NIEUWE De Boeren bij Belmont. No. 4352, Vrijdag- 1 December 1899. 24ste Jaargang. BUITENLAND. Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers<0.03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUBEiü: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer7 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie th Contant Redacteur-Ditgever, W. ESPPERS. Over het gevecht te Belmont zijn de be richten weer geheel in strijd met hetgeen de Engelschen er over mededeelden. Hun trotsch gardekorps en de marine-artillerie werden plotseling door de Boeren in een gevecht gewikkeld, waarin de Engelschen volgens een correspondent uit het bivak aan de Oranje-rivier, hun beste officieren en een lange rjj gewonden op het slagveld gela ten hebben. Hoeveel officieren en manschappen zijn gevallen weet generaal M e t h u e n nog niet op te geven. Er vielen in een paar uren tijds minstens 300 dooden, zonder dat de Britten eenig strategisch resultaat be haalden. Het gevecht heeft dat met het gerecht bp den Talana-heuvel voor Glen- coe gemeen, waarvan het bijna de getrouwe herhaling is geweest, alleen met dit eene verschil, dat lord M e t h u e n niet zoo on voorzichtig is geweest als generaal Y u 1 e, en zijn zwakke cavalerie liever tot dekking van zjjn terugtocht gebruikt heeft, dan haar den vjjand te laten cvervolgen» en zich daarna gevangen te laten nemen. De aanval op de Boeren om zich een weg te openen naar Kimberley is den En gelschen volkomen mislukt. Het terrein tusschen het Engelsche kamp aan de Oranje-rivier en het station Belmont bestaat uit een plateau, dat gemiddeld 3000 voet hoog is en enkel door den Kafïerskop en eenige 100 tot 200 voet hooge, kleine heuvels daarvóór, doorsneden werd. De af stand van het kamp tot Belmont is onge veer 30 KM., tot aan Kafferskop oDgeveer 25 KM. Rond om dezen kop werd het ge vecht geleverd dat hiermede eindigde dat de Boeren hun voorposten van de drie, voor den kop gelegen, kleine heuvelruggen te rugtrokken, toen de gardes deze mei groote doodsverachting en meer dan tienvoudige overmacht bestormden. Het Boerenleger, dat hier door een tien voudige overmacht werd aangevallen, be- FEUILLETON. DE ERFGENAAM. 29 Vervolg) «Staat dat onomstooteljjk vast Ik weet wel zeer weinig van de groote wereld af; naar het geen ik echter er van gehoord heb, ljjkt het, alsof de groote kring zich verdeelt ia ontelbare kleine, waar het aan nesterjjen niet ontbreekt.// //Tot op zekere hoogte is dat waarintus- schen is men niet aan een bepaalden kring gebonden, zooals hier en er is toch altjjd nog uitkomen op. Toen ik van de groote wereld sprak, had ik overigens slechts de stad op 'i oog, waarin ik den voorlaatsten winter heb door gebracht, eene stad, in welke alles nog den stempel van het grootsche draagtRome.// Hugo's oogen begonnen te schitteren ./Rome heeft dus ook op u zjjn bekende betoovering uitgeoefend //O 1// weerde zij af, //godsdienstige gronden waren bij mjjne bewondering van Rome niet in 't spel; die komen bjj mij trouwens heelemaal niet in aanmerking. Wat mij bekoorde was, dat daar het leven zich niet binnen enggetrokken grenzen beweegt. He mensch, om het even waar hjj van daan komt, treedt daar met de menschen in nauwere betrekkingdaar is niets te bekennen van den kringloop, waarin zich in andere ste den het leven beweegt.// //Dat herhalen mjj allen, die ooit in Rome geweest zjjn. Het wereldomvattende van het Ka- stond uit niet meer dan ruim 300 man, maar dit troepje gaf de Britten door hun artillerie en geweervuur de volle laag. De Boeren, die bemerkten, dat zij aange vallen werden, lieten de Engelschen voor waarts rukken, maar zoodra het donker was geworden slopen de Boeren voorwaarts en onderhielden den heelen nacht met hun bereden manschappen eeu geweervuur, dat telkens ophield om dan dadelijk weer te beginnen, zoodat de Engelsche lanciers, twee compagnieën bereden infanterie en vier ka nonnen tegen hen moest ageeren, om eene nachteljjke overrompeling van het Engel sche lager te voorkomen. In den vroegen morgen tegen 4 uur be val generaal Methuen de gardegrena diers en de Northumberland fuseliers, zon der gerucht op te rukken tegen den eer sten heuvelrug en dezen, zonder een schot te doen bezetten. De manoeuvre gelukte schitterend. De Boeren waren geheel over rompeld en de gardes waren boven, voor dat de Boeren ze in den donker gewaar werden. Toen begon van den tweeden heu velrug een sterk geweervuur, maar de