No. 4428
Maandag 5 Maart 1900.
24ste Jaargan.
2)ag6laó voor &Coorè" on S£uió*éGollanó.
S
De Leerplicht in de Kamer.
"jta^sr sl t
De Verloren Zoon,
BÜITEJÜLAND,
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
50^ Cents.
Italië.
Duitsehand.
Engeland.
Ladysmith werd gevierd
ven, kinderachtigen en uitzinnigen voll
jubel, welke 'savonds v-
illuminatie en klokgelui van Westminster,
in de City en elders. Juichende en zin
gende straatoptochten zag men overal voor
bijtrekken.
Men zou werkelijk gaan meenen,
Buller wonderen heeft verricht.
Frankrijk.
ko-
België.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
4MNJILM)K,4f7
AGITE MA NON AGITATE.
PBT.JS DEB, ADVERTENTIES.
Van 1 6 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Hoofdagenten voor liet BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangire
G. L. DAB BE <f- Co. JOHN., F. JONES Succ. Paris 31 bis Faubourg Montmartre
Zeer interessant noemen wij de beschou
wingen, die in de afgeloopen week in de
Tweede Kamer zijn gehouden naar aanlei
ding van het in behandeling genomen wets
ontwerp der Regeering tot invoering van
den Leerplicht.
Het interessante ligt voor ons zoowel
in hetgeen voor, ais in hetgeen tegen het
ontwerp werd ingebracht. Wat de voor
standers betoogden, was wel is waar voor
een groot deel reeds vroeger in de pers
en in vergaderingen te berde gebracht
maar toch waren daaronder enkele uitspra
ken, die wjj niet zonder stilzwijgen wen-
sichen voorbij te gaan, geljjk wij ook eenige
opmerkingen wenschen vast te knoopen aan
de argumenten, door tegenstanders opge
somd.
Van de voorstanders noemen wij aller
eerst den heer K e t e 1 a a r, een openbaar
onderwijs-man van het zuiverste water. Na
tuurlijk besprak hij in de eerste plaats de
noodzakelijkheid van den Leerplicht in het
algemeen, waarbij tij hoog opgaf van het
schoolverzuim, dat willekeurig plaats heeft,
en betoogde, dat er zoo weinigen zjjn die
goed kunnen lezen en begrijpen wat zjj
lezen. De heer Ketelaar is een man
van gezag op dit gebied omdat hij zelf
in de school is werkzaam gaweeat en dus,
naar men zou me enen, goed kan oordee-
len over deze zaak. Maar toch zouden wij
den heer K e t e 1 a a r wel eens willen vra
gen, of het schoolverzuim, dat hp wille
keurig noemt, eigenlijk wel zoo willekeu
rig is, Heeft hp wel altpd goed onderzoek
gedaan naar de redenen, die de kinderen
zpner school weerhielden om ter schole te
bomen, en zoo dit het geval is, heeft hp
dan niet bijna altpd ondervonden, dat er
wel degelijk geldige redenen voor het school
verzuim waren aan te geven
Het ligt er natuurlpk maar aan wat
men een geldige reden geliett te noemen.
Maar er zijn zooveel huiselpke omstan
digheden aan te geven, die voldoenden
grond opleveren tot het verzuimen van de
school, dat wij er ons hier niet aan zul
len wagen om tot eene opsomming er van
over te gaan. Daartegenover staat dat
zeer zelden de kinderen thuis worden ge
houden zonder eenige oorzaak. Er zijn
bepaald maar weinig ouders, die hun kin
deren opzettelijk verwaarloozen en er ge
heel onverschillig voor zpn,waar hun kroost
den dag doorbrengt. Het meerendeel van
de verzuimen is dan ook aan huiselijke
omstandigheden toe te schrijven en nu ont
zeggen wij den heer Ketelaar het recht
om maar brutaalweg die omstandigheden
F Eül^LETON.
10
Vervolg)
te ontkennen en te beweren, dat het meeste
schoolverzuim willekeurig is. Men moet
zich verplaatsen in den toestand der huis
gezinnen en op de hoogte zijn van alle
omstandigheden om tot de conclusie te
kunnen komen, dat het schoolverzuim der
betrokken kinieren willekeurig is.
En wat de werkelijk verwaarloosde kin
deren aangaat, wij betwijfelen het, of de
heer Ketelaar c. s. wel ooit veel moeite
hebben aangewend om hen op de school
te krijgen en er aldus nog iets goeds van
terecht te brengen. Steeds hebben wij be
toogd, dat in dit opzicht met dwang niets
ten goede wordt uitgericht, maar dat door
middel van overreding en overtuiging zeer
zeker veel verkregen kan worden.
