WagBlaó voor Nl'EÜWE uió-sXollanè. Verantwoordelijkheid. Herelèfiulèe Ifo. 4445. Zaterdag 24 Maart 1900 24ste Jaargang. De Verloren Zoon. i BUITENLAND. Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland i 2,80 Afzonderlijke nummers0.08 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels 50 Cenï Blke regel meer7'/s Qroote letters worden berekend naai plaatsruimtej Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. aan Z. H. den Paus Vorig bedrag: f 6.75. Van N.N. ter eere van den H. Jozef 1.00. Idem 5.00. Totaal f 12.75. 87 Vervolg «Redde rationem» Geef rekenschap van uw rentmeesterschap Zonden er vele uitspraken zijn van het H. Evangelie, waaraan minder gedacht wordt in den tegen woordigen tjjd, dan aan deze twee woorden, en die toch van zoo hooge beteekenis zjjn voor ieder mensch; waarvan het betrachten zoude terug houden van zoo menige onheilvolle daad, waarvan het vergeten voor zoo groot gedeelte de oorzaak is van de tekortko mingen, afdwalingen, misdrijven en mis daden, die in dezen tjjd zoo gemakkeljjk bedreven worden. Hoevelen zijn er tegenwoordig, die zich bjjna aan elke verantwoordelijkheid ont trekken die meenen, dat alles in den haak is, als zjj maar het decorum weten te be- wareu en zich uit de handen van den we reldlijken rechter weten te houden. Iloe vele kinderen zjjn er thans, dienauweljjks den kinderschoenen ontwassen, zich reeds van alle verantwoordelijkheid ontslagen re kenen tegenover hunne ouders, en hoe vaak hoort men uit den mond, zelfs van de tameljjk goeden, het harde woord«Ben ik maar eens drie en twintig jaar, dan heb ik aan niemand meer rekenschap te geven van mjjn doen en laten, dan ben ik vrjj, dan ben ik aan niemand meer verantwoor ding schuldig.» Aan niemand meer! Ook aan God niet? Aan God? Alsof ze nog aan een Hooger, Almachtig Wezen geloofden, dat hun eens het «redde rationem» toe zal roepen en hen te Zjjuen tjjd dwingen zal FE Ü1LLBTON. Vont Lobkowiss witt dan ook zeer goed, dat gten bewjja van zjjn onschuld hem kon reddeo. #Men brandmerkt mjjn eer,// had hij gezegd tegen Eltonora, om mij in het ongeluk te stor ten men geeft zieh niet eens de moeite om de ingebraohte aanklachten te bewjjzen. Mjj kan alleen de man redden, die a«n den Keizer het beitjjs levert, dat Keizerin Claudia mjjn onder gang zoekt, en dat mjjae vjjtnden door valsche beschuldiging mjj bij Claudia gehaat gemaakt hebben. De eenige, die dit den Keizer kan meedeelen, en wien misschien ook geloof ge schonken wordt, is Liechtenstein, maar die is niet meer mjjn vriend.# Bfl Eleonora, kwam bjj deze woorden de ge dachte op, dat haar hulp hem misschien nog redden kon. Maria was hare vriendin, en al Was door omstandigheden het verkeer tusschen Maria en haar afgebroken, zoo twijfelde zjj toch geen oogenblik eraan dat Maria alles zou be proeven om het hart van haar vader weeker te stemmen, als zjj vernam dat zjj Eleonora en haar vader misschien zou kunnen helpen. Zjj sehreaf aan Guido, zjj smeekte hem, Maria van hnn ongeluk in kenuis te stellen, en daar Guido geboord had, dat Vorst Liechtenstein op zjjn slot bjj Brunn op de jacht was, had hjj rekenschap at t,e leggen van al hunne daden, hen verantwoording zal vragen van al wat zjj gedacht, gewild, gedaau hebben? Treurig is hit uit den mond van jonge lingen en jongedochters van achttien jaren en ouder, de pertinente verzekeriog te hoo- rendat zjj aan geen God gelooven dat het geloof aan eene eeuwige vergelding aan een leven na dit aardsche voor hen een onding is dat zij niets gevoelen van of voor eene verantwoordelijkheid aan een Hooger Wezen. En dan vinden die on- noozele stumpers het zelfs vernederend het goede te doen op hoop van eene esuwige vergeldinghet kwade te laten uit vrees voor eeuwige straf. Dat is beneden hunne menschen waarde. Hooger staan zij, die het goede doen, alleen omdat het goed is, het kwade laten, alleen omdat het den mensch vernedert, enz. enz. enz. Een God hebben zij daarbjj niet noodig en een priester, die tusschen de Godheid en hen instaat nog veel minder. Maar niet onder die jeugdige dwazen al leen die hun arm hootd, arm aan dege- 1 jjke kennis en wetenschap, opgepropt heb ben met allerlei dagelijks veranderde mo derne theorieë-j, treft men ze aan, die alle verantwoordelijkheid tegenover een Hooger Wezen hebben over boord geworpen, ook ouden van dagen, mannen en vrouweD, wien