NIEUWE
Waaêlaó voor cfëooró- en S/uió'iXollanó.
Trouwen of vrijgezel blijven.
No. 4535
Vrijdag 13 Juli 1900
25ste Jaargang.
Het Noodlot,
B lT T A L A N i).
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland J -..»»»
Aizonderigke nummers.
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUBSAUSt. Janstraat Haarlem.
/1,10
11,40
<2,80
<0.03
Van 1—6 regels50 Cem
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Redactenr-[Jitge ver, W. KüPPERS.
Ziedaar eene vraag die dagelijks gedaan
wordt en het hoofd van menigen jongeman
en jongedochter doet draaien.
Bergen hooge bezwaren doen zich voor.
Men wil wel getrouwd zijn maar men
schrikt terug voor de gevolgen die in onze
dagen van weelde en genotzucht niet zijn
te overzien. En dan klagen veel getrouw
den, dat hen den huwelijksband knelt om-,
dat zij wel de vreugde maar niet het leed
des huwelijks dragen willen.
Laten wij eens nagaan wat de oude jon-
geheeren alzoo tegen het trouwen hebben
in te brengen. Als men jong is, zeggen ze,
is het te vroeg om te trouwen en als men
oud is, is het te laat. Een gewoon praatje,
maar ze gaan verder en vertellen, dat eene
vrouw veel Doten op haar zang heeft en
veel gebrekenals men alleen is, dan is
men vrjj om te doen en te laten wat men
wil. De tijden zjjn slecht en de kinderen
lastige schreeuwersmen kan zich o, zoo
vergissen in een meisje, en als men eens
getrouwd is, zit men voor zijn leven lang
aan 't touw.
Men kan 's avonds vroeg naar huis
Want wiegen kunt ge t' huis.
En wat de brnid betreft
Als de brnid zit in de schuit
Dan zjjn alle liedjes uit.
In dat alles is veel waars. Maar de oude-
jongeheeren zjjn vergeten, dat ook zij eens
klein waren en dat ook zjj schreeuwers in
de huishouding genoemd werden. Zij denken
niet aan hun gebreken en letten te veel op
die van anderen. De philosoof Diogenes ging
eens in vollen dag met eene lantaarn naar
een man zoeken zonder gebreken, en |kon
er geen vinden.
Niemand is zonder gebreken, niets is vol
maakt op deze wereld, en als zulke jonge
lui, waarover wij spreken zich eene vrouw
lieten bakken geheel naar hun zin, dan nog
FEUILLETON.
(Vervolg.)
zou zij uit den oven komen met 't een of
ander gebrek.
De tijden zijn slecht, maar lieve hemel,
ze zijn altijd slecht geweest en zonder moeite
komt men tot niets in de wereldZonder
moeite niemendal, er is strjjd voor 't leven
en die strijd zal altijd blijven.
Wjj zien maar al te veel jongelui die,
op rijperen leeftjjd gekomen, een last zjjn
voor anderen Zjj trouwen niet, terwijl hun
niets in den weg staat. Hebben zjj het ge
luk van oud te worden dan is dat geen
geluk voor dezulken maar een ongeluk, daar
zjj maar al te dikwijls zonder toom van
het goede spoor afdwalen en slechts al
morrend en in verdriet van eene baatzuch
tige hand afhankeljjk worden in het ver
krijgen van hun voedsel en verdere benoo-
digdheden.
Zeker, er is eene uitzondering voor gees
telijken, kloosterlingen en enkele uitverko
renen, en, wjjl ze voor God leven en den
evenmensch, waakt er over hen eene bjj-
zoDdere Voorzienigheid.
Die verheven staat heeft eene bjjzondere
roepiDg en valt niet te vergelijken met den
man midden in de wereld aan alle harts
tochten ten ptooi. Daarom, buiten den gees-
telgken stand en eenige zeldzame uitzon
deringen, beweren wjj, is trouwen een eisch
van 't leven.
