NIEUWE &ag6laó voor xSHooró- on SCuid-eXollanó. De R. K. Kiesvereniging te Nieuw-Vennep, (Haarl. meer.) No. 4375, Zaterdag 30 December 1899 24ste Jaargang. cTTi&uwjaarsaensc/ien. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers0.08 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels50 Cent Elke regel meer 71/. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Aan onze Lezers geven wjj de gelegen heid, indien zij boven het omslachtig ver zenden van kaartjes de voorkeur geven aan het plaatsen van eene Advertentie als Nieuwjaarswensch, dat te doen in ons num mer van den Nieuwjaarsdag, tegen inzen ding van 25 cents. Deze advertentie mag 5 regels groot zjjn. Meer regels worden tegen den gewonen prijs berekend. YVjj verwachten de Advertentie heden avond in ons bezit. DE ADMINISTRATIE. In de Nieuwe MeerbodeAnti-Revoluticn- nair orgaan voor Haarlemmermeer enz., van Zaterdag 23 December j.l., lezen wjj het navolgende Dinsdag-avond trad hier voor de katb. kiesvereen. als spreker op de weled. heer W. Küppers, advocaat van St. Pieter, hoofd-redacteur van de Nieuwe Haarlem- sche Courantdie tot onderwerp had geko zen De sociale politiek in verband met de plichten, die de kiezers te vervullen hebben. In welsprekende bewoordingen maalde de spreker den geest van onzen tijd, zoo als die zich afdrukt in deu strakken blik en het ontevreden uiterlijk van menigen werkman waarin de njjd, de afgunst, de hebzucht, de ontevredenheid, de haat tegen allen en tegen alles afspiegelen. Er is een jagen naar veel loon bjj vermindering van arbeid, eene begeerte naar verheffing der werkende klasse doch niet eene verheffing in zedelijken zin slechts in stoffelijke be langen geld, goed, weelde en zingenot wordt deze verheffing gezocht. Vanwaar deze misstand? Men heeft den werkman zjjn geloof, zjjnen godsdienst ont- nomeu. Misleidende geesten hebben hem deze zaken als waardeloos leeren beschou wen. En toegevende, dat zjj geene waarde hebben, kan men den werkman geen on gelijk geven, als hp beweertniets te ver liezen en alles te winnen te hebben. Waarljjkte verliezen heeft hij niets meer, als hp deze goederen verloren heeft, FEUILLETON. DE ERFGENAAM. V&rvolg) /.Zjj is eene Bussin, gravin Ven Wassiltschi- kow> Hjj kon zjjne verwondering niet verbergen //Vera Wassiltschikow 1* herhaalde hij. //Je kent hsar riep ze verbaasd. Ze dacht terug aan 't staren van Vera op 't portret, aan 't zennwtoeval big het vioolspel en op eenmaal begreep ze, dat beiden elkaar hadden gekend en bemind dat beiden elkaar nog beminden //Ik ben een wereldburger geworden. ken veel menschen, deze deze dame ook zjj behoort echter reeds tot de afgedane kennis sen.// Hjj zeg op zjjn horloge, n't Is nu de tjjd, dat ik naar mjjn geachten oom moet. Vaarwel Malwine, ik hoop dat ge mjj als overwinnaar ziet terugkeeren.» Ofschoon hjj kaar bjj 't afscheid de hand kuste •n haar een dankbaren blik toewierp, gevoelde se toch bitterheid in 't hart, toen ze hem na keek. Zou ze alleen een werktuig zjjn in zjjne handen Terwjjl Malwine's onpasselijkheid maar ge fingeerd was, gevoelde baron Dagobert zich werkeljjk ljjdend. Het vioolspel van den vreem deling had ook zjjne zenuwen aangegrepen en on aangename herinneringen in hem opgewekt. Hjj gevoelde geen verlangen om met den heer Man welke alleen het leven zjjue waardjj geven. Met groote woorden wordt de werkende stand misleid. Men spreekt hem van sla- vemjjomdat hp moet werken. Alsof de arbeid niet in overeenstemming ware met de menschelijke natuur. Alsof alleen han denarbeid werken moest heeten. Alsof