No. 4348. Maandag 27 November 1899. 24sle jaargang. voor %3iïooró* on SCuid-dCollattó. Onverdedigbaar. Dit nummer bestaat uit twee bladen. JU E R 8 T E BLA D, B I T E JN JL A N D~ Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het baitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verseh ijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteu r-lJ i t g e v e r, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. f 1,10 1,40 2,80 0,03 Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. 50 Cents. 71/, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Puhlicité Etranqère, Cr. L. DA UBE Co. J OHN.,F.J ONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmartre Het was te verwachten, dat de behan deling der Staatsbegrooting in de Tweede Kamer aanleiding zou geven om den Mi nister van Buitenlandsche Zaken eenige verklaringen te ontlokken omtrentzjjn hou ding ten opzichte van Z. H. den Paus en de Zuid-Afrikaansche Republieken bij ge legenheid der Vredes-conferentie. Over die Conferentie-zelve hebben wy reeds vroeger onomwonden onze mcening gezegd en vinden dit oordeel thans gestaafd door den oorlog tusschen Engelandeen der Staten die den hoogsten toon p die samenkomst hebben gevoerd, en de B eren- republieken die op de internationale ver gadering niet vertegenwoordigd mochten wezen. Enkele weken na het slniten der Conterentio heeft Engeland alzoo, en nog wel op de meest trouwelooze wijze, regel recht gehandeld tegen de bedoelingen en wenschen in, die op de bijeenkomst w iren uitgesproken. 't Is nu meer de quaestie der nict-uit- uoodiging van den Paus en de Zuid-Afri kaansche Republieken die op het taj ijt komt en, geljjk het geval is geweest by le fe'hriftelyke gedachtenwisssling over de Begrooting, ook bij de mondelinge beraad slaging het hoofd-onderwerp van het debat zal uitmaken. In le memorie van antwoord op hel voorloop g verslag der Kamer verklaart de Minister, dat de Regeering wel aan den Keizer vaL Rusland had kunnen zeggen, dat 'naar haar meening de Conferentie niet aan haar doel kon beantwoorden, wanneer de II. Stoel en de Zuid-Afrik. Republie ken er niet aan konden deelnemen, maar dan zou hoogstwaarschijnlijk de Conferen tie elders zjjn gehouden, altyd zonder be doelde tegenwoordigheidmaar ook zo i- der Nederland, want dan zou het niet met de waardigheid der Nederlandsche llegce- ring hebben gestrookt eeno uitnoodig'ng aan te nemen voor eene Conferentie, waar van zjj zelve reeds voorat had verkl .ard dat deze niet aan haar doel kon beant woorden. Wjj moeten zeggen, dat de Regearing in deze woorden een gedrags'ijn heef aan gegeven, welke, zoo zij ware gevolgd, zeer zeker de sympathie van het grootste deel der natie zou hebben weggedragrn. Dit was juist het standpunt, dat, de Regeering FEUILLETON. DE ERFGENAAM. Verneig) Hare verlegenheid was overwonnen, zy sprak onbeschroomd en juist in hare zekerheid lag iets, dat Marie's ergornis eerst recht wekte. „Maar om eeren vreemae weenen. Je kent mjjn bloeder ternauwernood n //Voor mjj is je broeder geen vreemde Al heb ik hem ook maar zelden gezien, toch acht ik hem hoog. Daartoe is gecne large bekend heid noodig. Sympathie of wal antipathie ont staat zeer snel, men bevalt of mishaagt elkaar gauw. Er zjjn menscben genoegdis ik da gelijks kon tien zonder dat ik ooit een traan om hen zou kunnen weenen n Zjj zag Marie beteekeniavol a: n, die rood werd van toorn onder dien blik. //Dat betwijfel ik niet, mjj is hot e/enzoo,// antwoordde deze. //Ik wou umaar opmerker), dat men zich licht belachelijk maakt door zullre eenzijdige droefheid, Als een der afscbed- temenden lacht, de andere schreit, dan werkt dat zeer komisch. Die h8t merken zouden kun nen meenen ik zeg maar zij zouden het kunnen dat de bedoeling bestend den ver trekkende te roeren.// //De menschen denken zoc veel dommigheden.