NIEUWE fPagSlaó voor <3Zoorö* en Suió-éCollanè. Een onverdacht getuigenis. No. 4388, Woensdag 17 Januari 1900 24ste Jaargang» B ti 1 X JS A li A N JL). 77, Frankrijk. Engeland. liiRlEMSCIE CODKAIl. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers0.03 Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUB1AU: St. Janstraat Haarlem. PBIJS DEjB ADVERTENTISN Van 16 regels50 Cent Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant AWiTE MA HOK AGITATE. Red a c t e ur-CT i t ge v e r, W. KAPPERS. Herhaaldelijk wordt er door de Katholieke pers met klem van redenen, op gewezen, hoe verderfelijk een zoogenaamd neutraal on- derwjjs werkt, hoe verderfelijk de godsdienst- looze school is voor de opvoeding van het opkomend christelijk geslacht. Wjj willen eens meedeeleD, wat de groote Fransche Staatsman, Jules Simon, van de godsdienstlooze of neutrale scholen dacht. Zoouls bekend is, was Jules Simon allesbehalve een «clericaal»zooals meu te genwoordig den degelijken Katholiek pleegt aan te duiden en te betitelen. Derhalve kan lijn getuigenis over de neutrale school vol strekt niet partjjdig, bevooroordeeld ge noemd worden. In een omvangrjjk artikel, getiteld la Rejorme scolaire (Hervorming van de school)» legde hij, in de bigaro zijue meening bloot en zeide o. a. «Niet ongestraft verbant een volk, ver scheidene jaren lang, het Godsbegrip uit het schoolonderwijs. De Fransche Regeering heeft eerst alleen de ordesgeestelijken uit de school verbannen later verbande zij de priesters in 't algemeen en zelfs de gods dienstige boeken. Eene catechismus, welke men in de handen van een scholier vond, was een argument tegen den onderwijzer; de kruisbeelden weiden op vrachtwagens uit de scholen weggehaald. Sommige ge meenteraden stelden het zich ten taak, om de school-bibliotheken te doorsnuffelen en alle boeken, waarin de naam van God voor kwam, daaruit te verwjjderen. Toen een Kamerlid, wiens geweten daar tegen in opstand kwam, het voorstel deed, om de liefde tot God en tot het vader land aan het hoofd van het schoolprogram ma te schrjjven, toen werd hem van alle kanten toegeroepen«Wat voor een God waarmede moest bedoeld worden er be staat geen God, waarvan men tot onze kinderen moet sprekeD. Te midden van dezen strijd, dien een Minister een «geduchten FEUILLETON. DB INDISCHE OOM. Vervolg «Vijfhonderd dollar»!" riep Julie uit en maakte zich van den witsel meester«heeft de oude gierigaard ten laatste kunnen besluiten, om niet alles voor zich alleen te houden P Ik zal ter stond een fraai parelsnoer koopen, en gjj k'ijgt nieuw bont, Eugenie. Wat hebt gij noodig, moeder,// vroeg zjj aan de oude vrouw. //Ver langt gjj breiwol of naaizjjde P «Dat geld komt Dora toe en moet ten haren behoeve aangewend worden," voerde de moeder haar op ernstigen toon tegen. «Gjj hebt den brief niet goed gelezen,// zeide het van alle gevoel verstoken meisje, terwijl zï hare moeder den brief uit de hand rukte. Oom Rudolf maakte melding van den brief dien hjj van Fanny had ontvangen hjj vermoedde dat zjj overleden was en dat Dora bü hare tante Emma een onderkomen had gevonden, hg schreef, dat hg bereidwillig was, om alle kosten voor hasr onderhoud en voor hare opvoeding te betalen. Zjjn brief eindigde met de woorden«hierbij een wissel van vijfhonderd dollars, die ten be hoeve van Dora moeten besteed worden. Ik zal jaarlijks geld zenden om in de vermeerderde uit gaven van het opgroeiend kind te voorzien. Ik heb meer geld dan ik noodig heb. en gun het niemand liever dan het kind van Fanny.