NIEUWE ïïagBlaó voor cfëooró' on SCuió-vJCollanó. Amsterdamsche Brieven. No. 4539, Woensdag 18 j Juli 1900, 25ste Jaargang. Het Noodlot. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland I 1 Afzonderlijke nummers, Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B U B E A TTSt. Janstraat Haarlem: /1.10 «1,40 «2,80 «0.03 PHIJS DBS ADVEBTENTIBN. Van 1—6 regels i l i i i l l 50 Cent Elke regel meer71/* Groote letters worden berekend naar plaatsruimte| Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant AGITE MA NON AGITATE. Redacteur-Uitgever, W. KAPPERS. 16 Juli 1900. Ja, zoo gaat het. Van uitstel zou weer afstel komen. Misschien heeft een trouwe lezer van de Nieuwe Haarlemsche Courant ik hoop het ten minste, uit schrijvers ijdel- heid, al eens gedacht of gezegd: «waar bljjven de Amsterdamsche brieven Is de briefschrjjver naarPargs? Ofnaareene badplaats om uit te rusten - Naar Pa- rjjs Het ware te wenschen, dat dat er aan zatWat zoude hg mooie Parjjsche brieven, in plaats van Amsterdamsche brieven schrij ven! Naar eene badplaats? Met het afschuwelijk weer, wat wjj gehad hebben, God zjj dank, niet. /^Misschien heeft de dichtkunst dan wellicht [haar tjjden// zeide Da Costa en zoo'n briefschrgverjj heelt ook wel eens haar tjjden. En stof, weet je, stofDaar zit hem de knoop Enkele dagen geleden kreeg ik be zoek van een goed vriend uit Maastricht, een welgedaan, joviaal man, een liefheb ber van kunst en van een lekker glas bier. Nu daar is hg Limburger voor. Wjj woon den een mooi concert bjj in het Concert gebouw, dronken een heerljjk glas bier in «Franciskaner» en wandelden toen terug naar het Leidsche plein. Maar niet door de drukke straten. Mjjn vriend is wat op zijn gemak gesteld. Een grachtje om. Ik sloofde mg uit, hem het pittoreske van Am sterdam's Keizer- en Heerengracht te doen bewonderen 1 Ik houd zoo van die grach ten! Ook 's avonds, vooral 's avonds met haar geheimzinnige verlichting. Die lange reeks lichtjesspelende in de rimpelende grachten, tusschen de donker-bogige brug gen, langs de dicht bebladerde 'ooomen. Verrukkelijk, phantastisch, heerlgk Ik had mooi praten. Hg lachte mg uit. «Mooizei hg, «mooi Ben je mal, ke rel Somber, akelig. Wat een huizen Het ljjken wel allemaal gevangenissen. Stijf, akelig. En wat een verlichting Daar, kjjk FE Ü1LLBTON. 28 Vervolg.) Evensla Anna houdt hjj den luitenant voor den dader. Hjj heeft honderden redenen om aan diens schuld te gelooven. - De luitenant PaulVon Dahlen is de moor denaar F roept Stein met stemverheffing uit, met het geliefde mei»je in den linkerarm geklemd, terwjjl hjj met de rechterhand op den officier wjjst. Ik klaag hem aan in naam van zjjn slachtoffer. De luitenant geraakt buiten richzjlve van woede, hjj kan zich niet langer beheerschen. Met een ruk heeft hij zjjn sabel getrokken en nadert Stein met dreigende gebaren. Ellendeling, herroep die woorden, of ik stoot u neder. Do rechter yan instructie houdt den luitenant aan den arm terng. Vergeet u niet, kalmte, wat ik u verzoe ken mag. Ik behartig nw zaak, laat haar gerost aan mjj over. De luitenant steekt aarzelend zjjn degen op, het kost hem moeite zjjn woede te bedwingen. Daarna gaat hjj terug naar de zjjkamer. Een bittere glimlach plooit de lippen van Stein. De reohter van instructie trekt partjj voor den [luitenant, kan het ook anders F Zjj zjjn vrienden. Stein weet dat en daaruit verklaart hjj alles. eens die holte daar. De duisternis komt op je aanloopen net zoo'n ding voor een sluipmoordenaar. Neen, dan ziet het er te Brussel anders uit. Wat een boulevards daar, wat een chique huizen, en wat een verlichting Men schjjnt te Amsterdam nog niet te weten wat men met electriciteit doen kan Ik stond perplekst en zweeg. Tegen zoo'n woordenstroom was toch niets te doen Maar den volgenden dag ging ik dadeljjk naar de Marnixstraat kjjken, hoe ver men al was met den eersten electrischen tram, dien Amsterdam zal bezitten. En, Gode zjj dankhet was eene verlichting voor mjjn hart, men schiet er mede op. In Augustus zal hg rjjden. Ea ik zal er mg over verheugen, wani ik houd van ons mooie Amsterdam en kan niet hebben, dat men andere steden prjjst boven