NIEUWE
1dag6lad voor cTSoorè- on Suió-eXollanó.
Daarvan komt niets terecht.
No. 4240
Vrijdag 21 Juli 1899
24ste Jaargang.
ÜUITENIjAND.
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Atzonderlpke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏSBAU: St. Janstraat Haarlem.
/1,10
«1,40
«2,80
«0.03
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
50 Cent
71/»
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Onder dezen titel geelt Nurks in Zi/n-
burg de navolgende beschouwing over de
Vredes-conferentie te 's Gravenhage.
Zoolang als de wereld bestaat is de zon
altijd opgegaan in het Oosten en onderge
gaan in het Westen zoo ten minste heb
ben wij het in de schooljaren geleerd.
Nu deed zich voor eenigen tjjd het geval
voordat de zon opging in het Noorden.
Deze zon was weliswaar niet de alle-
daagsche zon, het was ook niet een gewone
zon en toch kwam die zon op om een lang
nachtelijk of duister tijdperk af te sluiten
en voortaan een dageraad van vrede en
geluk te scheppen.
Die zon was de Vredesboodschap, die ont
stoken was door den jeugdigen Czaar in het
noordsche Rusland.
Iedereen was op het eerste oogenblik ver
slagen en stom van verbazing over de stra
len, die van daar uitschoten.
Maar stomme verbazing duurt niet lang
in onze dagen niets toch kan zich vertoo-
nen en als nieuw voordoen, of het wordt
onder het ontleedmes genomen en daarna
wordt het innerlijke ervan aan de gansche
wereld bekend gemaakt.
Zoo ging het ook met de vredeszon; zij
werd aan een grondig onderzoek onderwor
pen, en weldra vernamen wij, dat die zon
op lange na niet zoo heerlijk zou schijnen
als haar eerste vertooning wilde doen ge-
looven.
Deze ongelukkige voorspelling heeft zich
maar al te zeer bewaarheid.
Niets is terecht gekomen van al de mensch-
lievende hervormingen, welk in de Vredes
conferentie beloofd werden.
Maar velen, waaronder zelfs eenige dier
ongeluksprofeten, koesterden toch nog de
hoopdat een voortdurend scheidsgerecht
zon tot stand komen waaraan de beslis
sing werd toegezegd omtrent de geschillen
die tusschen de regeeringen konden ont
staan.
FEUILLETON.
VADER BAMBRIQÜU.T,
Lompenkoopman.
16 Vervolg.)
De lieer Moreau zag dat alles met de grootste
verbazing aan, dit tooneel scheen volstrekt niet
te strooken met zjjne begrippen omtrent burger
lijke beleefdheid of huiselijke verdraagzaamheid.
Toen hjj den slosl aannam van het bekoorlijk
meisje, dat geheel ontroerd over de ondervonden
beleediging was, was hjj op het punt aan zjjoe ver
ontwaardiging lucht te geven, doch hjj bedacht
zich, zeide niets en ging zuchtende zitten, ter
wijl Eliza met gebogen hoofd haar plaats aan
tafel weder innam.
//Welnu, wat is er, waarde huurder hernam
Bambriquet, //gjj zjjt er de man niet naar mjj
nog zoo laat voor eene kleinigheid te komen
lastig vallen, zeg het maar gerust, wjj verkoopen
hier volstrekt geen complimenten, laat de aan
wezigheid der vrouwen u niet weerhouden, zjj
hebben van zaken toch geea verstand dat
is Latijn voor haar.//
//O, wie weet,// zeide tie huishoudster boos
aardig, //of uwe Liza, die zoo geleerd is, die taal
ook niet verstaat
Ditmaal liet het meisje haar potlood vallen,
en, zich met tranen in de oogen naar Bambriquet
keerende, mompelde zjj met klagende stem
„Vader! vader!//
Daardoor zoude weliswaar de oorlog niet
van de wereld verdwijnen maar hij zou
toch in menig geval kunnen voorkomen
worden.
