NIEUWE
De oorlog.
bpitenTand.
No. 4523
Donderdag 28 Juni 1900,
25ste Jaargang.
Het Noodlot.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland I 2,80
Afzonderljjke nummers0.03
Dit blad verschijnt
iegelijk»behalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels i 1 50 Cent
Elke regel meer71/l
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
(Slot.)
Zoo kon men vragen en zich verwonde
ren, maar goed gezien en wel overwogen,
was het zeer onbillijk de Boeren hard te
vallen.
Laat ons eerst zeggen, dat het ons voor
de zaak der Republieken van ondergeschikt
belang voorkomt of zij al den laatsten tjjd
de sympathie van de wereld voor haar
strjjd gingen verliezen. De wereld is maan
den lang tot overloopen vol geweest van
sympathie en het heeft de Boeren luttel
gebaat. Van hen te verlangen zooals er
waarlijk deden, dat zjj wat meer vochten
al ware 't slechts om de sympathie niet te
verliezen, was werkelijk te mal.
Maar verdienden de Boeren, dat men hun
gaandeweg ontdeed van de voortreffelijke
eigenschappen, waarmede men hun aanvan
kelijk had aangedaan Wij meenen van niet.
Vooreerst weten wij nu dat er van een
algemeene moedeloosheid geen sprake onder
hen is. Dat heeft de kroniek van de laat
ste paar weken overvloedig aangetoond, en
vervolgens zjjn er zeer geldige redenen,
waarom de hoofdmacht der Boeren aan het
leger van Lord Roberts niet meer en
krachtiger slag heeft geleverd.
Dezer dagen hebben wjj gelezen, dat een
der Amerikaansche officieren, die den oor
log meemaakt, aan zijn regeering heeft
gerapporteerd, dat er nooit meer dan 25,000
Boeren in het veld hebben gestaan. Uit
de vele brieven ven Hollanders, in de Ne-
derlandsche pers opgenomen, en uit de
verslagen van de Vrjjstaatsche en Trans-
vaalsche bladen weten wjj ook, hoe gering
het aantal Boeren is geweest, dat zelfs in
de grodtste veldslagen tegenover de En-
gelschen stond. Dr. L i n g b e e k, leider
van de eerste Nederlandsche ambulance,
schrijft in een brief aan den voorzitter van
ons Roode Kruis, in een brief van den
27sten April: «Indien de Engelsche infor
matiedienst ook maar half goed ware, waren
de Tommies al in Pretoria. Maar zij den
ken altjjd met tienmaal meer Boeren te
doen te hebben dan er werkelijk zjjn». Om
Ladysmith, zoo zegt hg verder, hebben er
na December nooit meer dan drieduizend
gelegen.
Dit is een punt van overweging. De ge
talsterkte van de Engelschen was te groot.
Met een tegen tien vechten gaat nog, als
FE Ü1LLBTOJV.
Vervolg.)
Het bericht, dat den geheimraad een ongeluk
is overkomen, heeft zich terstond in huis ver
spreid.
De dienstboden stroomen naar de kamer,
turen door de open denr van het sterfvertrek,
allen zjjn diep getroffen over het plotseling over
lijden van deD ouden heer.
Hjj was mild en weldadig geweest, er was er
niet een onder het dienstpersoneel, die niet met
de banden der dankbaarheid van den ontslapene
was gebonden.
Nog vermoedt niemand onder de bedienden,
dat hier een misdaad is gepleegd, een gruwelijke
moord
Men fluistert onder elkaar vsn een aanval
van een beroerte, zekerheid kan echter alleen
de dokter geven.
Johann keert terug, op den voet gevolgd door
dr. Jensen.
Deze wenkt met de handhet dienstperso
neel verlaat zacht de kamer.
Nu gaat hjj het slaapvertrek binnen;
Abel, trekt de gordjjnen open, beveelt
hij.
De oude grijze bediende staat van de knieën
op en volbrengt dit bevel.
De dokter treedt naar het bed hij schrikt
als hq den doode in het gelaat ziet,'
die tien recht op dien eenen in zjjn ver
dekte stelling aankomenmaar als er zes
van voren aanvallen, en twee aan weers
kanten met een boog om dien eenen heen
trekken en hem in den rug dreigen aan
te vallen, dan zit er niets anders op, dan
dat die eene zich uit de voeten maakt.
