NIEUWE
uiè'éCollanè.
Amsterdamsche Brieven.
No. 4387.
Dinsdag 16 Januari 1900
24ste Jaargang.
BOITENLAND.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland .S.il!.»»» 2,80
▲fzonderljjke nummers<0.03
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B TJ BS A IT: St. Janstraat Haarlem:
ACilTE MA NON A GUT ATE.
PRIJS DSR ADVERTENTISN
Van 16 regels50 Cens
Elke regel meer71/,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contan
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
12 Januari, 1900.
De hemel beware me Wat een karwei.
Met die woorden antwoordde mij een der
vjjf honderd personen, een onderwjjzer, die
mede belast was geweest met bet rondbren
gen en ophalen der volkstellingskaarten
en wien ik vroeg, hoe hem dat baantje was
bevallen Ik had nooit gedacht, dat er
zooveel werk aan was en niet by de min
dere lui, o nee, bij de gegoede, bij de def
tige of kwasi-deitigen, die meenen, dat het
tot de voornaamheid behoort of tot de def
tigheid bjjdraagt, als men de menschen een
paar maal laat terugkomen. «Mijnheer is
niet thuis «Mevrouw kleedt zich
«Er is belet!» «De lij sten zijn nog niet
ingevuld!»
Maar waarvoor zoo'n volkstelling nu
eigenljjk dient Gedeeltelijk zeker om
de registers van den burgerlijken staud weer
wat in orde te krijgenwant dat die be-
hoorljjk in orde zouden zjjn zal wel in
onze goede stad Amsterdam niemand ge-
looven. Trouwens dat bleek mij een paar
jaar geleden, toeh ik, een huis betrekkende
waar een tiental jongelui al reeds een jaar
of drie, vier, verbljjf hadden gehouden en
die er nu ook bleven wonen en van wien
geen enkele in de registers van den bur
gerlijken stand was ingeschreven. Natuur
lek de schuld van hen die eenvoudig ver
zuimen behoorlijk aangifte te doen bjj ver
andering van woonplaats.
Ook bij deze volkstelling heeft menige
volksteller weder tooneelen van allerlei aard
beleefd, grappige en droevige.
Zoo komt er een in de Jordaanklimt
de trap op, ontmoet op de tweede een dikke
schommel van een wijt en vraagt:
«Jufirouw, woont hier ook een Van
L o o y
«Van L o o y, mynheer, ia dit huis
«Ja, in dit huis, Tuinstraat No. zooveel.
Is dit hier niet?»
«Ja wel, mynheer, dan is Uwes terecht.
FE Ü1LLETON.
DE INDISCHE OOM.
Vervolg)
Andermui drukte het gelaat van Herbert te
leurstelling- uit.
'Vindt gjj dan het landleven werkeljjk on
aangenaam
Ella wist wat hj met die vraag bedoelde.
O bjj u zal ik mjj altjjd gelukkig aoli.en,
doch sta mjj slechts toe, dat ik een enkelen win
ter in New-York doorbreng, als
Hier zweeg zjj, terwjjl een heldere gloed haar
gelaat overtoog. Zelfs aan haren verloofde, had
zjj Diet gewaagd te zeggen //als wjj gehuwd zjjn.//
Hjj voleindigde echter den zin, en in zacht ge-
kozel vergat hjj Dora Deane en het treurige
dakkamertje.
De klokken kondigden het elfde avonduur aan
en bjj iederen slag klaagde Dora. „Gister om
dit uur leefde zjj nog.//
Het met paarlen omgeven horlogietje van Ella
wees ook op elf uur, toen Herbert haar harteljjk
goeden nacht toeriep.
„Hoe heet het kind, dat uw medelijden zoo
zeer heeft gaande gemaakt vroeg zij bij het
afsoheid nemen.
