NIEUWE
ïï>ag$laö voor cfëooró- en SLuió-JColland.
Ijsvermaak en weldadigheid.
No. 4370.
Vrijdag 22 December 1899.
24ste Jaargang.
BUITENLAND.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUBBAU: Bt. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer7'/j
Groote letters -worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R S.
Nu bij ons ontwaken opnieuw de ijsbloe
men en varens in kille pracht tintelen op
de vensterruiten, willen wg hopen dat het
winter big ft met de Kerstdagen, de hoop
is weder verlevendigd te kunnen genieten
van de edele jjssport waarvan j. 1. Zondag
duizenden en duizenden gebruik maakten
om op vaarten en grachten, op slooten en
plassen, krassend en zwierend voort te gig
den op schaatsen van allerlei vorm en soort.
Ook wg hebben aan de schaatsen-sport
meegedaan met die tallooze flinke rijdsters
en rjjders, die de schilderachtige Amster-
damsche poort verre achter zich lieten om
voort te glen op de spiegelgladde ijsvlakte
naar Neerland's Hoofdstad.
Wg gingen nog iets verder en deze weg
willen we zoo aanstonds aangeven en aan-
raden als genotvollen tocht voor een der
aanstaande Zondagen.
Waarom wg verder togen? De prachtige
wintermorgen lokte ons uit.Wel was het geen
•ebt winterweer, maar het wemelde overal
van rjjdsters en rgders en bet gs heette mooi
over het IJ. We wandelden door de Haar
lemmerpoort en langs de Haarlemmerstraat,
stapten beraden en vlug onder het viaduct
en zochten met ons oog de kettingboot
die ons naar het Tolhuis brengen zou. Drom
men Amsterdammers, met schaats en gsstok,
verdrongen zich om een 2'/j cent plaats
biljetje. Overgezet en fluks de Willemslui
zen overgeloopen en over de tramsloot naar
Nienwendam, want de Hoofdstad had een
geduchten uitval gedaan voor schaatstocht-
jes naar Broek in Waterland, Monnikendam
en Edam.
Een opwekkend gezicht leverde de Gouw-
sloot het weder was ondertusschen wat
zachter geworden, en aan de lucht, die 's
morgens vry onbeneveld wasbegonnen
zich van tijd tot tijd grauwe wolkjes te
vertoonenfijne sneeuwvlokken daalden
neer, later zelfs een fijne regen, waardoor
bet gs zachter werdtegen den middag
FEUILLETON.
DE ERFGENAAM.
Vervolg)
48
n Daarbij kant ge weinig belang hebben, mjja-
heer de baron. U keet mij zoo weinig hem
hebt ge nooit gezien Vergeef mjj,// zei hij,
toen hij Hugo zoo verbluft zag staan, //vergeef
me, ik weet nauwelijks wat ik zeg, zoo verward
is mjjn hoofd. Mijibeer de baron heeft met den
wijn 't ware getroffen," lachte hij, loen de knecht
binnentrad, //dat zal mjj weer bjj verstand
brengen u
Zoo was het inderdaad. Zjjne wangen kiegen
klenr nadat hjj gedronken had en met kennis
besprak hjj met Hugo de bewuste zaak.
Doch toen Hugo by 't afscheid hem de hand
reikte, vond hjj ze koortsachtig heet en bevend:
„Gjj zjjt ernstig ziek,# zei hij bezorgd. //Mag
ik er op 't kasteel iets van zeggen Zou ik
om den dokter zenden en verlangt ge toms hulp
by Babette, omdat je bezoek hebt?//
//Er behoeft zich niemand om mjj te bekom
meren en ik verzoek u aan mjjuheer den baron
te willen zeggen, dat ik morgen weer mijn ge
wonen arbeid zal verrichten; hy behoeft om my
niet bezorgd te wezen.//
De jonge offioier ging heen en op de gang
ontmoette hy Babette, die nit een kleine kamer
kwam, waar hy een breedgeschouderd man met
den rug naar de deur gekeerd aan tafel zsg zitten.