zij, die met het hootd arbeiden, niet menig- werf langer, meer, zwaarder, moeitevoller arbeiden dan zjj, die hunne lichaamskrach ten alleen gebruiken, Alsof aan den arbeid niet mede een zegen was verbonden. Het is waarer zjjn kapitalisten zonder deugd. Doch groote en misleidende woor den zjjn het, wanneer men daarom alle be zitters van kapitaal als bloedzuigers voor stelt. Zonder het kapitaal en de denk kracht der meer bemiddelden en hooger be gaafden zou ook de werkman zonder mid del van bestaan zijn. Dat de werkman met alle eerljjke en wettige middelen strjjdt voor verbete ring van zjjnen toestand kan niet wordeu afgekeurd. De Kerk leert hem met volhar ding te streven naar eeu eerlijk bestaan. Doch zonder nijd en afgunstzonder ver bittering en ontevredenheid. De Kerk geeft hem in het geloof de kracht tot volharding zonder wanhoop, tot strjjden zonder harts tocht. De teekenen der tjjden wjjzen er op, dat een reuzenstrijd op til is, een moorddadige, gruweljjke strjjd als nooit te voren is aan schouwd een strjjdwaarbjj de vroegere sociale woelingen in 't niet verzinken. Het voegt den katholieken niet de teeke nen der tjjden te veronachtzamen. Wat moet hunne houding zjjn in de komende verwik kelingen? Wat kunnen zjj doen om den strjjd in te verhoeden of te verzachten Allen kunnen in eigen kring het hunne bijdragen om den boozen tijdgeest te be strijden op onbloedige wijze. Een iegelijk zjj er op bedacht door getrouwe plichts betrachting op ieder levensgebied een voor beeld voor anderen te zjj a in jjver, in ar beidzaamheid, in liefde tot den arbeid, in toewpding aan zijne taak, ia moed ook bjj rampen en tegenspoeden door een standvas tig geloot, in oprechtheid en eerlijkheid in één woord in adel van karakter. Zelfs in den geringsten ma^tschappelij- ken stand treft men zielenadel aan. Niet het minst openbaart zich deze in deu vas ten wil om het brood voor het gezin en het vuur aan den haard niet anders te wil- stein kennis te msken, doek daar hem een on derhoud was toegezegd, kon bjj ook zjjn woord niet terugtrekken, alleen wilde bjj dit zooveel mogeljjk bekorten. Toen de onwelkome bezoe ker aangemeld werd, stond hjj nauwelps van den stoel op en beantwoordde zjjn groet met een stjjve hoofdbeweging. //Gjj hebt mjj iets te vragen vroeg hjj trosch. //Ja wel mjjnheer de baron. Iets wat gjj niet verwacht.// Oe baron schrikte bjj den klank dezer stem en zag den man opmerkzaam aan, terwjjl zjja gelaat van kleur veranderde en zjjne oogen hem aDgstig aanstaarden. //Ga zittenzei hjj met doffe stem. Götz schoof zjjn stoel nader, ging zitten en nam den blauwen bril af//Hier zjjn geeu ver dere plichtplegingen noodig," zei hjj. //Ik zie, dat ge mjj reeds herkend hebtik ben uw neef Gö'z, oom.// De baron begon naar adem te bjjgen, hij richtte zich iD zijn stoel op, msar viel weer da- deljjk terng. Met 't hoofd op de borst gebogen, bleef hjj sprakeloos zitten en eerst toen Götz, ongeduldig geworden, zjjne woorden herhaalde, antwoordde hjj //Gjj vergist u, mjjnheer mjjnheer hoe gjj ook heeten moogt. Mjjn neef Götz is dood.// „Dat hadt gjj gehoord, oom,// zei Gö'z spot tend,// toch zult ge u in het feit moeten schik ken, dat ik nog in leven ben. Honderden men schen zullen mjj herkennen.