NIEUWE
ïïagBlaó voor «SHooró- on Zuió-óCollanó
Eene samenzwering.
No. 4263.
Vrij ia# 18 Augustas 1899
24ste Jaargang.
b U I T N L A N 1
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Al zonderIjjke nummers. «0.03
Dit blad verschjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Ceni
Elke regel meer7l/t
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Coutait
Red a c t e ur-CT i t g e v e r, W. KüPPERS.
De Regeering der Fransc'ne Republiek
heeft eene samenzwering ontdekt waaraan
zouden hebben deelgenomen de vereenigin-
gen Ligue des patriotes, de IAgue anli-semi'
tiijue en de Jeunesse royaliste.
De heer D r o u 1 d e werd gevangen ge
nomen en met hem een groot aantal ach
tenswaardige burgers omdat zij verdacht
werden niet in te stemmen met het werk
van de huidige regeeringsmannen der Fran-
sche Republiek. Met Déroulède werden
een groot aantal koningsgezin len gearres
teerd: Graaf deSabraD, de afgevaardigde
Maicel Habert, de Monicourt,
M a i 11 a r t, zoon van den generaal die het
bevel voert over de militaire school van
St. CyrdePressencourt, hoofd
redacteur van de Gazette trancede heer
M a s s o n redacteur van La trance en an
dere mannen van naam, zijn in de gevan
genis geworpen, terwijl Jules Guérin
zich met een groot aantal vrienden heeft
verschanst tegen de aar slagen op de
vrijheid gepleegd.
Het huis waarin Guérin is belegerd,
gelijkt eene vesting, het wordt bewaakt door
de politie, wat dan ook de Redacteur van
UIntransigeantsprekende over den aan
slag op advocaat L a b o r i gepleegd, het
volgende deed schrijven
«Als comble van domheid als het ten
minste geen schurkachtigheid is, zijn deze
beroepsmenschen der arrestaties er nog niet
in geslaagd, de arrestatie van den Moorde
naar van advocaat L a b o r i te kunnen be
werkstelligen. WatDe «tout Lépine» der
geheime politie is te Rennes, escadrons gen
darmen zwenken daar door de straten van
den ochtend tot den avond en een individu,
dat met lompen bedekt was, dat wil zeggen
ontdaan van de onvermijdelijke hulpmidde
len om zijn vlucht te verzekeren daar
geld de zenuw der ontsnapping is kan
midden in de stad op iemand schieten, dan
FEUILLETON
VADER BAMBRIQUET
Lompenkoopman.
89 Vervolg.)
//Datzelfde zeide je dezen morgen niet,// her
nam Bambriquet verwijtend //doch dat komt
er niet op aan daar zullen wij het later
nog wel eens over hebben U deel ik
mede,// vervolgde hij, terwijl hij zich plechtsta
tig tot Saint-Julien wendde, //dat ik mijn woord
terugneem U bevalt niet aan mjjne doek-
ter, en een goed vader moet den wil van zjjn kind
niet in den weg staan."
Deze, eenigszins late opmerking deed me
vrouw De Salviac glimlachen, terwijl Eliza ha
ren vader hartstochtelijk omhelsde, als om hem
te bedanken.
Ziendedat hij op niemands steun meer be
hoefde te tekenen en dat zijne zaak onherroe
pelijk verloren was, wilde de kapitein althans zjjn
woede lachten.
//Wel alle duivels!// riep hij met donderende
stem, terwjjl hjj Bambriquet met de vuist dreigde,
//dat zal ik je betaald zetten, ouwe domkop 1
Je znlt eens zien ol men straffeloos met mjj den
spot drijft
E-n jjzeren hand greep hem bjj den kraag
van zjjn jas en schudde hem hevig heen en
weder.
//Geen scheldwoorden Janicitzeide eene
zijn weg vervolgen, zonder dat een van deze
talrijke dienders tracht de hand op hem te
leggen
Zoodat W a 1 d e c k-R o u s s e a u ho6
handig hij ook om drie uur in den morgen
de eerlijke lieden uit hun bed weet te halen,
zelfs niet in staat is zich meester te maken
van een moordenaar die zjjn moord open-
ljjk en in het zonlicht heeft gedaan.»