// //Dat is zoo, het bljjft echter altijd onaan genaam, uitgelachen te wo-den. Daar heb je bijvoorbeeld de arme Ella Kronenberg, j« had kunnen innemen, doch dat zij ge lijk verder door den Minister wordt ver klaard niet heeft gedaan in het belang des lands. Dat landsbelang is een buitengewoon rekbaar begrip, 't welk naar ons inzicht wel wat te veel wordt misbruikt. Iedere Regeeringshaudeling behoort te zijn in het belang des lands en daarom vormt deze verklaring der Regeering volstrekt geen verdediging van de gevolgde handelwijze. Als de Regeering meent, dat de Conferentie geen doel treft, wanneer daarop niet zyn vertegenwoordigd Staten, welke er recht op kunnen doen gelden, dan had zij zeer goed voor de eer kunnen bedanken om die Conferentie bier te lande te doen hou den. Dat zy dan elders zou hebben plaats gehad, eveneens zonder bedoelde Staten, levert volstrekt geen reden op om nu maar te berusten in iets, dat wij een onrecht noemen. Wie zal eene verkeerde handeling verdedigen, met de bewering, dat, zoo wy haar niet hadden gepleegd, zy door een ander zou zijn uitgevoerd Dit doet feitelijk de Regeering bij de verdediging van haar standpunt. Had zij uiterlijk ge zegd, dat bij het doen der uitnoodigingen de II. Stoel en de Zuid-Afrikaansche Re- pub'ieken ook zouden worden gevraagd, dan had zij minstens kunnen afwachten, wat daartegen door andere Regeeringen eventueel werd ingebracht. En wie zegt ons, dat zulk een houdÏDg noodzakelyk zou hebben geleid tot mis lukking vau de Conferentie Of wie geeft de zekerheid, dat de Conferentie in eene andere hoofdstad van Europa ware bijeen gekomen, indien wij geweigerd hadden de leidelyke rol te spelen, die ons nu bij deze uitnoodiging werd toebedeeld En al ware de Conferentie elders gehouden, wat na deel zou ons dat hebben opgeleverd, vooral daar latere toetreding tot de verschillende overeenkomsten, op de Conferentie vast gesteld, mogelijk is? Onze Regeering heeft met die quaestie de prestige van ons land niet verhoogd. De buitenlandsche Mogendheden, in 't bij zonder Engeland en Italië, moeten een ge ring denkbeeld krygen van de onafhanke lijkheid en fierheid van een volk, dat zich door anderen laat voorschrijven, wie het moet uitnodigen op eene samenkomst, die bestemd was tot zegen te strekken voor alle volkeren der aarde. De Regeering heelt getracht debeteekenis aan het niet-deelnemen van den Pans aan de Conferentie te verkleinen. In de Mem. van Antw. zegt zy dat noch de Russische, noch de Nederlandsche Regeering eenig bezwaar zou hebben gemaakt tegen de afwijking kent ze immers hoe hebben allen gelachen, toen de tranen haar over de wangen liepen bjj het afscheidnemen van mijnheer von Uechtritz die er zelf heel kalm bjj bleef Het kan zjjn, dat zjj het er niet op had afgezien hem te vangen maar men had toch argwaan en lachte." //En jij waart zeiter de hazin der spottere //Waarom niet Het was immers naar. Het ergste ware in dit geval geweest," zoo oreerde zjj verder, //dat de arme jonge man zich door die tranen hadae laten bewegen een onover- legd woord te uiten. Goedhartige lieden zjjn tol zulk verpraten in slaat. Ik dacht zelfs dat Hugo dat was." „Meen je niet, dat hjj voor zich zelf zorgen kaü spotte Therese. „Heeft hjj je voogdij noodig //Ik geloof, dat hjj uit louter goedhartigheid zich zelf zon kunnen vergeten en een stap doen, die zeer moeiljjke gevolgen voor hem zou kun nen hebben. Ik wil het bekennen,// zij sloeg een vertrouweljjken toon aan, //dat ik er mjj bezorgd over maak wie Hugo wel huwen zal.