No. 4248. Maandag 31 Juli 1899. 24ste Jaargans QagBlaó voor cftiooró- on Suió-eXollanó. Staatsp ensionneering. BUITENLAND, Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 2,80 0,03 Voor liet baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U itgever, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Van 16 regels50 Cent*. Elke regel meer7Ht Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale Publicité Etrangère G. L. D AUBE fy Co. JOHN., F .JONES Succ. Paris 31i« Faubourg Monimartu Mr. S. van Houten heeft weder een ongevraagd extra-parlementair advies ge geven. Er zijn weer twee «nieuwe staat kundige brieven» van hem verschenen over onderwerpen die actueel mogen heeten in hooge mats, nl. over art. 243 der Ge meentewet en over de Staatspersionneering. De meeste lezers zullen art. 243 der Gemeentewet wel niet in het hoofd heb ben, waarom wjj gaarne mededeelen, dat bjj dat artikel, betrekking hebbende op de Gemeentelijke belastingheffing, de uniforme aftrek vau het voor levensonderhoud noo- dige bedrag werd voorgeschreven maar progressie verboden is. En daar nu in den jongaten tjjd door tal van Gemeenteraden aan de Regeering is verzocht om de pro- gessie bjj deze belasting toe te passen doch dit beginsel niet past in de nieuwe regeling van de Rijks-uitkeering aan de Gemeenten een der werkzaamheden vao het kabinet Van Houten, is het be- grjjpeljjkdat de oud-Minister nogmaals op deze zaak terugkomt en de wenschen naar wijziging van dat artikel bestrijdt. Over die belasting regeling, trouwens eene quaestie, welke maar niet in een en kel artikel kan worden behandeld, wen schen wjj ditmaal niets te zeggen, en wjj bepalen ons derhalve tot het andere advies van mr. Van Houter. Wjj zeiden reeds, dat het handelt over depensionneering van Staatswege. Mr.Van Houten richt meer bepaald het woord tot den bekenden hoogleeraar mr. T r e u b, een der vcxmtanders van de vooruitstre vende politiek, welke zich in 't bjjzonder kenmerkt door het vleien van den hand werksman. De quaestie tusschen mr. V a n H o u- t e n en mr. T r e u b betreft de vraag van het pensioen van Staatswege aan niet-amb- tenaren, dus aan loontrekkenden in par ticulieren dienst. Mr- T r e u b gaat van het standpunt uitdoor hem verdedigd in een reeks artikelen in het Sociaal Week- bladdat de Staat bevoegd is aan werk lieden, niet in Staatsdienst geweest zjjnde, pensioen te geven, en dit verdedigd door de billijkheid en wenscheljjkheid eener her rekening over de verrmgensverdeeling zooals die onder de werking onzer wetten heeft plaats gevonden. Later heeft prof. T r e u b betoogd dat de Staat wel wat geld voor pensioenen van particuliere werk lieden mag uitgeven, omdat dat geld toch weer onder de menschen komt en strekt om de toestanden van eene geheele klasse der bevolking te verbeteren. 't Is vooral tegen de laatste argumen- FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET, Lompenkoopman. 2+ Vervolg.) Men kan dus veilig aannemen, dat de tegen woordigheid van het schoone meisje voor een deel schuld had aan de bezoeken van den eenzelvigen Moreau bjj den beeldhouwer; in- tustoken was hjj tegenover haar niet mede deelzamer ot meer onderhoudend dan jegens de andere personen uit het gezehehap. In een leunstoel gedoken, bracht hjj «enige uren vau den avond door, zonder deel aan de gesprek ken te nemen. Wanneer men rechtstreeks het woord tot hem richtte, dan antwoordde hjj met enkele woorden, doch met de beleefdheid van een welopgevoed man, die zich in beschaafde kringen thuis gevoelt. Daarna verviel hjj weder in zjjne gewone slilzwjjgen. Zjjn zachte, pein zende blik was echter vooitdurend op Eliza gevestigd en zjj scheen zijne gansohe aandacht in beslag te nemen. n dezen kleinen vriendenkring kon het jonge uoi ie vrijuit hare indrokken mededeelen, al na aohoone,gaven teabeerstellen, waarmede de natuur haar gezegend bsd en welk# door eene