De klacht, dat er zoo weinigen zija, die
goed lezen en begrijpen wat zij lezen, heeft
volgens onze meening ook weinig zin ter
verdediging v%p den Leerplicht. Als men
eens nagaat, dat tal van menschen, die
uitstekend onderwijs hebben ontvangen,
lang niet altpd begrijpen wat zjj lezen, dan
zal men ons toegeven, dat dit aantal toch
niet zal verminderen bp de invoering van
den Leerplicht. Deze omstandigheid pleit
enkel tegen den aard van het onderwijs
op de volksschool. Dat het niet altjjd even
practisch is, noemen wjj eene reed3 lang
bekeode waarheid, maar dat een oud-on
derwijzer die slechte resultaten aanhaalt
om den Leerplicht te verdedigen, dat mag
toch wel een interessant feit heeten. Het
ware beter, wanneer de heer Ketelaar
maar had gezwegen over deze klacht. Hjj
zou dan ten minste geen nieuwe bijdrage
hebben geleverd ter kenschetsing van het
slechte gehalte van het openbaar onderwijs.
Yoor wij van het betoog van dien school
man afstappen, willen wij nog een zpner
argumenten releveeren. Hij wees op den
gunstigen invloed van den Leerplicht, o.a.
daaruit blijkende, dat in Engeland, sedert
daar Leerplicht is ingevoerd, de crimina
liteit is afgenomen. Denkende aan het ge
zegde van een vroeger liberaal Staatsman,
dat overal, waar een school gebouwd wordt,
eene gevangenis kan worden afgebroken
zouden wij den heer Ketelaar bijna
gelijk geven, wanneer wp niet uit de er
varing anders leerden. Wij beweren niet,
dat de school de criminaliteit doet toene
men, maar wel durven wij te verklaren
dat de vermeerdering der kennis en de
toeneming der wetenschap geheel onaf
hankelijk zpn van de al of niet toename
van de criminaliteit. Wel schjjnt het soms,
alsof in de meest beschaafde streken het
aantal misdaden grooter en de misdaden
zeiven gruwelijker zpn dan in de minder
ontwikkelde landen. Wij willen hierover
„Ieder kampt voor zpn recht en dat is ook
zijn plicht.//
„Geen politiek meer, graaf Zrini,// riep Liech
tenstein, //ik heb nw woord.//
//Hebt eerbied voor het gastrecht, ik ben be
ambte der kroon.//
//Geen politiek,// sprak Radsstjj op sarcas-
tischen toon, //die vechten wij op een anderen
Ijjd uit
„Geen twist n.et onzen gastheer,// mengde
Gravin Wesselini zich in den woordenstrijd,
„hjj heeft er geen schuld aan, wanneer ze in
Weenen ons geduld op de proef stellen en ver-
geten schijnen te zjjn, dat uw overgrootvader,
Nicolaas Zrini, Szigeth verdedigde,en de Hon
garen hun bloed vergoten hebben om den Habs-
burgschen troon te beschermen.
ti, -r-Ver —*or Vorr,p" -»'len de Hon
garen weten wat hen te doen staat.
«De Turk acht gesloten verdragen'.// mom-
relde ToVcli, zoo luide, dat mei het hoorde.
„Vfil s daarin ede zeggen,// riep Liechtenstein,
«/«.e Keiser niet
Da cogen vaa den vors* schoten blissem-
stirien, men kon hem ,ien, dat het hem
u tiel de plichten die bü als gastheer j-g-ns
'ijne gasten had te vervellen gedschtig te zijn.
„Excellentie,//antwoordde Helene Zrir i ra de
plaats van Tököli, welke eenige woorden in zijn
baard bromde, //deed de Keizer dat niet, dan
reikten de Hongaren liever de hand aan den
Turk dan hem. Dat zeg ik en duif het den
Keizer op deHofburg in zijn gezicht te herhalen.//
Kr ontstond eene pauze, die wat geheimzinnigs
rvV ^on£aren wisselden met elkander stille
blikken, als keurden zjj dit te onreohte ge
zegde af.
Liechtenstein vond geen passend antwoord,
daar werkelijk de Keizer hat plan had, de
Gouden Bul Tan jj0Dgarje te vernietigen.
Daar B'eonora hoogrood het woord.
