NIEUWE QagBlaö voor cföooró- en 3.uid-<JCollanó. De roeping der vrouw onder sociaal opzicht. No. 4275, Vrijdag 1 September 1899 24ste Jaargang, b U1TEJNLAN Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Aizonderljjke nummers0.03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BÏÏBEAIJ: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA HON AGITATE. PBIJSjDEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels50 Cm» Elke regel meer7l/t Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Red a c t e ur-CT i t g e v e r, W. KüPPERS. De zoogenaamde vrouwenquaestie wordt tegenwoordig op de internationale eoDgres- sen, in vereenigingen en op vergaderingen, in verzoekschriften en andere geschriften, behandeld. Maar het antwoord op de vraag: Wat is de vrouwenquaestieluidt zeer ver schillend, naargelang het standpunt van den beantwoorder verschillend is. Het is natuurlijk niet onze taak om voor de doeleinden der vrouwenbeweging op te treden, geljjk deze beweging in het so ciaal-democratisch legerkamp in vollen gang is. De vrouw in alles volkomen geljjk te stellen aan den man, deze richting schiet het doel voorbjj, deze richting heeft een valsch en verkeerd doeleinde. Wij moeten deze quaestie beschouwen van christelijk standpunt af. Onder dit gezichtspunt moe ten wjj de quaestie aldus stellenHoe moet de vrouw leven en werken, om zich zelve en anderen gelukkig te maken Volgens de oorspronkelijke verordening Gods is de vrouw de hulpe van den man, maar niet zijne slavin. Zij moet zijne hulpe zijn in huis en in de familie, zij moet de vreugde, maar ook het leed te zamen met den man deelen, zij moet hem en zich zelve, door te werken volgens Gods wil, gelukkig maken. Maar helaasniet lang heeft de vrouw deze eervolle plaats en waardigheiddoor God haar toegewezen, gehandhaafd en be zet. Hoe spoedig werd de vrouw bp alle vóórchristelijke volken afgedrongen van de plaatswelke God haar aangewezen had Wjj zeggen bij alle vóórchristelijke vol ken wij zonderen zelfs de Joden niet uit, want bij dezen gaf de geringste oorzaak aan den man het recht om zijne vrouw een voudig te verlaten. Zij was echter niet meer zjjne levensgezellin, maar zijne slavin. En erger nog waren de toestanden bij de hei- densche volken hier opent zich vóór onze FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET Lompenkoopman. 51 Vervolg.) //Vader// zeide zjj eindeljjk, //daar u in ernst spreekt, bid ik u mjj vergiffenis te schenken, wanneer ik uw wil niet doe. Ik zou er mjjn gansoh leven berouw over gevoelen, als ik u in eene positie gebracht had, waarover u zich zou moeten schameD, waarover ik zelf in de eerste plaats zou blozen. Wanneer ik verzekerd was, dat men u goed zou ontvangen io het salon van mevrouw De Montreville, zou ik mij gelukkig achten, er met u binnen te treden. Nu wjj echter op eene slechte ontvaDgst moeten re kenen, mag ik niet gedoogen, dat u zich dsar- aan blootstelt, en doe ik zelf afstand van het genoegen, dat ik mjj had voorgesteld.// //Hé, kind? wat sla je door!// riep Bambri- quet toornig, //maar je zult je belofte houden door op het bal te komen, vooreerst omdat je verwacht wordt en dan omdat ik het wil. Ik, van mjjn kant, heb ook mijne redenen, om daar te zjjn; ik wensch mjj een denkbeeld te vormen van zulke groote feesten, omdat ik de zen winter ook gasten denk te ontvangen, ten einde eene geschikte partjj voor je te vinden, hetgeen nog zoo gemakkeijjk niet is. Daarbjj zal ik ongetwjjfeld bjj de gravin een zekeren prins De Z ontmoeten, die mjj nog geld schnl- oogen een afgrond, waarvan wij huiverend en met ontzetting den blik afwenden. In Sparta bestond er geen echtbreuk, esnvoudig daarom niet, omdat er geen echt, geen huwelijk bestond. In Athene, het zoo genaamde brandpunt der diepzinnigste we tenschap, was de vrouw niets meer dau een willoos werktuig van de laagste harts tochten. En de oude Germanen hadden wel meer eerbied voor hunne vrouwen dan de oude Grieken en Romeinen maar toch is het een dwaling te gelooven, dat alles, wat Tacitus ons daaromtrent bericht, waar heid zijn zou. Wat de geschiedenis ons meedeelt, luidt geheel anders, en slechts daarom heeft Tacitus het lot der Ger- maansche vrouwen als zóo heerlijk afge schilderd, omdat hij daartegenover de mis dadigheid en zedeloosheid van het Romein- sche volk met des te schriller kleuren wilde afmalen en des te scherper wilde doen uit komen. Waarheen wij alzoo bij de vóórchriste lijke volken den blik wendenoveral el lende, overal schande, overal misdaad en smaadHier