NIEUWE
HDagBlaó voor cffooró- en &uió-dCollanó.
Lijkverbranding.
NOi 42? 9.
Woensdag 6 September 1899
24ste Jaargang.
b IT n N L A iN 1).
Per 3 maanden voor Haarlem f 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p, 1,40
Voor liet buitenland 2,80
Afzonderlpke nummers0.03
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels- 50 Can*
Elke regel meer71/,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
De voorstanders van lijkverbranding be
roepen zich bij voorkeur op het getuigenis
der historie en op de gebiedende noodzake
lijkheid van de hygiene, wanneer zjj de zaak
der lijkverbranding willen verdedigen.
Maar, zoo wenschen we hier te vragen,
is het dan inderdaad een geschiedkundig
bewezen feit, dat bij die volken, welke een
tamelijk hoogen trap van beschaving had
den bereikt, de lijkverbranding in gebruik
was. Zp, die zulks beweren, hebben voor
namelijk het oog op de Grieken en Romei
nen. Doch behalve de Grieken en Romei
nen zjjn er nog vele andere volken ge-
woest, die uitblonken door de wijsheid hun
ner instellingen uitschitterden door hoog
vernuft op het gebied van wetenschap en
handel, uitschitterden ook door hunne stoute
en grootsche ondernemingen. We kunnen
wpzen op de Assyriërsde Egyptenaren
de Joden de Persen en zoovele anderen.
Ziedaar het werkeljjke feit, het inderdaad
historische feit. Het zou even onverstandig
als onrechtvaardig zjjn, om hiermede geen
rekening te houden.
Daarenboven bestaat het feit, dat de vol
ken, die gewoon waren om de lpken te be
graven, onwrikbaar aan dat gebruik heb
ben vastgehoudenterwjjl de Grieken en
Romeinen slechts bp tusscbenpoozen de lijk
verbranding beoefend hebben.
Maar al had de lpkverbranding het een-
stemmig getuigenis van de heidensche oud-
lieid ter harer gunste, toch is zjj veroor
deeld door de christelijke beschaving ge- J
durende een tjjdperk van meer dan achttien
lange eeuwen.
Het hygiënisch argument, hetwelk in de
oogen van onze tegenstanders als het meest
belangrijke argument voor de lijkverbran
ding geldt, blpkt bp eene nadere beschou
wing al even zwak te zjjn als het argument,
ontleend aan de historie.
De voorstanders van lijkverbranding be
weren, dat het bestaan van kerkhoven uiterst
FEUILLETON.
VADER BAMBRIQUET
of de
Lompenkoopman.
5i Vervolg
Bambriquet werd intusschen kalmer, een ge
voel van schaamte over zjjn onbetamelijk gedrag
kwam over hem, doch de minachtende woorden
van freule De Montreville maakten zjjn toorn
wederom gaande.
//Ik mjjne dochter doen blozen riep bjj on-
geloovig, //nooit heeft zich nog iemand over mij
geschaamd Iedereen kent mij b|j ona in
de buurt, ik ben verkiesbaar en heb bjj de laat
ste verkiezingen voor den gemeenteraad vijf en
dertig stemmen op mjj vereenigd en wan
neer men er nu nog aan twijfelt of ik een fat
soenlijk man ben, dan zjjn er hier personen,
die voor mij kunnen getuigen Hé k|jk,//
vervolgde h|j, op den prins wjjzende, //daar is
Morean ook, mjjn huurder, die zal u kunnen
zeggen
Een luid, spottend gelach belette den gewe-
t<bn lompenkoopman verder te gaan.
>Wat is dat eene vermakelijke vergissing
zeide de een.
De man is bepaald krankzinnig,// meende een
ander.
//Nu houd hjj prins De Z..reeds voor een zjjner
huurders; als het nog lang duurt, zullen wjj nog
allen vrienden en bloedverwanten van hem zjjn
gevaarljjk is voor de gezondheid. Met schrille
kleuren worden die dreigende gevaren af
geschilderd.