uitmuntende opvoeding tot aar recht waren gekomen. Hier behoefde zjj hare aangeboren vrooljjkkeid niet te betengelen, hier koD zjj met de vrijmoedigheid, aan de jeugd eigen, hare iatie, dat de heer Van Hou ten in ver zet komt, en naar onze meening zeer te recht. Al deelen wij niet de voor een deel verouderde begrippen, vermengd met meer moderne bijvoegels, die de heer VanHou- ten nu en dan aan de markt brengt, hjj heeft op dit gebied zeer gezonde denk beelden, waarmede in onze dagen al heel weinig rekening wordt gehouden. De heer Van Houten betoogt, dat wanneer de Staat uit de zakken der belas tingschuldigen een inkomen in de zakken van rechters en politie-agenten overhevelt, dan doet hij hetzelfdewat men bij de arbeiderspensioenen wil doen. Alleen tre den in de plaats van ds zakken der amb tenaren de zakken der oude en invalide particuliere arbeiders. En nu ziet prof. Treub niet in, dat er alleen overeenstem ming is in den vorm, doch in het wezen der zaak blijft het afdoend onderscheid tusschen de betaling van diensten en het verleenen van gunsten. Heeft hij geen oog, vraagt mr. Van Houten voor het verschil, dat tegen over de betaling uit de Staatskas in het eerste geval een aequivaleut staat en de maatschappij de diensten der door den Staat betaalde ambtenaren geniet, in het tweede geval integendeel niets 't Is dan ook, volgens mr. Van Hou ten, voor mr. Treub om belastingen te mogen eischen voldoendedat de naaf- schappij als geheel minstens terug ontvangt wat zjj opbrengt. Inderdaad, een komiek Staatbestuurder, die zich biermede tevre den stelt en op dien enkelen grond aan het «overhevelen» tjjgt. Het eenige denk bare kwaad ware voor hem, dat de Staat een icbat vormde. Dan toch kreeg de maat schappij geen terugbetaling, maar als de Staat de schijven maar weer laat rollen, kan 't lieve vaderland gerust zijn Op onzes inzien» uitnemende wjjze heeft de heer Van Houten hier kort en bon dig eene sophisterjj van mr. Treub be streden. Wjj juichen het toe, dat nu en dan de dwaze stellingen van het radicalisme goed worden aangepakt en duideljjk wordt gezegd, tot welke conclusiën deze begin selen leiden, zij het ook dat dit geechiedt door mr. Van Houten. Prof. Treub huldigt het beginsel van beperking van den persoonlijken eigendom. Hjj gelooft, dat de rjjkdommen te onge lijk zjjn verdeeld, dat de een te weelderig leeft en de ander te veel gebrek lijdt. Al wordt het in wat meer geleerde termen verkondigd, dan komt zjjn standpunt toch hierop neder, dat het eerst goed zou gaan ia de samenleving, wanneer alie goederen en rijkdommen geljjkelijk over alle men- gevotlens en gedachten mededeelen, en sores- tijds schemerde tusschen haar aardig gekeuvel dat juiste oordeel, die zekerheid van blik doer, welke groote scherpzinnigheid verraden. De kunstenaar en zjjne vrouw waren opge togen over hnnne jeugdige vriendin en ver wonderden zich terecht over hare veelzjjdige ontwikkeling, zjj waren onuitputtelijk in hun lof over hare talenten en goede eigenschappen. In zjjn hoekje gedoken mengde Moreau zjjne stem niet in de complimenten, waarmede men Eliza overlaadde, wanneer men weder eene nienwe eigenschap in haar ontdekt had, bjj gaf sleohts met een koel, zwjjgend hoofdknik ken zjjne instemming te kennen met deze geest driftige lottuigingeD, doch eigenljjk kon men dit teeken even goed als een eenvoudigen beleefd heidsvorm beschouwen. Wanneer dus de aantrekkelijkheid, welke de bekoorljjke Eliza op eenieder uitoefende, die met haar in aanraking kwam, ook van invloed was op den heer Moreau, dan had hjj toch een eigenaardige wjjze deze te gevoelen, want iemand, die droefgeestiger en teruggetrokkener was dan hjj, was niet denkbaar. Toch gevoelde Eliza volstrekt 'geen afkeer van dezen zonderlingen man, die geheele avon den niets deed dan naar haar luisteren en haar zwjjgend aanstaren. Mogelijk vermoedde zjj, dat achter deze te rughouding