No. 4307. Maandag 9 October 899. 24ste Jaargang QagBlaó voor cffooró- en SCuió-JCollanó. De Leerplicht in beeld. li D I TKJVLA N 1), BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. feuilleton. Lompenkoopman. Transvaal. Engeland. Amerika. frankrijk. iinttvr. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS. f 1,10 1,40, 2,80 0,03 M Al Nj-iEN PR ATT AGITE MA NON AGITATE. Het is onzen lezers bekend, dat hier te lande wekeljjks eenige tijdschriften versche nen, die bjj ieder nummer een plaat geven, welke betrekking heeft op een feit of toe stand op politiek gebied. Dikwijls zijn die platen geestig geteekend en verdienen zjj uit artistiek oogpunt lof, maar nog vaker hebben die platen een tendenz, waardoor zij voor ons alle aantrekkelijkheid verlie zen. Gewoonlijk toch, mogen wij wel zeg gen, bestaan de platen uit voorstellingen, welke bestemd zijn om personen of hande lingen in een bespottelijk daglicht te stel len, niet behoorende tot de liberale party. Het is opvallend, dat hoogst zelden daden van het liberalisme in deze artistieke kri tiek onder handen genomen worden. Door gaans moeten het de anti-lioeralen van allerlei soort ontgelden. Zich daarover beklagen zou de belache lijkheid zelve wezen. Integendeel stellen wij er ons een eer in, dat ook d8 teekenstift ter hulp geroepen moet worden om de anti-liberalen te bestrijden. Er blijkt uit, dat de liberalen alle middelen goed achten om hun tegenstanders afbreuk te doen. Dat Katholieken en Anti-revolutionnairen veel stof geven aan de politieke teekenaars, kan door deze partijen dan ook niet an ders dan met genoegen worden gezien. Doch een der teekenaars heeft de vorige week zich leeljjk in den vinger gesneden. Het is de bekende Braakensiek, die in de tgroene Amsterdammerzich als een enfant terrible der liberale partij heeft aan gesteld. Hij teekende een plaat, waarop de Minister Borgesius wordt afgebeeld, staande in de kamer van een armoedig gezin dat schjjnbaar groot gebrek lijdt. De «huisvader» zegt tot den heer Bor gesius: «Eerst kleê-en en brood, myn heer waarop de Minister antwoordt: «Dat is een quaestie van voorkeur. Ik zeg eerst lezen, rekenen en scbrjjven en dan een warme jas en voedzaam eten». Men kan zich voorstellen, dat de teeke naar het met die plaat bij de liberalen heeft verbruid. De Arnhemsche Ct. gaf het eerst lucht aan haar edele verontwaardi ging door dit onderschrift «infaam» te noemen. Het Uad noemt de gedachte der plaat «onwaar» en zegt, dat in het onder schrift net karakter van den ontwerper der Leerplichtwet op «schandelijke wijze» wordt aangerand. De heer Braakensiek kan het voor eerst met die beoordeeling doen, en is voor deze «laagheid» gelijk het blad zijn teekening noemt - eens flnk door de Arnh msche aan de kaak gesteld. Hoe hij 84 VADER BAMBRIQU ET or DE Vervolg.) «Waar ga jij zoo heen, moeder Fricbard?// vroeg de kunstenaar, //Hemelsche goedheid zeide de arme vrouw, in tranen uitbarstende, terwijl zjj zich vol wan hoop de handen wrong //weet u dan bet nieuws nog niet? Gaat u dan juffrouw Eliza met waar- schuwen? dat goede, lieve kind! Wrelk een slag voor hsarl zij zal het niet kunnen gelooren Zoo is het mij ook gegann, ik meen te droomen en toch heb ik hem gezien bleek, bewusteloos en met bloed bedekt \u //Wat nu? verlies je je verstand?// viel Sal- viae haar ongeduldig in de rede, //over wien heb je het toch //En over wien zou ik het anders kunnen hebben dan over dien armen mijnheer Bern- briquet? Hjj is dezen nacht vermoord in de rue de la Montagne. Zjj hebben hem alles ont- stolen, wat bjj bjj zich droeg //Vermoord!