NIEUWE HhagBlaè voor <3ïooró- on 3/uió'éCollanó. Wetenschappelijke ontdekkingen. No. 4257 Donderdag 10 Augustus 1899 24ste Jaargang. BJU IT EN 1/AN 1)_ Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers. Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BÏÏBEAU: St. Janstraat Haarlem. /1,10 1,40 <2,80 <0.03 Van 16 regels50 Cent Elke regel meer 7'/t Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Red a c t e ur-0 i t g e v e r, W. KüPPERS. Niet zelden hooren wjj uit den mond van de vijanden van het Katholicisme de lasterlijke bewering, dat de Kath. Kerk eene vijandin is van de wetenschap, en dat zij bij het volk de talenten niet opwekten het liever houdt in een roes van onwetendheid. Tegenover deze lasterlijke aantijging stel len wij hier eene welsprekende statistiek, waaruit blijkt dat de voornaamste weten schappelijke ontdekkingen gedaan zjjn door priesters en kloosterlingen geboren uit het volk. Aan den H. Anatolus, bisschop van Lao- diceaheeft men te danken den sterren kundigen Paasch-regelaan Dionysius den Kleine, een Scytisch kloosterling, den tijdkring, welke zijn naam draagt en welke het begin van de christelijke tijdrekening heeft vastgesteld. Aan Boëtius, een priester, heeft men te danken de pijporgels, de Artesische put ten; aan den kloosterling Alcuinus de sterrenkundige rangschikking der planeten aan den eerbiedwaardigen Beda de vin gerrekenkunst en den tegenwoordig bestaan- den vorm van den kalender aan den kloos terling Guido van Arezzo de muzikale toonladder aan B a c o den verrekijker en de verbeteringen van den Juliaanschen ka lender, die naderhand aangevuld is door den Pater Jezuïet Clavius. Aan den priester Vi r g i 1 i u s, dankt men de eerste verzekering dat de aarde rond is; aan A1 b e r t u s den Groote dankt men het zink en het arsenicum; aan Richard Warlingfort het eerste sterrenkundig uurwerk. Aan den kloosterling G e r b e r t,later paus Sylvester II, dankt men de horloges met raderwerk, de stoomwerktuigen en de invoering van het tientallig stelsel, hetwelk de H. Joannes Damascenus onder wezen had, toen hp nog professor was van FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET Lompenkoopman. 33 (Vervolg.) „Waarom zou mijnheer Joli-Coeur ook eigen lijk geen professor in het bakkeleien kunnen ssjjn Er zjjn toch ook wel schermmeesters en dat komt zoowat op hetzelfde neer. Z»g eens, Joli-Coeur, je moest mij eens een paar lesjes geven men kon nooit weten, waar het goed voor is." „Wanneer je maar wilt, papa," zeide de pro fessor met zjjne schorre stem.//Ik ben geheel te uwer beschikking en zal niets voor de les reke nen. Kom maar op, wanneer het je goeddunkt.// De maaltjjd liep teB einde, mtn zette likeu ren en koffie op de tafel, die nog beladen was met de overblijfselen van het dessert Joli-Coeur, wiens gelaat gloeide van het overvloedig gebruik, dat hjj aan tafel van den wjjn gemaakt had, sloeg achtereen verscheidene glaasjes cognac naar binnen, en toen Jeannette, uit voorzichtig heid, de karaffen wilde wegnemen, verzette hij zich daar zoo nadrukkelijk tegen, dat zijne nicht, uit vrees voor schandaal, haar voornemen niet ten uitvoer durfde brengen. Terwijl zij nog beproefde hem naar reden te doen luisterer, stond Bambriquet op, haalde zijn oud zilveren horloge te voorsohjjn en zeide, dat hjj genood zaakt was heen te gaan, den groot-vizier, den verschrikkelijken ka lief A b d e 1-M a 1 e c k. Aau den diaken Giosa heeft men te danken den magneet en het kompas aau Spind, van de orde van St. Dominicus, het oogglas of bril; aan Basilius Va le n t i n u s, kloosterling van dezelfde orde, de eerste toepassing van de scheikunde aan denSpaanschen Benedictijn,aomPonce, de wijze om doof-stommen te onderrich tenaan den Jezuïet Laoa de wijze om de blinden onderricht te geven aan den kanunnik Copernicus het stelsel van de aarde aan de kardinalen Cu sa en Sc hom- bert, en aan Forcarini, van de orde der Carmelieten, de verzekering dat de aarde draait en dat de zon stilstaat. Reeds vóór Galileï hadden zjj deze verzekering af gelegd. Aan den Portugeeschen JezuïetG u e- m a z, dankt men den eersten luchtbolaan den Jezuïet, K i r c h e r, de tooverlantaarn aan den pastoor C a p a n i de kunst om kostbare steenen te snijdenaan Jean D u t o n, algemeen overste der Antonia- nen de algebraïsche teekensaan pater Cartel het klavier. Reeds twee jaren vóór Franklin had de diaken