NIEUWE
waaBlaè voor <3tooró- en SBuió-eXollanó.
Een aansporing tot Neerland's
Katholieken.
No. 4430
Woensdag 7 Maart 1900
24ste Jaargang.
1)e Verloren Zoon.
BUITENLAND.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland S s 2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels
Elke regel meer
50 Cent
71/,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte*
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Onze lezers hebben gisteren zeker de cir
culaire gelezen waarin de gevormde Hoofd
commissie voor den grooten paus Leo XIII
eene Wereldhulde.te brengen, waaraan ons
katholiek Nederland zich aansluit, aanspoort
tot het bijeenbrengen van giften voor den
St. Pieterspenning.
Door een stoffelijke bijdrage bewjjs te ge
ven van hunne gehechtheid aanhunne
liefde en hunne vereering voor den eer-
biedwaardigen grijsaard, den grooten paus
Leo XIII moge niemand achterblijven.
Door ons zal daarom iedere bjjdrage
hoe klein ook, in dank in ontvangst wor
den genomen en verantwoord in dit Blad.
Kloosters en Vereenigingen zijn zoo
zoo zegt de Circulaire door schitterend
gecalligrafeerde adressen vertegenwoordigd.
De Hoofdcommissie rekent op de pers
om de Wereldhulde, wat ons Vaderland aan
gaat, geheel te doen slagen.
De pers vermag niets zonder zijn lezers,
die een beroep op hen doet eene grootsche
uiting van eerbied en onderworpenheid te
geven, eene uiting gepaard aan offervaar
digheid.
Geven wij giften voor het bouwen van
kerken, bjj| jubilé's van ons dierbare her
ders vau Parochiën, daar voorzeker kunnen
en mogen wij niet achterbleven, waar het
betreft het Opperhoofd, den Stedehouder
Gods.
Wij willen eere brengen aan de Katho
lieke Kerk, onze Moeder, die na de mensch-
heid gered te hebben uit den zondvloed van
zedenbederf, waarin zij verzonken lag, haar
een tweede maal heeft opgeheven uit de
puinhoopen, die door de barbaren gemaakt
waren
Wjj willen eere aan de Kerk brengen,
die op zoo bewonderenswaardige wijze de
ruwe grondstoffen heeft weten te bewerken,
welke door de invallen der Germaansche
FEUILLETON.
Vervolg)
//Meester Bockel heeft zich daar een zeldz am
gizel uitgezocht,// merkte Radasti op, bjj hoort
eerder thuis in den stal, dan in de smidse Ik
ben ervoor, dat wij zjjne kunst beproeven, of
heeft meester Bockel het geweten, dat wjj een ge
zel in plaats van den meester nemen
//Wanneer hjj niets kan, dan heeft men ons
een schelmstuk gespeeld.#
Terwjjl Maria in de bewondering gedeeld,
en zich nu nog onder de machtige indrukken
bevond van wat zjj zoo juist gezien had, straal
den Eleonora's oogen triomfeerend, en de arg
waan, welke uit de woorden van Radasti sprak
deed haar opschrikken, als was zjj van een ad
der gebeten.
//Graaf Radasti,// sprak zjj, //aan een schelm
stuk neemt mjjn vader geen deel, ik heb u ge
zegd, dat hjj dezen gezel aanbevolen heeft, er
gert het u, dat hjj uw hoon tot schande heeft
gemaakt, verzin dan wat anders, dat ge hem
aanwrjjven kunt, in geheel Hongarjje vindt ge
geen goudbewerker, welke hem in bekwaamheid
nabjj komt.//
„En geen enkele, welke hem in moed over
treft,// zeide Tököli, haar toeknikkende, //wan
neer hjj mjj volgen wil, zal hem gauw de rid
derketen sieren, en ik denk ook, dat het zwaard
hem liever zal zijn, als het schootsvel.//
en andere barbaarsche volkeren haar io
handen gegeven werden door die nieuwe
stammen met de oude bewoners van Europa
te vereenigen, heeft zij de nieuwe volkeren
doen geboren worden, wier beschaving een
zoo helderen glans over de wereld verspreidt.
Wij willen eere aan de Kerk brengen,
wier geheele geschiedenis niets anders is
dan het verhaal en het bewijs van den heil-
zamen arbeid welken zij gedurende alle
eeuwen van haar bestaan tot onze dagen
verricht heeft! Wat zjj door hare leer, door
hare wetten, door hare instellingen en door
de Goddelijke genade, welke zij aan de zielen
mededeelde, in het verleden bewerkt heeft,
dat vermag en verlangt zjj ook in het ver
volg te beweiken, want niets heeft zij ver
loren van bare vruchtbaarheid en onsterfe
lijke jeugd.
De Katholieke Kerk is één broederschap,
en, zoo leert zijgeheel het menschdom
is slechts één huisgezin.
God is de algemeene Vader.
De menschen allen, zonder uitzondering,
Zijne kinderen.
Zjjne kinderenallen, broeders van el
kander.
