjjne werkvrouw zijn aanstaand ver
trek aangekondigd, zooals gewoonljjk in dezen
tjjd van het jaar, en deze had zich gehaast het
nieuwtje rond te vertellen. Bambriquet verwachtte
dus, niet alleen de vervallen huur te zullen
ontvangen, doch ook die, welke vervallen zou
gedurende de afwezigheid van den vreemdeling.
Ook paste hjj er wel op het uur van betaling
te laten verstikken en stelde zich voor den nor-
schen Moreau een bezoek te brengen, zoodra
hij zjjne zaken met Eduard De Salviac had af
gedaan, wiens schuld hem meer bjjzonder bezig
hield.
Op het geluid van de deurbel, die driftig
was overgehaald, verstomde plotseling de piano
muziek, welke zich uit een vertrek op deze ver
dieping deed hooren, en bjjna terstond daarop
werd de deur geopend.
Een knechtje van ongeveer twaalf jaar, met
een listige uitdrukking op zjjn gelaat, stond
voor meester Bambriquet.
Toen hjj den huisheer herkende, zeide hjj op
gemeenzamen toon, en zonder het hoofd te ont-
blooten
//Kjjk, daar is papa Bambriquet I Nu oude,
wat is er van je dienst?/'
Juist omdat de ex-voddenraper gedurende het
grootste deel zjjns levens met lieden had omge
gaan, wier spraak en manieren niet zeer deftig
waren, was hjj erg gevoelig voor betoogiogen
van eerbied, welke hjj meende, dat hem toekwa
men.
sproken heeft, terwijl de Voss. Zeitung er
aan toe voegtDe wateren, die H o h e n-
zollern van Bismarck scheiden, zjju
nog veel te diep om gedempt en veel te
breed om overbrugd te worden. En voor
een nieuwe B i s m a r c k-periode behoeft
men dus nog niet te vreezen.
Spanje.
De onlusten die in Spanje aan de orde
zijn, hebben hun ontstaan te danken aan
de invoering van hooge belastingen. De Re
geering heeft ingezien, dat het volk daar
over verontwaardigd revolutionnairwerd ge
maakt, waarop zjj tot de overtuiging is ge
komen, dat het beter is de sterkte van het
leger te beperken tot 80.000 man en zoo
veel mogelijk te bezuinigen.
Niet alleen de Minister van Oorlog maar
elke Minister is in zjjn Departement bezig
bezuinigingen te betrachten, waardoor eene
vermindering in plaats van eene vermeer
dering mogeljjk zal zijn.
Amerika.
De jacht naar rjjkdommen zit er bjj de
Amerikanen in. Toen men het bericht ont
ving van een wonderbaarlijken rijkdom van
goud aan Kaap Nome op Alaska, heerschte
te Dawson City een onbeschrijfelijke ont
roering.
Een goudgraver moet daar voor 6000
dollar aan goud hebben opgegraven in den
tijd van een week in stukken van 30 tot
143 ons. Geheel Dawson City liep uit;in
menigten trokken de inwoners naar Snake
River, alle winkels waren ledigde schouw
burgen moesten gesloten worden. Op één
dag trokken 2000 menschen weg. Op het
eerste schip dat naar de nieuwe goudvel
den vertrok, werd met graagte 1000 dol
lars voor een plaats betaald.
frankrijk.
Tusschen Bordeaux en Libourne is de
advocaat Roux aan een aanslag in een
coupé van den sneltrein, ontsnapt. Zekere
kellner Lafourcade, zjjn mede-passagier,
wilde hem door middel van chforoforme
bedwelmen. De heer Roux had de tegen
woordigheid van geest, toen hjj den gasreuk
gewaar werd, aan den noodrem te trekken
en de trein stond spoedig daarna stil. De
kellner maakte van deze gelegenheid ge-
Hjj werd vuurrood en zeide op hoogdravenden
toon
„Ik vraag niet naar u, mjjnheerIk heb met
u niets te maken, mjjnheerIk heb met uwen
meester te maken, mjjnheer, en ik heb geen
tijd mjj met lieden van uw slag bezig te houden.»
„Dat is op mjjn woord jammer antwoordde
de jeugdige Cerberus met een spottend gelaat,
//Ik was juist in eene stemming om eens wat
gekheid te maken, en gjj zjjt zoo vriendeljjk
Maar gjj kunt niet binnenkomen, mjjnheer is
uitgegBan.
//Wanneer dat zoo is, kan ik dan ten minste
mevrouw spreken
//Onmogeljjk, mevrouw is niet thuis.»
//WatNiemand hier op den vervaldag van
de huur Zoo iets is ongehoord Toen ik zoo
even bovenkwam speelde mevronw toch piano
//Hebt gjj dat geboord?* vroeg de groom, met
onverstoorbare kalmte, „dan is mevrouw niet
uitgegaan, maar zjj kan u niet ontvangen."
//Ga haar zeggen, dat ik het ben, mjjnheer
Bambriquet, en dat ik kom voor
//Het helpt u niet of gjj al komt voor
Mevrouw heeft belet, en gjj komt niet binnen.»
Bambriquet stampte hevig met zjjn stok op
den vloer.
»Habehandelt men mjj zooriep hjj woe
dend uit, //welnu, ik zeg u, dat ik naar binnen
zal gaan, ik laat mjj niet afwjjzen, als de eerste
de beste sehuldeischer, wien men heeft medege
deeld, dat er niemand thuis is.
(Wordt vervolgd.)
HiiftliSHSCHKdODRilT.
QagBlaó voor <3fcooró- en
ABONNEMENTSPRIJS
ÜGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
OF DE