NIEUWE Hbagêlaó voor eStooró- en Suió-eXollanó. De Krijgsraad te Rennes. No. 4281. Vrijdag 8 September 1899 24ste Jaargang. BUITENLAND. Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderljjke nummers. «0.03 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels50 Cern Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KuPPERS. Nu men algemeen meende dat het eind der zittingen van den Krijgsraad nabij was, is een getuige opgetreden die groote ver rassingen heeft gebracht. De kundige advo caat L a b o r i, dacht, dat zijn zaak uitste kend stond en Dreyfus zoo goed als ge red was. Maar daar staat voor hem een 31- jarig oud-officier van het Oostenrijksche leger de heer Cernu9ky, een krachtig ge bouwd man,als aanklager tegen Dreyfus. Alles in deze zaak is wonderlijk, riep L a b o r i onlangs uit. Hij was dan ook in groote spanning, over het optreden van den heer Ce rnujky, zoo'n verrassing had hij bljjkbaar niet verwacht. De verdediger van D r e y f u 8 die meende 't eind van de zittingen te zien naderen dm met zijn cliënt als overwinnaar uit het strijdperk te treden, hoort plotseling zeer besliste verklaringen geven van een geheim, door een nieuwen ge tuige, die de schuld van Dreyfus met alle kracht staande houdt. Kolonel J o u a u s t, president van den Kr jjsrgaad, las den brief voor die hij van Cernufky had ontvangen, met verzoek hem in de zitting voor te lezen. De inhoud is als volgt «Ik, ondergeteekende, verklaar op de meest besliste wijze, de nauwkeurigheid van de feiten, hieronder vermeld. elk heb in 1894 Oostenrijk verlaten, ten gevolge van politieke gebeurtenissen, waar in ik gemengd ben geweest als afstamme ling van de vroegere Servische dynastie. In Juli 1894 kwam ik in Frankrijk; ik heb er voorts van September 1894 tot Februari 1895 opnieuw vertoefd en weder van Sep tember 1895 tot heden als politiek uitge wekene. Vreezende, dat ik in Frankrjjk zou wor den lastig gevallenbracht een van mijn vrienden, toen afdeelingschef aan het minis terie van buitenlandsche zaken van een Mogendheid in Centraal-Europa, die ik ver lof vraag, te mogen verzwijgen, in Augus tus 1894 mij, op zeer nauwkeurige wijze, op de hoogte van de namen van vier per sonen in Frankrijk, betaald door verschil lende buitenlandsche naties, die, op aan wijzing van een van deze naties, voor mijn veiligheid gevaarljjk zouden kunnen wor den, door tegen mjj de een of andere las terlijke denonciatie te lanceeren. De eerste en de meest gewichtige van FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET Lompenkoopman. 57 Vervolg.) XXII. Aan het einde van den faubourg Saint Ger main staat een groot gebouw, dat gevormd wordt door twee aan elkander grenzende woningen met uitgestrekte tuinen erachter. Sedert langen tjjd hadden zich daar vrouwen gevestigd, die zich uitsluitend bezig hielden met de opvoeding van jonge meisjes, wier ouders rjjk genoeg wa ren, om een hoog kostgeld te betalen. Het staat niet aan ons om te onderzoeken of deze opvoe ding geheel aan de eischen van den tegenwoor- digen tjjd voldeed, doch deze inrichting was misschien de eenig overgeblevene van degene, welke men vroeger //klooster// noemde, dat wil zeggen een verbljjf van geestelijke zusters, waar jonge meisjes op een zeer jeugdigen lueftjjd wer den opgenomen om het niet meer voor haar hnweljjk te verlaten. De aristocratische families maken van deze inrichting gebruik, waar zekere denkbeelden, zekere methodes en vormen streng bewaard worden, terwijl alles om hen heen ver andert men treft daar dan ook meer adellijke dames aan dan meisjes van burgerlijke afkomst. Ongetwijfeld blijft de adeltrots in zulke in stellingen voortbestaan, doch Eliza, die was deze vier