NIEUWE HDagBlaè voor *9t/oorè» en SCtiió-iXollanó. De Oorlogzuchtigen. No. 4316, Donderdag 19 October 1899 24ste Jaargang. n,io ~~B 1 TKNLAM D~ Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderljjke nummers Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen, BUBEAUSt. Janstraat Haarlem. 1,40 <2,80 <0.03 AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DB» ADVEaTENTIEN. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer7'/i Groote letters worden berekend naar plaatsruimte* Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Met den naam van oorlogzuchtige over- weldenaars noemt het geheele beschaafde Europa de Engelschen, die luide vreugde kreten aanheffen over den oorlog iu Zuid- Afrika. Sir Redvers Bulier, die de Zuid- Afrikaausche Republieken onder den scep ter van koningin Victoria moet bren gen, werd bij zjjn vertrek naar de Kaap toe gejuicht, en de Hertogen van York en Con- naught vergezelden hem op zjjn reis in een extra-trein van Waterloo naar Sout hampton, vanwaar de opperbevelhebber met de Dunottar CastleZaterdag-namiddag te vijf uur, vergezeld van een grooten staf, naar het oorlogsterrein in Zuid Afrika is vertrokken. Inmiddels wordt het EngeRehe volk op alle mogelijke manier op de meest onbeschaamd- ste wijze opgezweept tegen alles wat niet Engelsch is en tegen allen die hun stem durven verheffen tegen de afschuwelijke mis- diad, die de Eogelsche Regeering durft plegen in Zuid-Afrika. In Gildenhal te Londen is eene groote meeting gehouden door den Lord-Mayor belegd. Natuurlijk werd deze meeling ge steund door de Lords der City en deJin- go's-partijom de Regeerings-politiek te steunen. De leden van de Effectenbeurs begaven zich in optocht er heen met de Engelsche vlag vooraan en onder het zingen van Ru- Ie Britannia en God, save the Queen. Er werd eene motie voorgesteld, waarin de oorlog werd betreurd, maar tegelijk de hartelijke steun aan de Regeering toegezegd in haren aandrang om geljjke rechten te eischen voor alle blanke rassen. Zoo werd dus in Gil denhal te Londen den rooftocht der En gelschen in Zuid-Afrika voorgesteld. Na tuurlijk werd deze leugen-motie onder groote geestdrift en bij acclamatie aangenomen. De opkomst der oorlogzuchtigen was zóó grootdat het plein voor Gildenhal FEUILLETON. VADER EN ZOON 8 Vervolg.) Met dezen troost verlieten vader en dochter hem nu. Gottfried bleef met zgne hoop en verwachtingen alleen en zag met kalme onder werping den volgenden dag te gemoet. Nauweljjks hadden de eerste stralen van den nieuwen morgen hun bleek licht over den stroom doen achjjnen, toen de scheepsbouwmeesters zich naar de bes'emde overplaats begaven. Zjj be stegen de voor hen in gereedheid liggende boot en wreven zich reeds vergenoegd de handen, in het vooruitzicht hoe zjj den jongen meester scherp onder handen zouden nemen en hem de zege, zoo hjj die onverhoeds zou kunnen beha len, zoo zwaar mogeljjk zouden maken. Zjj hoop ten maar dat zij ergens een krachtig steunpunt zouden vinden om zich aan vast te houden en dit liep hen al van zelf te gemoet. Toen zij de Kolbraud doorstuurden en de werf met het schip voor hen lag, barstten zij in een schaterlach uit, want de ervarene bouw- meesteis zagen met een blik het in hunne oogen zoo vreemde schip, dat naar geenen hun bekenden maatstaf kon gemeten zjjn. Daar het echter niet past dat een rechter zich met een lachend gelaat tegenover een beschuldigde plaatst om een beslissend oordeel te vellen, zoo namen zij een zeer ernstig voorkomen aan, be dankten voor het hun aangeboden ontbjjt, en geheel met belangstellenden was gevuld en daar werd in de open lucht even hartstoch telijk geredeneerd als iu het gebouw zelf. Alle redenaars betoogden de noodzake lijkheid van den oorlog tegen de Boeren die zij voorstelden als geforceerd door pre sident Kruger, wiens naam begroet werd met kreten van woedeterwijl herhaalde- deljjk het noemen van het Ultimatum van de Transvaalsche Regeering, een spottend lachen uitlokte. Slechts één jong Duitscher had deh moed tegen te stemmen, en deze werd zonder plichtplegingen hardshands uitgeworpen. Een uitheemsche belager vanjEngeland's nobele politiek in Zuid-Afrika was nu tot zwijgen gebracht, en glansrijk bleek wat het vrije woord onder de Engelschen te beteekenen heeft. Zoo'n handelwijze pleit niet voor de vrij heid die de Engelschen aan de Trausvaal- sche Boeren zullen laten en dat wist Paul Kruger dan ook maar al te goed toen hij na lang wachten eindelijk zijn Ulti matum zond naar Londen waar een ge- wetenlooze