NIEUWE
kDagÉlaó voor *3%ooró~
De Sociale Quaestie
en het Christendom.
No- 4322,
Donderdag 26 October 1899
24ste Jaargang.
yader en zoon
B 0 ITENLANIX
Yoor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad versehjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏEEAU: St. Janstraat Haarlem.
/1.10
<1,40
2,80
0.03
Van 1—6 regelsCen»
Elke regel meer71
Groote letters worden berekend naar plaatsruimtes
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
VIII.
Het afbrekingswerk der Christelijke maat
schappij geschiedde in deze volgorde: aan-
randingjvan godsdienst, wijsbegeerte, staat
kunde economie. Valt daaruit ook wel
licht te leeren, hoe zij wederom moet wor
pen opgebouwd De Paus geeft daarop
een afdoend antwoord door den Syllabus
van P i u s IXdoor de Encyclieken *de
Christiana Civitatum Constitutions<Aeterni
JPatris» en *Rerum Novarum» van Leo
XIII, In de beide eerstgenoemde wordt ge-
wezen op het verval van den godsdienst
wordt streng veroordeeld de verdringing
van God uit de publieke de staatkundige
orde, wordt geleeraardhoe de inrichting
der Staten naar Christelijke leer wezen moet.
Later beveelt paus Leo XIII in zijne En
cycliek <Aeterni Patrisaan de gansche
wereld aan de beoefening der Christelijke
wijsbegeerte. Bij stelt tot toonbeeldaan
geheel de wereld ter bestudeering, ter ern
stige bestudeering den Engelachtigen Leer-
aar der Middeleeuwen, den gemalen den
ker, den H. Thomas van Aquino, dien held
der wetenschap, die slechts den leeftijd be
reikte van 49 jaren, en toch bij zijn diep
betreurd sterven stond aan de spits der toen
malige wetenschap, nalatend de monumen
tale werken op godsdienstig, wijsgeerig
staatkundig gebied, werken, die de eeuwen
niet hebben geschaad, en die ook thans en
juist thans een voorwerp van bestudeeriDg
uitmaken der wetenschappelijke wereld.
En eindelijk verscheen het gulden rond
schrijven over het Arbeidersvraagstuk *Re-
rum Novarum»dat nooit genoeg te bestu-
deeren, nooit genoeg gekend en begrepen
Pauseljjk schrjjven, waarin meer dan ooit
de Paus toonde, dat hij een open oog en een
warm hart bezit voor de sociale nooden van
dezen tijd, dat hjj is de waarachtige stede
houder van dengene, die medelijden met de
schare had.
Het bouwmateriaal is derhalve voorhan
den het bestek ligt klaar, maar het gaat
ook thans wederom als bp den bouw van
Babel's toren, toen de een zus de ander zoo
wilde, en niets tot stand werd gebracht.
En inmiddels wordt de groote massa in
haar medelijdenswaardigen toestand meege
sleurd door allerlei schijnschoone theorieën
FEUILLETON.
14 Vervolg.)
Zoo ging het met de verschillende ambachten
nog eenigen tjjd vooit. Allen waren in de vroo-
lqkete stemming en de heer Darling zeide //Zoo
het mjj vroeger ook reeds leed deed dat ik de
edele dichtkunst niet machtig ben, nu doet het
mjj dubbel smart, daar ik in dese oogenbhkken
zoo gaarne dank gezegd had voor de vele har
telijke wenschen die mjj gebracht zjjn. Bevindt
er zich echter onder de gasten iemana, die m
mjjne plaats het woord wil nemen en de gevoe
lens van mjjn hart in dichtmaat wil uitspreken,
dien breng ik dezen gouden beker toe. Hij moge
hem met genot ledigen en hem dan tot dank
behouden, als een aandenken aan dezen genot
vollen dag
Er zat menigeen aan den vroolijken disch, die
den beker gaarne verdiend had, want hjj was
zeer kunstig bewerkt en had een goed gewicht;
®»»r allen bekenden, de schouders ophalende,
f hun de gave der dichtkunst ontzegd was,
geen ijj vooral nu betreurden, ofschoon het
wellicht vroeger tameljjk onverschillig was
geweest. Een jongmensch die gedurende zjjn
kort leven nog weinig aan feestmalen had aan
gezeten, maar des te meer naar den zonnigen
hemel of in blauwe meisjesoogen had gekeken,
verhief zioh echter met een gevuld glas in de
hand en zeide«Met uw verlof, mijnheer Ik
naar het kamp der socialisten, wordt zij
tot volgelingen gemaakt dier verschrikke
lijke leer, d-e haar onvermijdelijk ten gronde
zal richten én naar lichaam én naar ziel.