haar! En de electrische verlichting zal er ook wel komen. In het nienwe Linnaeus-park, in het begin van de Watergraafsmeer, zal men het immers beproeven. En dan zal het wel overwaaien Nur nicht vertsagen Alles komt wel, als we maar tjjd van leven hebben. Of intusschen al die nieuwigheden en fraaiigheden de menschen beter maken Dat is wat anders. Vlugger worden ze er zeker niet door. Heb ik me dezer dagen niet geërgerd over een paar jongelui, die het, o, zoo on doenlijk, zoo vreeseljjk vonden om naar het einde van den Overtoom naar Schinkel haven te loopen. Nota bene het was nauwelijks twintig minuten ver en die daar voor noodzakelijk een trammetje moesten hebben. Ik geloof, dat de stumperts ons van harte beklaagden, mijne vrouw en mg, omdat wjj te voet naar het Station wandel den, van het Paleis voor Volksvljjt naar den IJkant. Er worden in Amsterdam heel wat dub beltjes vertramd uit louter gemakzucht want het gemak dient den mensch, maar de beurs ook? Het valt hem niet in, hoeveel onrecht hjj den eerljjken rechter aandoet. Hjj kust Anna op hot gelaat en fluistert haar toe Wanhoop niet, onze onschuld zal bewezen worden. Op een wenk van den rechter van instruc tie slsat de inspecteur van politie Pilt het laken terug, dat het gelaat van don doode bedekt. Ludwig Stein, Anna Döring, in tegen woordigheid van dit ljjk, nw slachtoffer, vraag ik u nogmaals op het geweten af: bekent ge uw schuld? Stein nadert het bed. Hjj legt zjjn linkerhand op de borst van het slachtoffer, steekt de rechter omhoog en spreekt met vaste stem Neen, wjj zjjn onschuldig. Anna zinkt voor den doode op de knieën, grijpt zjjn hand en spreekt O dat gjj, ongelukkige grijsaard, nog een maal den mond kondet openen om den luitenant als uw moordenaar aan te wijzen 1 Deze laatste woorden spreekt zjj uit als een jammerklacht. De rechter van instruotie maakt aan dit too- neel een einde. Hjj beveelt, Stein en Anna naar de gevange nis te brengen. De inspecteur vsn politie Pilt roept de poli tieagenten, die in de gang staan. Zjj nemen Stein in huu midden. Een half uur later zjjn beide ongelukkigen ingekerkerd. Nog denzelfden dag wordt Steiu als een laag- Frankrijk. Generaal De Pellieux is Zondag morgen te Quimper in den ouderdom van acht-en-vjjltig jaar overleden. In 1861 tweede luitenant geworden, nam hg als kapitein deel aan den oorlog van 1870. In 1880 werd hg bataljons-chef en in 1894 kreeg hij de generaalssterren. China. Iets over het aantal vreemdelingen in het Hemelsche Rijk. Aan de Matin wordt uit Londen een en ander meegedeeld over 't aantal Euro peanen, dat zich in China bevindt. Het was echter den correspondent niet mogelijk om eenige betrouwbare gegevens te verkrjjgen over 't binnenland, waarom hg zich tot de «open havens» bepalen moest, In China bevinden zich ongeveer 17.200 vreemdelingen, waaronder 5562jEngelschen, 2440 Japanners, 2335 Amerikanen, 1621 Russen, 1423 Portugeezen, 1183 Franscheu, 1134 Duitschers, 448 Spanjaarden, 244 Scandinaviërs, 234 Belgen, 178 Denen, 124 Italianen, 106 Hollanders en ruim 150 van verschillende naties. Wat de vreemde handelshuizen betreft, staat Engeland aan 't hoofd met 401, dan komt Japan met een belangrjjk kleiner cgter 195,'vervolgens Duitschland met 115, Frankrjjk met 76 en Rusland met 19. De overige landen beteekenen niet veel. Engeland. In September zal er in Engeland een examen worden afgenomen, waarin militie- officiere n naar 110 officiersplaatsen in het leger kunnen dingen. Die kannen te pas komen als in Zuid-Afrika de zomerveld- tocht weer begint. Hoe men in Engeland denkt over de Zuid-Afrikaansche Republieken en haar bezit, diene het volgende: Reuter verneemt te Kaapstad, dat tjjdelijk Johannesburg de hoofdstad van de kolonies Oranjerivier en Transvaal zal wor den en ook de zetel van den hoogen com missaris. Als alles geregeld is wordt ech ter Bloemfontein de hoofdstad van het ver- eenigde Zuid-Afrika en de residentie van den gouverneur-generaal. De gouverneurs hartige moordenaar van militairen stand verval len verklaard. Bjj dagorder wordt dit meegedeeld aan het regiment, waarbjj hjj diende. Als de gevangenen weggevoerd zjjn, vraagt Paul Von Dahlen aan