meer bewondering en waarachtige genegenheid school dan achter de uitbundige toejuichingen der overige aanwezigen. Instinct matig voelde zjj, dat in dit ondoorgrondelijk gemoed een hevige strjjd gevoerd werd en zjj scheu werden verdeeld. De oude leer dus van de sociaal-democraten die hiervan echter reeds voor een deel afstand hebben gedaan, omdat zjj begrepen hebben, dat de practische toepassing er van op onover komelijke bezwaren stuit. Niet alzoo de heer Treub. Hij leeft nog in de oude droombeelden. De Staat kan best wat missen voor die oude en ge brekkige arbeiders, en als er geen geld ge noeg te vinden is, dan moeten de belas- tiogschroeven maar wat worden aangezet. Deze maatregel zal dan tevens ten gevolge hebben, dat de rijken wat minder zullen gaan bezitten en de armen wat meer. Dit is de nieuwste economische wijsheid en wie het er niet mede eens is, behoort natuurlijk tot de dompers, die achter zjjn bij hun tjjd en niet mede tellen, wanneer van bekwame, verstandige menschen wordt gesproken. Op dien laatsten naam mogen wij voor ons zei ven geen aanspraak ma ken, maar toch gaat onze eigenliefde zoo ver dat wjj ons niet onder de dompers willen rangschikken, eenvoudig omdat wjj de wjjsheid der radicalen niet kunnen be- grjjpen. Mr. Treub vergeet bjj zjjn royaliteit om aan de arbeiders bjj particulieren een pensioen van Staatswege toe te kennen, dat de Staat als zoodanig volstrekt geen verplichting aan die werklieden heeft. Zjj zjjn niet in zjjn dienst geweest en heb ben zich in geen enkel opzicht eenig recht op de erkenning door den Staat verwor ven. Rechters en politie-agenten worden door den Staat betaald en, indien zjj een aantal jaren hun krachten in 's lands dienst hebben besteed, dan zorgt de Staat ook zeer terecht voor hun ouden dag. Maar hoe kunnen particuliere werklieden iets van den Staat eischen De Staat zou hun hoogstensindien 's lands gewone geld middelen buitengewoon rjjkeljjk toevloei den zonder dat de belastingbetalenden ern stig werden gedrukt, eene toelage op hun ouden dag kunnen schenken in den vorm van eene tjjdeljjke gunstwelkt weder zou worden ingetrokken, indien de finan ciën des lands in minder goeden toestand geraakten. Doch men weet het te goed er is in ons vaderland geen sprake van te groote inkomsten van het land. Da grootste moeite is ieder jaar noodig om de Staatsbegroo- ting sluitend te maken en hoe zou er dan gedacht kunnen worden aan het toestaan van eene gunst, die volgens matige bere kening toch vele tientallen millioenen zou vereischen We hebben hier weder een van die ge vallen waarop wjj zoo dikwjjls de aan dacht vestigden ten betooge dat de vrij zinnigen steeds het oog riebten op de Staatskas. Het is zoo gemakkelijk om te zeggen, dat de Staat voor dit of dat heeft te zorgen en dat, indien er niet dadeljjk geld voor beschikbaar is de rjjken nog maar wat meer belasting moeten betalen. En men heeft zooveel succès bjj de min der ontwikkelden, wanneer men hun het uitzicht op goldeljjk voordeel verschaft. Maar onverantwoordeljjk noemen wjj het van mannen die geljjk prof. Treub, voor hoogst bekwaam doorgaan, en met zulke vulgaire argumenten de groote menig te op hun hand trachten te krijgen. Dan hebben wjj nog meer respect voor iemand als mr. Van II o u t e n, die de dwalingen zjjner eigen richting inziet en nog bgtjjds zich terugtrekt, omdat hjj ziet, dat de toe passing van bet radicalisme uitloopt op desorganisatie van de samenleving. Noemt men van radicale zjjde de tegen standers der Staatspensionneering koud en harteloos, veel slechter is het naar onze meening om iets te beloven, dat men feite- ljjk niet kan geven en waardoor men velen eene teleurstelling bereidt, die te grooter :s naarmate de verwachting booger was gespannen. vermoedde daarin zelfs een diepe smart, welke eerbied afdwong. Hoe dan ook, do avonden werden bjj De Salviac op da volgende wjjze