No. 4260 Maandag 54 Augustus 1899. 24ste Jaargang Het parlementaire stelsel. 15 U 1 T JN L A N D. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. 2,80 0,03 Lompenkoopman. Italië. Engeland. Amerika. Rusland. Duitschland. kfragêlaó voor tSfüooró- on ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. IENDJU PRIJS DER ADVERTENTIEN, Van 1—6 regels50 Cents. Elke regel meer71 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. AGITE Mi NON AGITATE. G Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Puhlicité Etranqère, Ij. DA UBE éf Co. JOHN., F. J ONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmartre De gebreken van het parlementaire stel sel doen zich voortdurend meer gevoelen. Dat stelsel is steeds van liberale zijde ge roemd als het meest logische en meest rechtvaardige, maar het is oninogeljjk ge worden langer te verbergen, dat het par lementarisme fouten bezit, die een geregelde ontwikkeling der wetgeving in de hoogste mate belemmeren. De vraag over de beste samenstelling van de Volksvertegenwoordiging heef ^tien tallen van jaren in verschillende landen van ons werelddeel veler hoofden warm en veler harten koel gemaakt en men is bgna overal geëindigd met de deelneming des volks aan die samenstelling zoo ruim mogelijk te maken. Doch hiermede is een nieuwe moeiljjkheid ontstaan. Terwijl men er naar streefde om een Volksvertegen woordiging te krijgen, die een afschadu wing was van het volk in zjjn verschil lende schakeeringen, kreeg men vaak een Kamer, welker gehalte aanzienlijk minder was dan dat van vroegere Vertegenwoor digingen. Wat men dus meende te winnen met betrekking tot een rechtvaardiger sa menstelling, verloor men wat de qualiteit der Vertegenwoordiging betreft. Het spreekt van zelf, dat een dergel jjke Kamer, hoe getrouwe afspiegeling zij moge wezen van de verschillende stroomingen der natie, niet in staat is om de alge- meene volksbelangen uit dat onbekrom pen oogpunt te bezien, 't welk vereischt wordt om aan de wetgeving een natio naal karakter te verzekeren. In 't bijzon der lijden hierdoor de rechten der min derheden. Deze vinden onvoldoende behar tiging in een Volksvertegenwoordiging welker leden zich te veel beschouwen als organen van staatkundige richtingen en te weinig, als afgevaardigden van geheel de natie. Daardoor krijgt men bij de behande ling der wetsvoorstellen in de Kamer een strijd tusschen de politieke partpen in plaats van een gedachtenwis9eling over de wijze, waarop de belangen van het geheele volk moeten behartigd worden. Het is niet lan ger een gemeenschappelijk samenwerken aan eenzelfde taak, maar een onverzoen lijke strijd om de oppermacht, ten einde daardoor in staat te zijn de belangen der eigen richting te doen zegevieren en dus de rechten der minderheden te miskennen. Het is dan ook een utopie, toen de A. Rott. Ct. dezer dagen schreef«Die meer derheid alleen kan op den duur regee- ren en heeft aanspraak op de leiding van 's lands bestuur, die oog en oor en gevoel FE U1LLETON. VADER BAMBRIQUET OP I)ï 3fi Vervelg) „Mjjn God, mjjn God riep zjj uit, „waarom ben ik. in zulk eeu poel terecht gekomen De zoogenaamde kapitein en juffrouw Lspi- quette waren als door den donder getroffen. //Juffrouw,// zeide de huishoudster eindeljjk, terwjjl zij nog trachtte eene waardige houding aan te nemen, //u zult toch geen woord gelooven van hetgeen die dronkaard verteld heeft; iemand, zooals ik, is boven dergeljjke verdachtmakingen verheven, maar het zou mjj toch spjjten, wan neer gij uwen vader mededeeldet //Laat mjj,/y zeide het meirje, terwjjl zij het hoofd afwendde. //Zjj gelooft het, Heilige Maagd Zjj gelooft het O 1 wat ben ik toch ongelukkig //Neen, neen,// zeide de zich noemende Saint- Julien, //de juffrouw is veel te verstandig, om dergeljjke praatjes in ernst aan te nemen Dat heeft men ervan, als men onbeschofte men- schen in een fatsoenljjk gezelschap brengt!