NIEUWE 2)ag6laó voor <3ïooró- on Zuió-OColland. Het liberale regeeringsstelsel. 5U 4355 Dinsdag 5 December 1899 24ste Jaargang. BUITENLAND. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers. Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAUSt. Janstraat Haarlem. /1.10 «1,40 «2,80 «0.03 Van 16 regels50 Cent Elke regel meer7'/t Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Coutai t Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Dit was het thema, hetwelk op den twee den Oostenrijkscben praktisch-socialen cur sus te Weenen door prins Liechten stein in eene lange redevoering meester lijk werd behandeld. De redenaar sprak als volgt «Sinds de laatste dertig jaren van de 18e eeuw begint een nieuwe wereld-aera, het tjjdperk van de technische uitvin dingen. Tengevolge van een onafgebro ken reeks van technische, natuurkundige, scheikundige uitvindingen is de mensche- ljjke arbeid elk tiental van jaren meer loo- nend en lichter geworden. Deze uitvin dingen verzekeren en bespoedigen den triomf tocht der beschaving. Terwijl de bescha ving vroeger schrede voor schrede, onder moeilijke verdediging van het gewonnen terrein, haren weg vervolgde en geen en kel oogenblik beveiligd was tegen plotse linge verliezen, stormt zij nu langs gladde baan daarheen, zonder uit te rusten en zonder te versagen trots militarisme, re petitiegeweren en vernielingsmiddelen van allerlei aard is het tijdperk der technische uitvindingen bovendien een onvergelijkelijk vreedzamer tjjdperk dan alle vroegere tijd perken sinds den aanvang der wereldhis torie. Daar nu arbeid en natuur te zamen de bron zjja van volksrijkdom daar de ar beid alléén het is, die de stoffen en voor werpen, welke de natuur ons biedt, tot nuttige gebruiksgoederen omschept of over brengt naar die plaatsen, waar zij als ruil- goederen worden aanvaarddaar ver der nit kracht van de heerlijke uitvindin gen der nieuwere tjjden de menschelijke arbeid op zóó verbazende wijze vergemak kelijkt is geworden, dat alle goederen, die den menschen nuttig zijn billijk en bjj menigten voortgebracht, ja zelfs naar be lieven tot in het oneindige vermeerderd kunnen worden; zoo zoude volgens alle normale denkregelenovereenkomstig de FEUILLETON. DE ERFGENAAM. Vervolg) 24 Van onder de lange wimpers zag zjj hem met een beteekenisvollen blik aan, doch zjj werd niet beantwoord door den dankbaren bl.k, dien ze verwachtte. In zjjne oogen lag iets, dat haar waarschuwde haar spel niet te ver te drijven, ie's dat haar meer trof dan zjjn dee moedig smeeken. //Tot morgenherhaalde ze nogmaals en daarna heel zacht//Het is geen spel geweest.// Hugo keek haar peinzend na, hare laatste woorden bevatten eene soort van belofte, waar over hjj zich toch niet verheugen kon. Waarom kon ze, indien ze hem beminde, hem niet met een duideljjk /rja// antwoorden Waarom die uitvluchten, dat aarzelen Maar ze was ook niet als de anderen wanneer za hem eenmaal heur hart, dat fiire hart, zou geschonken hebben, dan had hjj een grooten schat gewonnen en dit ge- Juk wachtte hem. Het genot van den avond was voor hem weg en toen de cotillon begon, wist hij niet of hjj eraan zou deelnemen dan wel bloot toeschouwer bljjven. Terwijl hjj hierover nadacht, kwam Therese op hem toe. //Help mjj, Hugo*, zei ze, //de danser, waar mee ik de cotillon moest dansen, is plotseling onwel geworden; kun je mij een danser bezorgen?