„Ik weet het nief;het is sonderling, dat ik heb
vergeten daarnaar te vragen. Daar is overigens
ook niets aan gelegen, wjj zullen elkander in dit
leven toch niet meer ontmoeten.//
Ia die veronderstelling ging hjj heen.
Maar ik woon al twaalf jaar in dit hu s en
ik heb nooit een V a n L o o y gekend.»
«Zeg ereis, Heintje,» roept de dikke nu
tegen een lange magere, die boven aan de
trap verschijnt, «zeg ereis, jij woont hier
nou al vjjftien jaar, hé Heb jjj bier eenen
Van L o o y gekend
«Van L o oy, wel ne6n, ik. Hier heeft
nooit een Van Looy gewoond. Of zou
bet misschien die mooie, rooie leelikert ge
weest zijn, dien wij nooit anders noemden
dan Hein Krentebol en van wien ik den
waren naam nooit geboord heb
Ja, die zal het wel wezen Nou, mjjn-
heer dia zit nu al anderhalf jaar in het
tuchthuis te Leeuwarden Een mooie myn
heer, die
Een paar huizen verder. De volksteller is
geklauterd naar de derde verdieping. Hij
klopt aan eene deur en hoort een geschui
fel en gekerm en gekreun. Hij doet open.
Niets te zien. Geen stoel, geen tafel, dan
een half gebrokeae, alles koud en kil. Ar
moede Van uit de bedstee een kreu
nend «Wat is er
«O, ik kwam voor de volkstelling
Ben je ziek
«Ja, mynheer, «l viertien weken. Het
zal niet lang meer duren.»
«En lig je hier zoo alleen
«Achja mynheer mjjn vrouw is de
deur uit om te zien of ze nog wat verdie
nen kan, of wat bedelen.
«En geen kinderen
«Neenmijnheerik had eene dochter,
die is het huis uitgegaan De bree
veertien op! Waar ze is, weet ik niet.»
«En dat lawaai hier naast
«Ja, dat zijn de kinderen van buurvrouw,
die spelen en ravotten den ganschen
dag,»
«Nu manik zal de lijsten hier maar
Jaten liggen, ik kom ze over een paar da
gen wel invullen, als de vrouw thuis is.»
De man kon het niet langer uithouden
in die vunzige luchtbij dien stervenden
man, in die bittere armoede.
De storm dia in New York en omliggeade
streken had gewoed, was bedaard, donkere saam-
gepakte wolken verduisterden echter nog de
lucht, zoodat men geen ster kon zien, die duis
ternis deed evenwel den glans van de vuren,
die de bewoners van Dunwood hadden ontsto
ken, des ta meer uitkomen.
Het was |een zeer koude avond mevrouw
Deane voldeed aan het verlangen van hare doch
ter Julie, en legde neg een blokje op het hel-
derbrandend vuur. Bjj die verrichting ontsnapte
haar eeu zucht en zjj uitte tevens den weusch,
dat het weder spoedig zou veranderenwant
hare inkomsten waren niet toereikend, om in
al de behoeften en de verlangens van hare doch
ters te voorzien.
Julie had aan het huisje den naam van Rust
oord gegeven, en daar het mevrouw Daanega-
lukt was, een zeker decorum in acht te nemen,
hield men haar in den omtrek voor eene ge
goede dame, men sloeg geen acht op de zuinige
levenswjjze die zjj leidde, men wist niet hoe
schraal het er in keuken en kelder uitzag, het
was niemand bekend, hoe dikwerf, slechts een
stukje koud vleesch, een snede brood en een glas
water, het eenige voedsel was, dat men dagen
achtereen nuttigde.
Dienstbode'? veroorzaakten zooals van zelven
spreekt eenCrlQ groote ui'gave, dus matte me
vrouw Deane zich van den morgen tot den avond
af, zonder andere hulp dan een klein meisje,
wier ouders telkens dreigden, haar te huis te
houden, indien het loon niet verhoogd werd.