Noliet de Pimpré het on- weder verklaard door de aanwezigheid van electriciteit in de wolken. Doch waar zouden wij eindigen, indien wij alle de namen wilden opnoemen van de priesters en kloosterlingen, die op het i gebied van de wetenschap een schitterende ontdekking of uitvinding hebben gedaan Laat het genoeg zijn, wat wij hier hebben aangehaald. Voorwaar, het is een welspre- kende lijst van namen, die ongetwijfeld nog met vele andere namen kon worden ver meerderd Eene welsprekende statistiek welke logenstralt de lasterlijke, zoo dikwerf herhaalde aantijgingdat de Katholieke Kerk de vijandin is van de wetenschap. Of echter deze statistiek de vijanden van het Katholicisme zal overtuigen van het valsche hunner bewering, dat is een andere vraagt XVII. De kapitein had aandachtig bet gedrag van zjjn medegezel gadegeslagen waarschijnlijk eene ^uitbarsting vreezende, stond hjj eveneens op. //Welnu, mjjnheer,// zeide hij haastig, „wan neer u het ons wilt veroorloven, zullen wjj ook vertrekken.// //Waarom dat riep Bambriquet verwonderd uit, „waart gjj dan niet van plan dan avond mtt Jeze dames door te brengen, terwijl ik aan mjjne bezigheden ga Ik zal niet lang weg blijven.// De kapitein scheen zeer verlegen met de zaak. //Beste mijnheer Bambriquetzeide hij, //ik zou met zeer veel genoegen nog eeDi- ge oogenblikken bjj uwe dochter vertoeven, maar die arme Joli-Cceur heeft nu reeds te veel ge dronken en //Komkom Liza is een braaf meisje en hoewel zjj op een kostschool is opgevoed, zal zjj toch zoo preutsch niet zjjn om boos te wor den, wanneer een fatsoenlijke jongen een beetje boven zjjn theewater is; blijft dns maar gerust Zjj zal jelui wat voorzingen om den tijd te ver drijven.// Het jong3 meisje zag in, dat er niets aan te doen was, zjj had dien avond reeds zooveel geleden, dat zij eene herhaling daarvan niet wilde afwachten. Wanneer zij bovendien haar aanstaande liet heengaan, zonder hem gesproken te hebben, zou de gelegenheid zich wel eens niet meer kunnen voordoen en zou zij onherroepelijk verbonden zjjn. Zjj besloot dan ook tot eiken prjjs een einde aan de zaak maken. waarop wij thans liever geen antwoord zul len geven. Italië. Eene Italiaansche schrijfster M a t h i 1 d e S e r a o, die zeer veel schijnt op te hebben met de Koningiu van Italië, schrjjft onder den titel*La Mia Reginaover deze Vor stin het volgende «Margherita van Savoye beheerscht volkomen vier levende talen en haar litera tuur, nl. Italiaanscb, Fransch, Engelsch en Duitech. Ook Latgn heeft ze bestudeerd en ze kent ook hiervan zooveel dat ze de klassieken vlot kan lezen. Ze leest ook in de vier bovengenoemde talen boeken op we tenschappelijk, filosofisch en sociologisch gebied. Wanneer er iemand van ons bij haar wordt ontvangen, wanneer een schrg- ver, geleerde of kunstenaar het Quirinaal (koninklijk paieis) bezoektis hjj steeds verbaasd over de kennis van de Koningin. Haar woordenhaar lachbaar tegen woordigheid moedigen allen die werken aan. Op de plaatsen waar kunst en weten schap worden beoefend, is ze goed thuis bij de openiDg van kunsttentoonstellingen is zij steeds tegenwoordig, zij woont bijna alle muziekuitvoeringen bij en bezoekt ge regeld den schouwburg. Al wat geestesoe- tening wat uitdrukking van talent is, moe digt zjj aaD. Wie van ons, romanschrijvers, novellisten, kunstenaars, heeft zich niet door hetgeen zjj zeide of reeds alleen door haar opwekkende tegenwoordigheid aan gespoord gevoeld en een stap in de goede richtiDg gedaan op zijn moeiljjk pad! De Koningin heeft jaarlijks behoefte aan eenzaamheid. Dan zoekt zij de bergen op, met hun hoogten, hun rust, hun reinheid. Ze bewoont daar een huis van een verdie ping, omgeven door weiden en boomen en leeft daar een leven van rust eu kalmte. Haar klein gevolg woont in het laaggele gen stadje. Ook ik heb eenigen tjjd daar boven in de kleine herberg van Greffoney doorgebracht, weinige schieden verwijderd van de «Yillino Peccoz, waar de Koningin woont. Boe dikwijls ben ik voorbij dat huisje ge gaan en heb ik daar haar lief gelaat achter de ruiten gezien. En 's-nachts, als de Monte Rosa blauw schijnt en alles zwjjgt in het //Vader had ons reeds gezegd, dat u ons van avond gezelschap zoudt houden, mijnheer De Saint-Julien,// zeide zij blozend. Bambriquet barstte in een lnid lachen uit en den kapitein op den schouder kloppend, riep hjj //Hoort gij het En dat zegt zij uit zich zelf Zjj verzoekt utebljjven! Gjj ge luksvogel Welnu, wilt gjj nu nog heen gaan „ik blijf,// antwoordde de kapitein, niet zon der een bezorgden blik op zjjn vriend gewor pen te hebben. Bambriquet nam zjjn jas en, Saint-Julien na derende, fluisterde hjj hem toe, terwjjl hjj hem de hand drukte //En bljjft alles zooals afgesproken is //Mijnheer, ik heb het toppunt mjjner w?n- scben bereikt!