Maar daartegenover staat dat bijkans
op de geheele aarde de heerschende ge
woonte is om de dooden te begraven; dat
die gewoonte bijna altpd heeft bestaan; dat
niemand er zich over verontrust, zelfs niet
de voorstanders van lijkverbranding, of het
moest zjjn wanneer zjj eene redevoering
over dit onderwerp moeten houden of eene
verhandeling daarover moeten schrpven.
Welnu, het gaat niet aan om een open
baar en verschrikkelijk gevaar aanwezig te
zien daar, waar niemand het heeft kunnen
ontdekken.
Aan proefnemingen hieromtrent heeft het
niet ontbroken ze zjjn ontelbaar. De eerste
christenen hebben een groot gedeelte van
hun leven doorgebracht in de catacomben,
waar zooals bekend is de dooden
werden begraven. Dat de christenen, méér
dan de heidenen uit die tijden, door nood
lottige besmettelijke ziekten zjjn geteisterd,
dit zegt de geschiedenis volstrekt niet.
Gedurende verscheidene eeuwen hebben
de kloosterlingen geleefd te midden van
hunne dooden, welke zp begroeven binnen
de kloostermuren. Maar nergens wordt ge
zegd, dat hunne gezondheid daaruit eenig
nadeel heeft geleden.
Dr. Bouc hardat zegt dan ook in
zijn boek dat getiteld is*Les cimetières et
Vhygiène publique(De kerkhoven en de
openbare gezondheid.)<Je n'ai jamais en-
tendu dire que les surveillants ou qardiens
des cimetières meurent plus vite que le com-
mun des hommesD. w. z. Nooit heb ik
hooren zeggen, dat kerkhol-bewaarders eer
der sterven dan andere menschen.
De wetenschap zelve is van deze meening.
Zjj heeft geconstateerd, dat de ontbinding
van bewerktuigde lichamenwanneer zp
op eene tameljjke diepte in de aarde zpn
begraven, bewerkt wordt met eene lang
zaamheid en onder invloeden, die alle ge
vaar opheffen. De aarde is zelfs voor de
„Prins De Z riep Bambriquet uit,
die dezen naam bad opgevangen, (.laat prins
De Z eens voor den dag komen, wan
neer hjj zich hier bevindt Ik ben mjjn-
heer Bambriquet, wien hjj vijftigduizend franks
schuldig is, en als hjj wil toegeven, dat ik een
fatsoenljjk man ben, zal hjj alle reden hebben,
daarover geen berouw te gevoelen.//
Nu begon men nog luider te lachen dan te
voren.
„Kom laat het nu genoeg zjjn,// zeide graaf
De Montreville, ongeduldig, //gjj moest minder
belachelijke leugens verzinnen, vriendje. De prins
staat voor u en gjj kent hem niet eens, zelfs
noemt gjj hem bjj een gansch anderen naam
Eindeljjk ontdekte Bambriquet de waarheid.
„Wat, hjj 1 Mor au mijnheer de prins
riep hjj in de grootste verbazing. //Ik ken hem
inderdaad niet persoonljjk mjjn notaris heelt
de leening tot stand gebracht Welnu mijn
heer, of u prins zjjt of eenvoudigweg Moreau,
u hebt bjj mjj in huis gewoond en kunt dus
verklaren
Alfred richtte het hoofd op.
//Mjjnheer,// antwooidde hjj bits, //ik weet
niet wat of u bedoelt Wanneer ik uw
schuldenaar ben, moet u zich tot mjjn zaakge
lastigde wenden. Laat mij overigens maar niet
zeggen, hoe ik over u denk, want zulks zou
zeer ongunstig voor u uitvallen.//
Daarop keerde hjj hem dm rug toe.
//Hjj is toch bepaald onze huurder van de
tweede verdieping,// riep Jeannette op hare beurt
uit, //ik herken hem goed, doch niemamd zal
hier onze partjj trekken, 't Is nog al gelukkig,
lichamen, die in staat van ontbinding ver-
keeren, één van de machtigste middelen om
van smetstof te zuiveren.
