NIEUWE
Wagêiaó voor *3t/oorè~ Süuió-sJCollanó.
De Sociale Quaestie en
het Christendom.
No. 4310.
Donderdag 12 October 1899
24ste Jaargang.
b U I TE NL A ND.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers0.08
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUBEAïï: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS D sa ADVERTENTIES,
Van 16 re
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimten
50 Cent
71/
AGITE MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
III.
Met de kroning tot keizer van Karei
den Groote door den Paus schoot het Chris
tendom niet alleen op, maar het Christen
dom stond van toen af hecht en onwrik
baar tevens.
De Bisschoppen verhieven met vereende
kracht hunue stem tegen de slavernij. Rond
om hunne residenties vestigden, zich hand
werkslieden van allerlei beroep, wier arbeid
naar waarde werd geschat onder bescher
ming van het geestelijk gezag, en de bis
schopszetels werden de grondslagen der
steden (Utrecht, Mainz, Keulen enz.) Even
eens werden de kloosters de centra der
christelijke beschaving.
De Keizer deed overal volksscholen op
richten welke hij meermalen persoonlijk
bezocht. Hp gaf een machtigen stoot, die
na eeuwen nog zal gevoeld worden aan de
beoefening van den arbeid en de organi
satie daarvan. Op alle keizerlijke goederen
in de verschillende provinciën zetten zich
op zijne uitnoodiging werklieden van aller
lei beroep neder. Tot het bouwen en on
derhouden der keizerljjke paleizen werden
werklieden uit alle oorden te saam gebracht.
Zoo veredelde hp den arbeid zoo vond
men om elk keizerljjk paleis eene omwo
nende arbeidersbevolking. En zelf gaf hp
voorschriften daaromtrenthp bepaalde
hoe lang en waarvoor zou gearbeid wor
den hp stelde onder de werklieden één of
meerderen aan, die over de andeien gezag
zouden uitoefenen en die geschillen zoo
die onder hen mochten ontstaan, beslech
ten zouden Eu dat was wederom één van
die kleine, op het oogenblik zelf nauwe
lijks zichtbare, door den tijdgenoot onop
gemerkte feiten, die vaak de kiem van iets
groots in zich bevatten. K a r e 1 de Groote
legde in deze organisatie onbewustden grond
slag van die grootsche, weldadige instel
lingder Middeleeuwen, hp legde den grond
slag van het gildewezen, eene maatschap
pelijke instelling zóó overweldigend, zóó
verblindend schoon, dat men in onzen tpd
jarenlang in stomme verbazing, in stille
bewondering er op heeft kunnen staren
zonder er aan te denken ze na te volgen.
Werd de slavernij geheel uitgeroeid
Neen, de adel, was er nog niet toe te bewe-
FEV1LLETON.
VADER EN ZOON
2 Vervolg.)
„Wat weet ik daarvan antwoordde de bouw
meester op barschen toon. „Ik bekommer mjj
met meer om hem, en bovendien, ook zjjn tjjd
is veratreken.»
»Zjjn tijd is verstreken Wat wil dat zeggen?
Is uw eenige zoon bjj u als een loontrekkende
aangesteld
De bouwmeester zweeg een oogenblik en
zeide toen met grooten ernst„Zie eens rond,
buurman. Zoo ver uwe oogen reiken loopt de
werf //het Goude Anker" en deze werf mag als
een toonbeeld gelden. Mijn vader kreeg haar
in dezen toestand reeds van den zijnen en ik
heb haar als erfenis in denzelfden staat aan
vaard en gehouden. Zou ik nu niet bjj de ge
dachte sidderen, dat bij mjjn verscheiden hier
alles onderste boven zou worden gekeerd en dat
de naam van deze timmerwerf, die sedert meer
dan honderd jaar als voorbeeld voor zoo vele
anderen strekte, ten spot en schande voor stad
en land zon worden Eer dat geschiedde zou
ik liever tot het uiterste overgaan, al zou daardoor
dan ook alles in vreemde handen komen."
//Wat heeft dat nu weer te beduiden vroeg
de heer Allerdick, het voorhoofd fronsende.