Het schijnt dat er wel iets van dien aard
zal tot stand komen, omdat de meeste re
geeringen reeds hunne goedkeuring gehecht
hebben aan het voorstel om een permanent
scheidsgerecht op te richten, waaraan alle
geschillen zullen onderworpen worden.
Of die zaak echter voeten in de aarde
zal krijgen, staat nog te bezien.
Vooreerst betwijfel ik ten zeerste, of alle
geschillen zullen onderworpen wordenik
vermeen dat het verstandiger ware te lezen,
dat alle geschillen kunnen onderworpen
worden aan dat gerecht.
Tweedens blijft het nog eene groote vraag,
of de betrokken regeeringen zich zullen
onderwerpen aan de uitspraak, die gedaan
wordt door de heeren van dat scheidsge
recht.
Maar, zal men opwerpen, zoo kan men
iedere zaak veroordeelen, voordat men iets
omtrent hare werking vernomen heeft
wanneer de regeeringen maar den goeden
wil hebben, dan zal de zaak wel vlotten.
Van den goeden wil der regeeringen
znllen wjj liever maar zwijgen.
Laten wjj veelmeer even onze aandacht
schenken aan dat kunnen en zullen, en
wenden wij daarom al dadelijk onzen blik
naar de handelingen en daden der Vredes
conferentie in Den Haag.
De Staatslieden zijn het in beginsel eens
geworden over een scheidsgerechtdeze
eene zaak zal alzoo tot stand komen.
De heeren van dit gerecht behoefden niet
Jang te wachten met de handen aan het
werk te slaan, immers er is stof te over
ja, daar zijn zelfs dringende zaken, welke
terstond aan een scheidsgerecht moesten
onderworpen wordenopdat hierdoor jver
schrikkelijke gevolgen zouden voorkomen
worden.
Zoo moest terstond aan een beleidvol
oordeel dier heeren rechters onderworpen
De grjjsaard scheen verlegen en in tweestrijd
of hij partij zou trekken voor zjjne dochter of
voor juffrouw Lapiquette, toen Moreau, zich niet
langer kunnende bedwingen, eerstgenoemde ter
hulp kwam.
//Mijnheer Bambr'quet," zeide hjj met koele
minachting. „U heeft daar eene zeer gemeenzame
dienstbode, die al evenmin weet hoe zij zich
tegenover hare meesters als tegenover uwe gasten
gedragen moet."
Doch dit verwjjt had geen vat op Jeannette
en we-d alleen begrepen door Eliza, die er Mo
reau met een blik voor dankte. De huishoudster
had reeds, zonder goed te begrjjpen, wat men
van haar wilde, de handen in hare zijden gezet
en wilde reeds als een hollend paard gaan door
slaan, toen Bambriquet, het onweer voorziende,
eensklaps zeide
//ZwijgZal ik dan nooit rust hebben F Gij
zjjt nog slechts twee dagen samen en reeds ver
staat gjj elkander nietGij weet goed dat ik
verboden heb, samen te twisten, alle duivels
//Samen twisten vader F// zeide het jonge meisje
met waardigheid, //tusschen uwe huishoudster
en mij kan van twisten geen sprake zjjn
//Begrepen hernam Brambriquet, die de
bedoeling niet vatte, terwijl hij juffrouw Lapi
quette aanzag, „die kleine kan van zich afspreken,
maar jij plaagt haar altjjd."
„Wel, nu nog mooier,// riep Jeannette driftig
uit, //zult ge mjj in het ongelijk stellen tegen
over die
//Zwjjg,// herhaalde Brambriquet, en ditmaal
op een toon,die geen tegenspraak duldde.// In ieder
geval is zjj mijne dochter eu ik wil dat
worden het geschil dat hangende is tusschen
Engeland en de Boerenrepubliek in Trans
vaal.