Alzoo zpn de geliefkoosde argumenten
van de voorstanders der crematie inder
daad zwakke, of liever niets beteekenende
argumenten. Daarop is van toepassing het
bekende Hollandsche spreekwoord:
Véél geschreeuwmaar weinig wol.y
Engeland.
De Daily Chronicle, naast de Westm.
Gazette zoowat het eenige groote Engel-
sche blad dat zpn lezers onpartijdige en
juiste inlichtingen geeft over de Zuid-Afri-
kaansche crisis heeft van tal van lezers
brieven van instemming ontvangen met zjjn
houding en veldtocht tegen een oorlog met
de Republiek.
Het blad deelt in zjjn nummer van Za
terdag nog mede het oordeel van een Ne-
derlandsch reserve-officier, die het Engel-
sche volk wjjst op de ongeëvenaarde geoe
fendheid der Boeren in het schieten en de
onvermijdelijke gevolgen daarvan als Enge
land zpn troepen tegen hen uitzendt.
Oostenrijk-Hongarije.
Keizer Frans Jozef zal aan kolonel
Schneider, den militair geattacheerde bjj
het Oostenrjjsch gezantschap te Parps, een
onbepaald verlof verleenen.
Zooals men weet, had kolonel Schnei
der met groot lawaai doen aankondigen
dat hp de schrijver niet was van een brief,
waarin de plichtigheid van D r e y f u s be
vestigd werd, en die door generaal Mer-
c i e r aan den Krjjgsraad van Rennes was
voorgelegd. Later werd er bewezen dat dit
stuk wel degeljjk door Schneider ge
schreven wasen deze heeft dit dan ook
moeten erkennen.
De toestand tusschen Duitschers en
Tschechen bljjft nog steeds gespannen. Een
der leden van den Weener gemeenteraad
gaf dezer dagen in de Raadsvergadering te
kennen, dat de Tschechen steeds meer in
vloed in Weenen krijgen. Aanleiding tot
deze uiting vond hij in het feitdat de
Tschechen, die eerst kort geleden een Tsche-
chisch vereenigiDgsgebouw hadden gesticht,
dat men aan de verklaringen van een Moreau
niet veel gewicht behoelt te hechten.//
Mjjnheer De Montreville stampte met den
voet op den grond.
//Komaan, waar wachten jelui op riep hjj
zijnen bedienden toe, „neemt het jonge meisje
op en zet die lieden buiten de deur, het wordt
onverdrageljjk
De lakeien maakten aanstalten om te gehoor
zamen.
//Wacht even, wacht even zeide Bambriquet
angstig, //als die heer, prins of niet, wiens hotel
ik zal laten verkoopen, mjj niet kennen wil,
zjjn er nog wel andere lieden, die u kunnen
zeggen of ik znlk eene schandelijke behandeling
verdiend heb. Salviao en zjjne vrouw wonen
eveneens in mijn huis en zjj weten wel
Doch de kunstenaar was evenmin als de prins
geneigd, in tegenwoordigheid van dit uitgelezen
gezelschap deel te hebben aan het schandaal,
waarvan heel Parjjs den volgenden morgen den
mond vol zou hebben. Hjj schudde ontkennend
het hoofd, waarop hjj Cécile, die tot nogtoe al
hare zorgen aan Eliza gewjjd had, den arm gaf
en zich met haar verwijderdehardop zeg
gende
//Ik heb niets met u gemeen laat het
recht zjjn loop hebben."
Toen Bambriquet zich zoo schandelijk verla
ten zag zelfs door hen, die hjj geheel in zjjne
macht meende te hebben, werd hjj opnieuw
woedend.
//Ha is het er zoo mede gesteld riep hjj,
met de vuist dreigende. „Weinul leeljjkeleem-
verknoeier, als je mjj niet kent, zal je met den
thans ook in de binnenstad een vereeni-
gings-lokaal gingen bouwen.