doorgebraohtda delijk na het vertrek haars vaders kwam Eliza, eenvoudig gekleed en blootshoofds, bjj hare buren. Bjjna terstond daarop en zonder dat men eigenljjk wist hoe dat kwam,weerklonk de statige tred van Moreau op de trap en weldra zog men hem het salon binnentreden. Na gegroet te hebben nam hjj dan altjjd in denzelfden leunstoel tegenover het jonge meisje plaats. Men praatte, teekende of maakte muziek, tot dat om tiea uur de portiersvrouw Eliza kwam waarschuwen, dat juffrouw Lapiquette thuis was gekomen zuchtend omhelsde het jonge meisje dan mevrouw De Salviacwenschte allen goeden avond en ging heen. Yjjf minu ten later werd Moreau onrustig, richtte nog eenige onbeduidende woorden tot de beide echtgenooten en ging op zjjne beurt heen, zich verontschuldigende, dat hjj hen zoo lang had opgehouden. Het zonderlinge gedrag van Moreau was mevrouw De Salviac niet ontgaandikwjjls zeide zjj tot haar man //Ik zon mjj al zeer sterk moeten vergissen, of onze buurman heeft Eliza reeds lief.// //Hjjantwoordde de kunstenaar glim lachend «ik zou nog eer gelooven, dat een alpenbeer verliefd was geworden op een naohte- gaal. Zoolang hij haar kentheeft hjj het meisje nog geen enkele maal toegesproken. Zal ik ja eens ronduit zeggen hoe ik denk over dien goeden jongen, dien wjj met alle Transvaal. De Boeren van de Zuid-Afrikaansche Republiek worden bestookt met diploma tieke Engelsche sluwheid. Duideljjk is nu weer voor het voetlicht gebracht, toen de Engelsche minister Balfour sprak over het Hollandsche ras met welk een toeleg men stookt. Hij beschouwde den toestand niet wanhopig, maar hjj noemde hetdwaas- heid vrede te proclameeren waar geen vrede was. De Engelschen kunnen niet als een inferieur ras worden beschouwd. Intusschen heeft de Regeering van de Zuid-Afrikaansche Republiek definitief be sloten, dat het aantal vertegenwoordigers van den Rand in den Volksraad zal wor den vermeerderd van twee tot tien leden. Deze zullen gekozen worden door vjjf dis tricten, waarvan elk een lid naar den Eer sten en een lid naar den Tweeden Volks raad kan zenden. Oostenrijk-Hongarije. Te Weenen is de Tweede practisch-so- ciale cursus gesloten. De sluiting werd door eene groote massa menschen bjjge- woond. Deze cursus heeft weer zeer veel nut gesticht, en van alle zijden wordt aan gedrongen tot wederoprichting van eene zoo zegenrjjke instelling. Eene menigte goede opwekkingen wer den gegeven, licht werd verspreid over alle uogeljjke vraagstukken. Het kaf werd gescheiden van het koren, iets wat ons, Katholieken, in den tegenwoordigen tjjd vooral te pas komt. Vrjjdag-middag hield geweld uit een dram» willen verheffen f Het is een man, die zich verveelt en met zjjn ledi gen tjjd geen raad weet; zjjne avondbezoeken zjjn voor hem even zooveel gelegenheden om zich bezig te honden." //Geduld maar, vriendje,» antwoordde Cécile fjjn lachende, vwjj zullen wel eens zien wia geljjk heeft.» Zoo stonden de zaken, toen Moreau op een avond later thuis kwam dan gewoonljjk. Hjj echeen haast te hebben, want het paard, dat voor het rjjtnig stond, hetwelk hem gebracht had, was met zweet bedekt. Snel liep hj het ka mertje van den portier voorbjj, stormde de trap op en klopte bjj De Salviac aan. XII. Cécile bevond zich alleen in het salon cm hem te ontvangen. Moreau wierp een vluchtigen blik om zich heen en zjjn gelaat teekende nauw merkbare teleurstelling, toen bjj bespeurde, dat Elisa niet op de gewone avondbjjeenkomst verschenen was. Hjj bedwong zich echter en naderde de vrouw des huizes om haar te begroeten. //Kom toch nader, waarde buurman," zeide het jonge vrouwtje, „ik was waarljjk al bang, dat u niet zondet komen, en dan ware ik al leen geweest met mjjne vreugde en goede tjjdin- gen. Ik zeg alleen, want die arme Eliza zal vsn avond niet kunnen komen.» //Komt zjj niet?» vroeg Moreau bevend. „Ik vrees zulks, doch neem plaats met aan bevallig gebaar wees