// aloude logica, tegenwoordig overvloed en zelfstandigheid het lot van de werkende menigten moeten zijn zij zouden bij kor ter arbeidstjjd méér voedingsmiddelen, beter kleeding, schooner woningen ter beschik king moeten hebben, dan in vroeger eeuwen. Zij zouden voortaan bevrijd moeten zijn van zorgen en ellende, die het leven ver korten en zedelijkheid en gezondheid on dermanen ja zelfs, hun zou in den kring der familie die behagelyke vrjje uren ten dienste moeten staan, waardoor de neiging tot ware volksbeschaving en edeler levens genot wordt opgewekt. Doch zonderling genoeg is juist het tegendeel het geval. In stede van een gou den tijdperkis een ijzeren tjjdperk over de arbeidende klassen gekomen. De tegenstelling tusschen de triomfen van den vindingrjjken menschelijken geest en hare onvruchtbaarheid voor de verheffing van het welzijn des volksde overbluffende weerzin, die in dit contrast is gelegen en het in de volksmassa zich uitbreidend en zich verdiepend gevoel van geleden onrecht de overtuiging, dat hun lot onverdragelijk isdat is de kernde inhoud van de sociale vraag. De moderne sociale vraag is geheel en al verschillend van dergelijke verschijnselen in het verleden. Wanneer in vroeger tjjden ergens armoede en ontevre denheid de menigte beheerschten, dan ston den deze armoede en ontevredenheid on- tegenzeggeljjk in verband met de alge- meene toestanden, zij vormden een inge kankerde kwaal van de samenlevingeen aangeboren gebrekwaarmede de maat- schappjj voortleefde. Maar de moderne armoede bestaat en breidt zich uit in weerwil van alle oorzaken die den wel stand van de werkende volksklassen moesten stichten en bevorderen de moderne armoe de is een vreemd, doordringend, ingeplant vergift, hetwelk door het lichaam van onze maatschappij, dat door dit venjju is aange" tast, moet worden afgescheiden onder he vige koortscrisissen. of waaraan dit lichaam Hugo glimlachte. //Wil je mij voor lief ne men zei hjj goedig. Ze bloosde en zeg hem verbaasd aan //Wer- keljjk Hugo? O, zeer gaarne. Maar hoe komt hetdat je de cotillon niet danst met die daar?// //Wanneer gjj met //die daar// gravin Vera meest, moet ik je antwoorden omdat zjj een anderen danser heeft." „indien gjj werkeljjk met haar hadt willen dansen, zoudt ge dit gekund hebben. Waarom wilde je niet? Hebt je Vera Wassittschikow eindeljjk leeren kennen //Leer en kennen Hoedanig, Therese «Als onwaar tot in 't hart, als zeerijdel." //IJdel zjj, die zoo weinig waarde aan hare uiterljjke verschjjoing hecht? en onwaar? Ze is zoo openhartig als een kind.// „Wat ze zegt zjjn maar holle zinnen en om dat ze naar bewondering haakt, heeft ze geleerd zinlooze woorden meesteiljjk te debiteeren, ze gevoelt niets van hetgeen ze zegt, ze is eene tooneelspeelster, die geen hart bezit, ze is //Halt Thereseviel Hugo in. //Geen woord meer over Vera Wassiltschikow, indien we vrien den willen bljjven „O ben je reeds zoo ver I// riep ze met een gemaakten lach. //Dat had je mjj wel vroeger kunnen zeggen of eigenljjk, ik had 't moe ten denken. Gjj, Sonnecks, zijt zulke eigenaardige menschen en gjj doet de zonderlingste zaken. „Oom Dagobert koopt zich voor een paar millioen, gjj terwille van voorname familie wellicht ook om de gunst van oom te ver werven.