NIEUWE
HbaaBlaó voor <3Tooró- en Stiió-éCollanö.
Een Eeuwfeest.
No. 4247
Zaterdag 29 Jali 1899
24ste Jaargang.
bUITE NhAND.
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderljjke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUE1AÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer7'/i
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R S.
Het was de 15e Juli 800 jaren geleden,
dat onder aanvoering van Godfried van
B o u i 11 o n, het leger der Kruisvaarders Je
ruzalem innam en daarmedejde kroon zette
op het heerlijke werk ter eere Gods en
ter bevrijding van de Christenen in het
Oosten.
Dezen gedenkwaardigen dag bomt ons
in de gedachten en mag niet ongemerkt
voorbijgaan nu wij een tjjd beleven van
onbeduidende .feestvieringen. Arm is men
in onze dagen aan hooge idealen en edel
moedige daden, daar heerscht geen heilige
geestdrift meer onder het volk.
Het overlaten van den loop der zaken
aan zich zeiven, is in de plaats getreden
waar vroeger helden streden en overwon
nen. Stofverheerljjking is des menschen
deel geworden men huichelt vroomheid
maar men breekt tevens af het goede, men
belet het bevechten der overwinning en
dooft heiligen geestdrift uit.
Wat is onze tjjd, die zich verheft op
zjjn kunnen en weten, op zijn beschaving
en ontwikkeling, die met philanthropic en
humaniteit zonder geloof de menschelijke
ellende waant te kunnen lenigen, arm aan
hooge gevoelens en heerlijke deugden, aan
edelmoedige opwellingen en ridderlijke da
den zooals de tijd der Kruisvaarders ken
merkten.
Het einde der negentiende eeuw getuige
van het bankroet der wetenschap, van toe
nemend ongeloof en overschilligheid, van een
onverzadigbare zucht en onleschbaren dorst
naar geld en goed waarbij alle middelen
ter verkrjjging worden goed geacht.
De Kruisvaarders waren bezield met een
bewonderenswaardig geloof, een edele, hoog
opvlammende geestdrift om aan de roep
stem des Pausen gehoor te geven. En wat
zien wij thans? Waar Z. H. Leo XIII ons
allen oproept om man aan man onversaagd
tegen de vooruitdringende schare der vrij
metselarij stand te houden stelden zich
FEUILLETON.
VADER BAMBRIQUET,
of mz
Lompenkoopman.
23 Vervolg.)
Het deksel vin het bureau ging langzaam
open en het verwjjderd schijnsel der lamp ver
lichtte stapels goud en zilver, benevens gansche
bundels papieren van waarde.
De huishoudster onderzocht nauwkeurig de
plaats, welke elk voorwerp innam, en opende
een goed gevulde portefeuille, waaruit zjj twee
billetten van duizend franks trok.
//•H|j weet niet hoeveel er zjjn,// mompelde zjj
spottend, //wat een ezel 1 wat een domkop Als
of ik niet reeds lang wist, hoe slordig hij is
en hoe kort van memorie.
./Twee armzalige papiertjes Hjj zal er niets
van bemerkeD, er zjjn er zooveel 1 lk zal deze
bjj de andere voegen.
„Of h|j m|j trouwt of niet, ik heb ten min
ste een appeltje voor den dorst. Pierre moet
ditmaal maar tevreden zjjn met de vier rollet
jes goud."
Zjj haalde diep adem, terwijl zjj vervolgde
//Ik kan niet veel te geljjk nemen, want ein
delek zou hjj lont ruiken. Mogelijk is er nog
parte f® trekken van die papiereD, welke daar
zoo achteloos in dien hoek zen geworpen, dat
zou minder gevaarlek zjjnhe heeft zoo weinig
orde op zene zaken, dat hg zal meenen ze te
dezer dagen eeu aantal Katholieken onder
de vaan onzer vijanden en zij vochten bij
den verkiezingsstrijd in hun gelederen tegen
ons. Zulke droevige gebeurtenissen zijn
meer te constateeren in onzen karakterloo-
zen tijd en geen wonder, dat de Paus in
zijn Encyliek deze woorden schreef«Dg
sekte der vrijmetselaars neemt eme trotsche
tergende houding aan en juicht over haar wel
slagen in haar vermetelheid schijnt zij geen
maat te kennen. Haar partijgangers hebben
zich vereenigd tot een goddeloozen bondma
ken in het geheim gemeene zaak voor hun
plannenlieden elkander de helpende hand
en hitsen elkander tot driestheid in hun schan
delijke aanslagen aan.
