NIEUWE
QagBlaó voor cföooró- en Sniió-óCollanó.
Gezagvolle uitspraken.
"buitenland,
NTo. 4255
Dinsdag 8 Augustus 1899
24ste Jaargang,
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
B TJ B E A XISt. Janstraat Haarlem.
/1,10
«1,40
«2,80
«0.03
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer7
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Talrijk zijn de uitspraken van hooge
geestelijke waardigheidsbekleders omtrent
de pers. Eenige van deze uitspraken wil
len we hier aan onze lezers mededeelen.
Paus Leo XIII zegt in zijn rondschrijven
van 15 October 1889 «De Katholieke pers
heeft tot taak, de slechte strevingen van
de vijanden der Kerk aan te wijzen het
werk van de herders van het Huis Gods
te bevorderen. Daarom is het ook de plicht
van de Katholieken, de goede pers krach
tig te ondersteunen zij moeten aan de
slechte pers alle deelneming weigeren, maar
de goede pers, zooveel zij slechts kunnen,
tot leven en bloei helpen brengen.»
Bjj eene andere gelegenheid zegt de Paus:
«De Katholieken kunnen nooit genoeg voor
hunne pers doen vooral moeten zij hun
pers steunen, door zich te abonneeren en
mee te werken.»
En bij eene audiëntie, welke bij aan een
Üuitsch-Amerikaansch geestelijke verleen
de, die tevens een groot Katholiek tijd
schrift redigeert, wijdde de H. Vader aan
de Katholieke pers de volgende lofprij
zing «lk beschouw de Katholieke pers, voor
zooveer zg volkomen ons standpunt verde
digt als het meest geschikte middel om
godsdienst en geloof terug te brengen in
die kringen, welke weliswaar voorgeven
Katholiek te zijn maar in werkelgkheid
zulks slechts in naam zjjn. De Katholieke
pers dringt dikwjjls daar binnen, waar de
zielzorger onder geen omstandigheid kan
binnenkomen. De lezerskring van een goed
blad strekt zich niet enkel uit tot de abon-
nés en hunne vrienden, maar tot iedereen,
die zulk een blad of een gedeelte daarvan
in handen krijgt. Wèl geldt dit ook van de
bladen, die aan onze heilige zaak vijandig
zgn doch al te dikwgls weegt een enkele
goede zaadkorrel, wanneer deze op de juiste
plaats valttegen een schepel vergittige
tarwe opzooals door de anti-katholieke
tjjdachriften vaak uitgestrooid wordt.»
FEUILLETON.
VADER BAMBRIQUET
Lompenkoopman.
31 Vervolg.)
Intusschen liet Eliza het gordjjn vallen, doch
al had zjj al de nietigheden, waarvan wij gespro
ken hebben, opgemerkt, dan had dit toch niet
haar eersten indruk kunnen wjjzigen. Zij had
wederom vertrouwen verkregen en bjjna zonder
vrees zag zij het uur voor het diner naderen.
Eindeljjk kwam juffrouw Lapiquette zeggen,
dat alles gereed was. De huishoudster had voor
deze plechtige gelegenheid een japon aangetrok
ken van vuurroode zjjde en een muts opgezet
van driemaal grooter omvang dan gewoonlijk.
Aldus uitgedost, schreed zij langzaam en ma
jestueus voorwaarts. Haar ^frisch doch alle-
daagsch gelaat straalde van voldoening. Mistchien
had zjj indruk willen maken op hare jeugdige
meesteres, door aldus in baar glorie voor haar
te verschenen, doch in dat gevpel had zjj zich
bedrogen.
Of het door de duisternis kwam, waarin de
kamer reeds gehuld was, of dat het jonge meisje
te zeer met hare eigen gedachten bezig was om
van het prachtig schouwspel te genieten, Eliza
begaf zich zonder een woord te spreken naar
het salon, waar het gezelschap vereenigd was,
en de teleurgestelde Jeanuette moest haar brom
mend volgen.
Paus P i u s IX zegt«Het is een heilige
plicht van eiken Katholiek, de Katholieke
pers te ondersteunen, aan die pers de grootst
mogelijke verbreiding onder het volk te ge
ven. De goede pers is een werk van het hoog
ste nut en van de grootste verdienste.»