// strijd» roemde, kwam htt woord te voor schijn «M Dim ni Mailrewelke uit drukking alle geesten van hetgeen men deed) had moeten inl:chten. Zelfs toenmaals er kende men, dat het onderwjjs zonder op voeding waardeloos is. Maar wat is de op voeding zonder God? De ziel van Frank rijk moet omgeschapen worden de ver banning van het Godsbegrip uit de opvoe ding, heeft Frankrjjk te gronde gericht. Be halve het huisgezin, dat de eerste bron van alle groote gevoelens is, bestaan er slechts twee krachten, die op een volk een mach tigen invloed ten goede kunnen uitoefenen, n. 1. de godsdienst en de wijsbegeerde. De opvoeding van een volk geschiedt niet door de discussie. De discussie is voorbehouden aan den rjjperen leeftijd geesten, die nog niet volkomen gevormd zijn, hebben enkel en alleen behoefte aan gezag. De natuur zelfs heeft den man voor hst discussiëeren en het kind voor het gelooven gevormd- Eene wet voor de opvoeding is moeilijker te ontwerpen dan eene wet voor de pers. De anti-godsdienstige grondbeginselen be ginnen reeds in Frankrjjk vasten bo dem te verliezen, maar ze worden nog al- tjjd door eenige, zoogenaamd vooruitstre vende, maar in werkelijkheid achteruit gaande geesten met hartstocht verdedigd. Dit is geen reden, om niet tegenover aller lei nihilisten en anarchisten de eenige per ken te stellen, welke zjj niet kunnen over schrijden. Het meerendeel der ongelukki- gen, op wie de justitie tengevolge van de laatste aanslagen de hand gelegd heeft, zijn jongelieden, die opgevoed werdeD, tjjdens de beeltenis van God overal bedekt was. De les is gegevenmaar zjj is vreeseljjk. Moge zjj begrepen worden Jules Simon stond, zooals bekend is, gedurende vele jaren aan de spits der man nen, die den priester en het kruisbeeld uit de school verbanden en daarom leggen zijne getuigenissen omtrent de godsdienstlooze opvoeding des te zwaarder gewicht in de schaal. Hoe gewetenloos Julie ook zijn mocht, werd zjj aangedaan, toen zjj met lezen voorging //Ik denk aan het verledene, Emma en ik word diep bedroefd, als ik mjj den trenrigen tjjd herinner, dien ik heb doorleefd, sedert ilc voor den laatsten maal den grond mjjaer ge boorte betrad. Gij zjjt met mjjn levensloop goed bekend. Gjj weet welk excentriek en grillig mecsch it was, ouder dan mjjn hupscheenmet verstand rjjk begaafden broeder Adolf. «Ondanks de geringe aanbevelenswaardige hoe danigheden waarmede ik begaafd was, waagde ik het toch uwe zuster Fanny te beminnen. Dat weet gjj. maar gjj west niet, hoe innig die ge negenheid was, en hoezeer de gedachte aan haar mjj op mjjne langdurige reis troostte en opbeurde, gjj kuut niet beseffen, welke zoete hoop mij bezielde, als ik gedurende de lange nachtwaken eenzaam op het dek op en neer liep, terwijl de sterrenhemel boven mjjn hoofd flikkaida en geen ander geluid mjjn oor trof dan het golfgeklots. Iu het hotel van het dorpje waar ik uitrustte voor dat ik ons huii bereikte, vernam ik dat Fanny verloofd was in de vertwijfeling die ik ondervond, zwoer ik, dat ik mjjn mededinger zou doodsn. Maar ach die mededinger was u-jjn jongste broeder, die mjjne moeder in haar sterfuur ouder mjjne hoede had gesteld, wiens schreden ik had geleid, die ik zoo dikwerf op mjjne armen had gedragen. En ik had gezworen hem het leven te benemen, omdat hjj zich tus- schen mjj en haar, die ik beminde, had gesteld. «Ik kwam des nachts aan, allen waren in diepe rust. Ik kende den weg en trof Adolf in onze oude kamer alleen. Richard