Men weet, dat Transvaal eene onafhan
kelijke republiek is, voor zijn innerlijk be
stuur is dit zelfs door Engeland verklaard.
Daar de bodem van dit Afrikaansch land
zeer rijk is aan delfstoffen, is er een heir-
leger van goudzoekers en dergelijk volk heen
getrokken, meestal zijn deze van Engel
sehen oorsprong zij worden betiteld met
den naam van Uitlanders.
Deze Uitlanders komen zich alzoo vesti
gen in een vreemd land, om daar hun ge
luk te beproeven en zich rijk te maken.
Is er nu wel iets natuurlijker, dan dat
zulke menschen, die geheel vrijwillig naar
dat vreemde land trekken om daar profjjt
te maken, zich in alles onderwerpen aan de
wetten van dit vreemde land?
Nudat doen die Uitlanders niethun
aantal is allengs zoozeer toegenomen, dat
zjj de Boeren weldra zullen overtreffen; zij
maken daarom de pretentie, datdeTrans-
vaalsche regeering de binnenlandsche wet
ten ten hunnen believe en in hun voordeel
moet veranderen, en wel zoodanig dat wel
dra niet meer de Boeren, maar deEngel-
schen de regeering in handen trjjgen.
Om hun wil door te zetten hebben die
Engelschen zich gewend tot de Engelsche
regeeriug, opdat deze hen zou steunen in
hunne onderneming.
Engeland had die Uitlanders erop moe
ten wijzendat het bij tractaat verklaard
heelt dat Transvaal onafhankelijk is in zijn
binnenlandsch bestuur dat de Engelsche
regeering dientengevolge zich niet mocht
inlaten met de wetten van het kiesrecht
voor president of volksraad. Zoo zou eene
rechtvaardige regeering handelen.
Niet aldus Engeland. Het gaf terstond
gehoor aan de roepstem der Uitlanders, en
nu is reeds sedert maanden de toestand zoo
danig gespannen, dat elk oogenblik de oor
log tusschen Engeland en Transvaal kan
uitbreken. Dit zaakje zou den Engelschen
jelui elkander ten allen tjjde zult liefhebben."
//Maak mij niet kwaad, Jeannette, je weet
wel, dat het dan niet goed met je afloopt.//
De huishoudster trok een nijdig gezicht, doch
durfde voor het oogenblik niets tegenzeggen, en
ging jjverig aan haar kous zitten breien. Eliza had
zich reeds lang over hare teekening heengebogeu.
11 Ja,// zeide Brambriquet, terwjjl hij een snuifje
nam, //dit huis geljjkt werkelijk een hel, sedert
er twee vrouwen in zjjn, mijn hootd loopt ervan
om Doch ter zake, beBte heer Moreau. U zeide
dus Kijk, waarom staat u op F Wilt u
reeds weder heengaan F"
Inderdaad maakte Moreau aanstalten om te
vertrekken.
„Mgnheer Bambriquet,// zeide hjj op vasten
toon, zonder den afkeer te verbergen, welken
deze hem inboezemde, //ik heb hier niets meer
te doen. Heden had ik door onze zaakgelastig
den vernomen dat ik, zonder het te willen, be
langen te behartigen had, waarin u betrokken
waart. Hetgeen ik zoo bij geruchte omtrent uw
persoon en uw karakter vernomen had, was nu
juist niet van dien aard, om deze betrekkingen
vaster aan te kuoopen, doch ik had mjj u niet
zoo voorgesteld als ik u hedenavond heb leeren
kennen en was daarom, mijn afkeer overwinnende,
naar u toe gekomen om zekere voorstellen te
doen, welke ik nu niet meer dienstig acht.