De met roem bekende bisschop Mgr. v.
Ketteler getuigt: «Een Katholiek, die
de Katholieke pers niet naar vermogen on
dersteunt, heeft geen recht zich een goed
kind van de Kerk te noemen.»'Denzelf
den bisschop legt men de volgende woor
den in den mond: «Zoo de H. Paulus in
onzen tjjd had geleefd, dan zou hij dag
blad-redacteur geworden zgn.»
De kardinaal-patriarch Sar to van Ve
netië zeide, terwjjl hij tot ondersteuning
van het Katholieke blad *La Difesaaan
spoorde: «Ik zou voor geen offer terug
deinzen, om de Difesa'» in stand te hou
den. Wanneer het noodig ware, zou ik
voor dit doeleinde njjn ring, mjjn borst
kruis, zelfs mgn kardinaalskleeding van
de hand zetten; want ik wil volstrekt
en bepaald, dat dit blad blijve bestaan.»
De bisschop van Linz, Mgr. Do pp el-
ba u er, verklaarde ten jare 1886 in een
herderlijk schrijven aan zijne geestelijkheid:
«Het is onze taak, de slechte bladen te
vervangen door goede bladen .Willen
wij met welslagen de waarheid verkondi
gen, willen wij de rechten van de H. Kerk
wederom heroveren, willen wjj aan den gods
dienst van Jesus Christus wederom aanzien
verschaffen in de maatschappij, in het open
bare leven, willen wg eindelijk een bjj uit
stek vaderlandlievende daad volbrengen en
de gevaren, welke ons dierbaar vaderland
bedreigen, verminderen; laten wij dan
hiervoor zorgen, dat de Katholieke pers
groeie en bloeie.»
Bisschop Zwerger schrijft in zgn boek:
<De schatten van den R. K. Christenhet
volgende«Het is een werk van hooge waar
de, tegen het doodeljjk vergift van de slechte
pers zorgvuldig te waken en de goede pers
werkdadig te bevorderen. Onze tijd heeft
Meu had in deze kamer gedekt, want, evenals
veel kleine burgers, gebruikte Bambriquet zijn
eetkamer niet om vuur en licht uit te sparen.
De piano, in buffet herschapen, was overladen
met schotels en flesschen. Behalve de kleine
lamp op tafel, had men nog twee statige kaar
sen aangestoken, die al minstens dertig jaar op
koperen kandelaars hadden gestaan, en bjj dit
meerdere licht kon men, het ruime vertrek in
aanmerking genomen, uitstekend de verschillende
personen opnemen, die zich daar bevonden.
Bambriquet, bjj den haard in zjjn leunstoel
gedoken de beenen over elkander en den hoed
op het hoofd, sprak met zijn gewone opgebla
zenheidkapitein Saint-Julien stond met den
elleboog op den schoorsteenmantel geleund, de
hand onder het hoofd (een houding, die hij
waarschijnlijk had afgekeken van een tooneel-
speler uit een kleine schouwburg) en luisterde
belangstellend, zelfs met eerbied, naar de inge
wikkelde volzinnen van zijn aanstaanden schoon
vader. Neef Joli-Coeur zat aan de andere zjjde
van het vuur in den leunstoel van juffrouw
Lapiquette, doch hjj scheen slecht op zjjn ge
mak. Hjj zat onbewegelijk, recht als een kaars,
met zjjn hoed tusschen de knieën, terwjjl zjjn
handen ouder gewoonte in de ruime zakken van
zjjn pantalon verdwenen waren. Hjj sprak geen
woord, doch lachte of knikte toestemmend met
het hoofd, zoodra bjj zjjn vriend zag lachen of
knikken. Vr0uw Frichard, de portierster, liep,
met een wit schort voor, af en aan, om de laatste
toebereidselen voor den maaltjjd te maken, maar
zjj verloor intusschen geen woord van hetgeen
er gezegd werd en verzamelde ruimschoots stof
nog veel meer verdedigers van de waarheid
met de pen noodig, dan verkondigers der
waarheid op den kansel, zeide onze H. Va
der P i u s IX. Daarom moeten alle christe
nen, wien hun eigen heil en het heil van
anderen ter harte gaat, en vooral degenen,
wien de verdediging van het geloof ook
op den kansel ten taak is gesteld, zooveel
mogeljjk ernaar streven om de slechte pers
zonder ophouden tegen te werken, vooral
door het helpen verbreiden van de goede
pers.»