// //En toch,// zeide Eliza, zich niet langer meer kunnende bedwingen, //is die man, hoe onbe schoft hjj ook zjjn moge, hier misschien niet het meeate te verachten „Bravo kleine goed geraakt, moedertje riep Joli-Coeur schaterlachend. „Die kan de heelt voor het streven de weuschen, de gevoelens en de rechten der minderheid.» Zulk een meerderheid kennea wij in ons land niet, want het liberalisme heeft zich nimmer beijverd om haar op de minder heid veroverde macht ook dienstbaar te maken aan de belangen van die minder heid. Altijd en immer hebben de liberalen een partij-regeering gevoerd. Zij hebben nimmer rekening gehouden met de meest billjjke verlangens hunner staatkundige te genstanders. Steeds maakten zjj zich van hen af met de bewering, dat hetgeen de anti-liberalen verlangden niet zou wezen in het belang des lands, en dat zij zeiven alleen konden uitmaken wat noodig en wenschelijk moest heeten ter bevordering der volksbelangen. We hebben hier dus steeds gehad een parlementaire meerderheid, die de minder heid verdrukte en eerst het krachtig en volhardend optreden dier minderheid heeft in de laatste jaren eenige verbetering in dezen toestand gebracht. Toch trachten de liberalen nog herhaaldelijk hun partij-in zichten te doen zegevieren. Wij denken slechts aan het wetsontwerp op den Leer plicht, thans bij de Kamer aanhangig. De Regeering heeft de overtuiging kunnen krijgen, dat dit ontwerp volstrekt niet met algemeene instemming door de Kamer is begroet. Integendeel weet zij met zeker heid, dat een zeer aanzienljjke minderheid er niet van gediend is, ja, zelfs is het niet onmogelijk, dat er geen meerderheid voor de wet kan gevonden worden. Ondanks die wetenschap worden de voor bereidingen voor die wet voortgezeten streven de liberalen er naar den leerplicht door te drijven. Hoe kan nu de ARott. Ct. spreken van een meerderheid, die oog en oor en gevoel heeft voor het streven, de wenschen, de gevoelens en de rechten der minderheid tenzij het blad ons toegeeft, dat zulk een meerderheid thans in de Ka mer niet bestaat Wij verwonderen er ons dan ook niet over, dat naar middelen wordt uitgezien om de meerderheids-dwinglandij in de Volks vertegenwoordigingen te fnuiken en aldus te voorkomen dat de wetgeving uitslui tend naar de beginselen van de toevallig bovendrijvende staatkundige richting wordt geregeld. Het spreekt echter van zelf, dat deze middelen] niet voor de hand liggen en de toepassing van sommige er van we der andere moeilijkheden in het leven kun nen roepen. Zoo werd in den jongsten tijd herhaal delijk gewezen op de wenschelijkheid om bepaalde quaestiën, waarvan men meent, fluweelen Heori in zjjn zak steke1 „Zjj hadden wel gelijk met te zeggen, dat jt> niet zoo gemakkeljjk te vangen was als je oude domkop van een vader. „Nu is het jou beurt, oude vos, je hebt je meester gevonden Intusschen beproefde Eliza, die hoe langer hoe angstiger werd, de buitendeur te naderen doch de huishoudster en Henri begrepen haar toeleg. „Goede, lieve juffrouw,//zeide Jeannette, zoo onderdanig mogeljjk, „ik zweer u, dat dit alles leugens zijn. Ik ben zoo onschuldig als een pasgeboren kind, ik heb nimmer uwen vader bestolen of valsche sleutelsin mijn bezit gehad. Het weinigje geld dat ik heb, is mjj geschon ken geworden door „Laat mjj 1 raak mij niet aan zeide Eliza uitwjjkende naarmate de huishoudster nader kwam. „Juffrouw „ik wil niets meer hooren. ik wil weg ik ben bang, raak mjj niet aan „Alle duivels riep de zoogenaamde kapi tein Sant JuSieD, wiens aangeboren ruwheid eindeljjk de overhand kreeg, „zouden wjj ons door zoo'n bukvisch laten ringelooren Gij zult naar rede luisteren, juffrouw, of anders Reeds strekte hjj de hand uit om haar met geweld -tegen te houden, doch zjj uitte zulke doordringende kreten, dat bjj aan zjjn voorne men geen gevolg durfde gevee. Het