// riepen Moreau en Salviac tegeljjk. //Heilige Mssgd het is maar al te waar Hjj was reeds koud, toen men hem thuis bracht. Het huis is T°1 politieagenten, die iedereen on dervragen en alles opech-jjven Een hun- ner heeft mij bevolen de juffrouw te waarschu wen. Ik wilde het huis niet alleen laten, daar- zicb uit die moeilijkheid redden zal is ons niet bekend. Misschien teekent hij een volgend maal den verontwaardigden Arn- hem8chen redacteur wel uit, als een kleine vergoeding voor het door hem gepleegde misdrijf. Doch wanneer de Arnhemsche Ct. zich aanmatigt een oordeel uit te spreken over de gedachte dezer plaat en deu I eekenaar persoonlijk aanvaltmeenen ook wij het recht te bezitten om als ons gevoelen uit te spreken, dat de grondgedachte der tee kening ons meer waar toeschijnt dan de boosheid der Arnh. Ct. gerechtigd. Wij weten heel goeddat de Minister Borgesius in de kamer van een armoe dig huisgezin niet zal vertellen dat de om brood schreiende kinderen eerst moe ten leeren lezen schryven eu rekenen. H. t is dan ook absurd om die teekening letter'jjk op te vatten. De bedoeling is om den beschouwer den indruk te geven, dat de Minister eene Leerplichtwet meer urgent acht dan eene nieuwe armenwet, hetgeen ook blykt uit de woorden boven het onderschrift«Leerplicht vóór eene nieuwe armenwet.» Maar hierop heeft de Arnh. Ct. in haar verontwaardiging niet geletterwijl het toch een feit mag geacht worden, dat de Minister van Binnenlandsche zaken zoo danig verblind is door zijn vereering voor het beginsel ven den Leerplicht, dat an dere, veel noodiger, regelingen daardoor op den achtergrond worden geschoven. Dit bewijst het blad zelf door enkele aanhalingen te doen uit de onlangs ver schenen Memorie van A ut woord op het Voorloopig Verslag naar aanleiding van het tweede onderzoek der Leerplichtwet in de Afdeelingen der Tweede Kamer. Het blad ontleent daaraan o.a. deze woorden van den Minister: «Waar is het, dat kin deren, die door armoede verhinderd wor den school te gaan van deze wet niet zullen profPeeren, zoolang zjj niet van de noodige kleeding en voedsel zijn voorzien, maar waar is het evenzeer, dat Leerplicht eveneens nutteloos zal zjjn voor alle kin deren, die te ver van eene school afwonen, die geen plaats kunnen vinden op eene school in de buurtdie lichamelijk zoo zijn verwaarloosd, dat zij te zwak zyn om door weer of wind naar school te gaan, enz. enz. Dat alles is zeer treurig, maar het is onmogelijk daartegen by deze wet voorziening te treffen. De gezondheidstoe stand zal verbetering ondergaan o.a. door wetten op de hygiene, door eene goede woningwet, d >or betere zorg voor gmees- kundige hulp enz. Dat alles zal ook be vorderlijk zyn aan geregeld schoolbezoek, om heb ik u gezocht, mijnheer De Salviac, om u te ve-zoeken deze boodschap op u te nemen maar u wnart reeds uitgegaan toen was ik wel genoodzaakt een rjjtuig te nemen, zonder den tijd te hebben gehad rnjj aan te kleeden. Maar nu ik u en mjjnheer Moreau toch ge vonden heb, zult u wel zoo goed willen zjj o j iffrouw Eliza met het voorgevallene ia kennis ie stellen, dan kan ik naar de rue delaSmté terugkeereu, waar men mjj dringend noodig heeft.// Eduard t-n de prins waren geheel ontdaan. Zij vroegen de ia tranen badende portiersvrouw naar eenige bijzonderheden omtrent de verschrik kelijke gebeurtenis, waardoor zjj ODgeveer het volgende te weten kwamen Bambriquet hsd tegen middernacht het speelhol verlaten, dat hjj op aandringen van zjjne dochter niet ver der zou exploiteeren. Dit huis lag in een wei nig beiochte buurt en om thuis te komen moest bjj verscheidene der eenzaamste en onveiligste straten van Parjjs door. Hjj droeg een groote som gelds bjj zicb, doch door de gewoonte was hjj op geen kwaad bedacht, en had het niet noodig gevonden zich door iemand te doen begeleiden of een rijtuig te nemen. Toen hjj nu door een smal steegje ging, hadden zich twee mannen op hem geworpen en hem zijn portefeuille ontnomen, doch daar de gewezen lompenkoopman zich dit niet wilde laten welgevallen, had hjj eenige messteken ontvangen. Een patrouille, die op het geschreeuw j was ter hulp gesneld, mocht het gelukken de moordenaars te grjjpen en Bambriq'iet werd j naar een naburigen politiepost overgebracht, I bet zal volledige uitvoering der Leerplicht wet gemakkelijker maken maar er