//Dat beduidt zoo veel, dat ik mjjn zoon nog
maals vermaand heb, om van alle hersenschim
men af te zien en zich op een degelijken ar-
gen. En Karei, inziende, dat eene derge
lijke instelling niet bij de wet kon worden
opgeheven, op eens, erkende haar, maar
gaf drie voorschriften, die aan die instel
ling den nekslag zouden moeten toebrengen:
1. Geen christen slaaf mocht aan een hei
den worden verkocht;
2. Geen slaaf mocht worden verkocht bui
ten tegenwoordigheid van den Graaf, bin
nen wiens gebied hij woonde
3. Conjugia servorum ne dirimantur, het
huwelijk der slaven werd erkend.
Tot voor korten tijd kon een slaaf slechts
leven in concubinaateen huwelijk der sla
ven was onbestaanbaaralweder een be
wijs, hoezeer de slaaf met het dier gelijk
gesteld werd. Voortaan nu de maat-
schappij meer van den geest des Christen
doms doordrongen werd zou de slaaf
even goed als zjjn meester het voorrecht
genieten van gebonden te zijn door den
heiligen band des huwelpksdien slechts
de dood verbreken kon. Zóó werd voor den
slaaf de familie gegrondvest, maar tevens
een der grootste hinderpalen aan den sla
venhandel gesteld.
Deze voorschriften eenerzpds, het voor
beeld en de vermaningen der geestelijkheid
anderzijds bereikten het resultaat, dat de sla
vernij meer en meer verdween om plaats te
maken voor. de algeheele vrijheid?
nog niet: voor de hoorigheid En deze
hoorigèn zij waren wel is waar diensten
verplicht aan hun heerzij mochten niet
heengaan, waarheen zij wilden de maat
schappelijke toestand des volks was nog
niet, geljjk die zijn moest en worden zou,
maar toch waren vrij wel de slaven voor
heen menschenfamiliehoofden geworden
en de slaveneigenaars van vroeger waren
hunne heeren weliswaar, maar hun bescher
mers tevens. Zeker wij mogen de oogen
niet sluiten voor de vlekken, die dit feodale
tpdperk aanklevenwp mogen niet ont
kennen, dat ook toen de hoorigen vaak op
harde wijze door hunne heeren weiden be
handeld dat de hoorigen de noodlottige
gevolgen moesten ondervinden van den we-
derkeerig zich bevechtenden adel, van den
adel, die wel eens zijne zoo schoone so
ciale roeping scheen te vergeten waa- bij
zich slechts wpdde aan het jachtvermaak
en den op eerzucht steunenden strijd, maar
dan vergete men van den anderen kant ook
niet, wat eenmaal door den Zouaven Ge
neraal baron DeCharrette zoo j uist werd
beid toe te leggen. Ik heb hem opgedragen
hei plan te ontwerpen voor een groot barkechip
en den bouw dan naar zijne teekenirigen te la
ten uitvoeren. Wanneer hem dit goed gelukte
zou al het voorgevallene tergeven en vergetea
zjjn en zou ik hem als mijn deelgenoot aan
nemen. Valt het echter weder tegen, dan trek
ik mijne handen van hem af en hjj kan gaan
waarheen hjj wil. Ik zal hem dan het geld dat
hem als zijn moeders aandeel toekomt, uitbe
talen en heb dan verder niets meer met hem
te maken.//
//En dat hebt ge uwen zoon zoo ronduit en
onbedekt te kennen gegeven, Ëhrenfried Sievers?//
„In allen ernst en ik heb ook het stellige
voornemen om in allen ernst zoo te handelen.
Al zou ik dan ook den allerarmsten leerjongen
dien ik vinden kan, in plaats van mjjn zoon
//Spreek niet verder, buurman, maar denk er
aan dat gjj u zwaar bezondigt tegen God, daar
gjj uw eigen vleesch en bloed verstoot. Zie mjj
maar niet met zulk een donkeren blik aan,
buu»man, en frons uw voorhoofd maar zoo niet.
Dat helpt u bij mjj toch niet. Zeg mij liever of
Gottfried uwe vermaningen ter harte heeft ge
nomen.//
//Ik weet het niet. Er is uit den jongen geen
verstandig woord te krijgen. Ook zie ik er wel
eenigszins tegen op om tot den laatsten stap
te moeten overgaan. Sedert twee dagen is de
gestelde tijd verstreken, en daar hij zich niet
van zelf aanmeldt, heb ik nog niet het hart
gehad om er naar te vragen, want ik ben wel
vooruit reeds overtuigd dat er niets goeds voor
den dag zal komen, en hjj is toch altjjd mjjn zoon.//
uitgedrukt bij eene vergelijking tusschen
toen en thans, dat, al werd dan ook toen
ter tijde het volk vaak onderdrukt door
den adel, in elk geval die adel een hart
bezat, en het stomme geld dat mist.