„Mijn vader is de eerste raadsman des Kei'
zers,// zeide zij, „ik kan er niet aan denken,
dat men zjjn trouw aan den Keizer in twijfel
trekt.»
„Bravo// nep yorgt Liechtenstein, //ik
wacht van de ridderlijkheid mjjner gasten, dat
zjj de vriendin van mjjue dichter niet zullen
krenken.//
„Aan comtesse Lobkowiss, heb ik geheel
niet gedacht,// antwoordde gravin Wesselini
bits.
••Och wp -.„„ven ?e' bebhen,
den minister zelf te sieu tn zjjne boodschap
te hoeren* Wanneer onze vrees hem onrecht
t beeft gedaan, doen wjj boete is zak en asch.//
Mijn vader is veel te gaJ*nt, cm een zoo
i uitstekende dame vertoornd te kannen maken,*
//Overig/ns heb ik van hear oen brief ont
vanger^ Hy beveelt iu u«o welwillendheid
graaf Zrini, jusgen goadoe werker aan,
welke meester Buokel bierbeen gezonden heeft,#
echter geen uitspraak doen, maar blijven
toch de meeniag toegedaan, dat vermeer
dering van verstandelijke vermogens wei-
nig of geen invloed heeft op het peil der
zedelijkheid.
Yan de tegenstanders van het ontwerp
noemen wij den heer Travaglino, die
vooral de beperking der vrijheid, door den
voorgestelden Leerplicht veroorzaakt, ter
sprake bracht. Terecht verzette hij zich
tegen het voorstel op grond van het ka
tholiek program en met klem van rede
nen wees hij er op te spreken uit naam
van het overgroot deel zijner katholieke
landgenooten, wanneer hij het recht der
oulers op hun kinderen niet wenschte te
z'en verkorf. Wij brengen hiervoor den
heer Travaglino onze hulde, daar bij
zoo jmst heeft uitgedrukt, wat er uit ka
tholiek oogpunt tegen deze wet is te zeggen.
In 't bijzonder stelde deze Spreker tegen
over het stelsel van straffen door de over
heid by het plegen van schoolverzuim
een stelsel van beloonen bij trouw school
bezoek. Uit ondervinding zeide de heer
Travaglino dat bij de jaarlijksche prijs-
uitdeelingen op scholen ouders tranen heb
ben geschreidomdat hun kinderen we
gens 8choolrerzuim geen prijzen kregen.
Daaruit trok hp de juiste conclusie dat
ook in dit opzicht geen dwang noodig is,
want het niet verkrijgen van een prjjs was
in vele opzichten prikkel genoeg tot een
getrouw schoolbezoek.
Dit is ook hetgeen wij bjj herhaling heb
ben aangetoond. Geen dwang, maar drang,
moet de leuze zpn bij de bevordering van
het schoolbezoek. Bovendien /ijn opgedron
gen weldaden nimmer welkom, en zal een
onderwijsdat niet gewild wordt minder
vruchten dragen dan wanneer de ouders
zeiven het onderricht voor hun kinderen
verlangen.
Ten slotte nog iets over de algemeene
opinie hier te lande. Yóor de wet maakt
zich niemand warm. Men heeft in het af
geloopen najaar iu de residentie nog een
betooginkje op touw gezet, maar het vond
weinig bijval bij de menigte. Doch tegen
de wet zijn eenige honderdtallen adressen
uit het gansche land ingekomen, adressen
uit de kern van het volk, de burgerij, die
haar lasten niet wil zien vermeerderd en
haar vrjjheid niet beperkt. Zeer juist sprak
de heer Travaglino dan ook van eene
gpoutane uiting der volksovertuiging, die
nj(t rekent met het belang van eeD der
politieke partijen, maar met de resultaten,
die eene dergelijke wet voor de samenleving
zal hebbeD.
De beraadslagingen worden in de Tweede
gamer voortgezet. Wij hopen, dat de meer
derheid der leden van de gewichtige be
zwaren tegen het ontwerp zullen worden
overtuigden dat dit wetgevend produet
van den Minister van Binnenlandsche Za
ken weldra zal worden opgeborgen in het
archief der Kamerwaar reeds zoo vele
mislukte wetgevingen een rustig graf heb
ben gevonden.
