NIEUWE HDaaBlaó voor c?ïooró- en Suió-éCollanó. Joh, Winkler. Stemming voor den Haarlemschen Gemeenteraad. No. 4231 Dinsdag 11 Juli 1899 24ste Jaargang. c'latfiohaRe kiezers District 1.: H, van den Berg. W. KüPPERS, District II,: G. J. van Dieren Bijvoet. W. A. J. van de Kamp. H. M. J, van Lennep, District III,: W. KÜPPERS. J. H. Welsenaar. G. Bos. BUITENLAND. Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor liet buitenland2,80 Afzonderlijke nummers. «0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. B U B E A U St. Janstraat Haarlem. Elke regel meer 7'/, Groote letters worden berekend naar plaatsruimtes Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Morgen 11 Juli des voormiddags van 8 uur tot 5 uur in den namiddag heeft de stemming plaats voor leden vari den Ge meenteraad. Kiezers Is uw stemkaart zoek of in het ongereede geraaktdan wordt u op ver- zoek een nieuwe kaart verstrekt. Men stemt op den gewilden Candidaat door het vierkant voor zjjn naam geplaatst zwart te maken. Wij zijn door den drang der omstandig heden hoe ongaarne ook gedwongen een zeer ernstig woord op den voor-avond van de stemming voor Leden van den Haar lemschen Gemeenteraad tot u te richten, nu eenigen onder ons zich op onverant woordelijke wijze verzetten en den weg heb ben verlaten dien zjj naar onze meening moesten volgen. Het doet ons leed een gevoelige snaar te moeten doen trillenmaar nu ge morgen ter stembus gaat, staat plichtsbetrachting ons het hoogste. Wjj zjjn verplicht u aan te moedigen de candidaten te stemmen die u door de Neu trale Kiesvereeniging Burgerplichtde Anti-Revolutionnaire Kiesvereeniging *Ne- derland en Oranjeen de R. K. Kiesver eenigingzijn aanbevolen, om te versterken de kracht van hen, die in den Stedelijken Raad uw belangen behartigen. Wie dus nog een druppeltje Katholiek bloed in zjjn aderen heeftwie ook maar een flauw besef heeft wat plichtsvervulling is, wie niet als verstooteling door dez.g. liberale Kiesvereeniging Vooruitgangin den hoek wil worden gezet, hij zal zich ten plicht rekenen naar de Stembus te gaan en zjjn stem uitbrengen op mannen uit een stuk, op mannen die pal staan in den strjjd. FE V1LLETON. VADER BAMBRIQUET, Lompenkoopman. 7 Vervolg.) „Verwacht gij, dat ik u mooi weer zal laten spelen van Verder kwam bjj niet, Salviac stond eensklaps met blicsemende oogen voor hem. //Wat beteekent die toon, meester Bambriquet?// vroeg hjj, terwijl hij de wenkbrauwen fronste. //Bljjf bedaard mijn vriend," sprak het jonge vrouwtje, terwijl zij zijne hand greep. //Hjj is oud en kent de manieren der beschaafde kringen niet, Bovendien Eduard keek haar scherp aan. „Wat is er gebeurd, Cécile?" vroeg hjj, ./je oogen zjjn rood, je hebt geweend, je beeft. Maar ik raad het al: die man,heeft vanmjjne afwezigheid gebruik gemaakt, om je vrees aan te jagen, te bedreigen misschien, en daar hjj nog de gewoonten heeft van zjjn vroeger be roep //Mijn vroeger beroep stond minstens geljjk met hat uwe," hernam de lompenkoopmaa, en wat nu mjjne manieren betreft, kan ik mjj in gezelschap even fatsoenljjk gedragen als ieder ander, al heb ik geen Latjjn geleerd! Ik ben bekend in het arrondissement, ziet gijik ben kiezer, verkiesbaar, ik kan lid van den gemeen teraad worden wanneer ik maar wil, terwijl gjj, Kiezers, denkt er toch vooral aan dat zij die zich onder de vlag van Vooruit gang» scharen, afbreuk doen aan ons onaan tastbaar te verdedigen beginsel en dat dit voor u eene aansporing moet zjjn om vooral nn trouw ter Stembus te gaan. Het gaat toch niet aan, vandaag plaats te nemen bij den politieken strijd in de ge lederen der Liberalen om morgen weder zich te scharen onder de vlag der Katho lieken. Wij hebben ons van eiken aanval ont houden op hen die in het heete van den verkiezingsstrijd overloopen naar den vij and, maar wij mogen, nu zij volharden en afbreuk blijven doen,niet langer zwijgen.Wij willen, koste wat het wil, onze heilige roe ping niet te kort doen. Wij hebben een plicht te vervullen die ons op de barricade brengt en van daar roepen wij de Katho lieke Kiezers toe, luistert niet naar hen die u willen overhalen naar het vijandelijk kamp. In het openbaar traden