gar des, hun officieren voorop, stormden met een woest hoera en met de bajonet op het geweer de tweede glooiing op, van waar zich de weinig talrijker dan 200 of 300 man daar gelegerde Boeren, hun centrum openende, langzaam begonnen terug te trek ken, voortdurend een vernietigend vuur op de woest voortstormende gardes richtende. Hoeveel Engelschen toen in het zand beten laat zich begrjjpen. Inmiddels ruk ten de geheele zesde brigade Goldstream- guards en het Northamptonregiment voor uit, zoodat nu het geheele leger onder ge- neraal Methuen's bevel, ruim 5400 man aan het gevecht deelnam. De Boeren hadden op de derde heuvel reeks van een aantal ossenwagens, tusschen de tien en vijftien, een klein nachtkamp gevormd, maar braken dit nu, toen ze van drie kanten bedreigd werden, bedaard af en trokken met wagens en trekdieren naar tholicisme heeft op alles zjjnen stempel gedrukt en oefent op alle verhoudingen invloed uit. //De veelgeprezen hoffelijkheid der Italianen vindt daarin haar diepsten oorsprong.// #Dat is een gebied, waarop ik u niet volgen kan,„ was baar koud antwoord. «Ware ik wer kelijk geloovig, zoo moet ik, als orthodoxe Rus sin, van Rome gruwen.// In den blik, dien hjj op haar wierp, lag iets van de deelneming, die men met een zieke ge voelt. //Maar waartoe neigen uw sympathieën dan toch vroeg bij//Alles kan u toch niet onverschillig zjjn //Om 's hemels wil maar geen theologische redeneeringen,// protesteerde zjj. //Ik vind die nog verschrikkelijker dan politieke, zjj onder mijnen alle gezelligheid. Maar weinigen verstaan de kunst, ze zonder bitterheid te voeren, zelfs u, die anders van een vrooljjk temperament zjjt, ziet er thans heel isegrimmig uit.# //Wanneer men diep van iets overtuigd is, gravin, kan men er niet lichtzinnig over spre ken. En menschen, die men hoogacht, zou men ook graag volmaakt zien.// Zjj scheen een weinig verbluft, hier was iets, dat haar tot nu vreemd en onbegrjjpeljjk was gebleven. //Mjjn God 1" zeide zjj verontschuldi gend, //men wordt dat wat de opvoeding van iemand maakt. Wie gewoon is, over alles licht heen te gljjden, slechts aan alles maar even te proeven, dien smaakt het droge brood der ern stige overwinningeu niet. Laten wjj van muziek en schilderjjen spreken, dan zullen wjj elkaar beter verstaan.// hOf eerst recht vijandig tegenover elkaar ko- de hoogvlakte van den kop, slechts twee wagens met schietvoorraad achterlatende om de strijders te voorzien van patronen. De dag was intusschen aangebroken en de 300 Boeren konden nu overzien tegen welk een macht zij den geheelen nacht tot het aanbreken van den dag gestreden hadden. Generaal Methuen had intusschen be vel gegeven tot een stormaanval, maar toen de Engelschen in woesten aanval den derden heuvelrug bestormden,washet troepje Boeren verdwenen, in den omtrek was geen vijand meer te zien, maar van een Kaffer kopje, dat zich hier tot 700 a, 800 voet steil boven het vlakke terrein verheft, wer den de bestormers met een vernietigenden kogelregen begroet. Aan het bemachtigen van deze positie inderhaast door de Boe ren ingenomen hoe klein ook in getal viel zonder sterke artillerie niet te den ken en de Engelsche bevelhebber liet dus verzamelen blazeD, om zjjn troepen buiten het bereik van het vijandelijk vuur te bren gen. Het gevecht was te 8 uur in den morgen geëindigd. De Engelschen hadden 47 meest gewonde Boeren gevangen genomen maar dit suc ces hebben ze betaald met bjjna het ver lies van hun geheele cavalerie. Deze had zich te ver tusschen den tweeden en der den heuvelring vooruitgewaagd vóórdat de Boeren de heuvels ontruimd hadden. De Engelschen cavalerie werd daar door de Boeren onder een kruisvuur genomen. Was niet de garde met twee stukken geschut te hulp gekomen, dan zou ongetwijfeld geen enkele cavalerist het er levend hebben af gebracht. De Engelschen maakten in een boschje terzijde van het vechtterrein dertig grazende ponnies en twee halfleege ammunitie wagens buit. En dat is nu de groote overwinning die de Engelschen met 5400 man op 300 Boe ren behaald hebben, terwijl de Britten meer dooden en gekwetsten tellen dan vijanden waartegen ze te Belmont hebben gestreden. men te slaan,// schertste hij, aan de discussie in den spoorwagen denkend. //Ik ben overtuigd, dat ik in u vind eeDe dweepster met al wat nieuw en vreemd is?