arme meisje maakte van deze kortston dige aarzeling gel/ruik om de binnenplaats op te vluchten. dat zij door de Vertegenwoordiging wel eens zonden kunnen opgelost in een zin, die niet geheel overeenstemt met den geest van de meerderheid der natie door het volk-zeli te doen uitmaken door middel van het referendum een volksstemming over een of ander onderwerp, dat in hooge mate de belangen van het volk raakt. Het is moeilijk uit te maken in hoe verre dit middel voor ons vaderland aan bevelenswaardig kan heeten. Wie waar borgt, dat zulk eeu volksstemming niet ge schiedt onder pressie van handige en lis tige partijleiders, die op gelijke wijze als bij de verkiezingen ongeoorloofdeD invloed op de groote menigte uitoefenen Voorts zijn er tal van vraagstukken, die gaan bo- veu de bevatting vau het gros der bevol king en waarover dus niet ieder een juist en onbevangen oordeel kan uitspreken. En in de voornaamste plaats mag men niet voorbijziendat het referendumherhaal delijk toegepast, de wetgeving overbrengt van de Staten-Generaal bij het volk, iets dat bedenkelijk in de hoogste mate moet worden geacht. Nu willen sommigen het referendum toe passen niet om het volk te doen beslissen, maar om de publieke opinie over een be paalde quaestie te polsendus alleen als adviseerende maatregel voor Kamer en Regeering. Doch ook dit is in ons oog on doenlijk omdet de Vertegenwoordiging zich in dat geval steeds zal moeten schik ken naar den uitgesproken volkswil. Doet zjj het niet, dan ontstaat er een kloof tus schen volk en volksvertegenwoordiging welke aan volksleiders aanleiding zal ge ven om langs gewelddadigen weg den wil des volks te doen zegevieren. Als middel om de rechten der minder heden te doen eerbiedigen, kunnen wij dan ook het referendum niet aanbevelen. Het roept een volksregeering in het aanzijn van de meest gevaarlijke soort. Het brengt de politiek op straat en stelt de hoogste belangen des volks in handen van manner, die met de laagste bedoelingen ageeren. Het referendumschijnbaar het hoogste beroep, wordt beheerscht door de laagste hartstochten. Wij kunnen het ons voorstellen, dat in buitengewone omstandigheden een beroep op het volk het eenig middel is om uit groote moeiljjkheden te geraken en een gewenschte beslissing te verkrjjgen. Maar wat in buitengewone tjjden gewettigd is, kan nog niet tot regeeringsbeginsel wor den verheven en toegepast worden bij alle aan de orde komende quaestiën. Eerst wan neer alle middelen zijn uitgeput, waardoor de minderheid haar wenschen en rechten „Laten wjj haar volgen,// riep Jeannette, //om haar te beletten de zakeu op haar wjjze aan de buren te vertellen.// „Wat komt het er nog op aan,// zeide Henri op somberen toon, „die ezel van een Joli-Coeur heeft alles bedorven de boel is misgeloopen." //Nog niet," antwoordde de huishoudster, „je weet nog niet hoe groot mjjn macht hier in huis is, alles kan nog terecht komen.// Terwjjl zjj zoo fluisterend stonden te be raadslagen, zat de dronkaard luidkeels aan tafel te lachen, terwjjl bij hen tusschenbeide spottend aanzag, zeggende „Hé, lié, vrienden, dat is een lesje voor jelui. Ik zal mjjn deel van de taart niet krjj- geö, doch dat komt er niet meer op aan. „Ha! jelui hebben mij een deugnieten een ezel genoemd en mjj als een nul willen behan delen, nu kunnen jelui tevreden zjjn- Verdui veld 1 wat heb ik hem dat netjes geleverd En in een aanval van vrouljjkheid liet hjj zich onder de tafel rollen. Wjj weten.dat ep het einde van dit rerschrikke- ljjk tooneel Edza het bewustzjjn verloren had op het oogenblik, dat zij bjj mevrouw De Salviac bin nentrad dceh d»nk zjj Cécile's goede zorgen, kwam zjj weder spoedig bjj. Moreau herademde toen hjj den blos op hare wangen zag weder keeren. //Zij komt weder tot bewustzjjn,// zeide me vrouw De Salviac treurig, „arm kind, wat zal zij geleden hebben.