Wij zouden het stellig niet eens worden. Daar
om zal ik aan uwe en mjjne zaakwaarnemers de
zorg overlaten de zaak, waarvoor ik hier kwam,
te regelen en neem ik afscheid.//
De oud-lompenkoopman stond sprakeloos bjj
deze strenge redevoering, waarvan hjj echter niet
de handen vol geven dit weten zij ook
maar eindelijk zou toch de oud-hollandsche
republiek door den kolos doodgedrukt wor
den.
Overtuigd van zijn schreeuwend onrecht,
heeft Engeland vooreerst de Transvaalsche
afgevaardigden van de Vredesconferentie ver
wijderd gehouden wel wetende dat zijn
averechtsche bemoeiingen daar niet onbe
sproken zouden blijven.
Maar het mooiste komt achterna.
Engeland was haantje vooraan met zijn
voorstellen van een permanent scheidsge
recht, maar het dreigde zich uit het vredes-
concert terug te trekken, eerder dan toe
te stemmendat het geschil met Trans
vaal aan een scheidsgerecht onderworpen
werd.
Kan er iets bespottelijkers worden uitge
dacht?
Daar hebt gij nu het verschil tusschen het
zullen en het kunnen, zonder nog te gewa
gen van het moeten.
Op deze manier begint de belachelijke
werking van het scheidsgerecht, en dit begin
toont ons het geheele verloop ervan aan.
Ik geloof dat die nieuwe scheidsrechters
niet veel rechtskennis noodig hebben, want
niemand zal aan hunne deur aankloppen.
Daarop zal men het aloude deuntje kan
nen toepassen zij dronken een glas, enz
en zij lieten de zaak zooals zjj was.
De noordsche zon heeft geheel haren stra
lenglans verloren.
Wolven zijn en blijven wolven.
Rusland.
De dood van den Russischen troonop
volger, grootvorst George, was zeer tra
gisch. Hij reed in een automobiel. Eene
boerin die voorbij kwam, zag dat de Groot
vorst bloedde. Zjj liep naar hem toe en
bemerkende, dat hjj schier op zjjn beenen
niet meer staan kon, vroeg zjj hem «Wat
deert u De Kroonprins antwoordde
«Niets>.
De boerin vroeg hem of hjj wat water
geheel en al den zin begrepen had. Eindelijk
riep hij
//Wat duivel moet dat beteekenen? En hoe
weet gjj, dat wij het niet eens kunnen worden,
zonder dat gij zelfs maar gezegd hebt, waarover
het handelt F Welk een zonderling mensch zjjt
gjj? Komt gij, alleen om dat te vertellen,
's avonds om tien uur aanschellen F"
//Inderdaad had ik u nog iets anders mede
te deelen, en wel, dat n de kamers, welke ik
bewoon, te huur kunt hangen."
//Spoedig denk ik ze te ontruimen, en wel
voor altjjd.//
„Gjj wilt vertrekken? Zooals u verkiest, mijn
heer, ga uw gangmaar gij schjjnt niet goed
op de hoogte te zjjn van de gebruiken in der
gelijke gevallen, en men zou zeggen, dat gjj nog
nimmer op zulk eene wjjze vertrokken waart
Doch dat gaat zoo maar niet!//
//Och, wat komt er dat op aan F Maar ik zal
mjj omtrent de formaliteiten op de hoogte stellen
en ze stipt in acht nemen u
Op dit oogenblik werd er hevig aan de bel
getrokken.
//Nog al een F Wie kan er nog op zulk een
uur komen zeide de huisheer wrevelig: //Ga
eens zien, Jeannette, houdt men mjjn huis voor
een herberg F"
Jeannette stond geeuwende op.Moreau wilde
van de gelegenheid gebruik maken om zich te
verwijderen, doch toen hij naar Eliza ging om
haar goeden avond te wenschen trad de persoon,
wien Jeannette was gaan open doen, driftig het
vertrek inhet was Eduard De Salviac.
(Wordt vervolgd,)
H4IRLHH8GHE C0DK4IT.
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
AGITE MA NOW AGITATE.
OF DB