Minister er op uit was de Boe ren aan de praat te houden tot hij zijn macht verzameld had om hen te overrom pelen. J a m e s o n heeft de truc verknoeid, Chamberlain zal het werk onderne men met overleg. Na afloop van de meeting in Gildenhal trokken de beursmannen, die loeren op de rijke Transvaalsche goudmjjnen,in optocht door Londen. Daar moet bij het volk op gewektheid komen voor het spekken van hun beurs, het volk mag niet ernstig over den oorlog gaan denken, het volk moet vroolijk gemaakt worden, en met een muziekkorps, dat telkens nationale liederen speelde, met twee Britsche standaards voorop, trok men door de straten. Niet minder dan driedui zend menschen juichten en jubelden mee loopend achter den stoet, ze zongen op de maat van de muziek luidruchtig mede. Men vertelde aan het volk, dat ook de Minis ters aanwezig waren en den Poortermeesters, wenschten slechts terstond aan 't werk te gaan. l)e stoet zette nu zeer plechtig in beweging naar de werf. De boot die de scheepsbouwmeesters aan land had gebracht, werd door nog twee gevolgd. In de eerste zat de heer Ehrenfried Sievers, die hier kwam om, naar dat de beoordeeling uitviel, zich m t zjja zoon te verzoenen of hem plechtig voor alle hier vergaderde getuigen alle verdere aanspraken op hem, Elirenfritd Sievers, te ontzeggen. Zjjn gelaat was bleek en strak en niet de geringste trek verried welk een indruk het werk van zjjn zoon op hem maakte, of welke gevoelens in zijn gemoed heerschten. In de andere boot bevond zich de heer Al- lerdick met zijne dochter, die zich eveneens naar het Reigerspad lieten brengen. De waar dige oude heer had den somber uitzienden meester van „het Gouden Anker// niet zoo spoe dig herkend, of hjj b gaf zich naar de tegen overgestelde plaats van de werf om de beoor deeling bij te wonen. De meesttrs hadden zich met zekere plech tigheid aan het werk begeven. Zjj toonden ech ter een ver, die al te hartstochtelijk was om echt te kunnen zjjn. Twee uren lang gingen zjj het schip van de eene zjjde naar de andere onderzoekend door, en richtten tot den jeug digen meester, die niet van hunne zijde mocht wijken, zulk eene menigte vragen, dat deze, niet in staat om drie of vier personen te gelij ker tjjd te antwoorden, hen liet opmerken, en liever geheel stil zweeg. Eindeljjk hielden zjj met vragen op. Zjj traden nu te zamen en na die de leiding van meeting en optucht in handen hadden, deelde men ten slotte onder daverende toejuiching der menigte mede, dat de Koningin vierhonderd en de Kroonprins en zijne Gemalin elk tweehonderd guinjes hadden geschonken voor de vluchtelingen, die door de leelijke Boeren uit Transvaal zijn gejaagd. De Times spuwt inmiddels venijn uit over hen die den sluier oplichten van Engeland's huichelspel. Het blad is niet ingenomen met een oor deel in het Militar Wochenblatthet offi- cieele Duitsche militaire orgaan, over En- gelands strijdkrachten, omdat de vraag wordt gesteldof de kansen voor Engeland in Zuid-Afrika, op den duur,wel zóo mooi staan als men in Engeland vast geloofd, althans voorgeeft, te geloovenIntegendeel, zegt de schrijver. En omdat hij zijn meening durft zeggen trekt de limes tegen hem los, om den Duitschen deskundige niets anders toe te voegen dan algemeenheden en hate lijkheden. Daar heerscht niet de minste geest van grootmoedigheid bjj de Engelsche Regee ring, haar oog ziet alleen de schatten gouds in Zuid-Afrika. En al meent de Britsche agent te Pretoria, de beschuldigingen tegen Engeland van trouwbreuk te kunnen weer leggen, en al worden er honderden meetings gehouden te Londen en geheel Engeland door, de oorlog met Transvaal blijft eene misdaad, door niets anders ontstaan dan door gouddorst, de zucht naar verovering en uitbreiding naar macht. Engeland meent zich te kunnen wreken op de Boeren voor de geleden nederlaag van Dr. Jameson. Zeer terecht herinnert dan ook het Manifest aan het Afrikaansche volk aan Slachtersnek, den roof der diamantvel den, Jameson's inval, Engeland's lust om Majoeba te wreken, om de Afrikaanders ten onder te brengen. Wij gunnen Engeland (den grooteu slok op) wat afleiding in Afghanistan nn aldaar een zoo korten tjjd, dat men het zelfs met over het allereenvoudigste onderwerp had kun- ken eens wordeo, trad de oudste voornit en verzocht den aanwezenden om acht te geven op de uitspraak dezer onpartjjdige mannen. In het midden van den kring stond de spre ker. Aan zijne rechterzjjde bevond zich de heer Ehrenfried Sievers en aan zjjne linkerhand Gott fried, Aan diens andere zjjde stond Johanna aan de hand van haren vader. Toen allen zich geplaatst hadden in den kriDg, ontblootte de spreker het hoofd en zeide op plechtigen toon //Op uitnoodiging van onzen lieven collega, den hoog achtbaren en zeer voornamen heer Ehrenfried Sievers, scheepsbouwmeester en eige naar van de werf «het Gouden Aoker" te liau.