En waarom?
Omdat trouwen de regel is van den mensch,
de gewone weg waarop Adam onze eer
ste vader en Eva onze eerste moeder
6000 jaren geleden onder de zegening des
Scheppers, ons zjjn voorgegaan.
Trouwen is het woordtrouwen is de
wet, trouwen is de 'orde, uit trouwen volgt
een huisgezin, getiouwd gaat men arm aan
arm de kronkelpaden des levens in, onge
trouwd gaat men zonder steun, en met het
klimmen der jaren, hoe langer hoe meer,
men valt ten lange leste zonder dut een
vriend den eenling in het leven de oogen
sluit.
Het is toch waar
Hjj treedt voor het front.
De luitenant volgt hem met beklemd har'.-
Onderofficier Stein aantreden 1 klinkt de
barscbe stem van den in krijgsdienst vergrijsden
hoofdofficier over de plaats.
Stein treedt naar voren, de eene hand aan
de muts, de andere op den naad van de broek,
bljjft in kloeke houding voor den mejoor staan
en siet hem onbevreesd met de bruine oogen in
het hoogroode, baardige gelaat.
Tot uw orders, majoor.
Welgevallig rust de blik van den majoor op
den onderofficier, zijn oud soldatenhart schept be
hagen in den kloeken jongen, maar bjj laat dat
niet merken.
Als hij een moordenaar was, zou hij mij
niet zoo vrijmoedig kunnen aanzien, denkt de
majoor.
Overluid vraagt hjj
Waar sjjt gij vannacht geweest, onderof
ficier.
Stein wordt eensklaps bleek, zjjn wenkbrau
wen trekken samen, een huivering gaat door
zijn geheele lichaam.
Hij vindt niet zoo terstond een antwoord, op
die vraag is bjj niet voorbereid.
De majoor stampt ongeduldig met den voet
op deD grond.
Donnerwetter 1 schreeuwt hij, zjjt gij plot
seling stom geworden? Ik vraag waar gij van
nacht gewees* zjjt.
Stein is doodsverlegen, hij slaat de oogen neer,
angst spreekt uit al zjjn trekken.
Ik was ik wasstamelt hjj.
Verder komt hij niet.
Waar, kerel, waar? Spreek dan toch.
Vergeef mjj, majoor, zegt Stein op eenige-
zins vasteren toon, ik mag het niet zeggen.
Zijn ademhaling is zeer snel, zjjn gelaat wordt
afwisselend rood en bleek.
De majoor is in het eerst verbluft over dat
antwoord zjjn overtuiging wint veld, dat Stein
toch de moordenaar kon wezen en dat maakt
hem woedend.
Wat moet dat beteekenen Niet zeggen
Ik beveel u, spreek ik wil weten waar gij ge
weest zjjt.
Een zware zucht ontwelt aan de borst van Stein.
Treurig rust zjjn blik op het gelaat van den
majoor.
Majoor, al stond mjjn leven ook op het
spel, ik kan, ik mag u niet zeggen, waar ik
geweest ben. Mjjn eerewoord legt mjj het stil
zwijgen op.
De hoofdofficier is niet bjj machte, zjjn toorn
langer te onderdrukken.
Stein moest dan toch wel de moordenaar zjjo;
welke aanleiding kon hjj anders hebben om
zoo hardnekkig te zwjjgen. Hjj spreekt van zjjn
eerevoord, maar dat is zeker niets anders dan
een uitvlucht.
Majoor Von Taargau wordt bleek van woede
en ergernis.
Gedeelte smart, halve smart.
Gedeelte vreugd, dubbele vreegd.
Een ieder heeft mededoogen met een
echtgenoot of echtgenoote die ongelukkig
ismaar niemand bemoeit zich met een
ouden vrijgezel, tenzij hij gedienstige gees
ten vindt door en om zijn geld. Hjj staat
alleen in de wereld.