was menschelijke hulp mach teloos hier moest de redding van Boven komen, en die redding kwam in den Chris tus, den Verlosser der wereld. Hp, die de wereld wilde verlossen, wilde de vrouw niet op de laatste plaats verlossen neenaan de vrouw had hij de taak, de verhevene taak toegedacht om met de verlossing der weield zelfs mede te werken. Volgens de kleer vaD den Christus was de vrouw wederom de hulpe van den man en aldus de moeder en opvoedster van hare kinderen. Volgens de leer van den Christus werd aan de vrouw wederom de plaats toebedeeld, welke zjj volgens Gods raadsbesluiten moest innemen. En hare plaats werd veredeld, bevestigd en verheven, doordat de goddelijke Verlosser het Sacra ment des huwelpks instelde. En de hoogste autoriteiten van de Kerk hebben dere eereplaats van de vrouw al tijd gewaardeerd en verdedigd en bevestigd dig is, en dien ik gaarne eens n nier zon wil len kennen.// Deze laatste overweging was nu juist niet geschikt om Eliza van haar besluit af te bren gen, het meisje antwoordde dan ook beslist //Desnoods, vader, zal ik den moed hebben u ongehoorzaam te zjjn, nooit zal ik erin toe stemmen in een salon te verschjjnen, terwijl u te midden van dienstboden in eene zjjkamer zou moeten wachten.// «Wat moet dat beduiden F// riep Bambriquet uit, die, reeds zeer driftig van natuur, nu nog woedender werd door de teekens, welke Jean- nette hem gaf. Je wilt niet, dat is wat nieuws! Maar ik heb ook een wil en drjjf mjj niet tot het uiterste, zie je, of ik zou in staat zjjn je in het rjjtuig te stoppen en er je goedschiks of kwaadschiks heen te brengen. Maak mjj niet boozer dan ik reeds ben, het zou je berouwen!*' //Ik smeek u, vader //Ha! durf je nog tegenspreken? Denk je hier meesteres te zjjn? Welnu, dat zullen wij eens zien, je bent nog niet meerderjarig \m //Houd u goed!" zeide de huishoudster zacht. Op dit oogenblik kwam Salviac, reeds geheel voor het bal gekleed, de kamer binnen. De ka menier was komen zeggen, dat men niet op juffrouw Bambriquet behoefde te wachten, en nu kwam hjj eens naar de reden daarvan vra gen. De gewezen lompenkoopman weidde breed uit over de noodzakelijkheid om zjjne dochter te vergezellen. Eliza zeide niets meer, doch in haar blik lag zooveel droefheid, zooveel wan hoop opgesloten, dat de kunstenaar ervan ont roerde. niet al'eeD tegen tyrannieke en goddelooze mannen git den lageren stand, maar ook tegen de aanzienlijkste mannen uit den koogsten stand, tegen mannea, die door bunne misdaden zelfs vorstentronen ont- eerden en bezoedelden. En in de MiddeleeuwenDe geheele edele ridderdienst tegenover de vrouwen, is hp niet ontsproten op christelpken bo dem is hij niet ontsproten uit heb juiste begrip van de betrekking der vrouw tot Maria, die nu eenmaal door God en door de Kerk als het toonbeeld bij uitstek voor de vrouw is voorgesteld Hiervoor in een volgend nummer. Oostenrijk-Hongarije. De ongeregeldheden in Oostenrijk hou den aan. De burgemeester van Eger, heeft zich, vergezeld van vele raadsleden, voor afgegaan door een deputatie uit den Rijks dag, naar het huis van den districts-com mandant begeven. De geheele stoet, waarbij zich langza merhand vele burgers hadden gevoegd, uitte eenigen tijd vijandelijke kreten tegen het gouvernement, waarna de troepen de menigte uit elkander moesten drijven. On geveer hetzelfde geschieidq te Grasnitz. De verspreiding der Münch. Neueste Nachr. in Oostenrijk is door de Regeering van graaf T h u n verboden. In de Galicische mijnstadjes Mi'on- wics en Czeladz hebben zeven duizend mpn- werkers den arbeid neergelegd. Zp eischen hooger loon, korter werktijd en ontslag van een baas die hun niet aangenaam is. Er is een sterke afdeeling troepen naar de mijn- districten gezonden. Duitschland. De Duitsche gezant te Parijs, graaf Voü Munster, die tot Prins is verheven en als zoodanig den naam prins Derne- burg zou voeren, heeft den Keizer ver zocht zijn geslachtsnaam Muns ter te mo gen behouden. In ove reen stemming met dit verzoek heeft de Keizer bepaald dat de ge zant voortaan den titel prins Von Mun ster-Derneb u rg zal voeren. Salviac had het karakter van zjjn overbidde- ljjken schuldeischer goed bestudeerd; hjj wist, dat men van hem niets kon gedaan krjjgen wanneer men hem ,-n zjjn trots krenkte daarom deed hjj aanvankeljjk, alsof hjj het voorgenomene zeer natuurljjk vond. Daarna nam hij den grjjs- aard ter tijde eo begon met warmte te pleiten. ZijDe beschouwiugen schenen indruk op den stjjfhoofdigen Bambriquet te maken. //Eigenljjk zoudt u wel geljjk kunnen hebben,// antwoordde hij, //mjjne psrsoonljjke opvatting. en dan mjjne waardigheid kom, schrei niet langer,// vervolgde hjj, zich tot zjjne doch ter wendende, //dat maakt er je niet mooier op en men zou je uitlachen. Wat een geschreeuw voor zoo weinig WolIk ga niet mede.