NIEUWE PT voor „Kennis van ons". NTo* 4300, Zaterdag 30 September 1899 24ste Jaargang. bÜlTKJSLAJS 2,80 71/. Lompenkoopm an. Amerika. Duitschlaud. miRLEHsCUE C0UR11 ABOH NEME NTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor liet buitenland Afzonderlijke nummers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BÏÏBEAUSt. Janstraat Haarlem. PEIJS DEE AOVEBTEITTISN, Van 16 regels..50 Cent Elke regel meer AGITE MA WOW AGITATE. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. De Grenswachter is een oud bekende voor onze lezers. Gelukkig, wij zijn dan van den dikwjjls onaangenamen plicht der voorstelling ont slagen. De Grenswachter is gewoonljjk, nu ja wat eigenaardig. Het gebeurt dikwijls, dat hp, zeker het recht er toe ontleenend aan onze Tan ouds dateerende kennismaking, plotseling bij ons binnen klotst, op zijn stalklompen en met de mestvork nog in de hand. Wie het hem kwalijk nemen mag, wij niet. Wij vergeven hem, die eigenaardigheid, die hem tot een tweede natuur geworden i ter wille zijner naieve dorper-oprechtheid. Zoo ook nu weer. In vrjje oogenblikken achter de smokende turf, doet de Grenswachter ook aan politiek en weet ik wat. Dan leest hij de courant en maakt van het gelezene dan een herbergpraatje. Zoo las hjj dezer dagen in het Dagblad, dat door den beeldhouwer M a a s s e n uit Roermond in een der nissen in den achter gevel van 's Rijks Museum het beeld is ge beiteld van St. B e r n u 1 f u s, bisschop van Utrecht, volgens den berichtgever «een 11e eeuwsch bewonderaar van kunsten en weten schappen.» De berichtgever voegde er bij, dat een andere nis bestemd is om spoedig het beeld van FrederikHendrikte ontvangen. Wie St. B e r n u 1 f u s is, weet de eGrens- wachterniet, dat heeft hij op school nooit geleerd. Maar Frederik Hendrik, zie dat is je man «den stedendwinger» noemden, we hem immers toen we schooljongens waren. Daar kan de Grenswachter* maar niet bij, hoe men die twee vreedzaam naast el kander in een nis kan zetten, en nog wel een Rjjks Museum, Hoor lezers, des Grenswachters oordeel* FEUILLETON. VADER BAMBRIQUET OF 1>E 76 Vervolg.) Eliza richtte zich met motite op en sloeg de armen om den hals van haren vader. Zij weende en beproefde deze verschrikkelijke wanhoop te verdrijven, die bij een man als Bambriquet diep wortel moest hebben geschoten. //Kwel u zelf toch niet zoo, vader,// zeidezij. «Misschien spruiten mjjne pijnen uit iets zeer natuurlijks voort, de geneesheeren zijn ook eerst sa uwe onverwachte bekentenis tot andere gedach ten gekomen En," vervolgde zjj zachter, s/veronderstel eens dat de ziekte ontstaan was, zooals u meent, hadt u dan niet het recht mjj te straffen P Ben ik dan uw kind niet? Bad ik dan niet een groot kwaad gedaan door u een som gelds te ontrooven, die verscheidene gezinnen ijjk zou hebben gemaakt Welke vader zou in zijne eerste woede anders gehandeld hebben Breng uw geweten dus tot zwijgen, wat er ook gebeuren moge. Zelfs al hadt u mjj op dat vree- seljjk oogenblik dood geslagen, dan nog zou ik u vergiffenis hebben moeten schenken ik zou het leven niet betreurd hebben ik betreur het nog niet.// Uitgeput liet zjj zich in haren stoel achterover zinken Bambriquet wilde hare woorden weder leggen, doch zjj legde hem door een smeekend gebaar het zwijgen op. «Is het geen schande om onzen waar- «digen Oranjevorst in zulk slecht gezel- «schap te brengen En dat alles ge- «schiedt naar klakkeloos door den Ne- «derlandschen paus, Jhr. Victor de «S t u e r s met Jhr. V anRiemsdjjk «als cadaver gehoorzameniettegenstaan- «de bij niet Roomsch is Het Dagblad antwoordde daarop liet vol gende «Wij laten den beschaafden lezer haar «eigen rechten over dergelijke taal. «Tot nadere toelichting van het hier «besproken gevaldiene ditdat voor «genoemde nissen aangewezen zijn de «twee groote bevorderaars onzer nationale «kunst. «In de middeleeuwen was dit de «Utrechtsche Bernulfus, de stichters «onzer kerkelijke kunst en iu de zeven- «tiende eeuw prins Frederik Hen* «d r i k, onder wien de wereldsche kunst «te onzet den hoogsten trap van volma- «king bereikte. «Ot zoude men soms volgens den Grens- iwachter zich over onze middeleeuwsche «kunst moeten schamen, omdat er toen «nog geen Protestanten waren Als de woede/de Greimoachter nu niet te dom was om te leeren, dan kon bjj in Utrecht een geheel «gilde» vinden, dat hem omtrent St. Bernulfus uitstekend op de hoogte kan brengen. Dan zou hij lee ren dat die «11e eenwsch bewonderaar van kunsten en wetenschappen» integen deel niet misplaatst is naast hem onder wiens stadhouderschap «de gouden eeuw» van Nederland's historie begint. Deze laatste zal hem na zooveel eeuwen het forsch optreden tegen zijne voorgan gers in het bestuur van Holland toch wel vergeven hebben. Maar misschien ia de tegenzin van de Grenswachter tegen St. Ber nulfus nog te begrijpen en te verklaren. Zijn misschien niet voor zijn geest op gerezen de verschrikkingen van den beruch- XLIV. //Laat dit pjjDljjk onderwerp rusten, vader. U weet, dat elke aandoening mjj verboden is en niets bedroeft mjj zoozeer dan u ongelukkig te zien om mijnentwille, vertel mjj integendeel eens iets nieuws uit Parjjs," vervolgde zij op luchti- gen toon. //Hebt u van morgen mijnheer De Salviac gezien //Hjj is reeds zeer vroeg uitgegaan,// antwoordde Bambriquet, terwijl hij beproefde kalm te scbjj- nen, //het zjjn brave menschen die Salviacs, ik heb hen erg miskend! Is mevrouw rog altijd even lief voor je //Zjj is geljjk eene zuster, eene teedere, lief hebbende zuster voor mjj. Die goede Cécile zjj volgt mjj steeds als mjju eigen schaduw ik heb haar zooevrn moeten beknorren om van haar gedaan te krjjgen, dat zjj den dokter tegenging, wiens bezoek ik verwacht. Mevrouw Durand is bij haar op deze manier heb ik haar beiden gedwongen eene wandeling te maken, want zjj wilden nooit uitgaan en zouden ziek worden, evenals ik.// Bambriquet keek zjjn dochter geruimen tjjd aan. //Welnu dan,// zeide hjj eindeljjk, langzaam, met zekere aarzeling in zjjn stem, »&Is dat zoo is, dan wil ik je eens in de gelegenheid stellen, Cécile, je dankbaarheid te toonen. Ik heb van Salviac verscheidene schuldbekentenissen tot een belangrjjk bedrag, ik wil ze alle asn jou geveD, en ja je kunt ermede doen wat je wilt.» Zooals men ziet, was de gewezen lompenkoop- ten Bartholomeusnachtwaarvan hij op stormachtige winteravonden, als de sneeuw jacht zoo spookachtig door den breeden schouw giert, zooveel romans heeft gelezen. Toen was het, dat de admiraal de Go- li g n y de grootvader van F rederik Hendrik den dood vond in het oproer. En ?ij, die deColigny en zijne-Huge- nooten doodden, waren de geloofsgenooten van dien St. Bernulfus, die nu zjjn plaats zal vinden naast den kleinzoon des vermoorden. Verschrikkelijk Of zou het waar zjjn wat een meer be voegd en verstandig geloofsgenoot van de Grenswachter schrijft? Deze noemt ia de Standaard het optre den van de Grenswachtec «mal antipapis me» en wat nog erger is, hij noemt dar antipapisme even belachelijk als zotzoo niet kwaadaardig. Daarover zegt de Stan daard zal wel geen verschil van opinie zijn. Foei, dat hadden wij niet kunnen denken. Maar het kan toch waar zijn. (L. K.) Toen Admiraal D e w e y Dinsdag met de Olympia te New-York aankwam, werd hij met groote geestdrift begroet. Een zwerm bootjes is het schip komen verwelkomen. Overal bulderden de kanon nen van de in de haven liggende schepen los, terwjjl onafgebroken het volkslied weer klonk. Admiraal Sampson bracht dadelijk eeu bezoek aan boord der Olympia en over handigde D e w e y een adres van geluk- wensch der Ameribaansche marine. Ook in de overige steden wordt feest gevierd ter eere van den overwinnaar der Spaansche vloot voor Manilla. De gevangenneming van twee vroegere directeuren der Nationale Hypotheek-Cre- dietvereeniging te Stettin, graaf von A r- nimSchlugentin (een zoon van wij man dezelfde man niet meer Eliza begreep, hoe veel hem zulk een cffer gekost moest hebben. //O! wat bent u toch goed!'/ riep zij uit,//en I wat ben ik gelukkig, dat ik mijne vrienden van j een zorg kan bevrjjden, die hun geluk ver- stoort 1 morgen krijg ik die stukkeu, niet waar vaderlief //Eu wat zal je ermede doen, kind vroeg Bambriquet. //Ik zal ze verbranden ju, ik zal ze verbranden, zonder er een woord van te zegaen, en ditmaal zal ik geen berouw over mjjuedaad gevoelen.// //Maar, kleine, het is eens groote som 1 Enfin, je wilt het, en ten koste van mijn gan- scbe vermogen zou ik je eene onaangenaam heid wenscben te besparen Maar, Liza," vervolgde Bambriquet, na eenige oogenblikken gezwegen te hebben, ben je nu ten minste te vreden Of hebt u soms nog iets op het hart?