Tpden gingen wederom voorbij, en hoort
daar weerklonk op eens door Europa een
kreet,aangeheven door alle rangeD, door alle
standen zonder onderscheid
Op naar Jerusalem
God wil hetGod wil hetten strjjde,
Wjj heffen de zwaarden zoo bljjde,
God wil het 1 ter eere van Hem.
Het Kruis wordt gevloekt in de stad,
Waar eenmaal de Heer heeft geleden,
Gevloekt en in smaadheid vertreden
Het Kruis, waar de Heiland aan bad.*)
Het is niet de eerste maal in de historie,
dat uit het kwaad het goede geboren werd.
Het is niet de eerste maal in de historie,
dat de kwaden dikwerf gebezigd werden in
de volvoering van het wereldplan om on
bewust en ongewild het goede te helpen
opbouwen. En zoo zien wp ook thans, hoe
zij, die in het verre Oosten de hand slaan
aan de heilige plaatsen, die den grond ont-
eeren,die gedrenkt is met Christus' bloed, me
dewerken en krachtdadig medewerken aan
de Christelijke beschaving in het Westen.
Ziet die breede scharen van mannen voort
trekken met den standaard des kruises voor
op, met het Witte Kruis op de borst. Rid
ders en lijfeigenen, zij trekken te samen uit,
en al wie meegaat is vrij
Gjj, Ridders van Koord en van Zuid,
Gjj knapen en mannen te wapen,
Wat slaaf is mag slafeljjk slapen.
De vrjjen van Christus gaan uit.*)
Waren gedurende de tiende en de elfde
eeuw én Frankrijk én Italië, én Engeland
het tooneel geweest van een onafgebroken
strijd der christelijke ideeën, der leer der
Kerk, tegen de roofzucht, tegen de geweld
dadigheden en ruwheden van den feodalen
adel, waren oorlog overrompelingroof
plundering, verstoring en verwoesting aan
de orde van den dag, en schenen alle be
moeiingen der Kerk schipbreuk te zullen
leiden, thans zou de adel zich geroepen ge-
voelen tot een hooger, christelpk doelwer
ken van barmhartigheid en strijd tegen de
ongeloovigen. De tot dien tijd plunderende
//Laten wij dan terstond eens gaan zien, welk
werk de jonge heer tot stand heeft gebracht,//
zeide de heer Jonathan Allerdick. //Laat het
hoofd nog niet hangen, het moet toch al erg
loopeu als wjj met ons beiden niet een recht
schapen kerel uit dien Gottfried weten te ma- j
ken. Ea wat wjj nog niet vermogen, dat zal
dan aan Johanna nog wel gelukken. Zjj is een
degelijk meisje, die den jongen zeer lief heeft.
Maar Hans is Diet Peter en voor eiken vogel
heeft men een bjjzondere strik noodig, als [men
hem vangen wil. Ga nu met mjj m huis, dan
kunnen wjj eens zien waar de dweper te vin-
deD is
Hjj greep bij deze woorden des bouwmeesters
hand om hem in huis te geleiden. De oude
man voelde zich echter nu in geene stemming
om zich met zjjnen zoon te onderhouden en
daarom spraken zjj samen af om deze samen
komst tot den volgenden morgen uit te stellen.
II.