namen was die van kapitein Dreyfus. Tijdens mijn militairen dienst in Oosten rijk, als luitenant van de cavalerie, maakte ik in 1894 kennis met een hoofdofficier van den centrale n geueralen staf van een andere Mogendheid in Cenlraal-Europa attaché van den persoon van de souverein van dat land. Ik ben sedert met dezen officier in in tieme betrekkingen gebleven. In 1894, in 't begin van September, ontmoette ik hem te Genève en tijdens een van onze gesprek ken noemde hij mij de namen van de vier agenten van het buitenland in Fiankrijk, die mij reeds vroeger waren aangeduid, nogmaals. Hij noemde mij er zelfs nog twee bij en ze allen naar de mate van hun gewicht classificeerende, begon hij met dien van kapitein Dreyfus, dien hij mjj noem de als zijn informateur aan het bureau van den centralen generalen staf van 't Fran- sche leger. In de tweede helft van September of de eerste dagen van October 1894, heb ik te Parijs dezen zelfden officier van een bui- tenlandschen generalen stal weder ontmoet. Ingevolge eene uitnoodiging, die hij mij deed, begaf ik mjj op een dag, tegen drie uur 's namiddags naar het hötel, dat hij be- woonde«Le Nouvel Hötel, rue Lafayette 49.» Hjj keerde terug juist op 't oogenblik toen ik kwam ik ging met hem naar zjjn kamer en hjj haalde, terwjjl ik er bjj was, uit de zakken van zijn overjas twee dik- gevulde enveloppes. De officier opende ze en onderzocht de papieren, die ze inhielden. Daar ik militaire kaarten bemerkte, vroeg ik hem wat hjj daar in handen had. Hjj aarzelde een oogenblik met zjjn ant woord, dan, met eene zekere grootspraak reikte hjj mij de papieren over, zeggende: «Daar u, waarde kameraad, geen Fransch- man zijt, zie ik er geen bezwaar in u deze stukken te toonenu zult overigens zien, waartoe ik in staat ben.» Hoewel de buitenlandsche officier in quaes- tie voorgaf voor handelszaken te reizen, was ik tengevolge van onze gesprekken te Genève niet onkundig van het werkeljjk doel van zjjne verplaatsingen. Hjj reisde overigens altjjd onder aange nomen namen. Ik onderzocht al de papieren in quaestie en ik herkende Fransche mili taire documenten van het grootste gewicht. Ik herinner mjj uitstekend wat er was. opgevoed in het gebouw, dat wjj reeds genoemd hebben, was door de natuur zoozeer begaafd, dat zij in geen enkel opzicht voor hare meer voorname vriendinnetjes behoefde onder te doen. Toen zjj echter weder in de ouderljjke woning terugkwam, moest haar het onderscheid tusscheu hare nieuwe en hare vroegere omgeving dubbel opvallen. Daarom wilde zij liever, na het ver schrikkelijk schandaal van het hotel De Montre- ville, naar het klooster terug. Zjj was overstelpt van schaamte en wanhoop, toen zjj, weder tot bewustzjjn gekomen, vernam, op welk eene vernederende wjjze haar vader en zjj zelf waren behandeld geworden wanneer de godsdienst haar niet te hulp was gekomen, zou zjj onder het gewicht daarvan bezweken zijn. Bjj al haar smart kwam echter geen enkel ver- wjjt, geen enkele klacht over hare lippen zjj vroeg slechts als een gunst aan Bambriquet diens toestemming om wederom het kalme, eentonige leven te mogen leiden, dat haar het geluk toe scheen na zooveel strijd en wederwaardigheden. Bambriquet maakte volstrekt geen bezwaar. Hjj begon het schandelijke van zijn gedrag in te zien en begreep, dat hij veel had goed te ma ken. Daarenboven was de invloed der huishoud ster nog geringer geworden, de onthullingen van den lakei uit de wachtkamer hadden den licht- geloovigen grijsaard veel te denken gegeven en door dit peinzen en vergeljjken was hjj tot de overtuiging gekomen, dat deze vrouw zjjn ver trouwen niet waardig was. Daarom was hjj dan ook nog slechts uit gewoonte aan haar