erostig nadenken toch den blinddoek van de oogen moest hebben doen vallen, leven en handelen alsof met dit leven alles ware afgedaaD. Hoe zoude het auders mogeljjk zjjn, dat in honderde huisgezinnen, nimmer den naam van God genoemd wordt, dat de kinderen opgroeien in de meest absolute onwetend heid van alles, wat betrekking heeft op een leven hiernamaals. Eu is het dan te verwonderen, dat zoo velen niet den minsten weerstand bieden aan de verleiding, die hen allerwege om ringt, in honderderlei vormen, dat zjj in den grond bedorven zjjn, wanneer zjj nau- weljjks de kinderschoenen hebben uitge- geen oogenblik gedraald, daarheen te gaau, om zjjn opdracht te volbrengen. Vorst Liechtenstein had don jongen Graaf Starhemberg vriendelijk ontvangen, maar nau- we'jjks bemerkte hjj uit zijne woorden, dat hjj sympathiseerde met Vorst Lobkowiss, of bij werd opvallend koel en scheen het te willen verhin deren, dat deze zijne dochter zag, door te zeg gen, dat zjj ziek was. Hjj coodigde Guido niet tot een herhaling van zijn bezoek uit en nam onder zulke beleedigande voorwendsels afscheid, dat zoo Guidoer al niet door gekreukt werd, hjj er toch aan merken kon, dat de Vorst hem liever niet weer als gast op Liechtenstein zeg komen. Da stemming van den Vorst, was op zoo opvallende wijze veranderd, dat Guido de oor- zaek wel kon raden en er niet aan behoefde te twijfelen, dat de hulp van Maria hier niets kon helpen. Trots dat alles hield hjj zijne boodschap nog niet voor volbracht, hjj wilde minstens nog eenmaal probeeren, Maria met de bede harer vriendin in kennis te stellen. Daar voor hem de Burcht gesloten was, vorschte bjj in Brunn naar een vertrouwde bode, om Maria een briefje te zenden. Hjj kwam te we ten, dat in het dorp eene oude vrouw lcefle, welke ziekten bezwoer, en heildronken brouwde en door een bediende van Liechtenstein was geroepen, om naar Prinses Maria te komen zien, die aan eene ziekte leed, welke door geen dok ter kon genezen worden Wanneer deze vrouw zich bereid verklaarde de boodschap te willen volbrengen, kon bjj geen beteren bemiddelaar vinden. Guido zocht de oude vrouw op. Zjj trokken en dat een koud egoïsme al de edelmoedigheid, die men zoo graag ïu jeug dige harten bemint, heeft doen verstijven. Dwaas toch is het te veronderstellen, dat wijzwakke menschen het goede alleen zouden doen omdat het goed ishet kwade zoude laten om het kwade alleen. Wij allen hebben den prikkel zoo noo dig, de belofte der eeuwige beloouing, de vrees voor de eeuwige straf. Het denken aan het leven na dit leven het besef der verantwoordelijkheid jegens een eeuwigen, onomkoopbaren en niet te bedriegen Rech ter is voor den mensch een allernood- zakeljjkst middel ter volbrenging zjjner plichten. O dat het besef van deze verantwoor delijkheid zoo gering wordt onder de men schen bij velen zelfs geheel en al ver dwijnt. Of zoude iien meenen, dat mannen, als Chamberlain c.s., die den dood» den moord van zoovele duizenden op hun I geweten hebben er een oogenblik aan den ken, dat zij eens daarvoor ter verantwoor ding zullen geroepen worden En de Vorsten van Europavergeten zijdat zij hunne macht ontleenen van den Almachtigen Koning van Hemel en j Aarde, die ook hun het redde ralionem zal toeroepen, daar zjj hunne macht niet gebruikt hebbenoin het bloedvergieten te doen ophoudenden volkenmoord te voorkomen en het gruwzame onrecht paal en perk te stellen, dat om het bezit van goud en diamanten duizenden ter slacht bank drijft j Redde rationemOmochten wij steeds, bij al ons doen en laten bedenken, dat ons dat woord eens in de ooren zal klinken. Mochten de ouders er op uit zjjn, i hunnen kinderen voortdurend op het hart te drukken, dat zij voor al hunne daden verantwoordelijk zijn ten opzichte van hen zei ven, ten opzichte hunner medemenschen, maar vooral ten opzichte van Godhun Heer en Meester. i - blikte vorschend in zjjn gelaat, en scheen het doel van zjjn bezoek nauweljjks te liooren. Gij zjjt een S'arhemberg,// zeida zjj plotseling, tot zjjee verbazing, want hjj had haar niet zjjn naam willen noemen. //Een Starhemb/rg uit Stiermarken //Laat mij de hand eens zien De oude zeide dit op onrustigen toon. //Wat wilt gjj voer zij eensklaps verder, toen zjj langen tjjd in de ljjnen van zjjn hand had gekeken. z/Uw levets'ijn is lang, en vast. Begeert niet het geluk, dat voor een ander is weggelegd. Uw geluk bloeit, ik zie gevaren, en strijd maar niet met uwe familie, want de lijnen kruisen zich niet. Wat wilt gjj van de LiechtecsteinerL.?