- burg, zjjn wij hier verschenen om het voor ons op stapel liggende schip te bezichtigen, dat door den scheepstimmerman Gottfried is gebouwd en die daarmede het meesterrecht wil verwer ven. Nadat wjj het van ods verlangde onderzoek met Gads bjjstand begonnen en voleindigd heb ben, beraadden wjj ons terstond onder elkan der en kwamen tot een eenparig besluit. Het voor ons liggende schip is in geenen deele naar de bepalingen gebouwcl, welke bjj den bouw van een schip ten grondslag moeten liggen, wil het aan de vereischten voldoen. Het is overal vol gebreken en geen der grondregels is aange wend die bij den bouw van een schip onmis baar zjjn en die een degeljjk scheepsbouwmees ter, die zjjn ambacht behoorljjk geleerd heeft, nooit zal verzuimen te bezigen. Daarentegen is e- allerlei vreemds en tot het scheepswezen niet behoorende aan voorhanden, wat naar ons ge- de Emir onder Russische vrienden heet rebelsch geworden te zijn of in Egypte waar de Britten hun soldaten hoog noodig heb ben. Hoe het zij, de oorlog in Zuid-Afrika is door Engeland gezocht, en dit staat vast, dat de Transvaalsche Boeren, als de zwak kere gedwongen zjja om te vechten met den sterkere voor een onbeperkt rechtsbesef. Zij voeren een eerlijken strijd, terwijl de En gelschen als overweldigers op verovering uitgaan en uit alle deelen hun troepen naar Zuid-Afrika zenden om eene misdaad te plegen. Met belangstelling ziet dan ook heel de wereld met bigde verwachting uit naar het bericht, dat de Boeren aan de Engelschen, die zich in dezen strijd als laaghartige goud-speculanten hebben doen kennen, eene flinke afrekening hebben gegeven. Amerika. De Regeering der Yereenigde Staten laat een zeer streng toezicht honden op de per sonen, die een vrij-corps willen oprichten tot ondersteuning der Boeren van Transvaal. frankrijk. In de Fransche Republiek mogen de of ficieren wel voorzichtig zjjn. Aan de Gau- lois wordt uit Montélimar bevestigd dat de kapiteins Sal a en Gi gnoux met kamer arrest gestraft zijn omdat zij de houding van de B e r n a r d y in het openbaar hadden goedgekeurd. Ook luitenant V i d a 1 heeft arrest. Daarenboven is aan de officieren van het 22e linieregiment verboden, de begra fenis der burggravin van For est a eene tante van den graaf van Anlan (monar chaal afgevaardigde van het district) te gaan bjj wonen. De minister Jean Dupny, heeft te Tarbes er op gewezen dat alle Republi keinen het leger hebben te eerbiedigen en begon ten slotte te spreken over de gees- teljjkheid. Hjj zeide, dat hun invloed er wel bjj zou varen indien zjj zich bniten den politieken strijd en buiten alle binnenland- sche beroeringen hielden. 't ls nu maar de vraag welke politieke voelen een vaartuig slechts schaden en tot niets nuttig wezen kan. Behalve dit kan het volgens ons oordeel geen zee bonwen en is slechts tot afbraak goed, daar het ook niet zon der gevaar van stapel kaa loopen. Zoo is dus onze beoordeeling en wjj verklaren, hoewel met groote treurigheid, maar omdat de gerech tigheid steeds moet zegevieren, den scheepstim- mergezel Gottfried Sievers als niet waardig het meesterrecht te verkrjjgen vóór dat hjj het tot nu toe geleerde ala onnut en achadeljjk verwor pen heeft en na eenen nieuwen leertjjd zich aan eene betere proef onderwerpt. Hiertoe helpe God, Amen «Amen," vielen hierop de meesters in. De vader van den veroordeelde, die zich slechts met moeite staande hield, zeide nu met eene bevende stem „ik dank u mjjne heeren en me de-bouwmeesters. Uwe uitspraak wordt door mjj geëerd, boe hard zjj mjj ook vallen moge. Wat den gezel betreft die ona beroep zoo zeer onteert, hem ontzeg ik alle rechten die bjj op mjj zon mee- nen te hebben. Ik verban hem uit mijne gedach ten en zal trachten zelfs zjjn naam te vergeten. Nimmermeer zal ik hem eene gunst toestaan en het ook niet dulden, dat hjj zjjn dollemans werk in onze nabjjheid ten uitvoer brengt. En mocht het al zjjn dat gjj lieden door eene of andere omstandigheid n genoopt voeldet, om uw woord terug te nemen, ik zal het niet doen, zoo waar moge God mjj genadig zjjn.// (Wordt teriolgdj MARLIMSCHÏCOHMlfT. ABONNEMENTSPRIJS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1