gehecht, terwjjl zjjne genegenheid voor zijne dochter met den dag grooter werd. A. Een twintigtal kaarten, die volgens de termen, in bet Oostenrjjksche leger iu gebruik, weg-kaarten van den generalen staf van mobilisatie waren, waarop door gewone teekens en cjjfers inlichtingen waren ge geven over lichtingen, indeelingen in land streken, begaanbaarheid der wegen uit het oogpunt van militaire transporten enz. Ik heb in 't bijzonder de kaart van Dijon op gemerkt. B. Beschrijvingen van de exploitatie der Staatsspoorwegen en die van de P. L. M. uit het oogpunt van mobilisatie, met in margine opmerkelijke aanteekeniDgen over de perrons en inlichtingen over de omstre ken van deze stationsmet het oog op militaire hulpbronnen. Aan deze plannen was eene uitleggende nota toegevoegd van het systeem, gebruikt voor de werking der transporten in geval van mobilisatie. C. Verschillende bladen met inlichtingen over de reorganisatie der verschillende troe pen-corpsen en het te voren proviandee ren tijdens den slag en tijdens den marsch. Maar, zeide ik toen, tot den officier, hoe is het u mogelijk, u dergeljjke documenten te verschaffen «Herinner u een ding, kameraad,» ant woordde lip mij. In Frankrijk kan men alles verkrijgen, wanneer men er den prjjs voor betaalt en waarom zou het goedzjjn joden te hebben, als men er zich niet van bediende Ik had dien buitenlandschen officier niet te vragen, wie hem die stukken verschafte, want hij had mij reeds gezegd, dat zijn informator aan het bureau van den centralen generalen staf kapitein Dreyfus was. Twee dagen na dit onderhoud, verliet de buitenlandsche officier overhaast Parijs zijn vertrek had veel van een vlucht. Eenigen tijd later kondigden de bladen de arrestatie van kapitein Dreyfus aan. Tegen het einde van Mei 1896 ontving ik bezoek van een agent, gezonden door den Minister van Oorlog, aan wien ik het hier gedaan verhaal deed. Dit verhaal had de redactie van een proces-verbaal ten gevolge, geteekend door dezen agent en mij, waarin ik de namen noemde der personen, in be taalden dienst van buitenlandsche regee ringen en in 't bijzonder van Dreyfus. Dit stuk moet bestaan aan het ministerie van oorlog. Ik verzoek, mjjnheer de Presi dent, er wel onderzoek naar te willen doen.» Eliza verkreeg dus zonder moeite wat zjj ver langde weldra was zjj wederom in het klooster terug, niet als leerlinge, want hare opvoeding was reeds lang voltooid, doch meer als logeer gast, die naar verkiezing de lessen kon volgen of op haar kamertje bljjven. Zoo was ongeveer een maand verloopen, waar in Bambriquet bjjna dageljjks zjjn dochter be zocht. Deze bezoeken waren de eenige, welke Eliza in hare afzondering ontving al hare be kenden schenen haar vergeten te zjjn en Bam briquet zinspeelde, uit een, vroeger ongekend gevoel van kieschheid, nooit op de lieden, die zjj in de ouderlijke woning had leeren kennen. Wanneer hjj Eliza zoo bedroefd en teneergesla- gen zag, mompelde hjj slechts allerlei bedrei gingen tegen hen, die deze treurigheid veroor zaakt hadden, want, niettegenstaande zjjn ge weten het hem anders zeide, wilde Bambriquet zichzelf nog niet bekennen, dat hij de schuld droeg van het verdriet zijner dochterhjj schreef dit toe aan de slechtheid der menschen en kende maar een enkel geneesmiddelde wraak. Dank zij der eenzaamheid en den troost, dien het geloof haar schonk, scheen Eliza weldra kalmer te berusten in haar lot. Wanneer zjj door de tuinen wandelde, vermeed zjj niet meer, zoo als in de eerste dageD, de ernstige Zuster en de vrooljjke schoolmeisjes, die zjj op haren weg on- moette voor ieder had zij een vriendelijk woord of een bemoedigenden glimlach. Haar gelaat, waarop zich in het