zij op. Verwoede lasterlijke aanvallen hebben plaats gehad en voor verdachtmaking in geschriften deinst men niet terug. Het doet pijn, door zich vóór den ver kiezingsstrijd nog vrienden noemende, te worden beleedigd omdat zjj meenen te mo gen schipperen, omdat zij geoorloofd vin den te mogen coquetteeren met hen die ons alles ontnemen en niets gunnen. Waar zoo'n gruwzame en hardnekkige strjjd wordt gevoerd, willen wij geen kwaad met kwaad vergelden. Wjj willen niet ont maskeren het sluw overleg. Neen, wij roe pen slechts de Katholieke Kiezers toe in 't uur van den strijd, laat u niet misleiden en doet uw plicht. Een onreine smetstof, zegt Z. H. Leo XIII in rijn Encycliek over de vrjjmetse- larjj, is in alle aderen van het lichaam der burgerlijke samenleving doorgedrongen. Gij treedt op, zoo roept de H. Vader de strij ders toe, voor de eer van God en voor het heil der zielen. Denkt gij daaraan voort durend bjj den strjjd en het zal u noch niettegenstaande uw groot air, niets zijt, heelemual niets, mijnheer Be Salviac 1// "Cécile," zeide de beeldhouwer met gemaakte kalmte, terwjjl hjj zich tot zjjne vrouw wendde „dit gesprek kan in jou tegenwoordigheid niet voortgezet worden, wees zoo goed de kamer uit te gaan eu laat mjj eens met dien onbeschaam- den vlegel praten.// //Neen, neen, ik verlaat je niet, ik houd mij aan jou vastriep Cécile, terwjjl zjj hare armen om hem heen sloeg. //Ik weet hoe driftig je bent, en wanneer je toornig wordt, zou je Eduard,// vervolgde zij fluisterend //ter wille van mjj en van je kind, bljjf kalm, die man kon ons veel kwaad berokkenen //O, ik laat mij niet door zulke groote woor den uit het veld slaan zeide de onvoorzichtige Bambriquet met een uitdagende uitdrukking op zjjn gelaat//men jaagt mjj zoo spoedig geen vrees aan en ik zal u eens zeggen, waar het op staat, daar gjj niet schjjut te weten dat een fat soenljjk man zjjn schulden op eene andere wjjze moet betalen dan met schimpwoorden en bedrei gingen." //Wil jjj den mond houden," riep De Salviac, „ofdoch hjj bedacht zich en vervolgde op somberen toon, terwijl hjj in het salon op en neer begon te wandelen Eigenljjk heeft hjj geljjk, ik ben schuldenaar, hjj heeft het recht zich te beklagen, boos te worden, mjj te vernederen. Ik mag hem niet wegjagen, alvorens hem betaald te hebben Doch hoe Werktuigelijk bleef hjj staan bjj de console, waarop het kistje stond, waarvan we reeds ge- aan moed noch aan kracht falen. Met deze woorden voor oogen rest ons niets anders dan de Katholieke Kiezers te vermanen, komt toch morgen ter Stembus en brengt uw stem uit op de eerste plaats op de candidaten die het Christelijk element in den Stedelijken Raad zullen versterken en waken zullen voor elke vermeerdering van financieelen druk. Kiest morgen de candidaten door de drie Kiesvereenigingen gesteld in J, J. VAN SOHUIJLENBURG. Duitschland. De opperburgemesster Kirschner van Berlijn is sedert een jaar geleden gekozen en wacht nog steeds op zijn benoeming door de Regeering. En opnieuw doet zich de vraag voor of de wet, die zulke benoemingen aan de goed keuring van de ,regeering onderwerpt, haar het recht geeft geen besluit te nemen, en daardoor een toestand van verwarring en van onwettigheid te doen ontstaan. In de stille Klopslockstrasse te Ber lijn woonde een mooi dienstmeisje. Een tuinmansknecht, zekere M a 1 i t o r,werd ver sproken hebben. Eerst keek hjj verstrooid voor zich heen, doch langzamerhand vestigde zjjn blik zich op de groote gouden en zilveren me dailles, op de edelgesteenten, waarmede het flu- weelen bekleedsel van de doos als bezaaid was. Eensklaps kwam hjj op een denkbeeld, en het kistje opnemende zeide hij met eenigszins veran derde stem //Mjjnheer Bambriquet, ik had deze vereerende huldeblijken, welke mij door volkeren en sou- vereinen zjjn geschonken, willen bewaren. Het zjjn schatten, welke ik aan mjjn zoon denk na te laten. Ik stel ze in uwe handen. Als ik u niet binnen drie dagen de som heb toegezonden, welke gjj als huur opeischt, zjjn zjj uw onbe twistbaar eigendom. //Neem aan, mjjnheer, en wacht u er voor, dat nog een enkel beleedigend woord over uwe lippen komt.