Het einde der elfde eeuw getuigde van
een bewonderenswaardig geloof, een edele,
hoog opvlammende geestdrift om aan de
roepstem des Pausen gehoor te geven en
de H. Plaatsen van de schandelijke over-
heersching der ongeloovigen te bevrijden.
Welk eene tegenstelling thans, welk eene
tegenwerking in het handhaven onzer rech
ten en in den strjjd om erkenning
Wij roepen den Katholieken van goeden
zin toe Denkt aan de edele gestalten van
prelaten en vorsten, van ridders en mede
strijders. Zjj rijzen voor ons geestesoog op
als wij terugdenken aan de Kruistochten,
aan dat onvergelijkelijk grootsche tijdperk
onzer glorievolle historie.
Peter van Amiens, in zjjn heilige
bezieling eene welsprekendheid vindend die
allen overtuigde en meesleepte, in vurige
taal de ellende schilderend, waaraan de
Christenen in het Oosten van de zjjde der
Muzelmannen blootstonden, en den smaad,
dien de H. Plaatsen door de volgelingen
van den valscheu profeet werd aangedaan.
Paus U r b a u u s II, die op de Kerkverga
dering te Clermont geheel Europa tot den
heiligen strjjd opwekte en de goederen van
hen, die ten kruistocht gingen, onder de
hoede der Kerk stelde.
GodfriedvanBouillon,de onvolpre-
hebben verloren. Als die oude dwaas mjj niet
tot vrouw neemt, zal ik hem eecs een poets
bakken op mjjne manier! Trouwens, wanneer h|j
iets mocht ontdekken, zou hjj mjj toch niet
durven aanklagen, want dan zou ik zeggen
ja! dan zou ik nog veel te vertellen hebben.
Maar wat doe ik toch vervolgde zjj terwjjl zij
de secretaire minder omzichtig sloot dan de om
standigheden schenen te vereisehen; //ik vergeet
dat het al laat is en men mij wacht. Ik zal
stellig beknord worden En dan die gie
rige vrouw Erichard, die ik in vertrouwen heb
moeten nemen; maar b|j de minstetonbescheiden-
heid wordt z|j weggejaagd,daar kan zij op rekenen."
Aldus sprekende had zjj den sleutel in haar
zak geborgen, daarna nam zjj de lamp, waarmede
zjj zich naar haar eigen kamer begaf. Yijf mi
nuten later verliet zjj het vertrek weder, te mid
den eener diepe duisternis, in een zwarten kap
mantel gewikkeld.
Nu ging zjj de binnenplaats over en tikte
tweemaal zachtjes op de deur van het portiers
kamertje dadelijk daarop werd de huisdeur
opengemaakt en juffrouw Lapiquette spoedde zich
zoo licht en stil als een schim naar buiten.
