NIEUWE kDagS/aó voor <3ïooró- en Zelfmoord. No. 4266, Dinsdag 22 Augustus 1899 24ste Jaargang. B II 1T IJN 1/ A M 1). frankrijk- ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. B U B E A U St. Janstraat Haarlem. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 Van 16 regels50 Cent Elke regel meer 77, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Red a c t e ur-U i t g e v e r, W. KuPPERS. Wjj beleven een tijd van gewetenloos en karakterloos toegeven op godsdienstig ge bied. Onverschilligen worden gevormd en langzamerhand kankert een kwaal voort, die bij honderdtallen 's menschen edele roe ping stuit, die de moorddadige hand van een levensmoeden persoon tegen zich zei ven wendt. Wjj behoeven geen Fransche Figaro meer open te slaan, wij behoeven het wutte Frank rijk niet alleen te beschuldigen, dat daar een droevig tooneel wordt geboden van vele zelfmoorden die in alle bijzonderheden wor den medegedeeld. Ons land doet ook mede op dit gebied. Nederland doet op dit punt niet meer onder voor andere landen en het siert zich met de kroon omweven met rouw floers, de kroon van karakterloosheid. Verpletterend is het getal in ons land van gewetenloozen, die de hand slaan aan eigen leven. Dageljjks geven de bladen berichten over zelfmoorden. De één jaagt zich een kogel door het hoofd, een ander werpt zich in het water, een derde hangt zich op, een vierde laat zich door den trein overriden, een vjjfde is niet tevreden met zijn eigen leven voort te sleepen, maar doodt uit wraak, nit minnenjjd of wat het ook zijn moge, eerst een andei persoon, en slaat, als pochende, als verheerlijkende zjjn heldendaad, (zoo meent hij) de moord dadige hand aan zichzelven. Zulke lafaards kweekt de karakterlooze geest van onzen tijd, een gewetenloos on bestraft laten van slechte daden woekert voort. Het kleine leed dat de wereld biedt, kunnen zij, die zelfmoord plegen niet ver dragen, een ongemak, eene teleurstelling is voldoende om in opstand te komen tegen den eeuwigen God, Heer en Meester van leven en dood. De zelfmoordenaar werpt zich de eeuwig heid in, hjj is het lichamelijk omhulsel van zijn ziel moede, hij haat zijn persoonlijkheid- De zelfmoordenaar verkracht de wetten FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET Lompenkoopman. 43 t Vervolg.) De kunstrnaarsvrouw droeg de blauw fluwee- len japon, welker geschieden» ons bekend is, doch de linten van dezelfde etof, die de be koorlijke vrouw in het haar meende te doen, waren vervangen door een prachtige kroon van diamanten, en zij scheen niet weinig trotsch op dit tooisel te zjjn. Toch was het noch Cécile, noch hare diamanten, die de ongeduldige Her- tnance bezig hielden zij beproefde de overige personen te onderscheiden, die achter deze groep aankwamen, en eindeljjk werd zjj Salviac ge waar, met al zjjn ridderorden versierd, den arm gevende aan een jong, schoon meisje, dateven- als zjj in het wit gekleed, doch slanker, edeler van gestalte was. Dit jonge meisje hield de oogen naar den grond gericht, terwjjl hare wangen met een lich ten blos overtogen waren. Bedwelmd door al het leven en de pracht liet zjj zich door haren begeleider medevoeren, die haar glimlachend ge ruststelde. Toch verloor zjj niets van hare waar digheid, de weelde, die haar omringde, verbaasde haar, doch overweldigde haar niet. Men zal reeds geraden hebben, dat het Eiiza Bambriquet Was. Toen freule De Montreville haar gewaar werd, der natuur en schept een vermaak in 't d wars boomen vaa Gods raadsbesluiten. De zelfmoordenaar staat beneden het re- delooze dier, dat tot zulk een uiterste nooit zal overslaan. De beruchte Jean Jacques Rous seau riep in zijn dagen den zelfmoorde naar toe: «Ongelukkigen, wijst mij den rechtvaardige, den goede aan, die zich kan vleien genoeg geleefd te hebben. Yan hem zou ik willen leeren, hoe men het leven moet gedragen hebben om gerechtigd te zijn vrijwillig den dood in te gaan.» De zelfmoord is de grootste schande voor een mensch, de meest gewetenlooze han delwijze die kan worden uitgedacht. Die de hand aan eigen leven slaat, is een dief tegenover zijn evenmensch, want iedereen heeft zjjn plichten te vervullen in de maat schappelijke samenleving, iedereen heeft zijn betrekkingen na te komen, die van natuur- wege hem jegens burgers en medeschep selen zijn opgelegd, doch vooral is de zelf moord eene versmading van Gods raadsbe sluiten, Die