NIEUWE
Wagëlaó voor cfiooró- on SSuió-tJCollanó.
Een Koningschap.
No, 4530.
Zaterdag 7 Juli 1900
25ste Jaargang.
Het Noodlot,
BUITENLAND,
Dit blad verschijnt
iagelijkbehalve Zon- en Feestdagen.
B U B B A USt. Janstraat Haarlem.
/1,10
1,40
<2,80
«0.08
Van 16 regels50 Cent
Elke regel meer7yf
Groote letters worden berekend naar plaataruimtef
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie fc Contant
Redacteur-C i t g e v e r, W. KAPPERS.
Het vorstelijk gezag is door slle eeuwen
heen onafscheidelijk verbonden geweest aan
de geschiedenis van het menschdom.
Hier was het de Patriarch die het hoogste
gezag over een volk voerde en als stam
vader tevens met de hoogste macht bedeeld
was. Daar zien wjj koningen als leiders
van een volk en elders zien wjj keizers
den scepter over hun volk voeren, terwijl
zelfs de President eener Republiek, als ware
het een Patriarch uit de oudheid, als een
modern Patriarch de koningen en keizers
vervangt.
Toch blijft in al die gezagvoerders, in
al de monarchen, onder welken titel zjj
ook als hoofd van een staat voorkomen,
het zedeljjk begrip van het koningschap
voortleven.
De zedelijke invloed?
Is ook deze vooral even sterk, even groot,
even omvangrijk? Is deze wel overal van
dien aard, dat hjj gel jj ken tred houdt met
het verhevene, het majestueuse van het
koningschap?
Laat dat niet veel, zeer veel te wen-
schen over? En doet de geschiedenis der
laatste jaren vooral ons niet denken aan
een koningschap, dat zjjn eigen grootheid,
zjjn eigen macht niet kent en zich maar
al te vaak verlaagt tot een titel, die zich
oplost in vontelijken praal en pracht, maar
alle zedelijken invloed mist?
Reeds meermalen brachten wjj hier in
herinnering, hoe de Europeesche vorsten
hnn gezag en hun macht, maar niet min
der hun plicht vergaten, toen het christe-
ljjk hart pijnljjk getroffen werd bjj het
vernemen van al het bloedvergieten onder
de Armenische Christenen.
Ontsnapte toen niet aan menig chris
tenhart de verzuchting «zgn dat nu onze
christenvorsten
Wat deed het christelijke Europa, toen
de naar goud en macht dorstende Yankee's
onder den schjjn van broederlijke genegen-
FE VILL B TON.
Vervolg.)
Anna greep naar haar hart, haar knieën knik
ten, zij zonk op een stoel neer en liet troosteloos
het hoofd hangen.
De rechter van instructie ging meedoogen-
loos voort
Hjj en gjj waart nauwkeurig hier in huis
bekend en op de hoogte van de gewoonten
van den geheimraad. Gjj hebt het plan te sa
men beraamd en ten uitvoer gebracht. Sloten
en grendels hebt gjj gesmeerd, in de deur, die
op de gang uitkomt, twee gaten geboord, deze
kattesnaar aan den grendel bevestigd en het
eind door de gaten gestokenDit alles deedtgjj
op aanwijzing van uw verloofde.
Neen, neen, bjj alle heiligen, neen 1 roept
zjj uit. Mjjn beminde heeft mjj nooit tot zoo iets
aangezet.
Anna, gij liegt! klinkt het van de lippen
van Tbérèse. Gij hebt gisteren de sloten en de
grendels gesmeerd, ik zag het.
Aha, daar hebben wjj,'!, roept de rechter
van instructie uit. Wilt gjj nu nog ontkennen?
De sloten en grendels heb ik gesmeerd, zegt
Anna verlegen, ik had het vergeten. De geheim
raad heeft het mij zelf bevolen en matkies Ma-
rinelli was er bij. Hij zeide dat de deuren zoo
piepten. Beide heeren waren in deze kamer,
terwijl ik de slaapkamer opruimde. De deur
i heid tegenover de Cubanen een der schoon
ste bezittingen aan de Spanjaarden, aan die
oude heldennatie wederrechteljjk ontnamen?