kan niet aan gedacht worden daaromtrent be palingen op te nemen in deze wet.» Leest men deze ministerieele woorden aandachtigdan moet het toch duidelijk wezen, dat de heer Borgesius eeue ar menwet,eene woningwet enz. natuurlijk niet afkeurtdoch dat hy in ieder geval de voorkeur geeft aan de Leerplichtwet. En dat is het wat de teekenaar heeft bedoeld uit te drukken. Dat hij hierin volkomen slaagde, meenen wij wel te mogen verze keren. Maar de verontwaardiging van de Arnh. Ct. is te minder gerechtvaardigd waar het blad juist bovenstaande ziusneden van deu Minister aanhaalt om hem te verde digen. De liberalen zoeken de verbetering der maatschappelijke toestanden uitslui tend in de wetgeving, en als bewijs hier voor mogen bedoelde woorden wel gelden. Hier tegen te waarschuwen, bijjven wij onzen plicht achten. Willen de liberalen het schoolgaan der jeugd bevorderen, dan maken zy eene wet, waarbij de kinderen naar school worden gedreven willen zij de armoede bestrjj den, dan is het weder eene wet, die deze maatschappelijke kwaal moet genezen; wil len zy de volksgezondheid in bescherming nemen alweder staat de liberale wetge ver klaar om regelen vast te stellen, op welker overtreding straf wordt bedreigd. Gaat men op dien weg voort, dan zal onze maatschappij weldra zyn gedrongen in een keurslijf van wetten, die haar vrije ontwikkeling in de hoogste mate moeten belemmeren. Dit is vooral ten opzichte van den Leerplicht het geval. De persoonlijke vrjjheid wordt door het aanhangig ont werp ten zeerste beperkt. Inbreuk wordt gemaakt op het recht der ouders om zei ven verantwoordelijk te zyn voor de op voeding huuner kinderen. Bij aanneming der wet is het de Staat, die deze verant woordelijkheid overneemt en daardoor een der heiligste plichten van de ouders ge heel eigendunkelijk uitoefent. In plaats vau hierdoor meer waarborg te verkrijgen voor den vooruitgang der samenleving in bet algemeen, werkt de Leerplichtwet er toe mede om het cement losser te maken, dat het huisgezin bijeenhoudt eu verzwakt die wet aldus ook het maatschappelijk ge heel. Hoe knellender de wettelijke banden worden gemaakt, des te zwakker en boo zer wordt de maatschappij, omdat haar vrije organisatie wordt vernietigd. Hier komt nog bijdat niet eens op goede gronden de noodzakelijkheid der in voering van den Leerplicht bepleit kan PRIJS DEB ADVERTENTIEN Van 1—6 regels50 Cents. Elke regel meer7H, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Publicité Etrangbe G. L. BA UBE 4' Co. J OHN., F. JONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmarire worden omdat tallooze statistieken be- wyzendat het schoolverzuim ieder jaar afneemt. Door zedelijke middelen, door den geheelen vooruitgang der samenleving zelf, is de overtuiging zoo goed als algemeen, zelfs onder de laagste klassen, dat goed onderwijs voor de jeugd noodzakelijk is. Waarom mott nu nog eens de wetgever komen verklaren dat het schoolverzuim eene overtreding daarsteltdie door den Rechter wordt gestraft Wy begrijpen het niet, tenzij wy aannemen, dat het libe ralisme geen vertrouwen heeft in zich zelf en door de wet een band wil aanbrengeD, waaraan het steun meent te kunnen ont- Ieenen. Zoowel Braakensiek als de Arnh. Ct. hebben weder eene bijdrage geleverd tot meerdere kennis van het libéralisme. Wij danken hen daar zeer voor en zullen er ons voordeel mede doeD. DeheerBor- g e s i n s mag wel bidden Bewaar mij voor mjjn vrienden waa' hij weldra dan laatsten adem uitblies. Des morgens had z'ch het gerecht naar de rue de la Santé begeven om een onderzoek in te sttl- len en nu verbeidde men met ongeduld de komst van Eliza, of van iemand, dien zjj in hare plaats zou zenden. Het spreskt wel vanzelf, dat de beide mannen, die verdacht werden van den moord op Bambriquet, niemand anders waren dan de gewaande kapitein Saint Julien en zjjn waardige trawant Joli Coeur. Hcewel Bambriquet vele en groote geb'eken bad gehad, maakte zjjn droevig uiteinde toch