zjj hem een stoel). Zoo pater Biederlack5. J. een rede, waarin hjj bewees, dat de geestelijkheid het recht heeft ook harerzijds mede te werken aan de sociale kwestie, als zjjnde door God aangesteld tot herders der kudde, welke zjj in alles moeten helpen en bjjstaan. De rede, een meesterstuk van voordracht en inhoud, vond grooten bjj val. Na lange debatten over arbeidersorganisatie, sloot de hofraad, prelaat dr. Schnidler met een woord van dank aan allen, den cursus. Duitschland. Een achttal leden van de Parjjsche Com mission dn Commerce et de VIndustrie, die de opdracht hebben gekregen de Enro- peesche vrjjhavens te gaan zienhebben Dinsdag de haven van Hamburg bezich tigd. Aan het dejeuner dat op den tocht volgde, dronk de voorzitter der eommissie op de stad Hamborg, in een toost waarin hjj veel lof sprak over de haven der stad. De Pruisische minister van Oorlog generaal Von Gossler zal weldra af treden om het commando op zich te nemen van het eerste legerkorps. Als zjjn opvolger wordt genoemd vrjj- heer Von Gemmingen, disvisie-com- mandant te Erfurt. België. Uit Brussel deelt men ons mede, dat prins Lonis Napoléon er thans ver toeft. De Belgische socialistische afgevaar digde Alfred Defaisseauxisern stig ziek. De grootste rust is hem voor geschreven. Hjj zal vooreerst de Kamer zittingen niet bjjwonen. Petit Bleu verzekert, dat het Bel gische Ministerie ontslag zal nemen. Nog enkele aren zegt het blad en het Minis terie is gevallen. In elk geval zullen de heeren Schollaert en Vandenp eere boom aftreden dan zal de heer L i e- baert de portefeuille van binnenlandsche zaken overnemen, en de portefeuille van financiën worden toevertrouwd aan den heer De Smet de Naeyer; de heer T ro o z krjjgt, volgens de Petit Bleu, het ministerie van oorlog, de heer Ha bert het ministerie van spoorwegen, telegrafie en postergen. Waarschgnlgk zegt Petit Bleu zal Maan dag de vorming van het nienwe Minis terie bekend worden gemaakt. frankrijk. Een der dapperste en hoogst verdien - stelijkste opperofficierengeneraaljNégrier is gebracht onder den indruk van de Ra- geering der Fransche Republiek. Hjj werd ontzet uit de hoogste betrekking als in specteur van het Fransche leger en lid van den Hoogen Krjjgsraad. Hjj zon be last worden met het bevel over het Ooster- leger, maar ook dat is nog te goed voor hem die tegen de Prnisen gestreden heeft en meermalen gewond werd, die in Algiers de zaken onder schitterende krjjgsbedrjj- ven wist te handhaven. Deze militaire specialiteit, bemind in het Fransche leger, in het buitenland erkend wegens zjjn hooge aanstonds zal ik zeggen, wat ik van dat lieve kind vernomen heb, doch voor dat alles brand ik van ongeduld om eene gebeurtenis mede- tedeelen, die Ednard en mjj overstelpt van vrengde en waaraan u, naar ik goed of ten onrechte veronderstel, niet vreemd zjjt.» „Ik, mevrouw „Ja, nantwoordde Cécileterwjjl zjj kern ondengend aankeek. „Kunt u niet raden, wat ik bedoel «Ik verzeker a van neen.» „Kom," zeide het vrouwtje mokkend, „ik zie wel, dat ik mjj vergist heb of dat u bjj zonder* redenen heeft om ^elnn, mjj? man heeft vandaag een zeer vriendeljjken br - van den gezant gekregen, waarin kij hem offi cieel mededeelt, dat men hem de vervaardiging van het monument te Dresden opdraagt en hem verzoekt zonder nitstel met het werk te beginnen. Tnssohen de regels door beeft Sal viac meenen te kunnen lezen, dat hg deze gnnat aan een machtige voorspraak te danken had en daar de persoon wiens invloed hjj hoopte aan te wenden, zich niet te Parjjs bevindt „Mjjnhecr De Salviao heeft ongeluk de voor keur van den gezant aan ieta anders toe te schrjjven dan aan zjjne eigene bekwaamheden,» merkte Moreau kalm aan. Nog beschouwde Cécile hem met een seert wantrouwen. m ME ABONNEMENTSPRIJS NÜUJENDR/t? PRIJS DER ADVERTENTIEN. AGITE MA NON AGITATE. or DB Wort*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1