Hoe was Europa verrnkt toen Duitsch-
land's Keizer op den voet der oud-M'd-
deneeuwsche vorsten optrok naar het land,
waar eens kribbe, kruis en graf van den
Verlosser der wereld, van den Stichter des
Christendoms gestaan hebben? Maar hoe
diep werd het hart dier zelfde christenen ge
krenkt, toen die zelfde Keizer op dien zelf
den kruistocht zich ging verbroederen met
den aartsvjjand van het Christendom, met
den fanatieken Sultan vau Turkjje.
In Frankrijk, het palladium der zonen
van Clovis en Jeanne d'A r c, in het
land van Godfried van Boullon,
ook het land der Heilige Lodewijken
is het koningschap opgelost in een con
stitutioneel Presidium, dat daarom- nog
geen bakermat van vervalsching, kuiperij
en onrecht behoeft te zgn, en toch zoo
dikwijls reeds getoond heeft tegen al dat
kwaad, dat eens een volkskanker dreigt te
worden, niets te vermogen.
En hoe treedt het koningschap op in
den schandelijken strijd, die gevoerd wordt
tegen een rustig, kalm en arbeidzaam volk,
tegen de Transvalers, die het recht van
anderen niet wenschen te schenden, die
den eigendom van anderen niet begeeren,
maar die zoo veel te meer eischeneer
biediging van hun recht, eerbiediging van
hun eigendom
Eenige geldmannen geen mannen die
geld bezitten, maar mannen die door het
geld bezeten worden, die aan het geld on
derworpen zgn, die alles veil hebben om
te voldoen aan de laagste en de hoogste
eischen die de geldzucht stellen kan, man
nen die de eer van de kroon moesten op
houden en verdedigen hebben zich op
dat eerzaam volk geworpen niet om rede
nen van politiek, recht of onrecht, maar
om hun goud en goed fe bemachtigen.
En alle volkeren zwjjgen, alle volkeren
zien toe, omdat alle vorsten dezer aarde,
stond open en ik boorde duidelijk dat de mar
kies er over klaBgde. Terstond riep de geheim
raad mjj en gaf mij bet bevel.
De rechter van instructie wendt zich tot
Tbérèse.
Weet gjj er iets van, freule?
Deze schudt het hoofd.
Dus niet.
Hjj wendt zich weer tot Anna.
Gjj verwart u in uw eigen verklaringen
en mengt leugen en waarheid door elkaar. Vol
gens mjjn overtuiging is Stein de misdadiger.
Gjj hebt hem tot middernacht in uw kamer of
ergens anders verborgen, toen sloop hjj in de
slaapkamer, verstikte den geheimraad met den
chambercloak, nam den sleutel van de brand
kast onder het hoofdkussen weg, roofde den
inhoud en legde den sleutel weer op zjjn plaats.
Gjj beiden rekendet er op, dat men den dood
zou toeschrjjven aan een aanval van beroerte.
Bekent gij, dat het rich zoo heeft toegedragen?
Anna is sprakeloos van ontzetting. Zjj
Siein zjj samen zouden den moord gepleegd
hebben Neen, neen, zjj droomde het zeker
slechts, dat kan geen werkelijkheid zjjn. Zjj be
tast zich, ziet nu den een, dan den ander hul
peloos, smeekend aan, dan ontsnapt een hart
verscheurende kreet haar lippen, zjj is tot het volle
besef van haar toestand gekomen. Tranen wellen
in haar oogen op en biggelen over haar wangen.
Neen, neen, knikt zij met krampachtig
zwoegende borst, niet Stein, niet ik, de luitenant.
Haar keel is als dichtgeschroefd, haar laatste
woord is nauw verstaanbaar, zjj huivert.