Wij voegen hier aan toe wat de Echo de
Paris zegt«dat de moordenaar is een gek,
die, volgens zijn eigen bekentenis, zich heeft
voorgesteld dat hij Dreyfus had gedood.»
Wie kweekt zulke laffe moordenaars als
waarvan er een revolverschoten heeft ge
lost op advocaat Labori? Wie zijn de
schuldigen Van wie zjjn steeds de ergste
provocaties uitgegaan? Wjj aarzelen niet
hen te brandmerken die de vrienden van
Labori genoemd wordsn, immers, in de
zaal waar de Krijgsraad zitting heeft, wer
den bij het voorbjjgaan van generaal M e r-
cier de kreten gehoord *Naar het bagno!
Moordenaar Ter dood
Vreeseljjk heet de ontdekte samenzwering
tegen de Fransche Republiek, want de Her
tog van Orleans was tijdens de begra
fenis van JulesFaure naar Brussel ge
komen en daar zou hij een schrjjven heb
ben ontvangen «Al onze mannen zjjn ge
reed.» Maar den volgenden dag kwam een
tweede schrjjven«Onnoodig te komen.»
Nu werd de Republiek iu gevaar geacht,
men wilde zich daarvoor wapenen en men
beging de ergerlijke daad van vrijheidsbe-
rooving door eenige personen achter slot
en grendel te plaatsen. Déroulède en
anderen moesten opgeruimd worden,men kon
niet weten wat naar aanleiding van hetgeen
te Rennes plaats heeft, kan gebeuren! En
om aan dat alles een schjjn van recht te
geven, zjjn de leden van de Ligue des Pa
triotes, van de IAgue anti-semitiqueen van
de Jeunesse royaliste beschuldigd, bijeenkom
sten te hebben gehouden ten einde de vraag te
bespreken of de Staatsaanslag, die de hoof
den beroert van de regeerders der Fran-
forsche stem, //geen beleedigingen en verwjjder
je oogenblikkeljjk 1"
Het w«s Moreau, die plotseling naar voren
wss getreden. De zoogenaamde kapitein zag hem
strak aan en werd doodsbleek.
„Wie zjjt gjj Wat wilt gij van mjj stot
terde hij zonder zelfs eene poging te doen om
los te komen.
//Herken je mij niet? Ja, ik ben ook
erg veranderdbij deze woorden fluisterde bij
hem iets in het oor.
//Wat 1 zoudt u
//Zwijg en ga heen Hoewel ik tegenwoor
dig geen gezag meer heb, zou ik je dat schet
teren nog wel eens kunnen doen berouwen.,,
De andere maakte eene diepe buiging voor
den geheimzinnigen huurder en ging, zonder
zelfs de overigen met een blik te verwaardigen.
Allen waren ten toppunt van verbazing.
//Maar zjjt gij dan de duivel in persoon
riep Bambriquet uit, terwjjl hjj groote oogen
opzette.
//Dit alles is toch zoo eenvoudig mogeljjk,//
zeide Moreau verstrooid, //ik heb dien man
vroeger gekend en nu dreigde ik hem, dat ik
eenige dingen aan het licht zou brengen, die hem
betreffen. Zijne lafnariigheid heeft het overige
gedaan.//
//Kjjk, kijk \s mompelde Jeannette, //ik heb
altjjd gemeend, dat „die van twee hoog// tot
de politie behoorde. Zou ik mjj dus niet vergist
hebben
En zjj sloop heen om zich te vergewissen of
neef Joli-Coeur den vrede met zou verstoren,
die nu zoo gelukkig hersteld was.
sche Republiek, zou gepleegd worden vóór
of na het einde van het D r e y f u s-proces-
Daar zit een luchtje aan de verzonnen
samenzwering. De eigenaardigheden van
wuftheid en lichtzinnigheid, het Fransche
karakter bijzonder eigen, doen hier in plaats
van waarheden paradoxen verkondigen..