En die verhouding van den vader tot zijn
kind, van God tot de menschen, van den
eenen broeder tot den andere, de erkenning
van die feitelijkheid, welt golf na golf, tot
een forschen stroom omhoog, die voortschiet,
door niets te weerhouden, die zich uitspreidt
over geheel de wereld, verfrissching bren
gende en nieuw leven.
De christeljjke liefde en de christelijke
edelmoedigheid en offervaardigheid spruit
voort uit dezen band van katholieke broe
derschap.
Het bereidwillig brengen van offers onder
de katholieken ter eere van Guds Kerk
verloochende zich nooit door alle eeuwen
heen.
En nu zeker niet waar den grijzen Ste
dehouder eene Wereldhulde zal worden ge
bracht, grootsch in uiting, grootsch in woord
en grootsch met de daad.
Max Sundscker werd in de zaal geroepen.
//Vraag var elk eene belooning// zeide vorst
Liechtenstein, „men heeft u in mjjn huis belee-
digd en dat wil ik u vergoeden.//
//Ik neem mjja woord terug,// zeide Zrini,
den jongen man met welgevallen bekijkend
„wilt ge in mjjn dienst treden, dan zal ik u in
eere houden, anders betaal ik u, wat ik ver
sproken heb.//
„Gjj bevalt mjj ook," riep Tököli, „wie mjjn
banier volgt kan eer beh.len."
„Ik dank u gestrenge heeren," antwoordde
Max zich buigend, „ik heb geen loon verdiend,
ook past het mj| niet in heerendieust te zjjn.
Ik heb mjjn meester Bockel met woord en hard
slag beloofd hem 3 jaren te dienen en ben nu
hier om de bevelen van de heeren te ontvangen.//
Niets had voor Max ongunstiger kunnen wer
ken dan dit antwoord, tiet gelde toenmaals
zelfs voor den minderen adel voor een groote
eer, van de Magyaren een dienstaanbieding te
ontvangen Tököli had eerst een toornigen blik
op Zrini geworpeD, toen deze hem den voor
slag deed, en vreesde dat Max den dienst bjj
Zrini zoude verkiezen, maar dat de handwer
ker elk dienstaanbod zoude alwjjzen, had nie
mand gedacht.
Het gezicht van Zrini werd paars, Tököli
keek Max met een blik van verachting aan en
Radasti lachte spottend, als had bjj alles voor
uit gezien.
„Esn hondenziel kan men niet adelen,// sprak
Zrini, „wie liever het schootsvel, dan het wapen
van Zrini draagt, is niet te helpen.//
//Gjj hebt een edel ros getemd,//zeide Tököli,
De lijst, di8 wij heden openen voor de
ia te zamelen giften, vertrouwen wij dat
tnt het stoffelijk succes moge bijdragen, dat
de Hoofd-commissie zich voorstelt met de
Wereldhulde den Vador der Christenheid
te brengen.
Engeland.
Het telegram van den minister Cham
berlain aan Lord M i n t o, president van
het Canadeensche kabiuet, wordt te Londen
druk besproken. Chamberlain vroeg
n.l. hoeveel troepen Canada naar Afrika
kon zenden als de Engelsche troepen «el
ders» zouden moeten optreden. Men ziet
hierin een bewijs dat Engeland binnenkort
moeilijkheden verwacht, hetzjj mtt Frank
rijk in Egypte of Marokko, hetzij met Rus
land aan de Indische grenzen.
Lord M i n t o heeft verklaard in staat te
zijn 12000 man te zenden. Men wacht nog
op het antwoord der andere koloniën waar
aan Chamberlain eveneens getelegra
feerd heeft.
Indien het in de andere koloniën gaat
als in Canada zou er van het uitzenden van
troepen wel eens niet veel kunnen komen.
Te Montreal, de hoofdstad van Canada, zjjn
Vrijdag en Zaterdagavond tussehen deFran-
sche en Engelsche Canadeezen bloedige
straatgevechten geleverd. De Franschen ruk
ten verschillende Engelsche vlaggen af, de
bureaux van verschillende Engelsche dag
bladen moesten het eveneens ontgelden.
De reden van deze opstootjes moet ge
legen zijn in de uitdagende houding door
de Engelschen aangenomen na de over
winning van Roberts. Veertien der vecht-
lustigen werden door de politie gearres
teerd.
Maatregelen zijn genomen om de militie
en politie te mobiliseeren met het oog
op herhalingen.
Italië.
De Romeinsche correspondent van den
Berl. Lokal Am. schrijft aan zjjn blad
Jenni Felicetti was met haar schat,
Aloisi Pietro naar het «bal» in Aquario
Romano gegaan. Zjj was gemaskeerd als
statige verleidelijke Pierette, hjj als een
Harlekjjo. Zij dansten samen, als jongelieden
aderen, ga laat je
uit het stof u op-
„en toch gean bload in de
liever treden, dan dat ge
hefi
Ook nit de blikken van de dames, sprak
minachting.