Zjj ziet er erbarmeljjk uit en toch wenden
zich verbergen achter eene coustitutioueele
onzijdigheid hun koninklijke plichten ver
geten en het onrecht zijdelings steunen,
steunen door hun zwjjgen.
Op twee belangrjjke feiten fmeenen wjj
hier nog te moeten wjjzen.
Terwjjl koelheid, koudheid en onverschil
ligheid als ware het, als een band geslin
gerd zgn om de feiten, die de hedendaag-
sche geschiedenis vormen, komt eene en
kele gebeurtenis met te meer recht op
erkenning op den voorgrond.
Terwijl men zich overal onttrekt aan de
rechten en plichten der naastenliefde, zich
overal onverschillig betoond voor het ge
luk van anderen, zoowel als voor het recht
van het gezag, stroomen duizenden en tien
duizenden naar Romenaar de bakermat
van geloof en wetenschap de grondslag
van gezag en recht om daar in den grjjzen
Opperpriester op het Yaticaan het hoogste
gezag der wereld te eerbiedigen, te prjjzen,
te huldigen.
Vaderlijke liefde en teederheid, kinder
lijke eerbied en onderdanigheid wedij veren
daar om elkaar datgene te geven, wat de
liefde alleen in staat is in het leven te
roepen.
Daar is geen sprake van nationaliteit en
toch wordt ze geëerbiedigd tot in de hoogste
eischen.
Daar is geen sprake van constitutioneele
onzijdigheiden toch kunnen daar aller
belangen besproken en behartigd worden,
zonder de belangen van anderen te scha
den, omdat daar het ware en zuivere en
1 ongeschonden recht gehandhaafd wordt. Een
I tweede, zeer belangrjjk feit, zien wij in de
gebeurtenissen in China.
De christeljjke Europeesche Mogendhe
den hebben, iu den laatsten tijd een groot
onrecht laten geschieden omdat zjj niets
deden van wat in hun vermogen was om
dat onrecht te voorkomen.
De Engelsche natie, die bljjkens de con
sulaire verslagen op de allereerste plaats
belang heeft bij een vreedzamen gang van
allen zich van haar af, ook Théiése, alleen de
rechter van instructie niet.
Deze ziet haar aan met zjjn koelen blik, als wil
hjj tot op den grond van haar hart doordringen.
Beken gebiedt hjj haar op barschsn toon.
Uw onzinnige aanklacht komt slechts voort
nit uw angst en bewjjst, welbeschouwd, uw
medeplichtigheid aan de misdaad. Beken, ik
bezweer bet u bjj uw zieleheil.
Anna kan nog alljjd niet spreken, zjj is half
bewusteloos, aan vertwijfeling ten prooi en weent
bitter.
De oude Abel staat aan de deur. Met koorts
achtige spanning heeft hjj het verhoor gevolgd,
meermalen naar voren willen treden en spre
ken, maar hjj heeft het niet gedaan.
Thans ziet dokf«r Jensen hem vragend aan.
Ik heb den moordenaar gezien, heeft |hjj
tegen deze gezegd en thans herinnert hjj het
zich en begrjjpt dien vragenden blik.
Dokter Jensen schjjnt medeljjden met de
arme Anna te hebben, te hopen dat Abel als den
waren moordenaar een ander dan Stein zal noemen.
Abel komt voor de tafel.
Mjjnheer de rechter, ik heb den moorde
naar gezien.
Deze beteakenisvolle woorden werken electri-
seerend op allen, ook op AnnB.
Hoopvol heft zjj het hoofd op, haar tranen
verdwijnen plotseling, haar oogen beginnen te
glinsteren.
Heeft Abel den moordenaar gezien, dan moet
ook de verdenking van haar en Stein terstond
weggenomen worden.
De luitenant schjjnt te verschrikken, van kleur
zaken in het Chineesche Rjjk, wordt door
de onlusten daar op de eerste plaats in het
hevigst getroffen.