Volgens de houding was hy geen grjjsaard hy
klaarde de lucht nu en dan op en helder
wit teekende zich af de rijm aan de takken
j der boomen, het landschap met een tooi van
wit bont.
We schaatsten langs Zunderdorp naar
Broek in Waterland en verpoosden er een
tjjdje alvorens weer onder te binden en de
bijna kaarsrechte vaart naar Monnikendam
te beschaatsen.
Hier een drukte van belang Levenslus
tige, vroolijke groepen trokken door het
anders zoo rustig stille stadje en bestormden
koffiehuizen en bakkerswinkels om de hon
gerige maag te kunnen spijzigeu, maar de
traditionneele erwtensoep had slechts tot
elf uur 's morgeus aau den algemeenen aan
val kunnen weerstaan. Er was niets meer,
alleen wat brood en kaas en bjj de gratie
wat koud vleesch. Het smaakte allen toch
best en joelende dansende paren hosten
dooreen en rangschikten tatels en stoelen
in de calé's op allerlei wyzén en manieren
naar eigen goedduuken in een algemeenen
chaos.
De weg naar Marken was nog niet be
rijdbaar, wel lag over de Gouwzee een dikke
gskorst, maar vertrouwbaar nog niet
Zondag zal het wel anderszijn bij de vorst
van heden.
De middag was al verre gevorderd, het
werd hoog tjjd huiswaarts te keeren, nog
een warmen dronk en bjj een bakker inge
vlucht en voort gingen we met velen, voor
over gebogen, bij eiken slag spannend de
spieren en in regelmatig krachtige stooten.
Vele aardige kijkjes biedt zoo'n tocht.
Tusschen die stedelingen en boereu, tal van
Volendammers in hun eigenaardige kleeder
dracht Op de rand van vastgevroren schui
ten jonge aardige deernen, de kap op, of
in hoog opstaande bonten kraagbereid-
grage jonge mannen deden haar de schaat
sen aan!
Het was een prettige dag Toen wij thuis
kwamen had de avond reeds zjjn ondoor-
zichtbaren sluier laten vallen en hooiden
wg enkel nog het krassen der schaatsen
had zich Mosers vriend veel order voorgesteld
Babette geleide den jongen heer de trap af
en opende beleefd de deur. //Hoe vindt u oom
vroeg ze, verheugd dat ze weer eens praten kon,
//niet best, niet waar.//
//Iets afgemat, dat verandert weer na een
goeden nacht.//
//Het was ook niet mooi van den vreemden
heer, dst hy zoo onverwachts 't huis binnen
viel, en nog wel 'sa/onds Lat,// zei ze. //Oom
was geheel ontzet door dat onverwacht bezoek.//
//Mynheer Moser verheugt zich zeer over 't
bezoek,// meende Hugo.
//Verheugen? Goede Hemel! Wordt men dan
zoo wit als de wand van vreugde De vreemde
heer Manatcin noemt hy zich moest
hem vasthouden, opdat hy niet neerzonk. Ik
dank voor zulk een vreugde.//
Hugo lachte en ging ijlinvs heen om der
praatzieke nicht geen gelegenheid te geven om
onthullingen te doen over den vreemdeling, die
haar bljjkbaar niet welkom was.
//Manatein. Manstein L herhaalde de oom,
toen Hugo het vernomene vertelde. //Moser
had een neef of een zwager van dien naam,
doch dat hy zoo getroffen zon worden over diens
bezoek, had ik met verwacht. Denkelijk zal de
scurik wel apoedig over zjjn."
Vera legde geen belangstelling voor den
trouwen dienaar des huizes aan den dag. Dat
ze zoo weinig naastenliefde toonde deed
Hugo pjjnljjk aan, hare daden waren weer niet
in overeenstemming met hare schoone woorden.