„Komt Bockel zelf nietP» vroeg de graat
„Ik heb om hem gezonden
„Neen, het toeval wiido, dat wij, mjjne
vriendin en ik, toen wjj wandelden, den gezel
ontmoetten. Hij heeft ons een bewjjs van zjjn
bekwaamlie d gegeven.//
„Wanneer ik den wapersmid op Hongaar
echen bodem had, die hat durfde te wagen,
als ik hem laat roepen, een gezel te zenden,
dan liet ik hem met de ooren aan de deur
van hst slot spjjkeren
Liechtenstein, laat den jongen met de zweep
zijn loon betalen 1»
//De joegen heeft geen schuld,// zeide de
Vorst, „beproef zjjne kunst en berisp hem, wan
neer hjj er niets van verstaat.//
„Zonderlinge manier u mompel® Zrini, zich
den baard strijkend.// De meester stuuit den gezel
en de edelman zal afwachten of hjj er wat van kan.
Ik dank daarvoorIk wil hem met zien.//
„Kom eens kjjken,// klonk het van het ven
ster, waarheen een rumoer van buiten Tököli
gelokt had, //de stalknechten brengen den Emir
naar buiten Hoe of de hengst uitslaat dat
was een sproneIk moest het toch nog een
keer met het paard beproeven
„Hebt u het bevolen, dat de Emir naar
1 buiten gebracht moest worden r« vroeg Lïech-
tenstein, opstaande en zich naar het venster
begever/c „Met dier heeft gisteren nog een
j stalknecht geslagen.»
„Ik neb uiets bevolen. Maar wat zie ik P
j Wil dia j-cgeo den Emir b.-^den? Dat
vreugde geven. Komt hier, Zrini, de gezel daar
i op de plaats, staat daar juist als wil -ieo
In de Italiaansche Kamer van Alge
vaardigden diende de uiterste linkerzjjde
een motie in luidendeDe ondergeteeken-
den, bewonderaars van het heldhaftige
Boerenvolk, strijdend voor vrijheid en on
afhankelijkheid, verzoeken of zij tot den
Minister van buitenlandsche zaken een
vraag mogen richten, om te weten te komen
of hij naar aanleiding van de jongste over
winningen het woord van vrede tusschen
de oorlogvoerenden denkt uit te spreken.
In den Rijksdag heeft de sociaal-de
mocratische afgevaardigde Gradnauer
inlichtingen verzocht omtrent de houding
van de Duitsche Regeering tegenover de
Yredes-conferentie.
De minister V o n B 1 o w gaf hem ten
antwoord
Ons doel is altpd geweestden vrede
te bewaren. Door ons zal de vrede niet
verbroken wordendaarentegen kunnen
wij het behoud van den vrede niet waar
borgen, daarom moeten wij gewapend bljj-
ven. Wij hebben gaarne deelgenomen aan
de werkzaamheden der Haagsche confe
rentie, na ons verzekerd te hebben dat de
territoriale status quo niet gewijzigd zou
worden. Aan de verplichte arbitrage kon
den wij ons niet onderwerpen, daarbij most
elk geval afzonderlijk beoordeeld worden.
De Reichs-Anzeiger meldt dat het
Parijsche spotblad Le Rire voor twee jaar
in Duitschland verboden is.
In de Neue Freie Presse komt een be
schouwing voor ran denRussischenStaats
raad Johann vonBloch van wien
gedurende de Yredes-conferentie in 's Gra-
venhage meermalen sprake is geweest.
Dezen Staatsman ziet in de capitulatie
van C r o n j een ommekeer in de taktiek
der Boeren een gebeurtenis ten nadeele
der Engelschen, want het zal moeilijk val
len de Boeren in het bergachtige land ten
Noorden van Kroonstad te bestrijden. Hij
beschouwtdat het gejubel der Engelschen
te vroeg begonnen is.
De Russische Staatsman meent, dat het
voor Engeland niet onverstandig zal zjjn
op het huidige oogenblik van vrede te
spreken.
Te Londen loopt het gerucht, dat ge
neraal Redvers Buller bjj zijn vier
den en thans gelukten aanval op de Boe
ren tot het ontzetten van Ladysmith ruim
drieduizend man heeft verloren. De Mau
ser-kogels der Boeren vernietigden heele
Emir probeeren, en de knechten gunnen het
hem dat hjj een ongeluk krjjgt.»
Het gezelschap trad aan het venster. Tököli
vergiste zich niet. Max Sandacker had aan
de deur ran den burcht tosgang gevraagd.
Men had hem gezegd, dat hjj zoude wachten
tot na het etende lieden hadden hem ge
vraagd, wat hjj wilde en hadden het hoofd
geschud, toen hjj zeide dat hjj een wapensmid
was. loen had hij een blik in de s'allen ge
worpen en daar een paard gezien, dat men
van de anderen had verwjjderd en dat vastge
bonden was.