Meer dan ooit is het daarom nu tijd om,
met terzijdestelling van den strijd over al
lerlei ondergeschikte begrippen en belan
gen een strijd, die toch vaak maar tot
fanatisme voert, zoo hij daar niet uit voort
spruit, flink de handen ineen te slaan,
en gezamenljjk te werken aan het groote
werkhet doen herleven der katholieke
beginselen en ze voor te staan in het open
baar maatschappelijk leven. Waar wij dan
ook het bovenstaande gemeend hebben aan
de hand der historie te hebben aangetoond,
dat er een nauw verband bestaat tusschen
het Christendom en de maatschappelijke
verhoudingen, en dat de oplossing van het
thans zich overal opdringend maatschap
pelijk vraagstuk slechts kan gevonden wor
den in een terugkeer tot het Christendom,
meenen wjj niet te mogen besluiten, zon
der een blik in bet heden en de naaste
toekomst te werpen en tevens eenige denk-
deelden te geven omtrent datgene, wat in
dezen tijd op zuiver sociaal gebied zon
der ons op godsdienstig, wijsgeeerig en po
litiek terrein te begeven geschieden moet.
Als kort en bondig antwoord op de vraag,
wat thans geschieden moet, zou kunnen
gelden de Encycliek tRerum Novarum
moet tot leidraad worden genomen. Te be
treuren is het echter, dat ook ten opzichte
van deze Encycliek geldt: iedere ketter heeft
zijn letter. Een ieder legt de Encycliek uit
gelpk het hem het best te pas komt, zon
der te letten op de zoo duidelijk woorden
en de zoo duidelijke interpretatiedie er
herhaaldelijk van gegeven is. De geestelijk
heid bijzonder wijst er op te luisteren naar
het woord der Bisschoppen en hunne aan
wijzingen op te volgen.
Bp openbare spreekbeurten, 0. a. bij de
laatst gehoudene in de Haarl. afd. van den
Ned. R. K. Volkshond door den zeereerw.
heer G. W. Konings, werd het volk na
drukkelijk aanbevolen het woord des Pau
sen, neergelegd in de Encycliek tRerum
Novarumte verklaren en op te volgen
naar de aanwpzingen door het Episcopaat
gegeven.
Laten wij daarom voorzichtig zijn niet
verward te geraken in het net van een ab-
bé D a e n s, wien het ontzegd is de H. Mis
te lezen en het piiesterkleed te dragen. Het
neem het woord en zal in uwen naam tot het
gezelschap spreken,// Hjj droeg nu ex tempere
een schoon gedicht voor, waarbjj bjj de gasten
bepaalde bij het genot van het heden en hen
voor de toekomst de schoonste heilwenschen
bracht.
«Dat is goed gesproken,// zeide de heer Dar
ling „en gij hebt den prijs wel verdiend. Een
ledige beker is echter slechts een halve beker
en daarom beloof ik u een statig vat met goud-
kleurigen wjjn, wanneer gjj de kapiteins van
de nieuwe schepen nog eene bjjzondere toespraak
op de reis mede geeft.//
De vrooljjke dichter nam uit de sierlijke gou
den bokaal een goeden slok, en na zich een
oogenblik bedacht te hebben, sprak hij ook tot
de kapiteins in een sierljjk en tevens ernstig
gedicht. Het refrein gaf den wensch te kennen,
dat de vele droppels, die de feestbokaal welke
op hun welzjjn werd uitgedronken bevatte elk
op zich zelve het voorteeken eener gelukkige
reis mocht zjjn. Deze toegebrachte dronk ver
wekte een groot gejuich. De jonge reeder be
loofde den dichter .het beste vat wijn, dat bjj
in zjjn kelder had. De kapiteins schudden hem
de hand en zeiden, dat, zoo zij gelukkig moch
ten wederkesren, zij voor hem de zeldzaamhe
den van alle landen waarheen hunne bestem
ming hen voeren mocht zouden medebrengen.
Hit geheele gezelschap kwam in beweging en
het was den gastheer niet mogeljjk hen weder
tot zitten te krjjgen.