Na deze krachtige, gezagvolle uitspraken
is elk woord onzerzijds overbodig. Wg ein
digen dus met den wensch, dat deze ver
klaringen van deze hooggeplaatste mannen
naar waarde geschat en de wenken, daarin
vervat, ijverig opgevolgd wordeD door alle
ware Katholieken
Engeland.
Te Londen sterven veel menschen door
de hitte. Verleden week stierven omtrent
duizend personen meer dan een week te
voren. Nooit, zelfs niet ten tjjde der influenza
was de sterfte zoo groot ais thans.
Een luitenant-kolonel van het Eu-
gelsche leger durft openljjk in de Pall Mall
Gazette aanprijzen het gebruik der folter-
kogels, die door de geheele beschaafde we
reld op de flaagsche Vredes-conferentie zgn
veroordeeld.
«Iemand, die op de tggerjacht gaat zon
der zich van dum-dums te bedienen»schrjjft
deze menschlievende meneer, «is een idioot.
Wat zullen de soldaten zeggen, als men
hen uitzendt tegen een niet minder gevaar
lijken vijand zonder een krachtdadigen kogel?
«Geeft den Britschen soldaten»zoo be
sluit de officier op cynieke wijze, «een ko-
gel, waarvan de minste verwonding ont
zettende pijnen veroorzaakt, en de vijanden
van Engeland zullen zich wel tweemaal
bedenken, alvorens het tegen ons op te
nemen.»
België.
In de Belgische Kamer van Afgevaar
digden ergert men zich in de laatste dagen
voor de buurpraatjes van den volgenden dag.
Toen Eliza binnenkwam, stond iedereen op.
Het jonge meisje zag er inderdaad bekoorljjk
uit in haar blauw wollen japonnetje met korte
mouwen en de linten in het zwarte haar, dat
haar lief gelaat omgolfde. Toen zij zag, dat zij
de algemeene aandacht trok, bleef zjj staan en
sloeg blozend de oogen neder.
//Kom maar dichter bjj,// riep Bambriquet
schaterlachend, //de kapitein zal je niet opeten!
niet waar kapitein
Deze ging haar tegemoet onder het maken van
eene diepe buiging.
//Het zou mjj zeer spjjten,// zeide hjj met eene
doordringende stem, //als de eerste indruk, dien
ik op de juffrouw maak, uit een gevoel van af
keer zou voortspruiten.//
Dit betameljjk compliment en vooral de eer
biedige toon, waarop Saint-Julien gesproken had,
versterkten het jonge meisje in het gunstig oor
deel, dat zjj over haren aanstaande geveld had.
Zjj keek den kapitein strak aan, alsof zjj in
zjjn ziel wilde lezenongelukkig was de blik
welke den haren ontmoette, niet in overeenstem
ming met de zooeven gesproken woorden. Eliza
las daarin eene uitdrukking van nieuwsgierig
heid en arglist, die haar deed veratjjven. Op
nieuw boog zjj het hoofd en sprak eenige be
leefdheidsbetuigingen.
Intusschen was Joli Coeur eveneens opgestaan
en boog als een knipmesj zonder dat men acht
op hem sloeg. Hjj was reeds aan zijne tiende
buiging, toen Jeanuette hem driftig aan den
slip van zjjn jas trok en hem eenige woorden
toefluisterde.
aan de toegevendheid der Regeering. Het
schijnt of men bevreesd is voor een hand
vol schreeuwers, daar men al het moge
lijke doet om hen te believen. De Kies
wet-kwestie heeft scheuring gebracht onder
de Katholieken en het zal heel wat moeite
kosten om de eenheid te herstellen.