Gottfried was de eenige zoon van den bekwa
men scheepsbouwmeester Ëhrenfried Sievers en
was door dezen met de grootste zorg, als zijn
oogappel opgekweekt. Aan vermaningen eu on
derricht had het hem van zjjne vroegste jeugd
af niet ontbroken en toch ging de ontwikkeling
van den knaap al minder naar den wensch van
den ouden man. Al wat Gottfried geleerd werd,
was klaar en duidelijk gelijk een rechte hoek of
een driehoek met drie gelijke zijden. Maar zelfs
bet gemakkeijjkste begreep hjj niet, of zoo hjj
er al iets vaD aannam, was hjj het toch spoedig
weer vergeten. Daarentegen kwamen er soms de
zonderlingste gedachten in zjjn brein op en kon
en verwoestende adel legde zich voortaan
toe op de werken van liefde en gerechtig
heid zijne wapenen openden nieuwe wegen
voor de christelijke beschaving. Even groot
eene overwinning als geweest was de af
schaffing der slavernjj, even groot en betee-
kenisvol was de bekeering van den adel van
zijn wilden krijgslust tot deemoedige en
vrome werken des vredes. De adel toonde
van toen af eene bewonderenswaardige toe
wijding aan de hooge begrippen der Kerk,
eene onbeschrijfelijke begeestering voor
Christus' leer, eene grootsche vrjjwilligheid
alles om Godes wil te verrichten, vermogen
en gezondheid op te offeren voor de hooge
belangen der menschheid. Vele stamhuizen
werden veranderd in kloosters of hospitalen
de vroegere roofburcht werd een asyl voor
armen, zieken, ongelukkigen. De strijdlus
tige adel werd door een grootschen heiligen
strijd, door den strijd van het Christendom
voor de Christelijke leer gewonnen. Dit was
een der meest heilzame gevolgen der Kruis
tochten.
Italië.
Te Napels is een schandelijk werk ont
dekt. De politie heeft de hand gelegd op
een bende die valsche paspoorten vervaar
digde, ten einde misdadigers de gelegen
heid te geven veilig over de grenzen te ko
men. Tot die bende bleken eenige gegoede
kooplieden, hotelhouders en zelfs stedeljjke
ambtenaren te behooren. Bjj een van hen
zjjn de werktuigen en hulpmiddelen voor
hun bedrjjf gevonden. Deze lieden zitten
thans grootendeels achter slot.
frankrijk.
De kerkvervolgers in de Fransche Repu
bliek hebben weer een heldendaad verricht.
Vrijdag-morgen zou door Mgr. Servo n-
n o t, aartsbisschop vau Bourges, de abdjj
Fontgombault, in het departement de l'In-
dre, plechtig geconsacreerd worden. Groote
toebereidselen werden gemaakten men
verwachtte een enormen toevloed van vreem
delingen. Vijftien prelaten zouden assisten
tie verleenen. Doch de plechtigheid scheen
den magistraten een doorn in het oog te
zpn, tenminste het recht der religieusen
werd op schandelijke wijze geschonden,
hjj zjjn vader zulke vreemdsoortige vragen doen,
dat dexe er door buiten zich zelf raakte van
boosheid. Zjjne leermeesters kruisten zich bjj de
gedachte, dat de goede God in eene zoo chris
telijke woning, een kind met zulk een verward
brein had doen geboren worden.
Van de schoolbank kwam Gottfried op de
werf en daarmede, om zoo te zeggen, van den
regen in den drop. Wel hield hjj de bjjl in de
hand, maar hjj kon er geen begrip van krjjgen
hoe hjj deza gebruiken moest. De oude meester
knecht, die ter wille van den patroon zich met
bijzonderen jj ver den hulpeloozen jongen aantrok,
leerde hem de eenvoudigste behandeling der ge
reedschappen, maar nadat hjj dan goed naar dit
onderricht geluisterd had, hieuw hjj soms zoo on
barmhartig scheef en schots in het gezonde hout,
dat het den ouden man koud door deleden voer en
hjj den jongen heer met een „wat duivel bezielt u
toch?» ter zjjde duwde. Gottfried deed dan even
als ware er niets bjjzonders voorgevallen. Hjj zag
dan soms het bedorven hout hoofdschuddend aan
en zeide bjj zich zelf: //dat zal zeker weer verkeerd
zjjn. En toch heb ik in het hout gehouwen zoo als
ik dacht dat het gedaan moest worden zon het
maar niet enkel verbeelding van dien man zjjn.»
//Die jongen is gek,/-zeide dan, bleek wordende,
de meesterknecht, en zjjn oog volgde hem dan na
wanneer hjj in de eene of andere verlatende
loods in de touwslager jj zich ging onledig hou
den met snjjde'n, boren en vijlen en hoe hjj ,uit
allerlei houtafval bouwwerken tot stand bracht,
over welker doel zelfs de bekwaamste der werk
lieden zich te vergeefs het hoofd braken.
Wordt vervolgd
HiiRlIIMSdflE COdAilT.
o
Dr. Schaepman. Aya Sophia,