// Cécile zag vol bewondering tot haar echtge noot op. „Eduard, mijn Eduard riep zjj, terwjjl zjj zich snikkend aan zjjn borst wierp, //wat zjjt gij toch edelwat zjjt gjj toch groot Bambriquet aarzelde het aanbod, dat men hem deed, aan te nemen. Uit de houding van den kunsteaaar spraken zooveel waardigheid en droe fenis, dat de gewezen koopman werkeljjk aan gedaan werd, hoewel bjj anders niet zeer vatbaar was voor medeljjden. Eigenljjk was Bambriquet niet schraapachtig of gierig, hjj was vermogend en had weinig behoeften, wat maakten dus de duizend francs van De Salviac voor hem uit Doch de oorzaak van zjjn strengheid tegenover den kunstenaar lag liefd op haar, doch 't mooie meisje wilde niets van hem weten. De jonge man stond uren onder het venster van het huis waar zij diende en zoodra hjj haar op straat zag volgde hij haar. Het meisje wilde van dien last verschoond zijn en riep eerst haar meester, daarna de politie te hulp. De tuinman bleef echter halsstarig haar opwachten en deed vreese- lijke bedreigingen. Gisteren stond hij weder te wachten. Twee politie-agenten verzochten hem door te loo- pen en toen hjj dit weigerdewilden zjj hem arresteeren. De jonge man trok een revolver en loste een schot op een der agenten, dat echter geen doel trof. De verliefde jonge man werd naar 't politie-bureau gebracht. Hij had een re volver bjj zich met zes kogels geladen, die hij bestemd had voor 't meisje, indien zjj van hem afkeerig zou bljjven. Op 't politie-bureau, waar hjj het ern stige van zgn daad eerst besefte, brak hg in tranen uit. In Duitschland bespreekt de liberale pers met opgewektheid de toenadering van Duitschland met Frankrijk, terwjjl de meer bezadigde bladen voortdurend nog terug houdend zjjn. Alleen de Post slaat een beetje warmer toon aan, zeggende dat de gebeurtenissen te Bergen bewjjzen dat de toenadering tusschen Duitschland en Frankrjjk voort durende vorderingen maakt. De Fransche regeering heeft, naar haar meening, bljjk- baar na rjjpeljjk overleg gehandeld. frankrijk. Reeds lang had men verwacht dat de Gou verneur van Parijs, generaal Zurlinden zou worden afgezet voor een meer bruikbaar soldaat, passend in het kader der tegenwoor dige Regeer Iers der Fransche Republiek. Men verwjjt Zurlinden te veel olericaal- cesaristische denkwijze. En men beschul digt hem de generaals Roger, Pellieux en meer officieren te hebben geinspireerd tegen de Dreyfusards. Generaal Brugère, de nieuwbenoem de Gouverneur van Parijs is, zoomen zegt, het type van den «vrai soldat intel- lectuel.» Emile Zola heeft een brief gericht aan mej. Adrienne Meyrat, hoofdre dactrice van de Amis des Bêteswaarin hg 't sterven van zjjn hondje beschrgft. in de lage jjverzucht, waardoor een bekrompen, nietig wezen nimmer de gelegenheid zal laten voorbjjgaan om iemand, die in alle opzichten veT boven hem staat, te vernederen. Hjj, de voddenraper, wilde, dat die man van vernuft, die beroemde artist, die gunsteling van vors'en en koningen voor hem zoude buigen. Hjj wilde aan zjjn dienstbode Jeannette, en aan twee of drie ex-portiers zjjn gewoon gezelschap, kunnen vertellen, hoe hjj dien pronker, die met hen allen den spot dreef, in het nauw had gebracht. Deze lage gedachte bracht hem er dan ook toe het pjjnljjk offer van den kunstenaar niet van de hand te slaan. Hjj stak de hand uit, zonder te bemerken hoezeer die van Salviac beefde, en nam bet kistje. //Zooiets kan ik niet afslaan,// zeide hjj glim- laehend, //en wanneer gg u geld verschaft hebt, breng het dan aan mjj, in plaats van het overal te verkwisten want het gljjdt u door de vingers. Nu," vervolgde bjj, de medailles met een kennersblik beschouwende, "wanneer het goud goed is en de steenen niet valsch, dan is hier meer dan voor duizend franksj en ik be loof u, dat ik u het overige, nadat alles ge schat is, zal teruggeven- Geef mjj de hand, buur- man, en wees niet boos Eduard keerde hem, vol afkeer, den rug toe en ging aan het andere einde van het salon op een stoel zitten. Wordt vervolgd. BA4RLMSCHnODRm. ABONNEMENTSPRIJS PBIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels 50 Cent AGITE MA NON AGITATE. OF DE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1