// Guido hield het voor geraden, die oude zoo veel toe te vertrouwen van wat hjj wist, als hem noodzakelijk voorkwam. //Het is de boodschap van eene vriendin, een 1 wanhopige, welke gjj in de handen der Prinses zult leggen,// zeide hjj, //mjj kent die dame niet, ik help een andere.// //Geloofd zij God riep de oude uit. //Uwe oogen bedriegen niet, uw ha/t is zon der vastheid. Ik waag veel, als ik aan uw ver langen voldoe, maar het zal geschieden, wan neer ge mjj belooft, te doen, wat ik u zeg.// //Als ik het met eere kan, zal het getchie- den.// De vrouw dacht een oogenblik na. //Ik zal dec dank van u vorderen,// zeide zjj eindelijk, „als ik de Liechtensteinerin gespro ken heb. Verwacht van avond het antwoord. I Het was Guido niet aangenaam, nog langer Engeland. Ia Ierland duren de manifestaties tegen Engeland voort. Heeft de bevolking van Dublin haar afkeuring te kennen gegeven over een adres dat H.M de Koningin zal worden aangeboden en werden de ruiten van het rjjtuig van den Lord-Mayor met steenen verbrijzeld, te Lurgn zong de me nigte op den St. Patricksdag revolntionnaire liederen. President K r u g e r werd toege- j nicht en de Engelsche generaals uitgefloten. Het ziet er voor koningin Victoria's reis naar Dublin niet te best uit, men vreest manifestaties. De redevoeringen, die de Iersche afge vaardigden houdenom te bewijzen dat Ierland zucht onder het ijzeren juk van En geland, maken den toestand er niet beter op. Oostenrijk-Hongarije. De werkstaking in de kolenmgnen van Bohemen loopt ten einde. De teleurstelling over dit negatieve resultaat uitte zich in Ostrau in een uitbarsting van woede tegen de socialistische Weensche afgevaardigden, die de menschen steeds hadden voorgespie geld dat zjj het met hun hulp winnen zou den en hen vermaand hadden om tot het einde te volharden. Anders hadden zjj reeds weken geleden het werk hervathadden niet zooveel honger behoeven te lijden en waren niet zoo in de schulden geraakt. Geen wonder dus dattoen dr. Karpe- les en Merta, op eene vergadering die door 12,000 werklui bjjgewoond werd, dezen den raad gaven om maar stillet jes wesr aan het werk te gaan, de mjjn- werkers den advocaat beetpakten en afran selden en Merta zoo mishandelden dat hij in bet gasthuis ligt. Al hebben na de meeste werklui het werk hervat, de schade is toch zeer groot, niet alleen in de mjjnen wegens den langdurigen stilstand, maar ook door het verlies aan loon, dat over tien weken berekend op 7 millioen kronen geschat wordt. In dienzelfden tjjd zjjn in Moravië 8 millioen dubbele centenaars en in Bohemen 24 millioen dubbele centenaars minder gedolven dan gewoonljjk. Dit is het verlies dat de kolenbaronnen ljjden, terwjjl het publiek de kosten van die werkstaking met de ontzaglijke ver hooging van 16 Heller per mud betaalt in B'unn fe moeten bljjven, want Vorst Liech tenstein kon dat toevallig hooren, en argwaan voeden, maar hjj moest den raad van de oude volgen. Nadat het donker was geworden, ging hjj weder tot haar en vond haar reeds terugge keerd. „Men heeft mjj niet toegelaten,# sprak zjj, hem achterdochtig aanziende. //Maar ik wil niet aan uw woord twjjfelen, uwe ziel staat op uw gelaat te lezen. Neem uw brief terug, men zou hem bjj mjj kunnen vinden, men is wantrouwend op mjj. Zeg mjj, wat gij van haar begeert, en ik zal het haar zeggen, wanneer ik kan.( Ik zal n een bood schap te Weenen sturen, als het mjj gelukt is, en dan mjjn loon van jo vorderen. Doe dan, wat ik verlaDg, om mjjnent maar ook om uwent wille. Ik zeg uacht het woord van eene oude vrouw, die meer weet en meer ziet dan gjj, want wat voor u duister is, is voor haar helder als de dag.# Guido moest zich ook naar dit verlangen schikken, wilde hj) niet onverrichter zake te- rugkeeren, bij verbrak ook geen belofte van geheimhouding, als hjj de oude in zjjn ver trouwen nam. De zigeunerin luisterde opmerkzaam, maar zjj verried door het hoofd te schudden, wan neer hij sprak, dat zjj hem geen groote hoop kon geven. Wordt venolffd.) mm ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Haarlem 1,10 PRIJS DBR ADVERTENTIE» AGITE MA NO» AGITATE THa GELEGENHEID VAN HET JUBELJAAR 1900.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1