Wjj willen nu niet gezegd hebben, dat
elk jongmensch maar beslist moet trou
wen en dat 't er niet op aankomt waaneer
en met wie O, neen, ziet uit uwe oogen,
gij trouwlustige jongelieden, laat u niet
verleiden.
Gij neemt door een meisje te vragen een
zwaren last op uw schouders die, is uw
keuze goed, licht valt te dragen, maar is
uw kenze niet rjjp overwogen, een ramp
zalig leven u bezorgen ban.
Trouwt niet alleen om het geld. Nooit
heeft geld alleen aan iemand geluk ge
bracht.
Wie trouwt om het kot
Verliest het kot cn houdt de zot.
Trouwt niet alleen om de schoonheid
schoonheid is teer en bedrieglijk maar aan
ziet de familie, de opvoeding, den gods
dienst, bestudeer het karakter als een voor
naam punt voor uw toekomstig geluk, doet
dan uwe keus en dan eens uwen schat
gekozen, vooruit de wereld door, onder de
hoede der Voorzienigheid die alles bestiert
en regelt naar Haar hand.
Frankrijk.
Voor zjjn vertrek naar Algiers heeft ko
lonel B o u g o n, in een dagorder afscheid
j genomen van de officieren en minderen
van zijn regiment kurassiers waarover hjj
vier jaren lang het bevel heeft gevoerd.
Wij weten, dat kolonel B o u g o n door
den Minister van Oorlog, wien in de Fran-
sche Kamer verweten is het leger te des-
organiseeren, naar Afrika wordt gezonden
omdat hij dezen kranigen officier wil op
ruimen, De Kolonel roept dan ook aan het
j
Hel en duivel, de kerel wil mjj wat voor-
liegen, als ik hem beveel te spreken, raast hjj.
Gjj behoeft mjj niet te verzwjjgen, waar
gjj vannacht geweest zjjt; ik weet het!
Stein krimpt van schrik ineen, het angstzweet
vertoont zich op zjjn gelaat.
Ik weet het en ik zal het u zeggen, gaat de
majoor voort. Gjj begrijpt wel, dat uw leven
op het spel s'aat, wanneer gjj de waarheid spreekt.
Gjj waart in den sfgeloopen nacht ten huize
van den geheimraad Von Bosse, gij hebt den
ouden heer vermoord en hem anderhalf millioen
ontstolen.
Deze woorden hebben een verpletterende uit
werking op Stein.
Hij slat kt een doffen kreet, krimpt ineon,
grijpt naar zjjn hart, dat als door een kogel
wordt doorboord. Deze aanklacht treft hem als
een bliksemstraal uit de heldere lucht.
Wel bewegen zich zjjn lippen, maar hü kan
geen woord uiten.
Door de rijen der soldaten loopt een gemom
pel van verbazing.
Bekent gü, dat gjj de moordenaar en de
dief zjjt vraagt de majoor op dreigenden
toon.
S ein herwint het spraakvermogen.
Neen, majoor, neen, zoo waar er een God
in den hemel is, ik ben noch een moordenaar,
noch een dief.
I Neem den naam van God niet op uw
lippen, ellendeling^ buldert de majoor. Het is
bewezen, dat gjj den moord hebt gepleegd. Uw
stilzwjjgen omtrent de plaats, waar gjj vannacht
geweest zjjt, is een nieuw bewjjs voor uw schuld.
slot van zijn dagorder zjjn regiment toe
*Moed en vertrouwende menschen gaan
héén, maar Frankrijk blij ft.
Bjj de ontvangst van het Boerengezant-
schap op het stadhuis te Parjjs, voerde de
Burgemeester uit naam van den Raad het
woord en prees de heldhaftigheid van het
Boerenvolk.