zich het recht heeft voorbe houden het leven, dat uit Hem voortspruit en door hem geschonken is, Zjjn schepsel weer te ontnemen wanneer het Hem behaagt. De mensch mist het recht om over zjjn leven te beschikken, want hjj is mensch en mensch moet hjj blijven, hjj is onderdaan en een schepsel van God en Gods schep sel moet hjj bljjven, zoolang God het wil, die den mensch het leven gaf. Wanneer de mensch zich diets kon ma ken, enkelen meenen het te kunnen doen dat er geen rechtvaardige Rechter is, geen hiernamaals, dan zouden velen, als de strjjd des levens zwaar wordt, als men moede is van de teleurstellingen, de mis kenningen en de rampen hier op de wereld, met Dr. Summers kunnen uitroepen: «Ik eindig mjjn leven, omdat ik in den strjjd des levens de verliezer was.» Satanisch is 't te zeggen«Het onge loof maakt moedig en wie bidt toont een lafaard te zjjn.» Want wjj vragen is dat kon zij bare vreugde niet bedwingen. Zonder acht te slaan op de etiquette, zonder te letten op de blikken haars vade»s, die mevrouw De Salviac aan de gravin voorstelde, liep zjj hare vriendin tegemoet. Eliza was zoo ontroerd, dat zij nauweljjks wist, waar zjj zich bevond, toen Hermance vroo- lijk hare hand greep. //Ben je daar eindeljjk, mjjn engelzeide zij teeder, terwjjl zjj haar omhelsde. //Wat is bet toch lief van je, dat je gekomen bent. Werke- ljjk, mevrouw De Salviac, ik zou het u nimmer vergeven hebben, wanneer u uw woord niet waart nagekomen „Wat ben je toch goed Eliza! en ik beschul digde je nog wel Aldus sprekende trok het verwende meisje hare gezellin met zich mede naar een leunstoel naast den haren, zonder de arme Eliza den tjjd te gunnen tot haar zelve te komen of een woord uit te brengen. Aller blikken waren op haar ge vestigd,wat hare verlegenheid nog grooter maakte. Eindeljjk gevoelde Hermance, dat zjj de beleefd heid een weinig uit het oog had verloren. „Neem het mjj niet kwaljjk, mama, en u ook niet papa,// zeide zjj met eene bekoorljjke kin- derljjkheid, //maar ik bm zoo bljjde, dat Eliza bier is, dat ik baar geheel voor mjj zelve heb willen houden Zjj is mjjn kostschoolvrien dinnetje, baron,// vervolgde zjj levendig, terwjjl zjj zich tot den gezant wendde, //wjj zjjn als twee zusters aan elkander gehecht.// De gezant en de graaf maakten eene buiging, mevrouw De Montreville voegde Eliza eenige vriendelijke woorden toe. moed, als iemand, om den last en het ver driet des levens te ontgaan, zich aan den levensstrgd onttrekt Nog eens, lafaards zijn zjj, die den moed missen om het kruis te dragen dat op den schouder van een ieder drukt, en voor hen die zijn gezond verstand weet te gebrui ken verdwijnt in 't niet de stralenkrans van moed, die de mensch door waanzin nigen en karakterloozen wordt gevlochten. De dappere en moedige mensch torst het leed, hoe zwaar 't ook drukt en welke haat en nijd hem ook vervolgt. Hg sluit geen oogen dicht en loopt niet met gebo gen hoofdmet lange armen en loome beenen, wanneer hem onrecht wordt aan gedaan. Hg beurt het hoofd op, richt zjjn blik naar den Gekruiste op den Calvariën- berg, hjj weet dat hjj mensch is, dat hjj zjjn kruis met geduld moet dragen hoe zwaar het ook vallen moge. Hjj treedt steeds voorwaarts op de baan des levens, hjj vat moed in het aanschouwen van zjjn Schep per, door de wereld zoo gehaat, dat Hjj ter dood werd gebracht, omdat Hjj alom wel daden heeft gewrocht. Wanneer de mensch zjjn godsdienst heeft verloren, is hjj tot de lafste daad, dat is: zich het leven te ontnemen, in staat. Zoe ken wjj dan, wat ons ook overkome, hoe ons ook sommige daden die onze vjjanden plegen tegen de borst stuiten, heil en troost in den godsdienst. Knielen wjj in bange uren neder voor den voet van het kruis, want daar zullen wjj kracht vinden om den strjjd des levens te strjjden, zoo ridderljjk, dat de glorie kroon der overwinning in de eeuwigheid zeker ons deel zal zjjn. In de Fransche Republiek wordt het langzaamaan gevaarljjk voor patriotten en anti-semieten. AdvocaatHornbostel is Donderdag-avond gearresteerd omdat hjj een meeting heeft gepresideerd in de Manege Andere genoodigden verschaften eenige aflei ding, zoodat de beide meisjes eindeljjk vrij met elkander konden spreken. „Kent u het joDge meisje, dat zooeven binnen is gekomen vroeg een der bejaarde dames, die niets van het gesprek hadden kunnen opvan gen, op minachtenden toon. //Neen, mevrouw," antwoordde eene andere, //zjj behoort niet tot onze kringen, //die mjjn- heer daar die beeldjes maakt, heeft haar hier ge bracht.