// //Waarom toch P De geldkwestie, bjj jou de hoofdzaak, komt bjj hem ni-t in aanmerking „Je vergist je, helaas. Jammer genoeg heeft hjj ooms tegemoetkomingen hoogmoedig terug gewezen en moet er alzoo nu als voor op be dacht zyn een meisje te huwen, dat hem iets thuisbrengt. Hjj moet zelfs nu meer dan ooit met ooms wenscben rekening houden, daar het in diens macht ligt wat hjj tot majoraat heeft gemaakt, weder daarvan los te maken, en oom wenscht, dat Hugo een schitterend huweljjk van den sedert 1870 gevolgden regel om den Paus niet meer uit te noodigen op in ternationale conferenties. Maar het bleek spoedig, dat zeker een en «waarschijnlijk meerdere Mogendheden zieb van deelne ming aan de Conferentie zouden hebben onthouden, wanneer de II. Stoel werd uit- genoodigd, en daarom werd besloten aan den steeds gevolgden regel vast te houden. Tegen dit antwoord hebben wij in de eerste plaats aan te merken, dat de Vre desconferentie in geen enkel opzicht mocht worden vergeleken met andere interna tionale conferenties. De Vredesbijeenkomst had niet ten doel om politieke of com- mercieele verhoudingeu te bespreken, ge ljjk dit op andere conferenties het geval is. Zij beoogde oorspronkelyk slechts al- gemeene regelen vast te stellen, waardoor de oorlogen zouden worden beperkt en zooveel mogelijk de rampen er van zou den worden verzacht. Iedere Staatdie daaraan zou kunnen en willen medewer ken moest daartoe in de gelegenheid ge weest zyn, doch in het bijzonder had men het een eer moeten rekenen wanneer Z. H. de Paus een daadwerkelijk aandeel in den vredesarbeid had gehad. Wij behoeven vior onze lezers niet uit een te zetten de hooge beteskenis van zulk eene medewerking. Het gewicht der Con ferentie ligt niet in besluiten, die des noods door wapengeweld moeten worden uitge voerd. Integendeel was de Conferentie te beschouwen als eene overwinning van den Christelijken geest en van de beschaving op verouderde denkbeeldendie leerden dat internationale geschillen noodwendig door het zwaard moesten worden beslecht. En dat karakter zou de Conferentie in wer kelijkheid gedragen hebben wanneer de Paus ware vertegenwoordigd geweest. Nu echter droeg de Conferenfie het karakter van eene samenkomst tusschen de Mogend heden, die de macht hebben om door de wapens te doen beslissen dat een of an der internationaal geschil niet door wapen macht uit den weg wordt geruimd. Uit dat oogpunt bezien, heeft de Con ferentie dus volstrekt geen moreele waarde en zal zij, gelijk reeds bewezen is, niet kunnen bijdragen tot de vreedzame oplos sing van internationale geschillen. Eigen- Ijjk ware het nog beter geweest, wanneer zy niet had plaats gehad, want bij even- tneele geschillen hangt het, evenals vroe ger^ geheel af van de machtigste der twee in geschil met elkander zijude Mogendhe den, of zij het langs vreedzatnen weg wil zien opgelost. Evenals voorheen bljjft het recht van den sterkste gelden, alleen met dit onderscheid, dat de diplomatie een wei- aangaat. Mjjn man die in handelszaken zeer bedreven is, heeft mjj al d ze msjoraatsver houdingen nauwkeurig uiteengezetdaaruit heb ik gezien, dat Hugo in geen geval zjjn hart alleen mag laten spreken, veel minder nog zjjn medeljjden. „Je kunt ervan overtuigd zjjn,// zeide The rese, het hoofd in den nek werpend, „dat er moeitljjk een meisje voor te vinden zon zjj a om uit medelijden ten huweljjk genomen te worden „Des te beter, het is mij een werkeljjke troost, j dat te booreu Men leleeft vaak zulke vreemde dingen.// Toen zjj kort daarop Therese verliet, was het roet het bewustzijn eene reddenda daad voloraeht, haar broeder van dreigend gevaar j bevrjjd tn hebben. Ttierese, alleen gebleven, balde de kleine vuisten en maak'e eene beteekenisvolle bewe ging achter de heengaande: „Valsche menschen!