Na zulk eene bedreiging ontving mevrouw
Deane den brief van hare zuster. Een postcrip-
Nog wat verder. De volksteller klopt aan
een klein kamertje. Geen antwoord. Toch
hoort hij beweging binnen, en na wat wach
ten wordt de deur geopend.
Eene oude vrouw staat voor hem.
«Wat is er
«Ik kom voor de volkstelling.»
«Voor de volkstelling Nou, mij be
hoef je niet meer mee te telleD, mynheer,
ik ben tachtig jaar en stekeblind. Eer
het nieuwe jaar er is, ben ik misschien al
dood. Sla mij maar over.»
«Blind En woon je hier zoo alleen
«Och-ja. Myn neef komt alle dagen
eens naar mij kijken en brengt mij wat
eten.» Maar het zal niet lang meer duren.
Sla mij maar over, mijnheer.»
Op eene andere trap roept eene vrouw
den volksteller toe: «Neen, ik teeken niet
hoor, ik moet er niets van hebben. Als ik
teeken, moet myn man naar de Transvaal
om met de Engelschen te vechten, en dat
doe ik niet.»
Het kostte heel wat moeite, die vrouw
aan het verstand te brengen, dat de volks
telling met de Transvaal en de Engelschen
niets had uit te staan. «Als uwes zoo lang
met de menschen blijft staan babbelen
dan is awes nog in geen maand klaar,»
roept een koopvrouw in kastanje's en oranje
appelen op eene andere trap en stelt zich
in postunr om ook eens een praatje te
houden.
«En als uwes hier op de trap staat te
wachten, tot ik van boven kom, zullen de
aardappelen van je man aanbranden,» was
het antwoord van den volksteller.
«Aannemen, Bet,» klonk van beneden
de stem van den schoenmaker.
Bet mompelde binnensmonds eene ver-
wensching en verdween in haar keuken.
«Die was raak, mijnheer» zeide de schoen
maker, «Bet is zoo'n echt kletswijf.
De volksteller ijlde verder.
«Ik wil er niets mee te maken hebben
Ik heb alles eerlyk aan het stadhuis opge
geven. Daar kunnen ze alles vinden, als ze
turn van eene andere hand berichtte haar het
overljjden. Een traan glinsterde in de oogen
der weduwe toen zjj de regels las. Met het hoofd
tegen het venster gedrukt, herdacht zjj lang
verleden tjjden, zjj dacht aan de gezellin van
hare kinderjaren, ,zjj dacht aan hem, dien zjj
zoo harteljjk had liefgehad, en Dora was hun
kind, het kind van Fanny en van Adolf.
//Zjj moet hier komen,» zeide zjj zacht en
zeer aangedaan; maar eensklaps, kwam weder
een gevoel van bitterheid bjj haar boven, dat
gevoel had sedert den dag van Fanny's verlo
ving haar geheel leven vergald.
„Hoe kunt gij het in uw hoofd krjjgen, dat
kind bjj u te nemen,// sprak zjj bjj zich zeiveE
//daar gij :zelf in benarde omstandigheden ver
keert? Laat Dora bljjvcn waar zjj is, wat gaat
u dat kind aan Indien gij den brief onbeant
woord laat, kan men veronderstellen dat gjj dien
niet hebt ontvangen.//
Zjj zette zich weder aan den arbeid, maar die
wilde niet vlotten, het was alsof een centenaars-
last haar neerdrukte en alsof eene stem haar
fluisterend zeide: „Emma, trek u het lot van
de verlaten wees aan.
//Als zij mjj maar van eenig nut kon zjjn//,
dacht zij, Zjj zag Brigette aan, wier blijven bui
tendien zeer onzeker scheen.