Wil men in België de meerderheid voor
goed verbrokkelen en de Katholieken voor
goed en definitief naar den ondergang voe
ren, welnu, men ga voort op den inge
slagen weg om het hoofd te buigen voor
een handvol levenmakers.
De Moniteur deelt omtrent het nieu
we Belgische ministerie het volgende mede
Het ministerie van Spoorwegen wordt voor-
loopig verbonden met het ministerie van
Njjverheid en Arbeid. Benoemd zgnd e
Smet de Nayer (minister-president, Fi
nanciën en Openbare Werken), de Trooz
(Binnenlandsche Zaken), van den Heu
vel (Justitie), generaal Cou sebant d'Al-
kenade (Oorlog), de Favereau (Bui-
tenlandscheZaken), baron van dgr Brug
gen (Landbouw), L i e b a e r t (Ngverheid
en Arbeid en Spoorwegen).
Turkije.
Te Konstantinopel hebben twee diplo
maten Abdul KehrinBey en de heer
Melhamé met elkaar gevochten. Deze
heeren vielen elkaar in een openbaar park,
met stokken aan en ranselden er geducht
op los. Een groot publiek woonde het vin
nig onderhoud der Turksche diplomaten bjj.
Melhamé ging zich dadelijk daarna
bij den Sultan over zgn aanvaller beklagen
en ontving volkomen satisfactie. Zgn hono
rarium werd met f 600 maands verhoogd
en de Sultan schonk hem bovendien als
genadegeschenk f 4000. Een irade van den
Sultan beval verder dat de aanvaller zich
onmiddellijk met Melhamé had te ver
zoenen.
De f4000 kon Melhamé evenwel niet
incasseeren, daar de Turksche Minister van
de civiele ljjst eene totaal ledige kas had
zoodat Melhamé op de uitbetaling zal
moeten wachten, waarschijnlijk lang nadat
zgn builen genezen zgn.
Eveneens heeft een andere Turksche di
plomaat de Turksche gezant te Berljjn
Te f wi k-PasGha eene verhooging van
honorarium gekregen van 15,000 Mark
's jaars. Deze heer wordt van Duitsche zjjde
Op dit oogenblik meende Brambriquet, in
zijn belacheljjke voorliefde voor de gebruiken
der groote wereld, dat hjj de gasten volgens de
regelen aan zjjne dochter moest voorstellen
//Kjjk, Liza,// zeide hjj, op den kapitein wjj-
zende, „daar heb je nu mjjnheer De Saint-Julien,
een waardigen, jongen man, je weet wat ik je
van hem verteld heb, en later zal je van hetzelfde
gevoelen zjjn als ik, vooral dat «zwaard in de
scheede steken// is iets verbazend voornaams.//
//Mjjnheer,// viel de kapitein hem bescheiden
in de rede, //uw lof maakt mjj verlegen, ik vrees
dat ik dien in het oog uwer dochter nog niet
verdiend heb.//
„Ha is dat niet mooi gesproken riep Bam
briquet uit, //dat is nog beleefdheid van den
ouden stempel I Men kan wel zien, kapi
tein, dat gjj edelman zjjt 1 Men is zoo wellevend
niet meer sedert ze onze wettige Koningen heb
ben verjaagdIk voor mjj ben altjjd voor onze
wettige Koningen geweest Die zjjn niet
zooals deze regeering, allemaal menschen die
niets beteekenen.
//Doch laten wjj er op het oogenblik de poli
tiek buiten laten, Jeannette is republikeinsch
en men moet niemand in zjjn zienswjjze kwet
sen. Wat mjj betreft kapitein, ik behoor tot de
uwen, dat weet gjj wel Doch genoeg
daarvan, wij verstaan elkander.//
//En wij zullen ons altjjd verstaan, mjjnheer
Bambriquet,// antwoordde Saint Julien, terwjjl
hjj zjjn aanstaanden schoonvader toeknikte.
f Wordt vervolgd^
UmilSCIICIDIilT.
ABONNEMENTSPRIJS
PRIJS DER ADVERTENTIES
AGITE MA NON AGITATE.
OF J>E