Yan eene uitgestrekte, daartoe effen gemaakte
plaats op de werf klonk nu eene vrooljjke dans
muziek en allen riepen om de booten, om deze
talent van dezen man kon de katholieke
partij ten goede zijn gekomen, maar helaas,
hij verdwaalde door eene verkeerde uitleg
ging der Encycliek in het kamp van V a n
Kol c.s. die hem in ons dierbaar vader
land productief maakte voor het opschie
tend Socialisme.
Zoo gaat het den mensch, hij zij priester
of leek, die geen gezag meer erkent en niet
wil erkennen de Waarheid hem volgens
de voorschriften der Kerk voorgehouden.
Bjj de oplossing der sociale quaestie moet
naar 's Pausen woord worden geluisterd
volgens den uitleg der- Encycliek tRerum
Novarum»toegelicht door de Bisschoppen,
opdat de zoozeer in hare grondslagen ge
schokte maatschappij, weder zal worden
opgericht met en voor het volk op den hech
ten grondslag van het Christendom.
Het woord van den Paus weerklinkt door
dat der Bisschoppen, hun woord en raad
geving zullen niet uitblijven wanneer de
tijden dit vereischen.
Er zijn er zoo velen, die wel de katho
lieke beginselen huldigen, maar ze niet in
praktijk brengen, die vergeten, dat er een
onderscheid bestaat tusschen katholiek te
zjjn en als katholiek te leven dat het niet
voldoende is neer te knielen bij het Kind
in de kribbe en den Leeraar op de Bergen
voorbij te gaandie niet inzien, dat de
katholieke leer niet besloten blijft binnen
een of ander kerkgebouw, maar zich doet
gelden en betracht moet worden op elk ge
bied, waar de mensch zjjne schreden zet.
Het openbaar katholiek leven eischt de
vorming van katholieke kringen, zooals er
een te Haarlem bestaat onder de schutse
van St. Bavo en waar het program bij ge
legenheid van het eerste jaarfeest door den
zeereerw. heer C. Scheiberling breed
werd ontvouwd.
Den stichter heil en heil ook hem, die te
Amsterdam een Gildebond in het leven riep.
Maar laten wij de historie nagaan en een
weinig verder terugzien dan deze eeuw,
laat ons binnengaan in de maatschappij,
waar het gildewezen bloeide in vollen glans
en majesteit. Voorzeker de tijdeD, de om
standigheden zijn veranderd de wijze van
productie, de uitvindingen op allerlei gebied
der latere eeuwen maken eene herstelling
van het oude onmogelijk, doch wèl kunnen
beginselen, die oud, maar niet veranderd
zijn, toegepast worden op den nieuwen tjjd.
Nu wjj op het einde dezer eeuw duideljjk
schouwplaa's van nieuwe genoegens zoo spoedig
mogeljjk te bereiken. De algemeene vreugde
scheen haar hoogste toppunt bereikt te hebben,
maar zij nam nog toe toen des avonds de fak
kels ontstoken werden, die op. schepen en land
eene tooverachtige verlichting te weeg brachten.
X.
Van al hel genot dezer vrooljjke gebeurtenis
drong niet de minste schemering door in de
woning van den heer Jonathan Allerdick. De vroe
ger zoo levenslustige man was stil geworden en
slechts zelden verliet hjj zjjne wonicg. Geschiedde
dit evenwel een enkelen keer, dan schudden de
buren het hoofd en konden niet begrjjpen dat
Jonathan Allerdick, die vroeger met elk kind
schertste en voor elkeen naar stand en waardig*
heid een goed woord over had, tegenwoordig
de ontvangene groeten niet eens beantwoordde.
Hjj hield nu niet meer den hoed in de hand
om niet zoo dikwjjls in de noodzakeljjkheid te
zjjn van hem te moeten af nemen, integendeel,
hjj had hem nu diep op het hoofd gedrukt en
zag voor zich neder, alsof hjj den blik der men-
scben schuwen moest. Dit alles geschiedde ech
ter opdat de mecschen het harteleed niet zou
den gewaar worden, dat zoo duideljjk op zjjn
gelaat was uitgedrukt.
Er bestond dan ook volop reden om er treu
rig uit te zien, voor den heer Jonathan Aller
dick zoowel als voor zjjne lieve dochter Johanna.