Over muziek, dicht-en schilderkunst kon ze in
geestdrift geraken. In hoogdravende woorden
vau haastig voortspoedende rijders met ons.
Houdt de vorst aan, nog eens, dit tochtje
verdient aanbeveling en Marken is nu zeker
per schaats we! te bereiken.
Woedt de barre wintervorst strenger dan
wg in langen tgd nog beleefd hebben, met
zjjne ijzige roede van koude brengt zjj ook
honger en ellende en nadert zij de scha
mele woning van den arme, O, denken wij
dan niet alleen aan jjsvermaak maar ook
aan den behoeftigen evenmensch
Menig ongelukkige staart met een akelig
gevoel in 't hart de bange toekomst in. 't
Wintert zoo hard, en hij heeft geen werk;
een ander wordt door ziekte overmand, en
kau de hand niet naar zgn gewonen arbeid
uitsteken, en dan die ongelukkige weduwe
daar, die pas een teeder en zorgzaam echt
genoot naar 't graf heeft zien dragen
Kaal en naakt zgn de wanden der kleine
woning en er is juist vuur genoeg in den
haard om het karig voedsel gereed te ma
ken, door eene weldadige hand verstrekt,
vaak te veel om te sterven, te weinig om
te leven.
Want alles is zoo duur en aan brandstof
om de verkleumde ledematen te verwarmen,
valt niet te denken
En het vriest zoo hard lAlles verstijft en
de ijskoude wind strijkt door gapende re
ten over de legerstede van man en vrouw,
over de half bevroren, huiverende kinderen.
Doch zie, de Vader van zoovele armen
en ongelukkigen, die steeds over zijne kin
deren waaktlegde de christelijke liefda
digheid in het hart van velen, die rijk met
aardsche goederen gezegend zgn en ver-
eenigingen treden op, die zich in Zgn naam
het lot van den verlatene aantrekken.
Ziet gij hen de schamele woning binnen
gaan om troost en opbeuring en hulpe te
brengen, maar ziet gjj dan niet tevens een
traan rollen van erkentelijkheid en hoort
ge de dankbare woorden niet, die uit het
hart opwellen
Gjj, die met aardsche goederen bedeeld
kon ze de edele gevoelens schilderen, die 's men-
seaen hart bewegen doch bewijzen van
naastenliefde te geven, dat viel hsar niet in. Ze
«prak wonderschoon over den ouderdom, in het
leven echter vond ze oude lieden vervelend en
onaangenaam en ging hun nit den weg. Kin
deren noemde ze eogelen op aarde, ze vernce-d
echter den omgang ermee, wjjl ze haar vaak in
hunne naïeveteit de waarheid zeiden. Zieken
kwetBten haar schoonheidsgevoel, bedroefden
maakten haar zenuwachtig, zoo iemand kon
immers in den toestand van dpn rentmeester
geen belaDg stellen.
Aan tafel vroeg de barones naar den toestand
van den zieke en Malwine, die Hugo graag met
vragen hadde bestormd, sprak geen woord om
zich niet te verraden, maar luisterde aandach
tig, toen Hugo zyn bezoek bjj den rentmeester
vertelde.
„Babette heeft geljjk,# zei de tante. //Een
ouden man moet met niet zoo onverwachts over
vallen.//
//Heel oud scheen de vreemde mjj niet toe,//
meende Hugo.
Nu kon Malwine zich niet langer bedwingen.
//Heb je hem gezien?// vroeg ze.
Maar een oogenblik en van achteren, lang
genoeg om te zien, dat hei geen grjjsaaid was.//
//Hoe lang bljjft bjj hier Heeft Moser daar
niets over gezegd?// vroeg Malwine haastig.
//Geen woord. Ik hoop maar, dat zjjn vertrek
den armen oude niet zoo aangrjjpt als zjjne
komst.//
//Wat een gepraat over een kleinigheid riep
Vera, die het gesprek kolossaal vervelend vond.
zjjtweest niet ongevoelig in dezen han
gen wintertijd Tast in den zak, zoo diep
als het gevoegeljjk geschieden kan, en stelt
de leden der Yereeniging van St. Vincen-
i tius in staat hun liefdewerk met de grootste
I vrucht te beoefenen voor deu lijdenden
evenmensch
België.