(Zou men soma deuken, dat de Boksers
niet weten waarom zjj juist nu trachten
huu slag te slaan
Maar iu het lot, dat alle christeljjke mis
siën en de gezanten bedreigt, worden ook
de overige Mogendheden getroffen, die nu
niet meer onzjjdig kunnen bljjven maar
feiteljjk door de omstandigheden gedwon
gen worden voor de belangen hunner eigen
uatie op te komen.
Waarljjk, bij het zien van dit alles is men
geneigd te zeggen digitus Dei est hic, hier
is de vinger Gods in het spel, die op ge
voelige wjjze den gezaghebbenden wjjst Qp
hun plicht en hen tevens verwjjt dat zjj te
kort gedaan hebben in de handhaving van
het recht waartoe hun plicht beu gebiedt.
KO.)
Engeland.
De Khedive van Egypte, nog altjjd
te Londen vertoevende, wordt daar mei bjj-
zondere hoffeljjkheid bejegend.
De Lordmayor van Londen gaf Maan
dag een dejeuner in Guildhall ter eere van
den hoogeu gast. De Prius van Wales,
de Hertogen van YorkenConnaught,
lord Salisbury en vele parlementsle
den zateu mede aan. Er werd getoost op
het voortbestaan der goede verstandhou
dingen tusschen Egypte en Engeland.
Op straat wordt de Khedive steeds toe
gejuicht.
Duitschland.
De RegeeriDg te Berlgn schjjnt te be-
grjjpen dat in China een graantje te pikken
valt. Behalve de reeds gemobiliseerde di
visie, bestaande uit vier pantserschepen
en een kruiser, zullen nog 12.000 man
troepeD, samengesteld uit infanterie, ca
valerie en artillerie naar China gezonden
worden, waardoor Duitschlaud ongeveer
over 20.000 man in het land der Langstaar
ten zal te besohikken hebben.
Ten einde tjjd te winnen en tal van
te veranderen, hjj fronst de wenkbrauwen, het
is niet te onderecheiden of het van angst, dan
wel van ontroering is.
Waarom hebt gjj dat niet terstond verklaard?
vraagt de rechter van instructie, die zioh snel
tot Abel keert.
Omdat ik eerst wilde afwachten of het
spoor van den waren moordenaar ook zonder
mjjn toedoen werd gevonden, antwoordt de grjjze
bediende met bevende stem. Het verboor van
Anna boeide mjj zoozeer, dat ik zweeg. De
moordenaar is Ludwig Stein.
Op deze verklaring volgt een gil uit den
mond van Anna.
In vertwijfeling buigt zjj het hoofd en de
ster van hoop, die een oogenblik den nacht
van haar ziel verlichtte, is eensklaps verdwenen.
Ik zag hem het huis verlaten, van
morgen omstreeks ses nnr, herneemt Abel.
Ik lag wakker op mjjn bed, de ouderdom be
hoeft weinig slaap. Stil was het in hnis, stil
als in een ledige kerkdaar hoor ik een ge-
druisch. Ik lnister. Loopt daar niet iemand
door de gang Ja, ik kon mjj niet bedriegen,'
hoorde de schreden duideljjk hoewel ook zwak.
Wie mocht er in hnis zoo vroeg al wskker sjjnf
Men slaapt hier andera lang. Ik stond op,trok snel
een paar kleedingstnkken aan en verliet mjjn
kamer. Deze bevindt zich aan het einde van
de gang, vandaar dat ik ook de voetstappen
kon hooren. Toen ik in de gang kwam, zag ik
juist, dat de huisdeur werd dichtgetrokken, er
moest dus iemand binnen geweest zjjn. Ik ging
de gang door, drukte op den knop van de
deur, deze was gesloten. Wordt vervolgd.)
Il l IK Ij
COUMIT.
ABOKNEMBNTSPEUS
Per 3 maanden toot Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland i
Afzonderlijke nummers, t
PBIJS DBB ADVEBTBNTIBW,
AGITE MA HOW AGITATE
14