Het schip lag in veilige haven en dekwaadge-
zinden konden er geene wrevele handen meer
aan slaan. Des te meer echter gaven zjj hun
aanschouwen, dat de maatschappjj van ver
keerde beginselen doordrongen is, is er toch
waarlijk voor den mensch geene schande in
gelegen, terwijl het nog tijd is, ridderlijk
het ttrgo erravimus» uit te roepen, en het
werk der vaderen voort te zetten op den
door hen gelegden grondslag.
Men moge toch wel onthouden, dat, als
wjj het tegenwooordige willen behouden, wij
geenszins behouden de oude, goede chris-
I telijke maatschappij, maar dat wjj dan juist
behouden de nieuwigheden van deze eeaw
op maatschappeljjk gebied de maatschap
pjj ingericht en daargesteld volgens den
geest der revolutieof zoude wellicht
de veronderstelling is misschien boos
achter dat den ouden sleur volgen ietwat
gemakzucht schuilen Het is toch o zoo
gernakkeljjk niet te weten, dat er fouten,
dat er gebreken dat er misstanden zijn.
En men weet nietdat de toestand vaak
ellendig is, als men de oogen gesloten houdt.
Tegenover dit alles nu is er maar één
middel om te komen tot een opbloenng
der Christel jjke leer in de maatschappij, tot
eene herleving der christeljjke beginselen
in het maatschappeljjk leven, n.l. steeds en
overal openlijk te toonen, wat wij, katho
lieken, zjjn, en dat wij geenszins willen de
omverwerping van het oude, maar, nu de
begrippen en de omstandigheden zich heb
ben gewjjzigd, de oude beginselen in ver
band willen brengen met, willen toe
passen op den nieuwen, op onzen tjjd.
(Slot volgt.)
Oostenrij k-Hongarij e.
De Hongaarsche graaf L o ny ay bevindt
zich op dit oogenblik op het kasteel van
Laxenburg waar de aartshertogin Ste
phanie woont, om de laatste schikkingen
van het huweljjk te regelen. Het huwelijk
zal hoogstwaarschjjnljjk op het kasteel vol
trokken worden. Aartshertogin Stepha
nie zal na het huweljjk zich oogenblikke-
ljjk terugtrekken uit de Oostenrjjksche hof
houding en met haar man een rondreis doen
in Italië en Spanje. De Keizer van Oos-
tenrjjk heeft haar een jaargeld toegekend.
De 16 jarige dochter van wjjlen kroon
prins Rudolf zal hare Moeder niet ver
gezellen maar aan het Oostenrjjksche hof
met eigen hofhouding verblijven.
gemoed door bespotting van hetzelve lacht en
er toog wel niemand langs die er niet iets ha
telijks te zeggen had.
Gottfried bekommerde zich hier echter niet
over. Hij was sedert dien bewasten nacht een
geheel ander mensch. Op de bears werd bekend
gemaakt dat .zjjn nieuw schip zeilklaar was en
dat heeren kooplieden die hem lading wensch-
ten toe te vertrouwen, verzocht werden zich tot
hem te vervoegen. Maar niemand wilde er me
de te doen hebben en zjj maakten zich met
onbeduidende woorden van de aanvraag af. Even
veel moeite had het in om de noodige varens
gezellen bjjeen te krijgen, het was slechts door
eene aanzienlijke verhooging der maandgelden
dat hij er toe geraakte. Om een kapitein te
vinden mocht hem echter maar niet gelukken
en op zekeren dag, het vergeefsche zoeken moede,
zeide hjj tegen zjjn vriend«Het is mjj wel
ten kwade geduid, dat ik het grootste deel van
den tijd dien ik buiten 's lands doorbracht
heb besteed aan het leeren der stuurmans- en
zeevaartkunde, maar als nu geen dier voor
name heeren zich wil verwaardigen om mjjn
schip te voeren, ben ik nu toch daardoor in
staat om het zelf te doen en zie er ook vol
strekt niet tegen op daarom als mjjne Jo
hanna het mjj wil toestaan, zou ik nu gaarne
het commando op mjj nemen en hopen dat mjjn
schip onder mjjne leiding een gelukkige vaart
mocht hebben.
(Wordt vervolgd.)
HiiftLEHSCHE C0HR41T.
ABONNBMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
PBIJS Daa ADYHRTEWTIECf
AGITE MA NON AGITATE.