De Katholieken in het land der Belgen
zgn op dit oogenblik schandeljjk verdeeld,
j Men gunt den dapperen Staatsman Woes-
1 t e, zgn herkiezing tot President der Ka-
tholieke Bonden niet. Belachelijke afgunst
waarvan de tegenpartjj handig weet te pro
fiteered Aan dezen grooten Staatsman kna
gen aardwormen, hg had goed gedaan, waar
om ging hij niet heen toen modderaars dat
wilden?
Wie kan uit den warboel nog wijs worden?
vraagt het Nieuws van Brussel. De Daen-
sisten strijden met de Vrijmetselaars en de
socialisten tegen ons om de Katholieken,
den Paus en de Bisschoppen te bevechten.
En Katholieke Volksbonden zijn tegen
Woeste!
Wij zgn vast overtuigd als het in Bel-
genland zoo door gaat als na, de zaak in het
honderd loopt, maar dan is dat niet te wjj-
ten aan den eminenten Belgischen Staats
man die niet gediend is van met twee maten
te werken. Laakbaar is 't, wat de Volksbon
den doen die een slag van den molen weg heb
ben in socialistischen trant even als elders.
Den heer Woeste tracht men verdacht
te maken bg de werkliedenpartij. Evenals
in Nederland werken verdachte Daensisten
om de ware vrienden van het volk waar
onder de heer Woeste gerekend mag
worden, als volksvjjanden te lasteren.
Korl en tgd werd de heer Helleputte
over boord geworpen, de heer Woeste
laat zich zoo iets niet welgevallen. Hg
durft de valsche volksvrienden onder de
j oogen te zien, wat wjj een zegen noemen
i voor de Belgische Katholieken.
I Ten gevolge van een onderzoek door
den Minister van Justitie bevolen, deed de
politie te Brussel in den morgen een huis
zoeking bij een persoon, die vrijwilligers
recruteerde voor het Engelsche leger in
Z.-Afrika.
//Een bezoek by den rentmeester brengt 't
heele huishouden in rep en roer."
//We zjjn eenvoudige landlieden, lieve Vera,#
zei de baron scherp. //Als zoodanig moet gjj ons
nemen en tevreden sjjo, wanneer kleine zaken
onze belangstelling opwekken.//
Vera hield zich in, ze prees de trouw raa
den rentmeester en roemde de goedheid van
oom en 't Duitsche gemoedsleven. De woorden
klonken zoo welsprekend, alsof ze uit 't hart
kwamen en Hugo's gezicht, dat zeer ernstig ge
worden was, helderde op. Daarmee verdween de
ontstemming, 's namiddags kwam bezoek en over
den rentmeester werd niet meer gesproken.
XXI.
Den volgenden voormiddag liet de baron zjjn
neef weer bjj zich roepen om over zaken te
spreken. Sedert hjj ziekeljjk was, achtte hjj het
van gewicht, Hugo inzicht kreeg in de zaken
en hjj verheugde zich over den zin voor orde
lijkheid, dien bij in hem ontdekte//Je zult
geen verkwister zjjn en bijeenhouden, wat ik
vergaard heb,// zei hij bevredigd. Nog altjjd
pronkte hij met vorsten en hertogen, die hem
om zjjn rjjkdom benjjdden, doch Hugo vergat
zjjne zwakheid.
//Mijn arme Moser baart mjj waarljjk veel
zorgen,# zei de oude heer. //Het wsre hard,in
dien hjj niet zoolang leefde als ik.#
Wordt vervolgd.)
HÜRLEMSCHICOCMÏT
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
PRIJS BS» ADVERTENTIEN,
AGITE MA NOW AGITATE.