een diepen indruk op beide vrienden, N .dat vrouw F/icha'd haar verhaal geëin digd had, wendde de kunstenaar zich tot zijn medegezel en vroeg //Prins, wat staat ons nu te dosn //Laten wij het arme kind voorbereiden op den zwaren slag, die baar ge'r ffan heeft," zeide All ed zonder aarzelen. "Met het oog op haren ziekeljjken toestand zou zulk een schok haar noodlottig kunnen zijnzij zal be hoefte gevoelen, die haar liefhebben om zich heen te zien //Laten wjj dan gaan," hernam Salvitc le vendig, //wie weet, wat er gebeuren zou, wan neer iemand ons met deze ongelukkige tijding voor was geweest. Jjj, vrouw, Frichard, keer zoo snel mogeljjk naar huis terug Laat mjjnheer Guillot roeper, den notaris van wjjlen uw meester, ik zal ook spoedig bjj je zjjn.// De portiersvrouw steeg weder in het karre'js en beid voertuigen bewogen zich woldra in tegenovergestelde richting. T-it aan Auteuil sprak men geen woord. De overheid heeft de herbergen en can- tines in de Witwatersrand goudvelden laten sluiten. Zy zetten de Britten aan het land te verlaten. Zjj, die achterblijven worden onder geleide langs de spoorlijn vervoerd totdat een trein wordt aangetroffendie hen butteu de grens kan brengen. Niet Britsche inwoners te Johannesburg, die aldaar wenschen te biyvenworden van paspoorten voorzien, - De leden van bet korps Ieren te Johannesburg, die aan de Transvaalsche Regeering hun steun hebben aangeboden, hebben den eed van trouw afgelegd en znllen naar de grens worden gezonden. Drie en vijftig parlements'eden der Kaap kolonie hebben een adres gericht aan ko ningin Victoria waarin zjj o.a. zeggen dat zjj door bloed, verwantschap en huwe lijk tot de bewoners van Transvaal in be trekking staan, dat zij stoffelijk belang hebben bij den vrede in Zuid-Afrika, dat zjj overtuigd zyn van het onnoodige van gewapende Engelsche tusschenkomst. Zij zeggen, dat de Transvaal overtaigd is, dat het wjjs is eene liberale regeling te maken voor de vertegenwoordiging der goudvelden in de wetgevende lichamen en dat zjj het onderzoek der kieswet door een gemengde commissie heeft aanvaard. Daarom bidden adressanten de Koningin onmiddellyk een zoodanige commissie te benoemen. Indien haar onderzoek bewees, dat de tegenwoor dige kieswet ontoereikend is, dan is Trans vaal bereid eene nadere regeling te treffen. Adressanten leggen getuigenis af van hun loyale toewjjding aan de Koningin. Op dit adres heeft de Eugelsche minis ter Chamberlain geantwoord, dat de rjjksregeering de sympathieën en de be- Alleen gaf de prins door deze ontboezeming van zjjq gemoed lucht //Arme Eliza, haarva der doet haar schande aan door zjjn dood, zoo- ffs hjj dit gedaan heeft door zijn leven Morgen zal gansch Parjjs weteD, dat de gewe zen lompenkoopman Bambriquet vermoord is geworden, toen hjj het sfschuweljjk speelhol wilde verlaten, waarvan hjj een der eigenaars was langen tjjd zal zjjn naam, de naam van lit schoone, onschuldige meisje nog weerklin ken in de gerechtszaal en tot aan den voet van bet schavot Eindeljjk kwam men aan het landhuis, al les zag er vrooljjk en kalm uit. Aan het hek ontmoetten de beide vrienden den dokter, die zjjn morganbezoek ging afl ggen. //Goeden morgeD, heeren," zeide hij tot hen, "U komt j rist van pas om goede tjjding om trent onze dierbare zieke te vernemen. Zij maakt het zoo goed, als maar kan; ik weet niet, wat er sedert gister is voorgevallen, doch in haar toestand heeft eene verandering ten goede plaats gegrepen.// //Des te beier,//zaide Salviac zuchtend, "want zij zal al hare krachten noodig hebben het hoofd te bieden aan het nieuwe ongeluk, dat haar treft.// De geneesheer keek hem verwonderd asn. //Ia uw bezoek reeds afgeloopen, dokter vroeg Alfred. //Ja heer eiik ga naar Parjjs terug, en //Wees zoo goed nog een poosje te wachten eu met ons terug te gaan, men zal heden uwe diensten beboeren.