De spreker vroeg den Burgemeester van
Weenen, wat deze dacht te doen, tegen der
gelijke ongehoorde uitdagingen van de Duit
schers. Het antwoord van den burgemees
ter, den bekenden dr. L u e g e r, was nog
al gematigd. Hp zou elk overmoedig op
treden van de Tschechen met kracht tegen
gaan maar tevens zeide hp dat ook de
Duitschers van hun kant geen uittartende
houding moesten aannemen. Weenen, aldus
besloot hjj, moet evenwel voor alles eene
Duitsche stad bljjven.
Bp zooveel strijd tusschen de bevolkings
elementen der monarchie is het duideljjk,
dat Oostenrjjk-Hougarjje een zwakke staat is.
Duitschland.
Te Eupen nabjj de Belgische grens heeft
eene vreeseljjke gasontploffing plaats gehad.
In de St. Nicolaaskerk waren werklieden
bezig de gasleiding te herstellen toen plot
seling het ongeluk plaats greep. De werk
lieden werden voor den grond geslagen en
de ruiten en meubels beschadigd. Een biecht
stoel werd van den muur gerukt en wegge
slingerd. De werklieden bekwamen lichte
verwondingen. De schade beloopt op30.000
franks.
Frankrijk.
Te Parps loopt het gerucht, dat zoodra
het proces-D r e y f u s te Rennes zal afge-
loopen zpn, generaal R o g e t als betrok
ken in de z. g. samenzwering, wordt ge
arresteerd. R o g e t iszooals men weet
de generaal, tot wien PaulDéronlède
zich gericht had op den dag der begrafe
nis van Felix Faure, om hem met zpn
troepen naar het ElyBée te doen oprukken
De secretaris van den Anti-Semiten-
bond te RennesVrjjdag gearresteerd als
samenzweerder, is in vrjjheid gesteld we
gens gebrek aan bewjjs. Hem werd ver
zocht zich ter beschikking van de Justitie
te houden.
Transvaal.
De oorlog wordt thans onvermjjdeljjk
geacht naar aanleiding van een correspon
dentie uit Pretoria aan de Standard ver
meldende, dat de Transvaalsche Regeering
besloten heeft om het aanbod van kiesrecht
na vpf jaren in te trekken en aan de En-
deurwaarder kennis makenWat dien zooge-
naamden prins aangaat .u
Meer kon hjj niet zeggentwee sterke knechts
grepen hem en drongen hem de deur uit, ter
wjjl anderen den leunstoel opnamen, waarin
Eliza nog steeds bewusteloos lag. Jeannette
volgde haren meester, half gedragen door een
lakei, die zich van haar had meester gemaakt,
terwjjl zjj met Bambriquet wedjjverde in het
uiten van bedreigingen en scheldwoorden.
Weldra vernam men dit leven slechts uit de
wachtkamerdaarna op de trap en eindeljjk
ging het geheel verloren in het gegons der af
zonderlijke gesprekken, die men in de zaal
hervatte.
XXX.
Men kan zich gemakkelijk een denkbeeld vor
men van de opschudding, die er, na dit voor
val, bjj De Montreville heerschte. De gasten
stonden in groepjes bjjeen, eenige fluisterden
geheimzinnig, anderen spraken luid en opge
wonden.
Iedereen had een bjjzonder oordeel over het
gebeurde, het gedrag van den gastheer goed
keurende of gispende, en men was niet spaar
zaam in het maken van veronderstellingen, die
weinig vleiend voor den prins waren. Het kwam
echter niemand in de gedachte, het ongelukkige
meisje te beklagen, wier talent en bevalligheid
men nog een oogenblik te voren bewonderd
hadzjj kreeg haar part in het ongunstig oor
deel, dat men over haren vader geveld had,
ja, werd zelfs evenzeer geminacht.
(Wordt vsrvolgdj
|[4iBlEMSCHI tODRAHT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER AOVERTENTIEN.
- 'W|i I