N I E U W E
Syagëiaè voor cyooró- an Shuió-tXolland.
De Sociale Quaestie en
het Christendom.
No. 4308,
Dinsdag 10 October 1899
24ste Jaargang.
b ITENLAJVf;
Lompenkoopman.
Duitschland.
nmiMSCHICOCRtlT.
ABOHNEMENTSFBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers.
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏEEAU: St. Janstraat Haarlem.
/1.10
1,40
«2,80
«0.03
AGITE MA WOW AOITATE.
PRIJS DSa ADVERTENTIES.
Van 16 regels 50 Cent
Elke regel meer7 V.»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimtei
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant
- --«iHM
Red a c t e ur-D i t g e v e r, W. KüPPERS.
I.
Daar is ongetwijfeld geene betere, geene
meer beproefde leermeesteres, geen veiliger,
geen meer betrouwbare gids dan de historie.
De historiezij verkondigt ons geene
theorieën, geeft ons geene leerstellingen, die
nog aan het practisch leven zullen moeten
worden getoetst om te zien, of zp waar
heid bevatten de historie zij voert ons
niet op wegenwaarvan wij niet weten
waarheen zij ons leiden zullen neen de
historie, zij legt voor ons open een stuk
van het wereldschouwspel, dat zich heeft
afgewikkeld en is afgespeeld zij doet ons
personen kennen, dit vóór ons hebben ge
leefd, zaken en toestanden en verhoudin
gen, die vóór ons hebben bestaan en zij
doet ons die kennen beter en juister en
helderder dan zij het vermochten, die zeiven
daarin een rol vervulden, omdat zij ons de
gelegenheid geeft dat alles te beschouwen
en te doorschouwen, terwjjl het tot volko
men rust en kalmte gekomen is en der
halve is ontdaan van alle persoonlijkheden,
van alle toevallighedendie voor den
tijdgenoot wellicht belangrjjk door het
nageslacht nochtans op den achtergrond
worden geschoven teneinde in het volle
licht te doen treden de groote scherpe
sprekende lijnen der wereldgeschiedenis in
al hun grootheid en majesteit.
Sommigen nu zullen zich tevredenstel
len met een duidelijk beeld zich te hebben
geschapen van de eeuwen, die zijn voorbij
gegaan, van de vraagstukken, die zich daar
in hebben voorgedaan, en hoe die zjjn op
gelost, hjj echter, die de geschiedenis voor
taan als hulpmiddel voor andere wetenschap
pen doen dienen wil, hjj zal daar niet blij
ven staan. Wetende, wat vóór hem gebeurd
is zal hjjsteeds daarop lettende veel
kunnen verklaren, wat bij en om hem ge-
FEUILLETON.
VADER EAMBRIQU&T
O F DE
85 Vervolg en Slot
Niemand antwoordde op dit aardig gebabbel,
dat zooveel kalmte en tevredenheid verried. De
prins bleef zwjjgend voor Eliza staan, zonder zjjn
blik op haar te durven vestigen. De dokter,
daarentegen, beschouwde haar met bljjkbare be
langstelling alsof hjj wilde nagaan hoeveel
smart dit zwakke schepseltje zou kunnen ver
dragen.
Sal viae had zjjne vrouw ter zjjde genomen
en sprak fluisterend met haar, Cécile weende
en scheen een onmacht nabjj. Eindeljjk merkte
het jonge meisje deze onheilspellende teekenen op.
//Wat is er toch, hee'en vroeg zjj//u schjjnt
geheel ontdaan.
«O, hemelik beef vertel mjj toch spoe
dig
//Ga zitten, mjjn kind,// zeide de geneesheer
op zacht overredenden toon.
Werktuigeljjk gehoorzaamde zjj. Allen be
waarden het stilzwegen stilte is in dergeljjke
omstandigheden de beste voorbereiding.