was er niet, Mogen toch alle ouders, die het wèl mee- nen met het tijdeljjk en geestelijk welzijn van zich zeiven en van hunne kinderen, de boven aangehaalde woorden vau den Staats man Jnles Simon ter harte nemen! On getwijfeld zullen zij aau hunne dierbare telgen zenden, niet naar de moderne hei- densehe scholen, waar de naam Gods niet wordt genoemd, maar doodgezwegen neen, ze zullen hunne dierbare telgen heen zenden naar die scholen, waar het onder richt van den godsdienst het onderricht in de aardsche wetenschap vergezelt en ver volmaakt, waar gouden vruchten gekweekt worden vaD wijsheid, maar ook van de vreeze Gods, die het beginsel der wijsheid is. De Gaulois bevat een interview met Dr. Leyds. Deze, zoo zegt ons een telegram uit Parijs, zeide geen geloof te hechten aan het bericht van een aanval der Boeren op Ladysmith, tenminste zoolang hij daarover geen nadere berichten heeft. Eer meent hij te' moeten gelooven aan een poging der Engelscheu om een uitval te doen, die evenals de vorige mislukte. Verder zal er waarschijnlijk niets hebben plaats gehad dan eene voorwaartsche beweging der Boe ren om de insluiting nauwer te maken met het oog op nieuwe ondernemingen van sir Redvers Buller. Dr. L e y a s gelooft niet, dat de capitu latie van Ladysmith spoedig zal plaats heb- len, want de Eugelschen hadden die plaats langen tijd van te voren reeds tot een sta pelplaats voor den voorraad in Natal ge maakt. De stad is in staat het maanden lang uit te houden. Valt Ladysmith echter, en wordt het leger van White krijgsgevangen gemaakt, zoo zeide dr. L e y d s glimlachend, dan ziet hij slechts een middel, nameljjk om deze tienduizend gevangen Eugelschen te ge bruiken voor den arbeid in de mijnen. In een onderhoud met een verslag gever van de Matin heeft Lord Charles Beresford, benoemd tot onderbevel hebber van het Eugelsche Middellandsche- Zeeëskader, o. a. het volgende gezegdHij Adolt sluimerde, het maanlicht bescheen zjjn gelaat. Ik had hem in geen twee jaren gezien. Zjjne trekken herinnerden mjj aan onze zalige moeder. De booze geest die mjj bezielde, verliet mij, bet was alsof ik haar nogmaals hoorde zeg gen «Rudolf, iktstel mjjn zoontje onder uwe hoede." Eu de blotdlokkige knaap was nu tot man opgegroeid. Mgn broeder, mjjn moeders zoen lag voor mjj, en ik was gekomen om hem het leven te benemen. In dat booze uur van verzoeking omzweefde mjj haar geest, en mjjn broeder was gered, bet Koïas'eeken zou mjja hoofd niet drukkeu.^ «Leid ons niet in verzoeking,// stamelde mjjne lippen evenals toen ik mijne gebeden aan den schoot mjjner moeder ten hemel riehtte. Ik be dekte het gelaat met mjjne harden en dankte God dat Hjj mjj voor het bedrjjven der misdaad had bewaard. «Ik boog mjj over hem heen en noemde fluisterend zjjn naam. Liefdevol omvatte hg mg met beide armen: hjj verheugde zich over mjjne terugkomst. En toen de sterrenhemel duisterder werd en de maan was ondergegaan, zoodat ik deu blos, die zjjn gelaat overtoog, niet zien koD, deelde hij mjj zjjn geluk mede. Maar waarom langer bg die dagen van zieleljjden te verwijlen, die mjjne haren voor den tjjd vergrjjsden Ik was overtuigd, dat ik bet niet zou kunnen aan zien, dat zij een ander toebehoorde, en toen de herfstdagen aanbraken ea de huwelijksdag na derde, waardoor ik andermaal tot het begaan van eene misdaad kon verleid worden, ging ik met haar naar buiten en zette mjj onder den wilden doornstruik in den tuin van mjjocn vader. gelooft niet aan een oorlog tusschen