Dat is de verklaring van het gedurig
terugtrekken van de Boeren in het noorden
van den Vrijstaat en toen van Johannes
burg op Pretoria en van Pretoria verder
naar het oosten. De overmacht van de En
gelschen zal telkens niet veel minder en
in enkele gevallen wel meer dan van tien
tegen een zjjn geweest. De Boeren waren
telkens van plan stand te houden groe
ven schansen enz., maar als zjj de liniën
der Engelschen zich mjjlen ver zagen uit
breiden en de vleugels links en rechts za
gen toevouwen, waardoor zij van drie kan
ten tegeljjk bestookt en ten slotte inge
sloten zouden worden, dan moesten zjj wel
aftrekken. Dat waren gemakkeljjke over
winningen van Lord Roberts. Het was
een uitnemende taktiek van hem alleen
geeft men er hem wel wat te veel eer van
in Engeland. Het is geen uitvinding van
hem, al hebben de andere Engelscbe ge
neraals in het begin van den oorlog ge
daan of er nog nooit gedacht was aan het
nut van een omtrekkende beweging.
Dan is er nog iets, de artillerie. Hoe
veel stukken geschut Lord R o b e r t s tot
zjjn beschikking hadweten wij niet. Te
Paardeberg had hjj er al ruim honderd
en dat getal is gedurende zjjn oponthoud
te Bloemfontein aanmerkeljjk vermeerderd.
Daartegenover konden de Boeren misschien
ook niet veel meer dan een tiende gedeelte
stellen, en tegenover het zware scheeps
geschut der Engelschen waarschjjnljjk niet
eens hun Creusots, die voor de bewegeljjk-
heid welke de Boeren hier moesten in acht
nemen, te zwaar zjjn. In het slechts heu
velachtig terrein van het noorden vaD den
Vrjjstaat is dat een overwicht, dat meetelt.
Johannesburg verdedigen ging nietde
stad was niet op een verdediging ingericht.
Men zou daarvoor ook een aantal burgers
hebben moeten afzonderen die men niet
missen kon en het eind was geweest, dat
men zich met man en paard had moeten
overgeven, en nog eens, de Boeren hebben
geen paar duizend man te missen. Dit geldt
ook voor Pretoria. Hier had men 't stel
lig laDger kunnen volhouden, maar de plaats
Bjjna had hjj uitgeroepen
Moord.
Toch dringt hjj het woord op de lippen
terug.
Zjjn eerste blik heeft hem overtuigd, dat de
grjjsaard een gewelddadigen dood gestorven ia.
Tkérèse heft haar hoofd van het kussen op,
ziet den dokter met betraande oogan aan en
haar lippen trillen krampachtig.
Zij vond geen woorden.
Freule, de dierbare grjjsaard ging tot
God, zegt de dokter op plechtigen toon. Bid
voor hem.
Anna slaat de armen om haar meesteres heen
en voert haar van het bed weg naar een stoel.
Tiérèsa zinkt daarop ineen, zij is als gebroken.
Anna knielt voor haar neer. Het goede meisje
dcet moeite, om Thérèse te troosten, maar deze
ia ontoegankelijk voor eiken trocst. Haar smart
is nog te vereeh, te onverwacht gekomen, heeft
haar met te veel vertwijfeling vervuld.
Zjj denkt niet meer aan den luitenant, aan
het diamanten kruie, vergeten is alles door deze
groote smart.
Haar ouders heeft zjj nooit gekend, zjj was
eerst eenige maanden oud, toen dezen haar door
de cholera werden ontrukt.
De thans overledene heeft, buiten haar vader,
geen ander kind gehad en al zjjn liefde en tee-
derheid heeft hjj op het kleine weesje, zjja be
koorlijke kleindochter, overgedragen.
De dokter onderzoekt het ljjk. Een bjjna
vreeseljjke ernst ligt op zjjn trekken uitgedrukt.
Abel, die hem helpt, bemerkt dit.