De geest van JeanJacquesRous-
s e a u zetelt in de Fransche Republiek ten
troon. De bron van het gezag behoort vol
gens hem en de Rousseau's van onzen
tijd, bjj het|volk, elke persoonlijke bevoegd
heid en oordeel is verraad plegen aan de
gemeenschap. Het volk is souverein en de
volkswet moet de uitdrukking zjjn vaD den
algemeenen wil. Men tracht de vorsten te
vernederen en tot dienaren te maken van
het volk. Wie er niet aan wil meedoen, is
een clericaal, een jezuïet of een samenzweer
der.
Duitschland.
De Vossische Zeitung betoogt in een lang
artikel, dat er in het begin van 1895 geen
oogenblik sprake is geweest van een oor
log tusschen Duitschland en Frankrijk.
«Er was destjjds zoo weinig sprake van
oorlogsgevaar, dat de Keizer zelfs op 1 Ja
nuari 1895, bij de ontvangst der comman-
deerende generaals in de «Ruhmeshalle»
uitdrukkelijk zijn vreugde te kennen gaf,
dat de vrede verzekerd was. Den 8en Ja
nuari 1895 vond eeD groote parlementaire
heeren-avond plaats bij den Keizer te Pots
dam de Vorst gaf toen ophelderingen om
trent den zeeslag tusschen Japanners en
Chineezen aan de Valu-rivier maar van
de mogeljjkheid van een oorlog tusschen
Duitschland en Engeland was in het geheel
geen sprake. Op 14 Jan. vond in den Rijks
dag eene uitvoerige beraadslaging plaats,
waarbij de Staatssecretaris ook sprak over
de Duitschers in het buitenland.
Van eene verwikkeling met Frankrjjk geen
sprake. En wil nu generaal M e r c i e r doen
gelooven dat Duitschland ook maar een
oogenblik aan oorlog heeft gedacht en ook
maar een oogenblik ernstig gedreigd heeft?
En waarom. Zou wanneer zulke plannen
hadden bestaan en er bedreigingen hadden
Bambriquet trachtte zich bjj Cécile te ver
ontschuldigen over den last, dien de vrees zjjner
dochter haar veroorzaakt had.
Intusschen was Moreau ongemerkt naar Eliza
gegaan.
//Ik vraag u wel om verschooning juffrouw,//
zeide hjj, met gedemptb stem, „ik hoop dat u
niet met haat of afkeer aan mjj zult terugdenken.//
//Ik schenk u vergiffenis, mjjnheer,// zuchtte
het meisje.
Hierop nam zjj den arm haars vaders aan,
die, bespeurende dat de huishoudster verdwenen
was, plotseling zjjne beleefdheidsbetuigingen af
brak en het salon verliet.
Moreau en mevrouw De Salviac bleven eenige
oogenblikken alleen. Zjj hadden nog geen woord
met elkander gewisseld, toen er hevig aan de
huisbel getrokken werd.
//Eindeljjk 1 Daar is Eduardriep Cé
cile verheugd, //hoe gelukkig, dat alles is afge-
loopen, want hjj zou met zjjne gewone levendig
heid de zaak voor de arme kleine nog slimmer
gemaakt hebben.//
Werkeljjk was het mjjnheer De Salviac
hij trad binnen, zonder Moreau te zien, en liep
op zjjne vrouw toe, om haar te omhelzen.
//Lieve Cécileriep hjj uit, als ware het
hem onmogeljjk nog langer de goede tijding te
verzwjjgen, welke hjj medebracht, „ik ben den
ganschen avond bjj den gezant gewet et en ein
deljjk ben ik erachter gekomen, wie mijn be-
sehermer is.//
//En wie is dat, beste man?"
Moreau gaf door eene beweging van zjjne
aanwezigheid bljjk.
plaats gehad, plotseling de bekeering zjjn
gekomen Tengevolge van het toezeggen
eener niets zeggende nota
Oorlogsgevaar bestond er niet in bet laatst
van 1894 en het begin van 1895.»