// Moreau sprak geen woord, doch hjj weende. P dit oogenblik werd de bel zacht overge haald. Eliza sidderde, toen zjj dit geluid ver kan zien erkend, zou een dergelijke buiten gewone maatregel zijn gerechtvaardigd. Daarom hopen wij niet, dat in ons va- derlaud het referendum wordt ingevoerd voor de verbetering onzer wetgeving. Werkt dit stelsel uitnemend in bijzondere Veree- nigingen, waar gewocmlijk slechts vakbe langen of onderwerpen, met de Vereeni- ging in betrekking staande, aau het re ferendum worden onderworpen, voor bet geheele volk gelden andere regelen dan voor particuliere Bonden of Vereenigingen. Wij hopen voor het verdwjjnen der na- deelen van het parlensentaire ctelsel op een beter inzicht bij het volk omtrent het mandaat, dat de Vertegenwoordigers in de Tweede Kamer hebben te vervullen, en op een toeneming bij de vertegenwoor digers zeiven van hun politieke moraliteit. Dan toch zullen zij, die de meerderheid uitmaken in de Kamer, hun verantwoor delijkheid beter begrijpen en de overtuiging verkrijgen, dat zij oog, oor en gevoel mot ten hebben voor het streven, de wenschen, de gevoelens en de rechten der minder heid. Dan kunnen een Regeering en een Kamer wetten tot stand brengen, waarbij de minderheid wordt erkend en verliest ook de politieke strijd zijn karakter van partijtwist. Z. Em. kardinaal Isedore Verga, bisschop van Albano, is te Rome overleden. De resultaten vau de te Rome ge- i houden raad van het Episcopaat van Cen traal- en Z.-Amerika, zijn door den Paus goedgekeurd en gepubliceerd. Zij kuunen als volgt verkort worden weergegeven Volkomen scheiding van de Amerikaan- sche zetels van het z. g. Spaansch patriar chaat van Indiëbenoeming van een pri maat in latijnsch Amerika; reorganisatie van de katholieke scholen, kerkelijke col leges en kerkeigendomuitzending en on- dersteuning van de missie naar het bin nenland van Z.-Amerika; eenheid van eere- dienst; herstel van de Amerikaansche hiërarchie; vaststelling van de betrekkin gen tusschen Kerk en Staat en oprichting van een kerkelijk tribunaal ter uitoefening van de kerkeljjke jurisdictie. De Britten zjjn door een gewetenloos sujet leelijk beetgenomen. Een hooggeacht burger van Glasgow," dr. Colguhoun, lid van den gemeenteraad, voorzitter van de fioancieele commissie, curator der hoo- geschool en ouderling van de «Free Church» is in hechtenis genomen wegens verduis teringen van gelden tot een gezamenlijk bedrag van tweemaal honderd duizend p. st. (twee millioen vierhonderd duizend gulden). Dr. C o 1 g u h 0 u n was van beroep nam en herinnerde zich plotseling al hetgeen er was voorgevallen. „Dat is ze!„ zeide het jonge meisje, terwjjl zjj zich aan hare vriendin vastklemde, //maak, dat ik haar niet te zien krjjg, wat ik u bid den mag, mevrouw laat zjj niet binnen komen, het zou mjjn dood zjjn.// Narcisse opende de deur op een kier en berichtte, dat het de huishoudster was, die Eliza wenschte te spreken. „Is zij alleen vroeg Cécile. //Ja, mevrouw, zjj is alleen, en ziet er be droefd uitzjj doet niets dan schreien.// //Dat is veinzerj| 1 riep Eliza uit, nog dich ter tegen Cécile aandringende; „O, als u dat verfoeieljjke schepsel eens kendet Mevrouw De Salviac gaf bevel Jeannette iu de zjjkamer te laten waar zij bjj haar zou komen om van haar te vernemen wat er was voorgevallen. „Ga er niet heen, Cécile, ik smeek je, doe het niet,// mompelde het meisje met een ver wilderd gelaat, „die mannen, die schurken heb ben zich stellig achter de deur verscholen Zjj zullen zich van mjj meester maken Als jjj mjj verlaat, ben ik verloren „Vrees niets, kindlief,// zeide Cécile harteljjk, „niemand zal hier binnenkomen, dat beloof ik je. Bedaar maar, je zult niet naar huis gaan, voor dat je vader je zelf komt halen. Intusschen zal ik die vrouw weg zien te krjjgen.» „01 wat ben je goed .Maar moet ik dan alleen bljjven 1 Zie eens, hoe ik beef.