Op hetzelfde oogenblik vertoont luitenant
is hoogstwaarschjjnljjk tegen een geregeld
beleg door een van alle benoodigdheden
voorzien leger niet bestand. Erwastewei-
nig geschutzoowel zware stukken voor de
forten als kleine stukken voor de verdedi
ging van de ruimte er tusachen waren er
niet genoeg. En had men a! wat er beschik
baar was voor gebruikt, dau was er voor
het leger te velde niets overgebleven. Men
heeft dus de stad prjjsgegeven, niet omdat
men den oorlog als gedaan beschouwde
maar om met grootere kans op goeden uit
slag hem op gunstiger terrein hardnekkig
voort te zetten.
En nu is er nog een puntwaarop m
dezen oorlog te weinig de aandacht is ge
vestigd en dat ter beoordeeling van den
geest onder de Boeren toch van groot ge
wicht is. Het Engelsche leger heeft een uit
muntende intendance, die over onbeperkte
geldmiddelen beschikt en zonder eenige
stoornis uit alle hoeken der wereld kon laten
aanvoeren al wat tot verlichting van den
dienst te velde kou strekken. Kleeren voor
de manschappen, bedekking, tenten, voed
sel de Engelschen mogen er in som
mige gevallen voor korten tjjd gebrek aan
gehad hebben, spoedig was toch al waar
aan men behoefte had aanwezig.
Maar de Boeren? Zjj hadden eigenljjk
geen intendance. In hun vroegere oorlogjes
namen de burgers zeil mee wat zij noodig
hadden. De veldtocht duurde dan gewoon-
ljjk niet lang en er was wel gelegenheid
om voor de behoeften van die kleine com
mando's te zorgen. Nu was het heel wat
anders. Om de duizenden burgers te velde,
dikwerf op enormen afstand van de stapel
plaatsen, gedurende zoo langeD tjjd van het
noodigete voorzien, daartoe schoot het haas
tig in elkaar gezette commissariaat geheel
j te kort. Een jarenlange voorbereiding van
een uitgebreid vast korps van officieren en
manschappen zou noodig zjjn om dat behoor-
ljjk te doen. Ook in dit opzicht hebben die bjj
uitnemendheid practische Boeren wonde-
I ren gedaan, maar dat neemt niet weg, dat
de commando's te velde groote ontberin
gen hebben geleden.
De voeding was in vele gevallen geheel
ontoereikend, bestond soms weken lang uit
een ttuk hard brood en vleesch; soms was
er zelfs geen zout. Dan was er groot ge
brek aan tenten weken lang moesten de
burgers onder den blooten bemel slapen,
Paul Von Dahlon zich op den drempel van de
sterfkamer.
Hjj ziet er uit als eeu geest, zoo wit is zjjn
gelaat, zoo verwilderd ataan zjjn oogen.
Bij siddert, ten prooi aan innerljjke ontroe
ring, leunt tegen den deurpost, als week de
grond onder zjjn voeten, slechts met moeite
houdt hjj zich staande.
Thérèse kwam in het priëel niet terug en
daarom ging hjj in huis om haar te zoeken.
Daar hoorde hjj de vreeseljjke tjjding van den
dood van den ouden heer en begaf zich naar
de sterfkamer.
Dit verklaart zjjn plotseling binnentreden.
Zjjn voorhoofd is vochtig, koud, en tooh ha
merden zjjn polsen en slapen als dreigden zjj
te bersten. Schuw dwaalt zjjn oog naar den
doode, ontzet wendt hjj zich van dat stille,
strakke gelaat.
Niemand schjjnt hem op te merken.
Met bjjna bovenmenscheljjke inspanning be
dwingt hjj zjjn aandoening en treedt met wan
kelende schreden op Thérèse toe.
Lieve nicht.
Zjj slaat de oogen tot hem op. De zonnige
glans daarvan is gedooid onder de opwellende
tranen.
Bij grijpt haar hand, zij schjjnt het niet eens
te bemerken.