„Juffrouw,// zeide eindelek prins De Z
op ernstigen toon, //is n niet een weinig onge
rust, omdat u dezen morgen uwen vader nog
niet heeft gezien
//Ja inderdaad, be móest reeds hier zen, be
komt laat vandaag maar prins, waartoe dient
die vraag Zou men vader een ongeluk over
komen zen?//
schiedt), kunnen begrijpen, waarom het zóó
is en niet anders, maar bovenal zal bij
hierin een veilig richtsnoer vinden om den
weg te kennen dien hij volgen moet tot
bereiking van zjjn doel, en steunende op de
wet van oorzaak en gevolg, zal hjj met al
thans eenige zekerheid kunnen voorspellen,
wat de gevolgen van zpne handelingen zul
len zjjn, zal het hem gegeven worden een blik
in de althans naaste toekomst te werpen
en met die toekomst rekening te houden.
In 't Verleden ligt het Heden.
In het Nu, wat worden zal,
Is het voor vele takken van wetenschap
van belang zich te plaatsen op het histo
risch standpunt, vooral geldt zulks voor de
op heden ongetwjjfeld voornaamste, meest
beoefenenswaardige, n. 1. de sociale weten
schap, die zich vóór alles ten taak gesteld
heeft te streven naar de oplossing van het
zoo ontzettend veel omvattend, het bjjna
onoverzienbare sociale vraagstuk. Waar wij
bij de behandeling daarvan den mensch
zeiven als individu, als lid der familie, als
lid der maatschappij hebben te beschouwen,
is het vóór alles noodig na te gaanhoe
de mensch in die verschillende hoedanig
heden zich ontwikkeld heeftis het vóór
alles noodig Da te gaan, hoe het vraagstuk
is ontstaan de historische lijn te vinden,
waarin dit vraagstuk zich heeft voortbe
wogen en nog beweegtteneinde dan, en
steunende daarop, althans in groote trek
ken te kunnen aangeven, langs welken weg,
in welke richting het vraagstuk opgelost
worden kan, moet en zal.
Al hetgeen men tegenwoordig veelal on
der arbeid verstaat, alle persoonlijke dienst
verrichting, alle loonarbeid, alle handwerk,
elke verwerving van eenig bezit door han
denarbeid gold in de oudheid als den vrijen
man onwaardig. De arbeid was slechts goed
voor een lager ras van wezens, voor ben,
die zuchten onder het geweldig slavenjuk,
voor wezens, die wel het uiterlijk van men-
schen vertoondenmaar geen menschen
Cécile, die van allee op de hoogte gesteld was,
kon zich niet langer bedwingen, zjj snelde op
Eliza toe en deze in bare armen nemende, riep
zjj uit
„Arme vriendin arme vriendin
Het jonge meisje maakte zich uit de omar
ming los.
//Cécile, heeren,// riep zjj, //u hebt mjj nog
niet verklaard mjjn vader zegt mjj, waar
mjjn vader is 1//
Men nam alle mogeljjke voorzorgen in aebt
doch ten slotte moest men toch het ongeluk
kige kind de verschrikkelijke waarheid mede-
deelen.
XLIX.
s
Zoodra Eliza deze begrepen hadwas zjj
zonder een woord, zonder een kreet te uiteD,
bewusteloos in de armen der omstanders gevallen.
De geneesheer liet haar terstond in huis bren
gen en wjjdde weldra al zjjne zorgen aan haar.
Salviac en de prins bleven alleen in den tuin
achterna eenige oogenblikken van stilte zeide
Salviac eensklaps
//Prins, het is van het grootste belang, dat ik
terstond naar Parjjs terugkeer, om over de belan
gen van Eliza te waken. De dokter zal haar
vandaag niet verlaten en heeft mjj toegestaan
zjjn rjjtuig te nemen, om geeu tjjd te verliezen.
Maar wat denkt u te doen
//Ik bljjf hier,// antwoordde Alfred, terwjjl hij
op de bauk plaats nam.
Eduard schudde hem veelbeteekenend de hand
en verwjjderde zich haastig.