Zij, die de verwikkelingen door de Drey-
f u s-quaestie in het leven geroepeD, hebben
gevolgd, weten ook. dat keizer W i lh el m
indertijd een wensch aan Frankrijk heeft
medegedeeldwas die wensch niet ver
vuld, dan zou graaf Munster wel wat
langer verlof gekregen hebben.
Frankrijk.
De vesting waarin Jules Guérin
met-tzjjn vrienden, niet door Fransche troe
pen maar door Parjjsche poli tie-agenten
is ingesloten, zal op bevel van den minister
president der Fransche Republiek, W a 1-
deck-Rousseau niet worden bestormd.
De Minister wil niet iemands leven wagen
voor de inhechtenisneming van Guérin.
Hij laat hem de keus tusschen vrjjwillige
opsluiting en arrestatie.
Eenige leden van de Ligue anti-Semi-
liquehebben moeite gedaan om Guérin
te bewegen, zich over te geven.
Uit Rennes wordt getelegrafeerd De
heer Labori heeft geen koorts. De toe
stand is zoo bevredigend mogeljjk. Het zoe
ken naar den kogel is uitgesteld totdat de
uitslag van het onderzoek met X-straleu
bekend is. De afwezigheid van verlamming
en het feit, dat de gewonde geen bloed
opgeeft, geven hoop dat de longen of het
ruggemerg niet zjjn aangedaan.
De moordenaar is nog niet gepakt.
Oostenrijk-Hongarije.
Een gevallen grootheid mag zeker wel
genoemd worden zekere HeinrichLeit-
ner door de Rechtbank te Weenen ver
oordeeld tot twee jaren dwangarbeid, we
gens diefstal en oplichting. Dertig jaar ge
leden was L e i t n e r millionnair en speelde
een rol in de groote wereld te Weenen.
In 1873 verloor hjj door speculaties een
groot deel van zijn fortuin en met het
overschot speculeerde hij in land en huizen.
Doch hjj bleef ongelukkig èn moest ten laat
ste als makelaar in vaste goederen zjjn brood
trachten te verdienen. Toen ook dit niet
ging verviel hij tot misdaad. Hjj lichtte
een huiseigenaar voor 2000 gulden op en
stal bij een vriend een banknoot van 1000
gulden en werd voor den rechter gedaagd.
//Hier staat hjj I# riep de kunstenaar opge
wonden, terwjjl hjj op zjjn geheimzinnigen buur
man troetrad, //nu kan bjj toch niet meer loo
chenen
„Mjjnheer Moreau 1 hjj \u
//Neen, prins Alfred de Z oud-kolonel
van de Koninklijke Ljjfwacht.//
//Is het mogeljjkriep Cécile uit.
Degene, wien wjj den eenvoudigen naam van
Moreau gegeven hebben, bleef somber en zwjj-
gend voor zich uitstaren.
„Beproef nu niet langer u aan mjjne dankbe
tuigingen te onttrekken, mijnheer de prins," zeide
Salviac harteljjk, //op mjjn aandringen heeft de
gezant mjj een brief laten lezen, dien hjj van zjjn
bjjzonderen vriend, prins De Z ontvangen had.
Ik heb uw schrift herkend evenals uw devies
//Noblesse oblige"de beroemde afstammeling
uit het huis De Z is niemand anders dan onze
buur en vriend Moreau. Doch stel u gerust, ik
heb het geheim van uw incognito volstrekt niet
verraden welke ook de redenen mogen zijn om
voor het oogenblik uw roemruchtigen naam te ver
bergen, ik heb ze geëerbiedigd, ik heb Zjjne
Excellentie niets gezegd en hjj heeft op uwe
aanbeveling acht geslagen, zonder uw tegenwoor
dig verbljjf te vermoeden. Toen ik u echter hier
aantrof heeft mjjne dankbaarheid over de beschei
denheid gezegevierd.//
Moreau stond langzaam op en drukts de hand
die Salviac hem toereikte.
(Wordt vervolgdJ
IMILIISCIICIDim.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DBR ADVERTENTIEN
or DE