//Dat verdraagt de Arabier niet,// zoo had
hij zich uitgelaten, toen hjj het edela dier taf
bewondering bekeek, „dat maakt hem kopP'S
valsch.//
„Wat weet gjj daarvan spotten de *oe%w"Di
„Moer als gjj,//luidde het
ge behandelt het paard verkeerd u
,Wj hebben boederf Ar.J»^*^™^
„Omdat ge het dier koppig maakt,// nep
i ffoord lokte net andere rut,
de tegenspraak Lraoni. de Vuecofen tot het plan,
i den vro6muc2 pra.er te straiten, Aj] maakten
1 den hengst lus en voerden hem uit den stai
i het edele paard wilde zich losrukken, hei ging
j op sebterpooten staan, sprong en sloeg,
t .lat het witte sehuim uit zjjn boa TOBd«j>s<«e
„Laat het paard los,* risp Max, ;k h«t
wel krjjgen
i Max had in langen ijjd geen paard o-.iïtJgen
rijen der Engelschen. Niet door dapper
heid kwam B u 11 e r in Ladysmith. Gene
raal J o u b e r t verplaatste zjjn troepen
en gaf het beleg op.
En over deze overwinning vierde men
te Londen op den dag der bekend wor
ding feest tot dol wordens toe. Volksop
tochten werden gehouden.
Tallooze marskramers verkochten drnk
vlaggetjes en medailles met de portret-
ten van White en Buller, waar
mee zelfs krantenjongens schoenpoet
sers en huurkoetsiers pronkten. Er wer
den bijna geen zaken gedaan. Daar de
voornaamste openbare scholen en ook de
bijzondere dien dag vacantie gaven, para
deerden massa's schoolkinderen mede zin
gend en met banieren zwaaiend in de
hoofdstraten, waar talrijke vrjjaf hebben
de winkelbedienden, werklieden enkinde-
ren gezelschappen vormden. Yele winke
liers sloten, anderen staken de vlag uit.
De effectenbeurs hield zich meer bezig
met het zingen van patriottische liederen
dar met zaken doen, doch bleef deson
danks opeD, ofschoon de transactiën en
prijzen nagenoeg nominaal waren; maar
de korenbeurs sloot al om een uur, om
dat zaken doen onmogelijk was geworden,
doordien een geweldige menigte de ver
sierde beurs binnenstroomde en zich daar
zingende onder de graanhandelaars meng
de. Men zag vele wildvreemden elkaar om
armen op straat, roepende leve Buller
en White! Yele bemiddelden trakteer
den de voorbijgangers in het openbaar,
hetgeen niet weinig moet hebben bjjge-
dragen tot de algemeene opwinding, welke
zeker een alles behalve zuivere brooddron
kenheid was.
Kortom, het was een dag voor Londen
alsook voor de gewestelijke hoofdsteden
van Engeland een geïa;
tiedag en de tjjding van ;js:
Dinsdag-avond zatsn in een koffiehuis
te Parjjs twee Engelschen te bluffen en
toonden zich zeer verheugd over de over
gaaf van generaal C r o n j 1
De bezoekers van het café op den Bou
levard Bonne Nouvelle waren niet En-
gelschgezind, althans heel spoedig begon
nun het ophakken der Engelschen te ver
velen, men viel de Britten aan. Door eea
achterdeur namen zjj de vlucht.
België wil naar het verlangen KU~
ning Leopold een Zeemogendb»"??TOr"
den. Bjj Hoboken aan de Scheel.18 een
terrein van 5 hectaren aang»^ T00r
een werf. r
Anderhalf jaar geleden ptd^omi>s e 0
mooi dier niet
en ook in langen tjjd aulk ff behandelinï bet
cl? toonde Daar beBedeD'
toy„x'Sandacker, gezel van meester Bockel
H;t Weenen.»
„Liat den schoft den t- -?ide
Zrini met een ruwen lach „dan i ehoé-an
hem geen drinkgeld op z.
„Breng dat paard wedt
Liechtenstein.
//Ea gij,// riep hjj Max toe, „ga- rrl(k.'
ge gekomen zjjt.Pralers kan ik u?J'jgaXl „ik
'pirl /i beev' B°tW0Ö behandeld
-eide alleen, dat het paard je^; wan.
Werd, en dat is de waarheD-
neer ik ongeljjk heb.»
isd gravin
ici>5 kar*-!
en kww
rijdt."
nep gra*
5ukken,
t> houdt