„Ik heb altijd gehoord,// sprak Max, wien de
hoon van Zrini het bloed in het aangezicht had
gfjaagd, „dat het een eer is, wanneer de man
ia een stand, waarin God hem geplaatst heeft,
zjjn plicht doet en het woord houdt, dat hjj
gegeven heeft. Ik heb mjj aan meester Bockel
verplicht. Maar was dat niet zoo, dan zoude
ik toch geen anderen heer dienen, dan den
Keizer, die alleen het recht heeft, het zwaard
te trekken. De heeren mogen mjj verontschul
digen, wanneer dat ook niet hun meening is,
maar u verlangde een wapensmid ik ben als
zoodanig hier, spaar nu nw afkeuring niet,
wanneer het werk niet goed is.//
„Houd hem aan zjjn woord,// fluisterde Ra
dasti Zrini toe, „en laat hem afranselen, als hjj
niets verstaat. Ik wed dat ze hem hier gezon
den hebben, om ons af te luisteren. De sluwe
schoft is een spion.//
„Mijn kamerdienaar zal n door dea stalknecht
het werk wjjzan,// zeide Zrini, die nu ook ach
terdochtig werd.
„Maar doet goed uw best dat ge mjj tevre
den stelt.// Max hield het scherpe antwoord
terug dat hem bij deze beleedigende woorden
op de lippen kwam, hjj had Bockel zjjn woord
gegeven, dat hij zijn trots zou beteugelen.
„Ik zal n de plaats laten wjjzen, waar ge
weikeu moet,// nam vorst Liechtenstein het woord,
„traoht het werk goed te makenverstaat ge
dit plegen te doen, d. w. z. onophoudelijk.
Daar wil 't noodlot, dat 't paartje in het
gedrang der maskers gescheiden wordt en
elkander uit het oog verliest. Nadat Aloisi
eenigen tjjd verbaasd in de zaal naar zjjn
Jenni had rondgezien, haar echter niet
meer verschijnen zag, pakte hem een roode
domino bij de hand en trok hem mee in
een vroolijken dans. Jenni was intus-
schen, toen zij haren A1 o i s i in 't geheel
niet zag, op de galerij gegaan, om hem
wellicht van boven af te ontdekken. En ja
wel, daar zag zjj eene Harlekjjn met eene
roode domino dansen, dat kon hij evenwel
niet zijn. Zij wrijft zich ontzet de oogen en
kjjkt weer naar omlaag geen twjjfel,
bij was het en met een anderMet de
kreetAloisi mio, Aloisi mio stort
zij zich met uitgestrekte armen over de leu
ning neer in de zaal. Een ontzettende
schreeuw van het pnbliek, en de muziek
zwijgt. De Harlekijn echter maakt met ver
duisterde oogen voor zjjne bleeke, doode
P i r e 11 e de baar klaar, en daarmee draagt
men haar uit de balzaal naar San Bartho-
lomao op het Tiber-eiland. Achter den
treurstoet stappen weenende maskers in
phantastische kostuums met valsche baarden
en groote nenzen en boven den zeldzamen
treurstoet fonkelt de zwartblauwe hemel
met millioenen sterren.
Transvaal.
Over het herstel van den vrede met En
geland en de Zuid-Alrikaansche Republie
ken kan gezegd worden, dat president Kro
ger bereid is eene scheidsrechteljjke uit
spraak te aanvaarden op den grondslag
van de onafhankelijkheid der Republieken
en dat hij den vrede begeert. Arbitrage is
ook de leus der Vrjjstaters. Zij zjjn er nooit
tegen geweest.
Daitsohand.
De geest van het Duitse he volk tegen
het onrechtplegen der Engelschen in Zuid-
Afrika wordt wakker geschud.
Te Dresden kwam het in het Central-
Theater tot een botsing tnsschen Engelschen
en Duitschers bjj een vertooning van de
bestorming van Spionkop door de bioscoop.
De Duitschers hadden er veel zin in om
de aanwezige Engelschen een werkeljjken
spionkop te leveren, was de politie niet
vlug en flink opgetreden.
het vak zoo goed, als ge weet hoe een paard be
handeld moet worden, dan zult ge in mjj altjjd
een beschermer hebben."
Daarmede knikte de Vorat, en Max waa
alleen,
VIERDE HOOFDSTUK.
Velen van onze lezers zal het bevreemden,
dat een jonge man van zoo'n opbruisende na
tuur als Max, die bovendien nog neiging en
eergevoel en ook geschiktheid voor ridderljjko
oefeningen bezat, zoo'n aanbieding kon afslaan,
welke anderen benijdenswaardig voorkwam. Dooh
wjj hebben reeds verteld, dat Max zioh in de
ridderoefeningen had geoefend en bedreven
heid had verkregen in landen waar, toen
maals in tijd van nood de ambachtsman een
soldaat was. De vermaning welke meester Beo-
kei hem op het hart had gedrukt, voor dat
hjj hem als gezel had aangenomen, was,
eer Max Weenen verlaten had, vernieuwd ge
worden.
Nog den avond voor zjjn afreis was vorst
Lobkowiss in de werkplaats gekomen en had een
lang onderhoud met Bockel gehad.
Wordt vervolgd.)
IIURliHSniEIOUIIUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
PRIJS DSB ADVERTENTIEN.
AGITE MA NON AGITATE.
12
ONBUST EN TWIJFEL,