Bedwing uw smart, zegt hjj zacht. Ik be
ween zjjn dood met u. Gjj zjjt niet verlaten,
gtj weet, ik ben voor u een vriend, die bereid
is zijn leven voor u op te offeren. Wjj beiden
hebben in den doode een edel hart verloren,
wjj zullen hem nog lang missen, maar laten wjj
in de scherpe koude. Weet mendat het
bijv. in Mei 's nachts tien en meer graden
Fahrenheit vroor Een correspondent van
Reuter heett het dezer dagen nog ge
meld. En dan had men niet eens altjjd
goede kleeding.
De gevolgen zijn niet uitgebleven. Als
men in de brieven van de doktoren onzer
ambulances tusachen de regels las en men
sprak eens met mannendie goed inge
licht warendan hoorde men wat liefst
vefborgen werd gehouden, dat er ul. zwaar
geleden werd onder de burgers, dat aller
lei ziekten schromeljjk onder hen huis hiel
den ingewandsongesteldheden tengevolge
van slechte voedingveel rheumathiek,
typheuse koortsen door het slechte drink
water enz. En daarbjj bedenke men, dat
de Boer het thuis goed gewend iszich
krachtig voedt, aan kleeding noch dekking
gebrek heeft is 't wonder, dat er in de
lange, lange maanden van zulk ontberen,
dat er in die mauuen met slechte gezond
heid een geest van moedeloosheid kwam
gevaren en velen wanhopig naar huis toe
gingen
Hooren wjj nog even wat dr. L i n g-
b e e k in den aangehaalden brief zegt
«'s Nachts is 't hier inderdaad koud en kan
men gerust in huis en daar buiten twee
dekens verdragen. U kunt zich voorstel
len, wat de arme burgersdie thans op
paardeucommando zijn, moeten uitstaan.
En 't eind Wel als er geen interventie
komt, en die zal wel niet komen, dan kan
nen we 't toch niet uithouden, hoe dapper
de menschen ook zjjn het duurt te lang
om een pressie van een paar honderddui
zend soldaten tegen te houden.» En dan
volgt wat wjj al aangehaald hebben over
de getalsterkte der Boeren.
Dus, laat ons onverzwakt onzen eerbied
houden voor dit kleine volk der Boeren dat
onder zoo njjpende omstandigheden het zoo
lang heeft uitgehouden tegen de geweldige
overmacht van het Engelsche leger, tegen
de Britsche wereldmacht, en dat het nog
niet opgeeft, neen waarljjk niet.
Frankrijk.
Het Parjjsche Comité pour l'lndépendance
de» Boers, bestaande uit 20 senatoren, 14
afgevaardigden, 2 letterkundigen en 2 schil-
ons onderworpen schikken in den wil van het
lot. De dood staat altjjd op den drempel van
den ouderdom. De afgestorvene bereikte een
hoogen leefijjd, zjjn overljjden kan ons niet
onverwacht toeschjjnen.
Zij luistert naar de klank zjjner stem, m».r
verstaat nauweljjks zjjn woorden. Haar geest
is door den zwaren slag als beneveld, haar ge
dachten vergaan door haar hevige ontroering.
Hjj is dood, mompelt zjj en haar hoofd
zinkt weer op haar angstige zwoegende borst.
De dokter komt van het bed terug, hjj heeft
met het onderzoek van het ljjk geëindigd.
De man is als geheel veranderddiepe, on
heilspellende ernst ligt op zjjn gelaat uitgedrnkt,
zjjn oogen staren de omstanders doordringend
aan alsof zjj in de harten willen lezen.
De luitenant nadert hem.
Een beroerte, dokter?
De gevraagde ziet hem aan, schudt het hoofd
en antwoordt zacht
Neen.
Zjjn blik dwaalt naar Thérèse, die op nieta
om haar heen acht slaat, daarop fluistert hjj
den luitenant toe:
Een moord.
Een siddering vaart den jongenman door de
leden, zjjn gelaat wordt loodklenrig, zjjn oogen
die uit hun kassen puilen, zjjn strak op het ge
laat van den dokter gericht.
Ja, een moord, herhaalt deze zacht, da
arme grjjsaard werd door misdadige handen
verstikt.
Wordt vervolgd.)
2tegëlaó voor <3Toord- en Suió-dCollanó.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
AGITE MA MOTS AGITATE
PRIJS DER ADVERTENTIE!?.