begin eene ziekeljjk ljjdende uitdrukking vertoorid had, verhelderde weder de sombere droefheid was overgegaan in neer slachtigheid. Toch zou een aandachtig opmerker Zoover de brief. Op de vragen van den President van den Krijgsraad aan Cernufky of hp wat in zijn brief staat, staande houdt, en of hp nog inlichtingen aan den Krpgsraad heeft te geven antwoordde C e r n u c k y, ja Kolonel. Majoor Carrier e,de regeeringcommis- saris, vindt de zaak zeer terecht wel een beetje delicaat. Hp heeft opgemerktdat Cernufky, door een zeer gerechtvaar digde discretie, niet alles heeft willen zeg gen wat hij weet. Zoo de Krpgsraad hem nau wkeuriger inlichtingen wenschte te vra gen, die niet kunnen worden gepubliceerd, verzoek ik den Krpgsraad eene bijzondere zitting met gesloten deuren te houden, want dat zou internationale quaesties raken. Al dus wordt besloten. Maar nu eischen de verdedigers van Dreyfus, de advocaten LaborienDe- mange een onderzoek omtrent den per soon die als door een donderslag de Drey- fusards wil verpletteren. L a b o r i zegt zelfs, ik ben zeer verrast, te zeer bewogen om conclusie te nemen. Wij sluiten ons volkomen aan bp den Correspondent van de Telegraaf uit Rennes, die C e r n u 5 k y 's optreden bespreekt en zegt Men kan begrijpedf welk een mengeling van gewaarwordingen de verklaring van den heer Cernu^kyite voorschijn riep. Op het vervolg van de zitting van Maan dag viel de schaduw van de hoogst belang rijke verklaring van dezen getuige die zoo plotseling kwam en van wiens anteceden ten men nog heelemaal niets weet. Is hier van een mystificatie sprake Komt hier de langgezochte waarheid eindelpk uit haar put? Wie, die reeds nu een antwoord durft te geven. Hoeveel reputaties staan niet op 'tspel? Blijkt Cernu9ky bewpzen voor zjjne beweringen te kunnen toonen, dan wee Dreyfus en zijn verdedigers, die, op zich dorsten nemen een land aan den rand van den burgeroorlog te brengen, daaraan honderdduizenden goedgeloovigen op te of feren. frankrijk. In de samenzwering zijn thans 44 per sonen betrokken, waaronder PaulDérou- hebben kunnen zien, dat deze kalmte slechts voortsproot uit overspanning na een hevigen strjjdde geringste gebeurtenis, welke betrek king had op het voorgevallene in de laatste maanden, kon eene nieuwe uitbarsting ten ge volge hebben. Op een schoonen kouden Decemberdag wan delde zij als gewoonljjk alleen door de lanen van het uitgestrekte park, dat bjj het huis be hoort. Het was Zondag, de klok had de Zusters en de kostschoolmeisjes tot het gebed opgeroe pen. Hoewel Eliza's godsvrucht bekend was, had zjj ditmaal geweigerd haar te volgen en nu doolde zjj met haar gebedenboek in de hand door den tuin rond. Zjj droeg een eenvoudig wollen kleedje en hoewel het koud was, had zjj slechts een doekje omgeslagen. De winter had de hooge hoornen van hun bladeren beroofd, zoodat de zon ongehinderd door de takken kon schjjnen. De bevroren grond kraakte onder de voeten van het jonge meisje, hier en daar zag men nog ijskegels hangen, die duizenden kleuren weer kaatsten in den zonneschjjn. Ondanks het verlaten voorkomen was aan deze plaats, waar het des zomers zoo heerljjk kon zjjn toch eene zekere bekoorlijkheid bjjgebleven de bleeke winterzon wierp hare schitterende stralen tot zelfs in het dichtste strnikgewas, kleine vo gels betwistten elkander luid piepend de brood kruimels, die de meisjes voor hen gestrooid had den, en in de verte weerklonken de heldere stemmen, die godsdienstige liederen zongen. Wordt vervolgd,) fliiRLtHSCHECODRilT. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS DBS ADVERTENTIEN. 7*/j AGITE MA NON AGITATE. OF DE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1