// „U heeft ongeljjk, op zulk een toon over den heer De Salviac te spreken, mevrouw de mar kiezin vooré'erst is hjj een verdienstelijk beeld houwer, en dan is hjj van goede familie, het geen toch wel het voornaamste is. Wat de dia manten van zjjn vrouw betreft, zulks kan ik mjj niet begrjjpen de vrouw van een kun stenaar doch meer wil ik er niet van zeggen, ik houd niet van kwaadspreken, dat begrjjpt uen dan men maakt ze tegenwoordig zoo goed na Onder deze samenspraak, waarvan hjj niets verstond en waarover hjj zich trouwens weinig bekommerd zou hebben, had Salviac zjjne vrouw naar den dichtst bjjetaanden stoel geleid hjj bleef op eenige schreden afstand van de beide jonge meisjes staan, en wachtte op eene gele genheid om haar aan te spreken. Hermance sprak met hare gewone opgewon denheid, doch Eliza antwoordde weinig op dit vrooljjk gesnap. De kunstenaar maakte gebruik van een oogenblik, waarop freule De Montre ville eene vraag tot hare moeder richtte, om Eliza te naderen. St. Paul te Parjjs. Op die meeting werd geprotesteerd tegen de gevangenneming van Paul Déroulède en zjjn vrienden. Te Villefranche is een geesteljjke kapelaan V i v a 1 die een brief had ge bracht aan Jules Guérin, in het lo kaal Rue Ohabrol te Parjjs aangehouden. Men tracht eenige inlichtingen te krjjgen van dezen priester over het doen en laten I van Guérin. j In den nacht van Woensdag op Don derdag heeft eene bende van 50 personen in het huis van Joseph Reinach te Parjjs, onder het geroep: «Dood aan de Joden! Reinach in 't water!» de rui ten stuk geworpen. België. De Regeering van de Fransche Repu bliek heeft zich tot de Belgische Regeering gewend met eene zeer scherp gestelde nota, er op wjjzendedat in België en wel te Brussel herhaaldeljjk Orleanietische intriges I worden gespannen. Zoo wachtte op den dag van de begra- I fenis van president F a u r e de Hertog van Orleans met een heelen staf op een te legram uit Parjjs over het resultaat van Déroulède's aanslag. Wjj vernemen, dat de Hertog van O r 1 e- a n 8 in het vervolg alleen maar door Brus sel mag reizen en er niet wonen. Ook zou prins YictorNapoleon ernstig gewaar schuwd zjjn. Duitsohland. I Het Pruisische Huis van Afgevaardigden verwierp bjj de derde lezing van de kanaal- wet een voorstel van nationaal-liberale zjjde tot herstel van het regeeringsvoorstel met 235 tegen 147 stemmen en 32 onthou dingen. Tegen het voorstel stemden de conser vatieven en een deel van het Centrum. Voorts verwierp het Huis een voorstel van het Centrum tot het aanleggen van het kanaal van Dortmund naar den Rjjn met 275 tegen 134 stemmen, en drie onthou dingen. Tegen stemden de conservatieven, de vrjjzinnigen en een groot deel der na- tionaal-liberalen. Daarna werd het geheele wetsontwerp verworpen. De saak-Dreyfiu. D r e y f u e neemt een zeer onverschillige hou ding aan. De President van den Krjjgsraad be- //Vat moed, juffrouw,// fluisterde hjj haar in het oor; //vergeet hetgeen dezen avond te uwen huize is voorgevallen „Ondanks zjjne stjjfhoofdigheid is uw vader toch een verstandig man hjj zal geen misstap begaan Wees geduldig, ik sta voor alles in.// De dochter van den lompenkoopman dankte hem met een doevigen blik, Salviac groette en verloor zich in de menigte. Op hetzelfde oogenblik wendde Hermance zich wederom tot hare vriendin. //Je zult wel niet vergeten zjjn,// zeide zjj, //dat ik op je gerekend heb om samen ons ge liefkoosd duo te zingen hetzelfde, dat wjj op kostschool zoo goed kenden mjjnheer Ber nard, die ons altjjd accompagneerde, is hier. Wjj kennen beiden uitstekend onze partjj, het zal hjj val vinden wJe wilt toch niet, dat ik hier voor al die menschen zal zingen riep Eliza met een soort van schrik uit. //En waarom niet, lieve //Hermance Hermanceverg dat toch niet van mij, wat ik u bidden mag! althans niet van avond, op een anderen keer Als je eens wist, hoe droevig ik gestemd ben. Voor dat ik hier kwam, heb ik geruimen tjjd geweend, mjjne stem is zoo vermoeid dat ik geen geluid zou kunnen uitbrengen. O 1 neenlieve Her mance, vraag mjj niet om te zingen U Het freuletje zette een pruilend gezicht. (Wordt ttrvolgd, HURLEHSCHECODRm. PBIJS DEB ADVERTENTIEN. AGITE MA NON AGITATE. or DE I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1