// //Des te beter, dus beb ik uw woord „Van ganscher harte //En gjj hebt het mijne wanneer ik terugkom, zullen wjj dus den dag van den bruiloft be palen. Goeden avor.d, dames en heeren,// ver volgde hij, zijne stem verheffend, //amuseert u goed, ik zal niet laDg wegbljjven.// „Goeien nacht, oude papariep Joli-Coeur met een stem als die van een omroeper. //Ha ha u krijgt hjj zjjne vrooljjkheid te rug,// zeide de gewezen lompeckoopman, //nu zullen jelui kuuoen lachen, en ik ben er niet bjj Die duivelsche zaken .Nu, nogmaals goeden avond En hjj verliet het huis met zulk eeue gerust heid, alsof hjj daar niet zjjn dochter had achter- dal van Greffoney, droeg de nachtwind de tonen van een piano waarin de toetsen door een zachte hand werden aangeraakt, naar mg toeeen muziektreurig en j heimwee-achtig, alsof de handen droomend over de toetsen gingen. En zoo in de still* eenzaamheid van den nacht heb ik de ge dachten en droomen van mijn Koningiu gehoord.» België. Het door den heer DeSmetdeNaeyer gevormde Ministerie bevat vier nienwe ministers, de heeren tVandenHeuvel, baron van den Brugge, DeTrooz, en generaal Cousebantd'Alkemade. De heer Van den Heuvel is leeraar aan de hoogeschool te Leuvenwaar hg les geeft in het openbaar recht. Hoogge schat in de wetenschappelijke wereld, is hg ook geen onbekende in de politieke kriu- gen, en in de laatste jaren heeft hij talrijke brochuren uitgegeven over de voornaamste I staatsaangelegenheden. Te Gent wonende, j üd der Conservatieve vereeniging der stad, heelt hij daar reeds een ijverig deel geno men aan het politiek leven, j Baron van den Brugge, de nieuwe minister van Landbouw, is een grondeige naar die zijn goederen zelf bestuurd en die meermalen het bewijs geleverd heeft in I den Provincialen Raad van West-Vlaande ren dat de landbouwbelangen volkomen aan hem zijn toevertrouwd. De heer De T r o o z, minister van Bin- nenlandsche Zaken en openbaar Onderwgs gaf als volksvertegenwoordiger van Leuven j in de Kamer meermalen bewijzen van be kwaamheid. Generaal Cousebant d'Alkemade, minister van Oorlog, is een der jongste ge neraals in het leger. Hg heeft in verschei dene wapens gediend als officier van den staf, is leeraar geweest aan de krijgsschool en inspecteur van het militair onderwijs en der krijgsverrichtingen in het Ministerie van Oorlog. Rusland. De Fransche minister Delcassé heeft te St.Petersbnrg een onderhond met den Czaar I gehad en werd daarna door de Czarina ont vangen. Men verdiept zich nog altijd in gissingen ot Delcassé den Czaar over de D r e y f u s-zaak, dan wel over zijn neiging tot aftreden heeft gesproken. I gelsten in een gezelschap, waarin zjj op meer i dan eene wjjze zoude kunnen beleedigd worden. Toch was Eliza in het begin niet bevreesd, nadat haar vader vertrokken was. Zjj nam voor hare piano plaats, in de hoop, dat kapitein Saint-Julien deze gelegenheid zou te baat ne men om een meer vertrouwelijk gesprek met baar aan te knoopen, doch deze had zich over Joli-Coeur heengebogen en sprak zacht, maar met buitengewone levendigheid met hem. //Laat mjj toch met rust,* riep deze eindelijk ongeduldig uit, „het begint mjj eindeljjk te vervelen mjj als een net mensch te gedragen. Waarom moet ik mjj zoo aanstellen, nu de oudé er toch niet meer is Lig toch niet te zaniken." //Zoudt u niet wat op de piano spelen en iets zingen?// nep juffrouw Lapiquette zoo hard zjj kon, ten einde de woorden van haren neef on verstaanbaar te maken „dat zou den heeren genoegen doen." Haastig voldeed Eliza aan dit verzoek en sloeg krachtig eenige accoorden aan. Zjj begon het reeds te betreuren, dat haar vader was weg gegaan. °- Intussehen had Saint-Julien zich van de bei de karaffen meester gemaakt, die nog op de la- fel stonden, en vèrlangde, dat men ze zou weg brengen deze daad voerde de woede van den dronkaard den top. f Wordt vervolgd ABONNEMENTSPRIJS AQTTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN - -Tfiiiint+i im m OF BB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1