// f Ia weinigo woorden vorteldc 3ülyi&c nu^ langen der Engelsche onderdanen van Hol- landsche afkomst indachtig isdat Minis ters voornaamste doeleinden zyn geweest aan de niet-Hollandsche inwoners van Transvaal gelijke rechten en voorrechten te verzekeren ah genoten worden door de Hollanders in de Kaapkolonie. Engeland heeft tegenover Transvaal alle consideratie gebruikt, vereenigbaar met voornoemd doel maar zijn pogingen om een vreedzame re geling tot stand te brengen zyn tot nog toe zonder gevolg gebleven. Wegens de weigering van Transvaal om het verzoe nend aanbod van Engeland te aanvaarden, heeft het rijk zich gedwongen gezien eenige voorstellen te formuleeren. Dit antwoord van minister Chamber lain beeft groote verontwaardiging gewekt. Men kent de plannen van dezen Minister, dia koste wat wil, de Transvaal onder Engelsche heerschappy tracht te brengen. In niet minder dan 17 steden van Engeland zyn door vereenigingen moties aangenomen vóór den vrede. Het nationale adres tegen den oorlog is op één dag door 5000 personen getee kend. De oorlogszuchtige party die te Londen de meeting voor den vrede deed misluk ken, heeft ook haar Trafalgar Square manieren te Birmingham in toepassing gebracht en de meeting door Clark en Wat kins belegd in de war gestuurd. Gisteren zyn door den Anglik&an- schen bisschop van Bath op eene vergade ring van zyn diocees, door den bisschop van Salford te Manchester, door de par lementsleden Broadhurst teFramling- ham, Nussey te Ferrybridge, B r assey te Bournemouth, M. Crae te Edinburg redevoeringen ten gunste van den vrede gehouden, waarvan Rule Britannia de grondtoon was en waarin Chamberlain geen Judas maar een Jonas werd geheeten. Baron Rothschild te Londen, die uit zjju bankiershuis aan de Engelschen het geld om een oorlog te voeren tegen Trans vaal heeft laten verstrekken verzamelt nu geld voor een fonds, waaruit een schip voor het Roode Kruis voor Transvaal zal worden bekos! igd. De oom van admiraal D e w e y, is plot seling door overstelping van vreugde aan een hartaderbreuk overleden. Zjjn zoon schryft den dood toe aan de opgewonden heid in zyn vader teweeg gebracht door de buitengewone eerbewijzingen die zyn neef, sedert zjjn terugkomst in de Veree- nigde Staten, heeft mogen onderrinden. De zeeman D e w e y, die zeer veel van zyn oom hield, moet over dit verlies in zyn familie zeer treurig gestemd zyn. De Regeeriug der Fransche Republiek heeft een nienwe lypus aangenomen voor het gouden geld. Op de beeldzjjdeeen hoofd der Republiek met de phrygische muts omgeven met een eikentak. Onder de kin van het beeld staat de naam van den graveur J. C. Chaplain en rondom wat er gebeurd wasde geneesheer verbleekte. //Die arme juffrouw Eliza zsl dit niet te boven komen," mompelde hjj, „en dat op het oogenblik, waarop ik de stelligste verwachtin gen koesterde voor een spoedig herstel welnu, ik volg u, heerenu hebt geljjk, men hetfi hier meer dan ooit behoefte aan mjjn tegenwoordigheid." E]iza en Cécile waren wederom voor het hnis onder de oranjeboomen gezeten, zjj lachten en schertsten als een paar schoolmeisjes en keken vrooljjk naar de drie mannen, die door de laan naderden. Toen zjj in hare nabjjbeid waren ge komen, werden zij met luid gelach begroet. //De menschen hebben waarljjk geljjk, heeren," ;e:de Cécile, "wanneer zij zeggen, dat de dagen op elkander volgen, doch niet op elkander Ijjken. Gisteren zjjt n in een prachtig i gekomen, vandaag neemt u de iv" - Hcie, lie ooit door een kreupel paard getrokken is Eliza en ik konden niet geloovea //Wees toch niet zoo uitgelaten, Cécile, viel baar man haar in de rede, op een toon, die haar deed sidderen. Intusschen was Eliza opgestaan, en begroette de bezoekers met hare gewone vriendelijkheid. //Ik zie met genoegen, prins,// zeide zjj glim lachend, //dat u een man van uw woord zjjt die nauwgezetheid is echter wel noodig om uwe vroegere onverschilligheid te doen vergeten en mijn goede dokter zal u zeggen, dat aflei mg aoji geen kwaad doet./- (WorU ver.olgdjl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1