Hjj dronk op de presidenten K r u g e r
en S t e jj n en op de strjjders ea het volk
der Zuster-republieken. De heer Fischer
dankte met warmte, drong aan op arbi
trage en betreurde den dood van V i 11 e-
b o i s - M a r e u i 1. Bjj het vertrek der
Zuid-Afrikaansche heeren weerklonk de
kreetWeg met de Engelschen
In de Fransche Republiek wordt niet
alleen in de Kamer van Afgevaardigden,
maar ook in de Gerechtszalen gevochten.
Te Sods werd de Voorzitter handgemeen
met den Procureur der Republiek en de
Rechters vochten mee. De hevigste scheld
woorden werden gewisseld en de Voorzit
ter werd zwart en blauw geslagen. Met
een opgezwollen gelaat is hjj naar Parjjs
vertrokken om zjjn beklag te doen bjj den
Minister van Justitie.
Rusland.
Het groote nieuws uit het Czarenrjjk,
dat de verbanning naar Siberië grootendeels
wordt afgeschaft zal een ieder met vreugde
begroeten. Voor zekere misdrjjven bljjft de
straf van verbanning naar Jakoeten, in
den noordoosthoek van Siberië, bestaan.
Opsluiting in gevangenissen komt inde
plaats van verbanning.
Verder verloor iemand die tot verban
ning veroordeeld werd onder het oude
stelsel al zjjne eigendommen, die aan zjjne
erfgenamen kwamen hjj hield op de echt
genoot van zjjn vrouw, de vader van zjjn
kinderen te zjjn, hjj was dood voor de
maatschappij. Onder het nieuwe stelsel
verliest hij alleen zjjn persoonljjke vrjjheid
gedurende zjjn straftjjd.
De nieuwe wet treedt 14 Januari 1901
in werking.
Engeland.
Vier weken lang heett de werkstaking
geduurd der Londensche dokwerkers, zon
der dat deze menschen eene enkele con
cessie hebben verkregen. Nu hebben ze
met drie tegen een besloten den arbeid
te hervatten gedwongen door de ellende
01 als ik spreken mochtroept Stein
uit en tranen wellen in zjjn oogen op. Met
weinige woorden zou ik zulk een vreeseljjke
verdenking van >jj kunnen afwenden
Gjj zjjt dus niet in het hnis van den ge
heimraad geweest vraagt de majoor en er klinkt
bittere spot nit zjjn toon.
Neen, ik was ergens anders.
Waar dan, waar? bjjt de majoor hem tns-
schen de tanden toe. Wanneer gjj een geloof
waardige verklaring kunt afleggen, waar gjj
vannacht geweest zjjt, dan toont ge natunrljjk
daardoor uw onschuld aan.
Ik mag niet spreken, majoor, mjjn eere
woord verbiedt het m$, mjjn eerewoord, dat ik
gegeven heb aan iemand, wiens geringste wenk
voor mjj een bevel is. Mjj zeiven kan ik niet
redden zonder een meineedige te worden,
waardoor ik zjjn toorn op mjj zon laden, maar
bjj kan het en hjj zal het ook doen, dat hoop
ik althans, hjj zal spreken, wanneer hjj verneemt,
wat mjj overkomt en al zon hjj ondanks ook
meenen, te moeten zwjjgen, dan zal hjj mjj toch
niet aan mjjn lot overlaten en mjjn leven als
offer aannemen, want zjjn wil vermag den diep-
sten kerker te ontsluiten. Voor hem zwjjg ik,
voor hem laad ik die vreeseljjke beschuldiging
op mjj. Hjj zal de grootheid van zelfopoffering
erkennen en mjj vorsteljjk beloonen voor mjjn
onkreukbaren trouw.
Eerst heeft zjjn stem diep weemoedig ge
klonken, maar allengs verkijjgt zjj meer vast
heid, om zich ten slotte vol geestdrift te uiten.
(Wordt vervolgd.)
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
PBIJS DEE ADVBBTENTIEN,
AGITE MA NON AGITATE
19