//Zou Dora niet in hare plaats kunnen komen
Dat zou eene goede bezuiniging zijn, het meisje
zal toch met werken haar kost moeten ver
dienen.//
Toch kon mevrouw Deane niet terstond be
sluiten, om Dora tot een dienstmeisje te laten
opgroeien, zjj begaf zich naar hare dochters en
hun boeltje goed in orde houden! Waar krij
gen die heeren anders hun geld voor,» roept
een stoere kerel den volksteller toe en wil
heengaan.
«Ja, maar man, het zal je honderd gul
den boeten kosten, als je niet zorgt, dat de
kaarten behoorlijk worden ingevuld.»
Honderd galden boeten Maar waarvoor
dient al dat geplaag Zeg, mijnheer, weet
jy dat
«Wel ja, voor de statistieken
«Voor de stikemers O, om die te ont
dekken, o, zoo! Nou, kom dan maar hier
In het Oosterpark. «Neen, mynheer, me
vrouw kan u onmogeljjk te woord staan
mevrouw is bezig met haar toilet, en me
vrouw kan daarmee niet ophouden. U moet
maar eens terugkomen
«En zeg dan maar aan mevrouw dat
ik geen tijd heb om terug te komen. Ik
heb nu al meer dan een kwartier staan
wachten en mevrouw moet dan maar zien,
dat ze met haar lysten en kaarten klaar
komt. Compliment aan mevrouw
Met een nydigen ruk aan de deur ver
dwijnt de volksteller.
En zoo gaat het met de volkstelling in
onze goede stad Amsterdam.
Duitschland.
De Vossische Zeitung zegt dat verschil
lende bladeD, overigens zeer gematigd, zich
thans brutaler opmerkingen veroorloven
tegenover den Duitschen Keizer over zjjn
houding in zake Zaid-Afrika. Zjj dringen
aan op een te nemen beslissing in zake de
inbeslagneming van de Bundersrath door
Engeland.
Over de uitdrukking van de bladen, zegt
het blad, kunnen wij zwjjgen, daar deze
gedeeltelik wel te verwachten waren, de
prikkelbaarheid, waarin zjj thans verkeeren
in aanmerking genomen. In ieder geval
heeft men toch aan de overzyde van het
kaDaal kunnen leeren, dat ook aan het
Duitsche geduld een einde kan komeD.
Overigens schjjnt het Kabinet van St. Ja
mes, bereid, alles te doen, wat er toe kan
deelde baar de treurige omstandigheid mede.
Eugenie tokkelde op de piano, terwjjl Julie
onwillekeurig de maat sloeg.
Wjj zullen haar natuurljjk niet bjj ons nemen,»
zeide Eugenie op besliseenden toon „ik kan
niet begijjpen, hoe tante Fanny ons zulk een last
op den hals kan schuiven.
Julie had echter spoedig een ander inzien in
de zaak gekregen. Even als hare moeder, vormde
zjj het plan om het tegenwoordige dienstmeisje
door I)ora te laten vervangen.
//Dus wilt gij eene meid van haar maken
zeide Eugenie op afkeurenden toon, »dan was
het waarljjk nog beter, haar naar het armhuis
te laten gaan.//
//Wie spreekt er van om eene meid van naar
te maken Werkt moeder ook niet in de keu
ken Wat zal Dora er onder lijden, dat zjj moe
der ter zjjde staat Moet niet ieder meisje lee
ren werken //Julie Deane uitgezonderd,,, zeide
Eugenie lachend.
Voordat hare zuster kon antwoorden, kwam
Brigitta binnen en overhandigde een brief.
//Een brief van oom Rudolf,// zeide Julie,
//wat beteekent dat Sedert jaren heeft hjj niet
meer geschreven. Ik wilde wel eens weten, wan
neer hjj plan heeft, om op te trekken, ob hoe
veel geld hjj ons nalaten zal."
Inmiddels had mevrouw Deane den brief
opengemaakt, en een wissel van vijfhonderd
dollars viel in haren schoot.
{Wordt vervolgd.)
HlifiLIHSt
ïïagèlaó voor
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
(II RU
3.