// //Hoe, mjjnheer,vroeg Jeannette toornig, //veroorlooft u //Zwjjg toch,// fluisterde Bambriquet, ondeu gend glimlachend, //er moet toch een einde aan komen Intusschen was Eduard naar Eliza gegaan en beproefde bjj haar te troosten. De kamenier kwam zeggen, dat het rjjtuig gereed was en me vrouw De Salviac wachtte. „Welnu, ga dan," zeide Brambriquet bedaard; //goeden avond, Liza, amuseer je goed.// //Neen, vader,// zeide zjj treurig, „deze wreede twist, waarin ik uw wil heb moeten wederstre ven, heeft mjj de oogen geopend voor mjjn waren plicht, ik mag niet in een gezelschap komen, waarin men u niet zou ontvangen daar om verzoek ik mjjnheer De Salviac mjj bjj Her- mance te verontschuldigen, en //Hal nu zou men je moeten bidden en smee- Het Pruisische Heerenhuis heeft gis teren de uitvoeringswet voor het Burger lijk Wetboek overeenkomstig de besluiten van het Huis van Afgevaardigden goed gekeurd. De beide Huizen van den Pruisischen Landdag werden nu gisteren gesloten, een dag vroeger derhalve, dan men verwacht had. In de slot-zitting van het Huis van Af gevaardigden verklaarde minister-president Von Hohenlohe, dat de Regeering de leden dankt voor hun arbeiden hunne toe wijding. Ten zeerste betreurt zp het ech ter aan de andere zijde, dat het kanalen- plan de goedkeuring der Vertegenwoordi ging niet kon verwerven. Zp houdt niette min onwrikbaar vast aan dat groote werk, en verwacht met zekerheid dat de over tuiging van de noodzakelijkheid daarvan onder het volk steeds dieper zal wortel schieten. Reeds in de volgende zitting hoept de Regeering, dat het gelukken zal het met den Landdag over eene schikking in deze eens te worden. Volgens de National Zeitung zijn de be schikkingen reeds genomen, waarbp de Re- geerings-ambtenaren, die tegen de kanalen wet hebben gestemd, zullen worden gepen- sionneerd. Transvaal. In weerwil van de voortdurende geruchten van oorlog wordt uit Kaapstad getelegra feerd, dat de vooruitzichten op vrede gunstig zjjn. Men gelooft dat verscheidene mededee- lingen, in besliste termen vervat, aan pre sident Kruger verzonden zijn, met na druk den wensch te kennen gevende,dat elke poging tot een vreedzame oplossing moet worden aangewend. De minister-president Schreinerzond een telegram aan president S t e y n, waarin hp ernstig de hoop uitspreekt, dat de vrede zal bewaard hip ven, en zeideik vertrouw dat gjj daartoe de uiterste pogin gen zult aanwenden. Over de laatste onrustwekkende re devoering van den Engelschen minister Chamberlain heeft president Kru ger gezegd «Ik weet niet of de dagblad pers juist of niet juist heeft weergegeven, wat hij gezegd heeft, maar als hij recht streeks tot mjj spreekt, zal ik luisteren en weten wat ik moet antwoorden.» ken \n riep Bambriquet met bulderende stem //wel verduiveld I dat begint mjj op het laatst te vervelen 1 ik wil, dat je naar dat bal gaat, ik wil he», versta je //Ik zal gaan, vader," zeide Eliza, hevig ver schrikt. //Nu dan, neem haar mede, die tranen zullen onderweg wel drogen maar laat zjj spoedig heengaan, anders zouden we wel eens voorgoed boos kunnen worden.// Salviac haastte zich het diep bedroefde meis je naar het rjjtuig te brengen, waarmede zjj naar het feest reed, om daar te zingen en te glimlachen. Doch behalve den pjjuljjken indruk, dien het vorige tooneel bjj haar had achtergelaten, had zjj nog reden tot ongerustheid. Zjj vermoedde, dat haar vader, hoewel schjjnbaar haar zin doende, toch heimeljjk zjjn voornemen zou ten uitvoer brengen. Zjj deelde hare vrees aan den heer en mevrouw De Salviac mede, die vergeefsche po gingen aanwendden om haar gerost te stellen. Men kan begrjjpen in welk eene angstige span ning zjj den avond doorbracht. Eliza's vermoeden was gegrond zoodra zjj ver trokken was, zond Bambriquet om een rjjtuig, waarin hjj met juffrouw Lapiquette stapte, die de list allervermakeljjkst vond. Zoo reden zjj naar het hotel van den graaf De Montreville, waar men volstrekt geen zwarigheid maakte om hem in de zjjkamer te laten, toen zjj verklaarden, dat zjj op iemand uit het gezelschap wilden wachten. (Wordt vervolgd.} HiiftlMSCOECOEfilIT. ABONNBMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 or DE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1