// //Voor alles, dat zich niet op den platgetre den weg beweegt, maar zjjn eigen paden zoekil# was haar antwoord. Zoo werd 't onderhoud met animo gevoerd en ook na 't souper nog voortgezet. Zoo ge heel was Hugo door Vera in beslag genomen, dat hjj niet bemerkte, hoe Therese's oogen thans herhaaldeljjk op hem rustten. Eerst laat in den avond, toen 't grootste deel der gasten zich reeds verwijderd had en de anderen zich tot 't vertrek gereed maakten, dacht hjj eraan, dat hjj met zjjne nicht nauweljjks een woord gewis seld had. Zjjne oogen zochten haar, om hatr eindelijk in eene vensternis te vinden, waarin zij alleen stond, ernstig en ontmoedigd. //Zou tante 't arme kleine ding weer verbitterd hebben?" „Wat scheelt je, Therese?// vroeg hjj vriend/- ljjk. //Weer wat met tante gehad Zjj schudde 't hoofd//Neen, juist nu i» tante zeer vriendeljjk tegen mjj." „Wat dan anders? Je ziet er zoo ver moeid uit.# „Dat ben ik ook. Wat een eindelooze avond!# „Eindeloos Mjj dunkt integendeel, dat 't een welgeslaagd feest is //Niet voor iedereen. Niet allen hadden zulke prettige buren aan tafel als jij 1# //Was jjj slecht bedacht, Therese Ik had 't zeer goed getroffengravin Vera is eene bui tengewone dame.// //Je kent mjjn oordeel over haar, tot nog toe Generaal Methuen heeft in last Kim berley te ontzetten, hjj moet dus voorwaarts om straks te stuiten op C r o n j 's leger dat hem wel een hartelijk welkom zal schen ken. Inmiddels beloopt de Engelsche Be velhebber de kans, hoe meer hij vooruit rukt, des te sterker Boerenafdeelingen in den rug te zullen krijgen. Zou generaal Methuen niet eenzelfde lot te wachten hebben, als dat van generaal White en Y u 1 e, te Ladysmith. Van de Boerentaktiek schijnen de Engelsche le geraanvoerders geen begrip te hebben. Duitschland. Op de Belgische grens, op het gebied van Worischen betrapte een Duitsche gen darm te paard een wildslrooper op heeter- daad van jachtmisdrijf. Hij achtervolgde hem en haalde hem nabjj een hooiberg in. De wildstrooper hield zijn geladen geweer in de hand, de gendarm was met een re volver gewapend. Een wedloop om den hooiberg was het gevolg, maar plotseling bleef de wildstrooper staan mikte op den gendarm, een schot viel en de gendarm viel dood van zijn paard. De dader is spoor loos verdwenen. Engeland. Te Londen heerscht groote ongerustheid over het verdwijnen van het 9e regiment Lanciers in Zuid-Afrika. Dit regiment staat onder bevel van sir William Drys- da 1 e, het telt tusschen de officieren lord Douglas Compton, broeder van den Markies van Northampton, lord F r e d e- rik Temple Blackwood, zoon van den Markies van Dufferin, gewezen onder koning van Indië en gewezen gezant te Parijs. Is dit regiment in de handen der Boeren gevallen, dan zal de Engelsche adel den rouwsluier kunnen aannemen. Volgens de laatste berichten is het zoo goed als zeker, dat het 9e regiment Lanciers hetzefde lot heeft ondergaan als de huzaren bjj Dundee. En deze gedachte heeft niet alleen iets diep beschamends voor de Engelschen, maar moet bovendien de hoop op een eindeljjke overwinning zeer verminderd hebben. Want heb ik geen reden het te veranderen. Ze is in teressant, maar dat is niet alles. Hondt ge haar j voor goed?# #Wat is goed?" vroeg hjj ongeduldig. #We moeten ons wachten, menschen die niet in doen en denken met ons overeenstemmen, voor „niet goed# te verklaren. Ieder hseft zjjn gebreken zelfs jjj nog, Therese.# Ze lachte niet over de scherts#Ik heb er genoeg, doch ben bezig ze te verbeteren. Zou Vera zich als zonder gebreken beschouwen //Weet je het tegendeel? Ik houd haar voor zeer begaafd, voor verkeerd opgevoed, doch ver- rjjkt met den zin voor 't edele en schoone. Wie dat bezit, komt tot waarheid.# «Verondersteld, dat men zich moeite geeft om er toe te komen. Hoe zou je moeder over Vera oordeelen „Mjjne moeder zou niet oordeelen, zonder haar te kennen,# hernam de verliefde ongedul dig. //In elk geval is ze van meening, dat 't gemakkeljjker is verkeerde inzichten te verbe teren, dan gedachten in een ledig brein te j brengen.# //Dat kan,# stemde Therese toe. „Goeden nacht, Hugo, ik moet weer naar de gasten.# //Vaarwel, Therese 1 wanneer we elkaar weer- zien, hoop ik, dat je weer lachen kunt.# I Ze oogde hem na, hem, 't beeld der vroo- l ljjkheid, en dacht bjj zich zelve#Hjj bemint haar werkeljjk en zjj zij heeft geen hart en past niet bjj hem.# Worut unslfi) HAiRUMSCHE COURANT. HfragBlaó voor <&ïooró~ on Suió-ófCollanó. ABONNEMENTSPRIJS PRIJS OSR AD VERTE WTIEN. AGITE MA NOW AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1