* sterven zal, indien het eerste n.I. de af scheiding mislukt. De grondslag van de moderne sociale vraag is uitsluitend het liberale regeerings stelsel een complex van wetten, die de ruiling en verdeeling, alsook de productie der goederen betreffen, maar dezen veel vuldig belemmeren, verstoren en op ver keerde banen leiden. Slot volgt.) Engeland. In eene Donderdag te Leicester gehouden redevoering zeide de Engelsche Minister van Koloniën, Chamberlain, dat En geland in bjjzonder goede betrekkingen verkeert met de Vereenigde Staten en met Duitschland. De Engelsch-Amerikaansche verstandhouding zeide hijis een waar borg voor den wereldvrede, en hjj voegde erbij dat in Europa Duitsch'and de natuur lijke bondgenoot van Engeland is. daar er tusschen de twee landen gemeenschap van belangen en van gevoelens bestaat. «Engeland, zeide hij verder, is er sedert eenigen tijd aan gewend door de vreemde pers beleedigd te worden. Die beleedigin- gen zijn zoo verre gedreven, dat de per soon der Koningin, die voor ie Engelschen bijna een heilig wezen is, niet gespaard werd. De aanvallen tegen de Koningin ver wekken bjj ons eene zeer natuurlijke ver ontwaardiging, en indien Engeland's na buren (daarmede bedoelt minister Cham berlain vooral de Franschen) niet be leefder worden, zullen zjj erge gevolgen hebben. Wij moeten ons gelukwenscheD dat de ergste beleedigingen niet van de Duitsche pers komen.» Minister Chamberlain besloot die dreigende redevoering als volgt«Het nieuw drie ver bond tusschen Engeland de Ver eenigde Staten en Duitschland is van een groot gewicht voor de toekomst der wereld. Het geeft weinig of zulk verbond op papier gezet is of niet, van het oogenblik dat het bestaat in den geest der bondgenooten De Engekche Minister Chamberlain schijnt dus erg op Duitschland te rekenen en ook de Vereenigde Staten betrekt hij in zijn droombeeld van dit nieuwe drieverbond. „Therese, kjjk mjj in de oogeu zei Hugo ernstig en bedaard toen ze zweeg. Verschrikt en beschaamd over haar hevigen uitval zag ze bedeesd tot hem op. //Herhaal uwe beschuldiging, indien je durft//, beval hjj. Ze sloeg de blikken neer. //Ik geloof niet at n die beschuldiging!// had ze willen uitroepen, doch hare fierheid verzette zich ertegen en ze ging voort: //Waarom zou ik zoo niet denken, nu ik je op 't punt zie eene vrouw te nemen, die je niet past, die uw geloof niet heeft een meisje.dat aan uwe moeder nooit welkom zal zjjn.// //Bekommer je niet over de inzichten van mama, dat is iets tusschen haar en mjjhan del ik tegen haren wensch, dan is dit een be- wjjs, hoe dierbaar mjj Vera is. Laat 't u ge zegd zjjn Therese, al was ze arm en van nede rige afkomst, toch zou ik mjj gelukkig prijzen haar mjjn te kunnen noemen.* Therese'a stem beefde, toen ze hernam //Nu geloof je mjj niet, doch later //Laten we dit themt rusten,// zei hjj, ea zjjn anders zoo vriendelijke oogen schoten bliksems. „We kunnen immers over zooveel andere zaken praten en we zullen den naam Wassiltschikow niet meer noemen Traag werd 't gesprek voortgezet; Therese, dobberende tusschen trots en berouw, had moeite zich goed te houder; de cotillon, die zoo mooi begonnen was,scheen geeD einde te willen nemen. Daarna begon voor haar eene nieuwe vuurproef. Ze moest verder dansen en vrooljjk schjjuen, want geen mensch, Hugo allerminst, mocht mer ken, hoe ongelukkig zjj zich gevoelde. Zoo mees- Frankrijk. Het is weer geducht rumoerig geweest in de zaal van den Senaat als Hooggerechts hof. Om een einde te maken aan de ver warring, waartoe het hooren van al de ge tuigen over het «fort Chabrol» en de vraag of G u r i n al of niet uit zjjn raam met scherp had geschoten aanleiding gaf en misschien ook wel een beetje, omdat de zaak voor