Gedurende verscheidene uren bleef d« prins
zoo onbewegeljjk als een beeld zitten. Hjj zag
warende slaaf was geen persoonmaar
eene zaak.
Zóó stond het èn bij de Grieken èn bij de
Romeinen met de beschouwing van den ar
beid en den arbeider geschapen. Zelf in de
hoogste weelde zich badende, zag men met
trots niet alleen, maar verachtte men met
de grootst mogelijke verachting den arbei
der, rangschikte hem als 't ware onder de
huisdieren, kocht en verkocht hem, evenals
deze de mensch werd eigenaar van zijn even-
mensch. «Oneervol en gemeen is alle ge
win der handwerklieden zóó durfde zich
zelfs een der wijsten onder de Romeinsche
wijzen over den arbeid uitlaten.
En zietnauweljjks een menschenleef-
tijd nadat Cicero aldus gesproken heeft,
daar wordt geboren in die werkplaatsen
waaruit volgens dien wijze niets edels kon
voortkomen, die volgens hunne beschou
wing geen menschen waren, de Zoon Gods,
de Stichter des Christendoms. Een belang
rijk feit in de historie, ja het middelpunt
der gansche wereldgeschiedenisdie zich
immers splitst in twee deelenin hetgeen
vóór en Ba hem is geschied.
Welnu, deze Israëliet, geboren in de diep
ste armoede in een stal, het eerst begroet
niet door machtigen of rjjken, maar door
eenige eenvoudige landliedenwjjdt zich
dertig jaren lang aan den handenarbeid
gaat drie jaren als leeraar onder zijn volk
rond, wordt gevangen genomen, sterft aan
een kruis, vertoont zich, nadat Hij van den
dood is opgestaan, nog op enkele plaatsen,
vaart ten Hemelen laat verder de ver
spreiding zijner leer over aan ,twaalf arme
visschers. En deze gewichtige leer, zoo nie
tig in haar ontstam, en die toch eene gan
sche wereld zal veranderen, is zij neerge
schreven in een aantal folianten Neen, zjj
is saam te vatten in één kort en eenvou
dig, doch veelomvattend en gestreng voor
schrift Bemint bovenalGod, en Uwen naas
te als U zei ven.
Wat zien wij nu gebeuren De leer ver-
de bewoners van het huis in- en uitloopen, doch
gaf niemand een teeken, richtte tot niemand een
vraag, het was alsof hjj onverschillig was voor
hetgeen om hem heen gebeurde.
Eindeljjk kwam Cécile hem tjjding van de
zieke brengen.
//De crisis is voorbjj,// zeide ze, //en de dok
ter heeft weder moed onze arme Eliza zal
dit onheil met meer kracht dragen dan men van
haar verwacht zou hebb/n.„
//Dus,// vroeg Alfred, zonder uit zjjne vrees
aanjagende onbewegeljjkheid te geraken,//zal zjj
in leven bijjven
//Dat is meer dan waarschjjnljjk, waarde prins.
Eliza aanbad haren vader, doch haar houden
nog andere banden aan de aarde gekluisterd
zjj heeft, toen zij jjlde, uw naam genoemd,// voegde
Cécile er zacht bjj.
//Mjjn naam I// herhaalde de prins.
Verschillende stemmen in huis riepen om me
vrouw De Salviac en het jonge vrouwtje liep
haastig heen. De prins verzonk weder in somber
gepeiDs, toen de galop van een paard in de laan
zjjn aandacht trok. Een bediende, in de livrei
van Alfred De Z steeg af, toen hij zjjn
meester gewaar werd, en naderde eerbiedig.