// riep zjj uit. Na eenige minuten rustig overwe gen moest zjj toch erkennen, dat Marie in é-n opzicht niet g/heel onrecht had. Had Hugo é:n woord, éan beteekenisvol woord gesproken, zjj zou er met verrukking naar hebben geluisterd. Geen mensch moest haar echter kunnen verwjj- ten, dat zjj zjjne belaDg.an benadeeld hadde, of dat hjj het off ar van zyn medeljjden voor haar geworden ware. Wanneer ze hem weer ont- I moette, zou zjj zich koud en terughoudend too- nen, de vertrouweljjkheid van vroegere dagen vermjjden. Toen zjj dit heldhaftig besluit had genomen, begonnen hare tranen opnieuw te stroomen nig slinkser dan vroeger moet te werk gaan om de noodzakelijkheid van de toe passing van dat recht van den sterkste aau te toonen. In plaats van eenvoudiger zijn daardoor j de internationale verhoudingen ingewik- I kelder geworden, en als gevolg daarvan is het oorlogsgevaar toegenomen. En wat nu de mogelijkheid betreft, dat bij uitnoodiging van Z. H. den Paus zeker één en «waarschijnlijk» meerdere Mogend heden zich van deelneming aan de Con ferentie zouden hebben onthouden, onze Regeering had het er gerust op kunnen wa gen. Indien de overige groote Mogendhe den hunne afgevaardigden hadden gezon den, dan zou zeer zeker Italië zyn eigen belang wel hebben begrepen en, zoo al niet geheel vrijwillig dan toch door de noodzakelijkheid gedwongen, de Conferen tie hebben bijgewoond. Het vasthouden aan den vóór 1870 ge volgden regel wars derhalve logisch en aanbevelenswaardig geweest, in de voor naamste plaats voor de Conferentie-zelve, die daardoor aan moreele beteekenis veel zou gewonnen hebben. Dat dit door onze Regeering niet is geschied, daarvan is haar terecht een grief gemaakt. Zij heeft in werkelykheid daarmede aan de zeak des vredes groot nadeel toegebracht. En wat nu verder de Zuid-Afrikaansche Republieken betreft, wy zullen hierover d:t maal niets zeggen omdat het punt van aanklacht tegen de Rageeriug betref fende de niet-uitnoodiging des Pausen in onze oogen reeds zoo gewichtig is, dat daardoor de houding der Regeering vol komen wordt veroordeeld. Wij zjju benieuwd, hoe de Minister van Buitenlandsche Zaken by het mondeling debal in de Kamer de gedragslyn der Re geering in deze zal trachten te verdedi gen. Naar onze besliste overtuiging is zy onverdedigbaar en ii daardoor aan ons prestige tegenover het buitenland een ge voelige slag toegebracht. Portugal. De vreeselijke pestziekte woedt nog steeds te Oporto. Twee nieuwe gevallen deden zich we: r voor. Te Santos neemt de ziekte schijnbaar af, te oordeelen naar den toestand der laatste tien dagen in welks tjjdsverloop slechts twee nieuwe gevallen zyn voorgekomen. Duitschland. De Reiehsameiger schryft: Volgens offi- cieele mededeelingen is voor den duur van den heerschenden oorlogstoestand aan En- gelsche onderdanen volgens Engelsch recht zjj had haar hart l.-eren kennen, en wiet nu, dat het niet de neef alleen waa, dien zij in Hugo liefhad. IX. //Sneltrein n?a" Fennersburg 1 Instappen riep de portier in de wachtkamer eerste klasse van 'i station te B. Een algemeene beweging ontstond, een opstaan en ter hand te nemen Tan bagage en dan een opdringen in de rich ting der deur. Onder degenen, die daar vlug de wachtkamer verlieten, trokken vooral drie vrouwen de aandacht: twee zeer elegant gekleede dames en hare even elegante kamenier. Laatstgenoemde had de handkcffeis harer meesteressen genomen en ging daarmee voor uit, de oudste der beide dames woelde met zenuwachtige haast in de zakken harer kleeren, Vera, heb je de kaartje? Ik vind zeniet,// riep zjj verschrikt in de Russische taal. //Maar bedaard, lieve mama I" zoo trachtte de dochter haar gerust te stellen, u moet ze zelf hebben. Toen wjj straks by den banketbakker waren, zag ik ze in uw portemonnoie //'Jan heb ik ze daar laten liggen!// riep de oude dame. //Vlug andeie nemen,// zei de meer koudbloe dige doch'er en trok haar moeder ,naar de nitgangadeur, die naar het loket leidde. //Kom mee:" nAh, God,* jammerde de onde Russin, ter- wjjl zjj zich liet meetroonen. „Wjj komen te la<t, ik weet niet, waar het loket is.// „Ik weet hernam de dochter. alle handel en verkeer met de Zuid-Afri kaansche Republiek en den Oranje-Vrij staat, alsook met de onderdanen van die staten in hun gebied, verboden. Op grond van dit verbod worden door de Britsche autoriteiten en oorlogsschepen alle in En- gelsche schepen geladen, voor de Z.