den onden Abel Waar is de freule F In het blauwe salon, antwoordt de grjjse bediende met 'een zucht, terwjjl hjj de tranen uit zjjn oogen wischt. De luitenant gaat daarheen. Zacht klopt hjj aan. Binnen 1 antwoordt een bevende stem. Hjj opent de deur eu treedt binnen. Thérèse snelt op hem toe en ziet hem vragend aan. Stein en Anna zjjn naar de gevangenis, meldt hjj haar. God zjj hun zielen genadig, fluistert zjj met tranen in de oogen. Hjj drukt het zchoone meisje aan zijn hart. Stel n gerust, lieveling, hun misdaad wordt hier op aarde gestraft, dat zal de schuld verzoenen. Maar men kan mjj grootpapa niet terug geven, zucht zjj. Geen klagen kan een doode opwekken. Zjj knikt met het hoofd en droogt haar tranen. Ik weet het en zal trachten mjj te troosten. Daarop gaat zjj voort: Ik heb het diamanten kruis Zij tast in haar zak, maar vindt het niet. Waar heb ik het? Gjj hebt het waarschijnlijk nog niet bjj u gestoken en op uw toilettafel laten liggen. komen dan te wonen te Kaapstad, Pieter- maritzburg en Johannesburg. Wacht een bietjie, mjjneheeren I Internationale troepenmacht in China. De Wiener Zeitung (Staatscourant) pu bliceert een lgst van de schepen en solda ten der verbonden Mogendheden, welke reeds naar China gezonden zjjnof later nog tegen China gebruikt zullen worden. Oostenrjjk-Hongarije. Aanwezig een schip met 140 man^onderweg een schip met 400 man. Duitschland. Aanwezig 7 schepen met een landingsdivisie van 1350 man. Onder weg 7 pantserschepen met 6 a 7000 man, en op transportschepen een divisie van 12.000 man, in het geheel dus ruim 20.000 man. De Duitsche troepenmacht is verdeeld als volgt a. Twee brigades infanterie (generaal- majoors[v onGross, gen. vonScharz- hoff en vonKettler) van 2 regimen ten a 2 bataljons van 4 compagnieën. b. Een regiment cavalerie (reiter-) van 3 eskadrons. c. Een regiment veld-artillerie van 4 batterjjen, verdeeld over 2 afdeelingen, één houwitserbatterjj en lichte munitiecolonnes. d. Een pionierbataljon van 2 compag nieën. Verder eene afdeeling telegrafisten, een spoorweg-compagnie, munitie- en proviand colonnes, een veldbakkerjj, 4 veldhospita len en een hospitaalschip, dat te Bremen wordt uitgerust. Ftankrjjk. Voor Takoe zes Bchepen met 2400 man landingstroepen, onderweg 3 oor logsschepen en een aantal transportschepen met 7230 koppen uitgerust worden nog 2 bataljons, alles te zamen zoowat 12,000 soldaten. Italië. Voor Takoe twee kruisers en 150 man landingstroepen onderweg twee krui sers en 2000 man. In den herfst zullen er waarschjjnljjk 4000 man present zjjn. Engeland. Voor Takoe 20 schepen met 6000 man waarvan aan land 1700 man. Onderweg 10 schepen met 4000 man. Uit Indië 10,000 man met 16 kanonnen, zoo dat men in het najaar op 25,000 man rekent. Rusland. Voor Takoe 7 schepen en een onderweg. Aan land 6000 man. In aan- Neen, neen, herneemt zjj, ik weet zeker, dut ik het bjj mjj stak. Zjj vindt het eehter niet in haar zak. Hjj stelt haar gerust. Zoek maar niet, lieve, gjj hebt het bepaald ergens neergelegd en in nw ontroering vergeten waar. Ik heb thans geen haast meer met mjjn oere- schuld, rechter Dorner is mjjn sohnldeisoher en hjj heeft mjj voorkomend een uitstel toegestaan. Ik hoop dat ik van uw opoffering geen gebrnik meer zal behoeven te maken. Ik moet tooh weten, waar het kruis ge; bleven is. Wacht even. Met deze woorden snelt zjj weg. Zjj begeeft zieh naar het bondoir, opent het juweelkistje, het diamanten kruis is er niet, zjj zoekt overal rond, tevergeefs. Neen, hier kan het ook niet sjjn, zjj heeft het in haar sak gestoken, daar is zjj zeker van. Zou zjj het dan verloren hebben F Zjj gelooft het niet. Er komt een gedachte bjj haar op, een gedachte, die haar weder doet huiveren. Markies Marinelli heeft haar omhelst, toen zjj half bewusteloos was. Heeft sjj toen niet ge meend een oogenblik zjjn hand in haar zak te voelen F Dit valt haar nu eerzt inmaar neen,' zjj moet zich vergist hebben. Hjj, de millionnair, een dief? Onmogeljjk. Zjj keert naar Faal terng. Nu? vraagt hjj. Verdwenen. Ik had het in mjjn zak, gewis.' Ha, daar bedenk ik iets. (Wordt vervolgd.) COdlüMT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1