// //U hebt in alles voorzien, er ontbreekt mjj niets wat liefde en geld kunnen verschaffen. Maar toch, als ik u nog eene gunst zou mogen verzoeken //Welnu, Bpreek op, kindlief, stel mjj nog eens in de gelegenheid je een genoegen te doen.// //Vader, u verlaat mjj iederen avond om naar Parjjs terog te keeren. Zoudt u niet alijjd bjj mjj kunnen bljjven Wij zouden hier een lief kamertje voor u inrichten, vlak naast het mijne, en ik zou niet meer telkens zoo doode'jjk on gerust zjjn, wanneer ik u zie vertrekken.// Dit eenvoudig verzoek scheen Bambriquet in verlegenheid te brengen. //Ik zou wel aan je verlangen willen voldoen,// lea den nit Bismarck's tijd bekenden Harry Von Arnim) en de heer U k- s a d e 1, heelt groote sensatie gewekt. De derde directeur Thym, is reeds se dert eenige maan ten geleden in hechtenis. Bedoelde bank kwam voor een paar jaar in groote moeilijkheden zoodat de rente der pandbrieven moest worden verlaagd. De nieawe directeuren hebben haar weder op gewerkt, en tegen de oude schjjnen nu ern stige feiten van wanbeheer ontdekt te zjjn. Een drama, waar wjj langzamerhand aan gewoon raken in onzen diep bedorven en goddeloozen tijd, is te Frankfort s/M. afgespeeld. Een kellner te Hamburg, die langen tijd omgang gehad had met eene zekere H e- lene Grundmann, kellnerin, die van Hamburg naar Frankfort was verhuisd, ging zijn vroegere geliefde een bezoek bren gen, ten einde de afgebroken liefdesbetrek kingen weer a^n te knoopen. Toen zij hem dit weigerde, trok hij een revolver en schoot haar een kogel door de borst, met het gevolgdat zij levenloos neerviel. Daarna richtte hij het wapen op zich zelf en doodde zich door een schot in de her senen. Te Keulen heeft een vreeselijk onge luk eenige menschenlevens gekost. Een in aanbouw zijnd huis is daar met donderend geraas ingestort. Drie werklieden zjjn van onder de puinhoopen gehaald. Er worden nog 7 of 8 werklieden vermist. Gisteren is te Berlijn het 7de Inter nationaal Congres van Aardrijkskundigen in het Huis van Afgevaardigden geopend. De beschermheer, prins Al b r e c h t van Pruisen heette de schitterende vergade ring namens Zjjne Majesteit den Keizer welkom. De rijkskanselier, vorst Hohenlohe, sprak een rede uit waarin hjj het groote belang van het Duitsche rijk bjj aardrijks kundige onderzoekingen in het licht stelde. De Vorst heriunerde aan de samenwer king van verschillende natiën tot onder zoek van het Zuidpool-gebied en legde er nadruk op dat dergeljjke samenwerking den vooruitgang van de wetenschap en de vreedzame toenadering van de natiën bevordert. Nog andere welkomst-redevoe ringen werden uitgesproken. De voorzitter van het Aardrijkskundig Genootschap te Berljjn, tevens voorzitter van het Congres, Freiherr V on Richt- antwoordde Mjj, doch zekere, zeer winstgevende zaken houden mjj een gedeelie van den nacht bezig .m Dat weet ik wel, maar die naohteljjke werk zaamheden zjjn voor mjj een bron van ver driet Ik zou toch zoo gelukkig zjjn, wan neer u daar voor altjjd van wildet afzienBe halve het groot gevaar, dat zjj opleveren, zjjn zij ook niet oorbaardaar ben ik zeker van.// //Wat zeg je daar, Liz» Weet je soms...?// „Ik ken de waarheid, vader//, antwoordde het meisje treurig, ffeen brief, die bjj ongeluk uit uw zak is gevallen, heeft mjj alles geopenbaard. U hebt u met ander3 mannen van geld vereenigd om een verboden speelhuis te exploiteeren iederen avond gaat u over uwe belangen waken en de winst dcelen. U waart bevreesd de her komst te moeten bewjjzen der gelden, die bjj u in huis waren en dit alleen heeft er u van terugge houden den diefstal aan te geven, die bjj u ge pleegd is, en daardoor is de misdaad ongestraft gebleven. Ook weet ik, dat u reeds verscheidene malen bjjua in moeieljjkheden zjjt gekomen, door de nasporingen der politie en dan te moeten den ken, dat het geld, het welk u mat kwis iga hand voor mjj uitgeeft, ontroofd is aan ongelukkigen, die hun geluk in datafsclmweljjk huis beproeven!... Vader, ik smeek u,// vervolgde zij de hand n vou wende, //wanneer uwe dochier nog iels op u veig mag, zie dan van deze verfoeilijke onderneming af.... Hat op zulk eene wjjze verkregen goed gedjjt niet en ik schaam er mjj o/er te leven in eeu overvloed, die uit oneerljjke handelingen voort- Bjiait./r Wordt vervolgd j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1