-A. Republiek en den Vrystaat bestemde goe deren voorloopig aangehouden, ook indien zij niet als oorlogscontrabande te beschou wen zyn. Deze maatregel strekt zich ook uit tot goederen, die voor niet-Engelsche, maar in de nabijheid van het oorlogster rein liggende havenplaatsen bestemd zyn. Betrokken Duitsche handelskringen zullen te overwegen hebben, of het niet met hun belangen strookt gedurende den heerschen den oorlog het gebruik van Engelsche schepen voor het vervoer van handels goederen naar Zuid-Afrika te vermjjien, Engeland. De bevolking in Londen is treurig ge stemd. De courantenjongens loopen met onverschillige gezichten door de straten en presenteeren het nieuws- Maar welk nieuws Alweer Britsche Terliezen, riep dezer dagen eene smaakvol gekleede dame uit, voortwandelende aan den arm van haren geleider, onze dappere soldaten zullen nog allemaal door die verraderlyke Boeren dood geschoten worden. «Weest maar niet bang», was het op laconieken toon gegeven antwoord, «laten ze er eerst maar wat doodschieten, daar zyn ze voorop den duur kan dat troepje domme Boeren toch niet tegen de meer derheid op en onze natie zal soldaten sturen, tot Kruger en Joubert geen amnnitie meer hebben, om op hen te schie ten en ze zelf geen brood meer hebben om te eten. Ze moeten ten onder die val sche oproerlingen», vervolgde hjj op meer energieken toon, «al was het alleen maar, om Engeland's reputatie als machtigste Europeesche natie te handhaven. Wat het ons ook kost, wy, Engelschen, zullea win nen en meester zyn in de Transvaal en in Oranje-Vrijstaat.» Dat zit nog, zeggen de Boeren en zjj kloppen er geducht op los. Van het oorlogsterrein in Zuid-Afrika. De verdeeling der Britache troepen over het oorlogsterrein is als vogt: In N&talBelegerd in Ltdyamith, generaal White met omstreeks 9000 manbelegerd in Estcourt, generaal H i 1 d y a r d met om streeks 2000 manin het kamp te Mooirivier omstreeks 2000 man onder generaal B a r t o n verder naar het ruiden generaal Clery met een ontzettingsleger, ongeveer 9000 man sterk. In de Kaapkolonie: Oprukkend van Eist London naar Q, teenstown generaal G a t a c r e met 4000 man te Naanwpoort een garniroen van misschien 1000 man. In het Westen Van De Aar en Oranjerivier naar bet noorden oprukkend generaal Lord Methuen met 13.000 man; belegerd in Kimberley 2000 man belegerd in Mafeking 1000 man. In het Noordenhet legertje van overste P 1 u m e r in het tuiden van Rhodesië omstreeks 1000 man. Dit leger wordt nog aanhoudend versterkt I „Wjj hebben Nadascha verloren,//klaagde de moeder verder, //wjj vinden haar nooit terug n //Zjj brengt onze bagage naar een eerste klasse- coupé daa' zullen wjj haar vinden. Maar vlug, mama.// Het loket was wel nog open, maar de barsche beambte wilde het juist sluiten, om zich het was elf uur des avonds ter ruste te begeven. Zijn ongeduld, om van de vermoeie nissen des dags uit te rusten was groot, hjj werd al boos bjj 't zien der te laat komende reizigers, en zyn gramschap steeg haast tot woede, tosn de oude Russin in gebroken Duitsch begon te vertellen van da reisbiljetten, die zij zou hebben maar toch niet had.// //Er is geen tjjd meer om bilj fften te nemen,„ snauwde hjj haar tos. „De trein vertrekt on- middelljjkEsn half uur lang stond 'i loket open, waarom kwaamt gjj toen niet.„ //Maar ■/Niels te maren, daar staat 't zwart op wit, dat het loket thans gesloten wordt, kun je niet lezen Op hetzelfde oogenblik liep een jong offirier met snelle schreden voorbjjby keek op, toen hjj de barsche stem van den beambte en het ge jammer der oude dame hoordeonwillekeurig vertraagde hjj zjjn gang om de twistenden eens op te nemen en ontmoette daarbjj den blik der jange dame. Het waren een paar wonderschoc ne brulneoogen, door lange wimpers overschaduwd Vervolg in het Tweede Blad.) AE ONNEMENTSPBIJS REMAIN XIEND PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. AGITE MA NON AGITATE. 24

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1