//Mjjnheer de prins,// zeide hjj, hem een brief
overreikende, //dit briefje is zooeven van het
hotel De Montreville bezorgd, onder bijvoeging,
dat er zeer veel haast bjj was. Mjjnheer Duval
wist niet, hoe het u te doen toekomen, mjjnheer
De Salviac is komen berichten, dat u zich hier
bevond. De rentmeester heeft mjj terstond hier
heen gezonden om uwe bevelen te verne
men
Alfred nam het papier aan en brak langzaam
de enveloppe open. Het briefje was door graaf
spreidt zich, begint aanhangers te tellen
niet alleen in het Oosten, maar ook in het
Westersch Romeinsche Rjjk. En aanstonds
breekt een storm van woede los over allen
die den naam van Christen dragen. Zjj
worden vervolgd, en, zoo zij volharden, in
den kerker geworpen, en, zoo ook dat niet
helpt, gedood op de meest gruwzame wjjze,
die zich denken laat.
Wat nu is het karakter dezer wreede
Christen-vervolgingen
Ongetwijfeld was het hier in de aller
eerste plaats een strjjd om en voor het Ge
loof om en voor het Geloof aan den Chris
tus stierven de martelaren; zjj, die het Chris
tendom afzwoeren, waren aanstonds vrjj
maar tevens voelde men ook in de opkomst
van het Christendom, een ommekeer,eene
begripsverandering in de geheele maatschap
pelijke orde. De machtige keizer, de eer
biedwaardige senatoren, het deftig patri
ciaat, die, rustig gezeten in hunne weelde
rige paleizen, aan hunne voeten zagen krui
pen eene heerschare van slaven, hen op hun
wenken dienende, zij zagen als 't ware die
slaven reeds opstaan, zij hoorden, als 't
ware, die slaven hun reeds toeroepen wij
willen niet meer gebukt gaan onder het
juk, dat gij ons onrechtmatig oplegt; wjj
vrageu vrijheid wjj willen U als onze meer
deren blijven erkennen en dienen, maar wij
vragen gelijkheid in zooverre, dat gjj ons
als menschen erkent en ons met liefde be
handelt.
En op de vraag, hoe zij er toe komen
dergelijke eischen te stellen, hooren zjj reeds
als antwoordZoo is de leer, die Christus
op de wereld heeft gebrachtChristus heeft
ons geleerd, dat dit onze rechten en Uwe
plichten zjjn.
De heer K r u p p te Essen, eigenaar en
bestuurder der groote kanonnenfabrieken
en jjzergieterjjen, waarin duizenden werk-
De Montreville geschreven en bevatte slechts
deze woorden
Ik heb door getuigen doen conititeeren en zal
overal verkondigen, dat prins De Z een
lafaard is I//
Geen spier op Alfreds gelaat verried eenige
ontroering. Die geheele duelhistorie was hem te
kinderachtig. Hjj wist wel, dat men hem in da
kringen, waarin hjj totnogtoe verkeerde, niet
meer zou dulden, maar wat scheelde hem dat
Hjj was toch van plan Parjjs te verlaten, in vrjj-
willige ballingschap te gaan.
//Is er ook antwoord, mjjnheer de prins
vroeg de knecht.
Alfred haalde een sierljjk opschrijfboekje uit
zjjn zak, scheurde er een blaadje uit en schreef
haastig met potlood eenige regels. Daarop vouwde
hjj het papier en gaf het den bediende, met de
woorden
//Voor mjjnheer De Salviac, spoedig
De knecht^ groette, sprong in den zadel en
was weldra uit het oog verdwenen.
Twee uur later kwam Salviac op zjjn beurt
op de villa aan, zijn paard was met schuim en
zweet bedekt. Hjj steeg bjj het hek af en be
merkte den tuinman, die hem tegemoet liep.
Zonder naar Eliza te vragen, riep hjj hjjgend
//De prinsIs mjjnheer de prins nog hier
De tuinman keek hem verbluft aan.
//Wanneer u dien langen heer bedoelt, die er
zoo voornaam uitziet, dan is hjj reeds eenigen
tjjd geleden vertrokken.//
»En welken kant is hjj uitgegaan
//Hjj heeft het rjjtuig teruggestuurd, dat aan
de deur wachtte, toen is hjj den weg naar het
station opgegaan.
//Dan is hjj ook reeds vertrokken riep De