Z|j liep snel en zonder om te zien tot aan
den hoek der straat voort. Bfj bare nadering
trad een man uit een der portieken te voorscbjjn
en plaatste zich onder het licht van een gaslan
taarn. Hij was zes voet lang en droeg zwarte
snorren zijne kleeding was die van iemand die
aan lager wal geraakt is, in zjjne hand hield hij
een zwaren wandelstok. Zoodra hij Jeannette
herkende kwam hij op haar af en zeide met
schorre gedempte stem
zen held, grooter nog door zjjn nederig
heid dan door zjjn roemruchte wapenfei-
I ten, die weigerde een koningskroon te dra
gen waar Christus een doornenkroon had
getorst, en geen anderen titel verlangde
dan den eerenaam van Beschermer van het
H. Graf.
De ridder] jjke Tan credo een afstamme
ling der Noormannen, de onstuimige B o-
hemond van Tarente, de grjj ze graaf Ray
mond van Toulouse, Robert van Nor-
mandië, de zoon van Willem den Ver
overaar, Hugo van Vermandois, de broe
der des Franschen konings, en tal van
andere vorsten, baronnen en ridders, hoog
van naam en hoog van daden, allen mee
gesleept door dezelfde geestdrift, allen be
zield met dezelfde eerzuchthet H. Land
aan de handen der Saracenen te ontrukken.
En dan die honderdduizenden poorters
en dorpers, eenvoudig van afkomst, maar
groot in geloof en moedig in den strjjd
wier namen wel niet door de geschiedenis
zjjn opgeteekend, maar met gouden letteren
staan geschreven in het Boek des Eeuwigen
Levens.
Zjj allen vormen een voorgeslacht waar
op iederen Christen van onze dagen, iede-
ren Katholiek vooral, fier mag zijn. Zij
hebben ons een erfdeel nagelaten van ge
loof en van moed en van geestdrift waar
van wjj eenmaal rekenschap zullen hebben
af te leggen.
Strijden wjj dan wet een vast geloof
en met een vroolijk en opgewekt hart
steeds voorwaarts, wars eiken tegenstand
wars gemis aan steunwars de klein
geestige knagers bezield met een Jan- Salie-
geest.
Herinneren wjj ons groote daden, en put
ten wjj kracht uit de verte van hen, die
ons zijn voorgegaan, overtuigd als wjj zjjn,
dat onze geloofsgenooten, duizendmaal lie
ver een edelen strjjd, dan een modderwerk
in beoefening zien gebracht. Zjj hadden een
eerzucht, die hen groot maakte bij God
en groot voor het nageslacht.
//Alle duivels 1 kom, J eannette, ik sta hier
al twee uur te schilderen Wee je gebeente
als je niets voor me medebrengt 1//
Juffrouw Lampiquette gaf hem, zonder te ant
woorden, een arm, en beiden verdwenen in eene
zijstraat.
XI.
Veertien dagen waren verloopen, zonder dat
de heer Moreau het huis van Brambriquet ver
laten had. Hij was minder norsch dan voorheen,
hetz|j dat zijn aanstaand vertrek er hem toe ge
bracht had zijne afgezonderde leefwjjzeeenigs-
zins te veranderen, hetzjj dat z|jn positie ver
beterd was, en na eene beleefdheidsvisite bjj
Salviac stemde hij er zelfs in toe, iederen avond
een uurtje in het salon van den kunstenaar te
komen doorbrengen. Doek alvorens binnen te
gaan informeerde hij eerst of zich ook een
vreemde bezoeker bjj Salviac bevond, want in dat
geval trok hjj zich aanstonds terug.
Ook in zjjne kleeding was eene merkbare ver
andering gekomen in plaats van de laige man
teljas, welke hjj op zjjn wandeling aanhad, droeg
hij nu een gewaad, dat meer in overstemming
was met zjjn leeftjjd en zjjne beschaafde manie
ren. Deze verandering had ten gevolge, dat hjj
nu scheen hetgeen hjj werkeljjk was, nameljjk
een nog jonge man, wien echter drukkende zor
gen den ernst en het bezadigde van den rjjpe-
ren leeftjjd hadden geschonken.
Nu ging hjj ook vertrouwelijker met zjjne
buren om, zonder echter in bijzonderheden te
treden omtrent zjjn persoon of zjjne positie
Rusland.