G u r i n niet slechter ging staan, naarmate er meer getuigen gehoord wer den had de Procureur-generaal verzocht negen door hem gedagvaarde getuigen niet te doen hooren. Dadelijk had Mr. M n a r d voor JulesGuérin conclusies ingediend, strekkende om alle regelmatig gedagvaarde getuigen in verhoor te nemen. Eene lange zitting in comité-generaal volgde. Er werd heftig gediscussieerd en ein delijk werd het verzoek van den Procureur- generaal met 134 tegen 98 stemmen toe gestaan en de conclusies van Mr. M n a r d verworpen, op grond dat dit besluit geen schade zou kunnen toebrengen aan de rech ten der verdediging, daar immers den Pre sident de macht bleef zooveel getuigen te hooren als hij noodig achtte, zelfs (lie, van welker verhoor het O. M. had afgezien. Niettemin verlieten na het voorlezen van de beschikking de advocaten mr. M n a r d en F a y e de zittingzaal. Daarop stond mr. E v a i n op en stelde conclusies, strek kende om dadeljjk over te gaan tot het hooren van den politie-inspecteur Michel, van wiens verhoor het O. M. had afgezien onder voorbehoud van nader de acht andere getuigen van het O. M. te laten hooren. De President antwoordde, dat op deze conclusies nader zou worden beschikt. Ru moer op de banken der beklaagden.G u r i n eischte met groote stem, dat, daar zjjn ver dediger de zaal had verlaten, hem tjjd gegund zou worden om een anderen ver dediger te zoeken. Mr. B 1 i n. Mjjnheer de president, als het Hooggerechtshof niet onmiddelljjk beraadslaagt over de daareven voorgelezen conclusies, die een beginselquaestie stellen, vertrekken wjj allen. (Beweging, geraas.) Mr. Hornbostel. Bravo De President. Wie heeft bravo geroepen? Mr. Hornbostel. Ik. Ik heb mjjn con frère toegejuicht, die volmaakt mjjn gedachten weergaf. Nu kunt gjj mjj straffen als Baril- 1 i e r, indien gij wilt. terljjk bewong ze zich, dat haar danser haar een allerliefst klein ding noemde, en oom com plimenten kreeg over het vrooljjke niehtjc. Thuis gekomen, balde ze de kleine vuisten en weer hield de t'aien,<lie wilden te voorschjjn komen: *0, ik haat baar t* riep ze, doch dadeljjk be rouwde ze zich het harde woord en vouwde kin- derljjk de handen //O lieve God, laat haar goed worden en hem gelukkig worden, dan ben ik tevreden XIII. Vera had Hugo 't jawoord gegeven en hjj gevoelde zich om een veelgebraikte.uitdruk- kiDg te bezigen den gelukkigsten der men schen. Toen hjj daags na 't bal bjj gravin Wassilt schikow verscheen, was ze niet meer het prent- sche terughoudende en twjjfelachtig meisje, dat hjj in Vera had gevonden, maar eene van liefde blakende maagd, die slechts één wensch uitte hem gelukkig te maken. Dat zjj een meer bur- gerljjk bestaan zou hebbeD,in zekeren sin van oom Dagobert afhackeljjk zou zjjn en haar vaderland moest vaarwel zeggen, was haar onverschillig, alleen over Hugo's hart wilde ze een onbe paalde heerschappjj voeren. „Uw land sal mjjn land, uw geloof mjjn geloof zjjn 1* riep se geest driftig uit„in uw hart echter mag ik alleen wouenEr lag iets ongezonds in hare harts- toohteljjke ontboezemingtoch merkte hjj dit niet, immers hjj bewonderde alles in de geliefde en achtte elk offer mogeljjk. Zjjn stontsten droom zag hjj veiwezenljjkt, menschen en wereld ver schenen hem in een rooskleurig licht. War t vtrvolfi) H44RLEIH^(IUE C0HR41T. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem PRIJS DSR ADVERTENTIE» AGITE MA NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1