// '/Reeds meer dan één oplichter heett zich een vaischen naam willen toeëigenen,// hernam len verwerven dan door eigen arbeid. Door het nalaten van nuttelooze verteringen bui tenshuis, door overleg en spaarzaamheid zorge ieder zooveel mogelijk ook bij wer keloosheid ot andere tegenspoeden niet da delijk broodeloos te staan. En te midden van alles, wat het aardsche leven soms troosteloos kan doen voorkomen, zij het oog gericht op de heilige vreugde, welke de godvruchtigeu wacht in het hemelsch paradijs. Dit leven toch is slechts als een nevel, die optrekt, als eene bloem, die ver welkt. Laat ons daarom leeren de rampen en tegenspoeden in dit kortstondig leven niet te overschatten. Geloof, hoop en liefde geven vrede, en de vrede des gemoeds brengt geluk, wel vaart eu troost mede. De spreker schetste tot staving zijner beweringen twee huisgezinnen als tegen stellingen. In het éene geeft de godsvrucht eene sameubinding tusschen de leden des gezins, vrede, genot, welvaart. In het andere ver oorzaakt het gemis van hoogere gedachten, uithuizigheid, gemor, onderlingen afkeer, tuchteloosheid, armoede. De volksmisleiders, de predikers der re volutie-denkbeelden zoeken niet het ware belang der mindere standende Historie bewijst, dat zij zoeken op de schouders der lager geplaatsten te gaan staan om zich zelven te verheffen hun verborgen drijf veer is eigenbelang. Aan deze dwaalgeesten onthouden wij èn onze kinderen, èn onze jongelingen èn onze priesters. Door leerdwang en andere middelen wil len zjj ons de jeugd afhandig maken, door godsdienstloos middelbaar en hooger on derwijs onze jongelingschapdoor hunne lasterlijke aantijgingen tegen kerk en pries terschap willen zij ons geloot ondermijnen. Zij beweren, dat de Kerk de slavernij der geringe stanlen doet voortduren. Doch het is de Kerk geweest, die ten allen tjjde de slavernij heeft tegengestaan, die den arbeid heeft georganiseerd. De Kerk is voor alle tjjden, alle landen, alle kli maten, alle Staatsinstellingen geschikt. Zjj past bare reine leer naar en onder allerlei omstandigheden naar de behoeften der har ten en der maatschappjj. Zjj brak het slavenjuk der Romeinen. Zjj organiseerde in de middeleeuwen de gilden. de baron. //Alle papieren, die den dood van Götz Voa Sonneck bevestigen, heeft mjj een zekere Allan Forsyth toegezonden en ik heb ze goed bewaard Götz lachte spottend //Allan Forsyth was ik. Met inwilliging van den stervenden Forsyth heb ik diens papieren in bezit genomen.// //Eene onbewezen onbewjjsbare bewering," zei de baron nadenkend. //Ik raad u aan den naam Forsyth maar te bljjven voeren.// //Daar denk ik niet aan. Zoo lang ik van Emichs dood niets wist, was 't mjj om het even, onder welken naam ik leetde, nu zou het dwaas heid zjjn mjj voor Forsyth ait te gevea.// //Jjj hebt je vrijwillig dood verklaart en dood bljjf je voor de wereld riep de baron j toornig. „Oplichter en bedrieger tot 't laatste I toe Zou ik voor zoo iemand mjjn leven lang j gespaard hebben Terng naar het moeras, dat ge u tot woonplaats heb gekozen //Bedaard, oom, maak u niet boos. Ik wepschte j vreedzaam met u te spreken gij zjjt eeitjjds goed voor mjj geweest, schik u nu ook 't on- j vermijdeljjke.// //Neen, duizendmaal neeD. //Onvermijdelijk,/' zeg je? Breng dan bewjjzen. Ik heb Forsyth's brieven alle bewaard, hjj heeft mjj de papieren van Gölz en zjjn zegelring teruggezonden en mooi geld opgestoken voor zjjne bemoeiingen voor den stervenden neef. Gjj zjjt dus maar een bedrieger en een oplichter, mjjnheer!