// „Ik laat een beschermer bjj je achter,//zeide mevrouw De Salviac, op Moreau wijtende, die I advocaat en had als zoodanig gelden ter plaatsing gekregen. Hg besteedde dit geld om in Monte Carlo te spelen. Toen dr. Colguhonn er de lucht van kreeg dat zijn bedriegergen uitkwamen, liet bij zich opnemen in een krankzinnigengesticht maar deze slimheid heeft hem toch niet voor de gevangenis gevrijwaard. In de Vereenigde Staten worden betoo gingen gericht tot de Regeering te Was hington, waarin gewezen wordt op de Philippgnen. Duidelijk wordt aangetoond, dat het niet aangaat de Philippijnsche eilanden te ver- oV' ren. Indien de bewoners der Philip pgnen vrij moeten zjjn, hetgeen hun van rechtswege toekomt, dan wil men ook, dat de Regeering der Vereenigde Staten daar mede voor den dag komt en de Ameri kaansche stelregel de bewoners der Phi- lippiinen ten goede komt, nl.dat men hun niet alleen de onafhankelijkheid, maar ook bescherming van buiten verzekeren. De Amerikaansche Regeering denkt er echter geheel anders over. Zjj heeft bevel gegeven om den strgd op de Philippgnen te hervatten. De geheele legermacht van Mc. Arthur, 4 a 5000 man sterk, is uit San Fernando noordwaarts opgetrokken. De marsch was buitengewoon moeilijk wegens de modder en de hitte. De vijand trok zich, naar ge woonte, langzaam en al vechtende terug. Caloeloet werd ingenomen. De Amerika nen kregen omtrent 40 dooden en gewon den. Heden wordt een aanval gedaan op An geles, dat voor een geschiktere operatie basis gehouden wordt dan San Fernando. De spoorweg ten noorden van San Fer nando is verdwenen, zelfs de djjk is door de Filipinos weggeruimd. De bevelhebber der Filipinos zal den strgd voor de onafhankelgkheid van zjjn volk tegen de ontrouwe Yankees tot het uiterste volhouden. De Fransche minister DeIcassébeeft St. Petersburg verlaten. Voor zjjn vertrek heeft de Minister nog een bezoek gebracht aan de Keizerin-weduwe, moeder van czaar Ni co laas. De Russische Minister van Buitenland- sche Zaken met een aantal ambtenaren van zijn Departement en den Franschen gezant te St. Petersburg graaf DeMonte- b e 110 met het gezantschapspersoneel, deden D e 1 c a s s uitgeleide. Keizer Wilhelm woonde gisteren de plechtige opening bg van de haven en van het Dortmund Eemskanaal. In zjjn ant woord op de rede van den Oberbürger- meister zeide de Keizer dat het kanaal dat bg zoo even bezichtigd had hem voor kwam het deel van eeu groot werk. Hg en zijn regeering houden vast, onwrikbaar besloten verder te gaan. (Stormachtig ge juich.) Hij hoopte dat de volksvertegen- tot nog toe onbewegeljjk in een donkeren hoek van het salon gestaan had. Hierop verwijderde zjj zich. „Wie is dasr?„ vroeg Eliza wier oogen door tranen beneveld waren. „Iemand, die u tegen de gansche wereld zou beschermen, antwoordde Morean vastbera den. Toen Eliza hem herkende, kon zjj een kreet van vrengde niet weerhouden. „U 1 u hier riep zjj met kinderljjke vreugde. „O God heeft u stellig gezonden 1 Laten zjj nu maar komen, nu ben ik niet bevreesd meer!„ XIX. In de zjjkamer werd intusschen een leven dig gesprek gevoerd, waarvan enkele klanken tot in het salon doordrongen. De huishoudster scheen haar onschuld te willen staande houden, terwjjl Cécile haar op zachten, doch strengen toon antwoordde. Moreau zeide tot Eliza„Arm kindwat heeft men n toch gedaan „O! mjjnheer Moreau, als u eens wist, wat ik gedurende dezen verschrikkeljjken avond heb uit gestaan. Ik stond alleen, weerloos te midden van deze afschuwljjke lieden. Zjj voerden een taal, die mjj afkeer inboezemde, en hunne denkbeelden waren nog verfoeieijjker, dan hunne woorden. Ik heb mjj zoo lang goed gehonden, als ik kon, ik heb mijn blos voor hunne oogen verborgen, mjjne tranen ingei.ouden doch ten «lotte hebben sjt mjj de gruwelfjke weerheid geopenb—rd f Werd' rrrvotfd.J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1