Te St. Petersburg heeft zich de Fran-
sche Republiek bp de begrafenis van den
kroonprins George in de Russische Kerk
doen vertegenwoordigen door de heeren
W a 1 d e c k-R o u s s e a u, minister-presi
dent, D e lc a s s minister van buitenland-
sche zaken, en Mo nis, minister van jus
titie. De President der Republiek werd ver
tegenwoordigd door generaal B a i 11 o u d
terwjjl onder het publiek admiraal G e r-
v a i s en alle leden van het corps diplo
matique zich bevonden.
De kist was als bedolven onder een
pracht van bloemen en kransen, waaron
der vooral de aandacht trokken de kran
sen van keizer Wilhelm, president L o u-
b e tden Koning van Denemarken den
Koning van Roemenië en anderen.
Na het eindigen van de geestelijke plech
tigheid nam de keizerljjke familie afscheid
van den doode, die aller lieveling was ge
weest de Czaar en de Grootvorsten hieven
de kist op en, voorafgegaan door de gees
telijkheid, ging de doodsche stoet naar de
grafkelder, waarin oude, grijze grenadiers
de kist langzaam lieten dalen. Diepgetrof
fen wierp de Keizerin-Weduwe de laatste
drie schepjes aarde op de kist; hetzelfde
werd gedaan door de andere familieleden
en daarop verkondigde het gedonder der
kanonnen, dat de begrafenis van den be
gaafden Grootvorst was afgeloopen.
Duitschland.
Keizer Wilhelm wordt tegen half Au
gustus van zijn reis uit het Noorden te
Berljjn terugverwacht.
De toestand van de Keizerin is zeer be
vredigend. H. M. zal zich na herstel naar
Wiesbaden begeven.
Prins H ei nrich van Pruisen heeft zjjn
reis door China geëindigd. Z. H. denkt
nog slechts enkele Koreaansche havens te
bezoeken.
Montenegro.
Kanonschoten kondigden de bewoner» van
Cettinje aandat de toekomstige Kroon
prinses van Montenegro op het grondge
bied van den Staat aangekomen was. De
groothertogin J u 11 a die, daar haar vader
ziek is, alleen vergezeld werd door baar
men kan slechts zekerheid verkrjjgen omtrent
eene omstandigheid welke men tot dusverre slechts
vermoed had, en wel dat de heer Moreau uit
stekend op de hoogte was van den toon, welke
in beschaafde kringen gevoerd wordt.
Mogeljjk had nog iets anders de wenderljjke
verandering te weeg gebracht, die bjj den ge-
heimzinnigen huurder van Bambriquet had plaats
gegTepen. Toen Salviac zooveel lof verkondigd
had van de dochter zjjns huisheers, had zjjue
vrouw het verlangen uitgedrukt kennis met haar
te maken en van het eerste oogenblik aan had
den beide vrouwen elkander liefgekregen. Cécile
had dus getracht het lieftallige meisje, dat zoo
veel te Ijjden had in het onwaardig gezelschap
van haren vader en diens huishoudster, tot zioh
te trekken zjj was daarin zoo goed geslaagd,
dat Eliza bjjna altijd bjj hare nieuwe vriendin
te vinden was.
Daar alleen kon zjj vrjj spreken, zeker ervan,
begrepen en naar waarde geschat te worden.
Bambriquet, inwendig gevleid voor dezen vriend
schapsband, had geen ernstige tegenwerpingen
gemaakttrouwens, de oud lompenkoopman
ging iederen avond uit en kwam slechts tegen
den morgen terug. De huishoudster maakte van
deze afwezigheid gebruik om, zooals zjj zeide,
de verschillende leden harer talrijke familie op
te zoeken en wanneer de arme Eliza de gast-
vrjjheid van hare nieuwe vriendin niet gehad
had, zou zjj genoodzaakt zjjn .geweest hare avon
den alleen in het somber verbljjf van Bambriquet
door te brengen, hetgeen wel eens het geval was,
wanneer mjjnheer en mevrouw De Salviac niet
thuis waren. Wordt vervolgd^
IlitRIEHStHI
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA HOE AGITATE.
PBIJS DSH ADVEBTEWTIEN.