// Götz gloeide van toorn, toen hjj deze woorden hoorde. „Ontvangt mjj zoo de broeder mjjns vaders Wil je misschien een vaischen eed doen, om mij te schaden, oude man? Ik zal niet rus- Zij vereenigt in onzen tijd de werklieden tot volksbonden om hen tegen den geest des af vals als één geheel te doen optreden. Er moet aaneensluiting tnsschen alle ka tholieken zijn. Onder de hoe Je der heilige Moederkerk moet gestreden worden met al de middelen, welke onze tjjd oplevert. De Pers vooral niet te vergeten. Vooral met betrekking tot de Pers is van toepassing, dat de kinderen des lichts ach terstaan bjj die der duisternis. Door het toelaten en begunstigen van zoogenaamd neutrale bladen breken de ka tholieken hunne eigene goede zaak te vaak af. Liberale en neutrale bladen bloeien, terwjjl de katholieke veelal een kwjjnend bestaan lijden. Dit moest niet zoo zjjn. Laat men als katholiek niet halfslachtig, maar volbloed zijn. Geene verachting voor, maar medeljjden met de misleiden, die eigen huisgezin jam- merljjk verwaarloozen, om sociale droom beelden na te jagen. Brengt hen terecht door woord en voor beeld. Gedenkt aan Uwe verplichtingen jegens uw huisgezin, de Kerk en den Heere Jezus Christus. Eene schoone en verhevene taak in de sociale verhoudingen heeft de vrouw te ver vullen. Niet de 19de eeuwsche vrouw, die studeert, promoveert, de moeder des gezins, zjj, die waardig gekeurd is, dat de heilige kerk met haar wordt vergeleken, welke wij met trots noemen onze heilige Moeder. Het huisgezin is eene instelling van den Schepper des hemels en der aarde om als de oudste en machtigste vereeniging het fundament te zjjn van Kerk en Staat. Laat de eer en de goede naam van het Huisge zin door ons, katholieken worden hoog ge houden. Tegen de vijanden der Kerk, als vrijmet selaars en andere volksmisleiders hebben wij krachtig te strijden. Zjj kunnen veel afbre ken, niets stichten. De Staatsinstellingen, welke de Kerk na eeuwen van strijd heeft gegrondvest, wil men omkeeren zonder iets beters in de plaats te stellen. Luisteren wjj naar de vermaningen onzer kerkvorsten, en, in de sociale politiek, zeer aandachtig naar de encyclieken van Z. H. Paus Leo XIII. Ons oog zij onder alles gericht op Hem, aan WieDS komst in het vleesch binnen kort de Kerk zal gedenken, die in het he melsch Eden, een onverwelkeljjke kroon zal ten, vooraleer mij recht wedervaren is.// „Recht Bedrieger, noch van wege de familie Forsyth, noch van mij.// „Bekommer u niet over de familie Forsyth. Zeg mij of ge mij wilt erkennen of niet, oom riep Götz, in wiens oogen een wild vuur vlamde. //Nooit. Ik houd mjj aan de bewjjzen voor den dood van Götz. Ik laat den onbeschoften bedrieger het huis uitwerpen ik zal hem b^ het gerecht aanklagen ik uit geput zweeg hjj en hjjgde naar lucht. //Genoeg oom, en ik h'erhasl, dat ik mjjn doel bereiken zal. Moser heeft mjj herkend Malwine strjjdt voor mjj.// „Malwinede baron hield zich eensklaps met beide handen aan den leunstoel vast. //Jawel, Malwine, allen zullen de waarheid zeggen en ik zal tot mjjn recht komen Een uogenblik zweeg de baron, daarna zei hjj trotsch//Gesteld ook, dat 't u gelukt, u voor den overleden Götz uit te geven, wat zou het u baten Het recht van den erfgenaam kan al leen een man van onbesproken gedrag bezitten.// „Gekheid, daarmee wilde je mjj reeds voor jaren afschepen. Ik heb gisteren in 't archief de papieren ingezien en weet het nu beter. De be paling is zeer rekbaar en 't is duizend tegen een, dat ik het proces zal winnen, indien het zoover komt." //Tot het laatste oogenblik zal ik volhouden, dat Gö'z gestorven is en ik laat den bedrieger, een verloopen Engelschman, zjjne plaats niet innemen. Ik beb alle bewjjzen om hem te ver pletteren." Wordt vervolgd.) HÜRLIMSf ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10 PRIJS OER ADVERTENTIE!*. AGITE MA NON AGITATE. 53

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1899 | | pagina 1