En- getand en Frankrijk. Beide landen zouden <r ten deele door geruïneerd worden. De Engelsche vloot is in staat de vereenigde vloten van Rusland, Duitschland en Frank rijk te verslaan. Het Engelsche leger is slecht ingericht. Na den oorlog in Zuid- Afrika is een onderzoek noodig. Hij is een vriend van den vrede. Hij heeft vertrouwen in de toekomst van het Britsche Rijk; de vastelandsche Mogendheden kunnen dat niet aan het wankelen breDgen. Alleen door af scheiding van de koloniën zou het uit el kaar kunnen vallen. P aul Déroulède heeft in Spanje aan een redacteur van de Echo de Paris verklaard, dat hij van geen amnestie wil weten, die hem, van zpn burgerrechten be roofd, den terugkeer in Frankrijk zou ver oorloven en tegelijkertijd Dreyfus schoon- wassehen (in dit opzicht zijn die twee het dus eens). Hp verzoekt zijD vrienden zich rnstig te houden tot na afloop der Wereld tentoonstelling. Hjj protesteert opnieuw tegen de bewering, dat hij tot den Hertog in betrekking zou gestaan hebben. Dat hjj in San Sebastian zich gevestigd heeft, be- wjjst volstrekt niet dat hjj van daar nit in Frankrjjk zal trachten weer te keeren. Na de Tentoonstelling, zegt hjj, «zal ik, geam- nestieerd of niet, voor mjjn land de uiterste poging wagen, die ik het verschuldigd ben. En op dat uur zal ik in Frankrijk terug- keeren door de middelen, langs den weg mjjner keuze en met de betrouwbare ge zellen die mjj het best zullen voorkomen om met mjj de zegepraal van de Repabliek des volks te verzekeren Tot na de Tentoonstelling is nog een heele tjjd. Jn Londen heerscht eene bepaald vroo- Ijjke stemming. Men stapt over alle weder waardigheden heen, men lacht met een droevig gezicht over het Jingo-oproer in de pers, over het al of niet heengaan van den minister Chamberlain. Da Standard tracht het te doen voorko men alsof het de oppositie is die door haar critiek de Regeering wil omverwerpen. De Morning Post geeft eenig vaag gemopper over de zaken in 't algemeen maar valt niemand in 't bjjzonder aan. De Daily Mail gooit flauwtjes een balletje op 'van «eenige bekwame pnionisten» maar noemt Daar had ik haar voor de eerste maal gezien; daar wilde ik haar voor eeuwig vaarwel zeggen. Ik weet niet meer wat ik haar zeide. Wjj heb ben elkander niet wedergezien want voor dat de dag was aangebroken, had ik mijne geboorte grond verlaten De brief eindigde met eenige woorden, die op Dora betrekking hadden, en met het verzoek, dat Dora hem eens zou schrjjven opdat hjj eenigszins over haar karakter zou kunnen oor- deelen. Er heerschie een oogenblik stilte. Die stilte werd door Julie afgebroken, die zeide: «Wjj moeten Dom bjj ons nemen; het geld komt haar in allen geval toe, wjj knnnen daarmede de kosten van haar onderhoud be strijden, daar hebben wjj recht toe en mogen het verder besteden waaraan wjj willen. «Indien echter oqm Rudolf terugkeert en Dora hem den stand der zaken mededeelt merkte Eugenie aan, die met den voorslag harer zuster niet instemde. «Dat zal hem wel niet in het hoofd komen, en al kwam hjj, dan kan Dora hem toch niets zeggen, daar zjj van het geld niets behoeft te weten. Als wij haar kleeden, voeden en onder wjjs laten geven, is dat inderdaad alles wat men van ons vorderen kan.// «Denkt gjj dat?« waagde mevrouw Daane te vragen. «Zeker en in allen geval is het beter, dat Dora denkt, dat zjj van ons geheel afhankeljjk is dan zullen wjj meer invloed op haar kun nen uitoefenen.// Wordt vervelgi.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1