NIEUWE
ïïagBlaè voor <3Sooró> en Smió'&CoUané.
De arbeid der gevangenen.
No. 4548,
Zaterdag 28 Juli 1900
2 5 ste^ Jaargang.
Het Noodlot.
BUITENLAND,
Afzonderlijke nummers. t
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B U B E A orBt. Janstraat Haarlem;
/1,10
«1,40
«2,80
<0.03
Van 16 regels 50 Cent
7l/s
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie h Contant
Redacteur-(J it ge ver, W. KAPPERS.
Als er één land isdat bjj uitstek hu
maan is en bjj uitstek verlicht, dan voor
zeker Nederland. Het was de eerste Slaat,
die de doodstraf afschafte. De groote Sta
ten waren wel wjjzer om zoo'n voorbeeld
na te volgen t zij maken de groote boeven
liever door toepassing van de doodstraf on
schadelijk. Gewoonlijk is ons land bij toe
passing van nieuwigheden niet zóó'n.haantje
de voorste, maar op het gebied van humane
rechtspleging heeft het anderen eens vóór
willen zjjn. Met het «verblijdend» gevolg
dat er in de laatste jaren moorden en mis
daden gepleegd worden, die velen naar de
wederinvoering der doodstraf doen ver
zuchten.
Als er thans een wat misdreven heeft
b.v. zoo'n moord twee, drie, vergrijpen waar
voor hjj vroegeren met recht en reden
zou opgehangen zjjn, dan wordt die scha
vuit gebracht naar een groot, luchtig ge
bouw, dat aan de eischen der hygiëne vol
doet immers zjjn pbysiek mag niet lijden
dan wordt hjj goed gevoeddan mag hjj
werken zoo weinig hem lief is maar dan
heeft de justitie tenminste de voldoening,
dat de maatschappij van dit individu geen
overlast meer zal hebben.
Geen wonder dan ook, dat vooral in den
winter zoovelendie zoo goed als niet te
eten hebbeneen begeerigen blik werpen
op dat groote gebouw met zjjne tralieven
stertjes, dat crjjksgevangenis» heet. Telken
jare wordt het aantal laDdloopers en vage
bonden grooterdie alle moeite doen om
voor den winter onder dak, in casu iu een
«huis van bewaring» te worden opgenomen.
Er wordt een ruit stukgeslagen, een klee-
dingatuk gestolen en klaar is Kees
men wordt opgepakt en komt waar men
wezen wil. Men weet, in de gevangenis heeft
men het goed, en «waar toch kan men be
ter zijn,» dan waar men het goed heeft?
Het «zitten» op zich is natuurljjk eene
straf, maar de grootste straf is natuurljjk
in de berooving der vrgheid gelegen, hoe
wel dat voor velen nog zoo'n groote peni
tentie niet is.
Eene andere, eene betere manier van
corrigendum is de lijfstraffelijke rechtsple
ging. In Engeland is men daar in den laat-
stea tjjd weer mee begonnen. Als de «hee-
ren» boeven, naar gelang zjj het verdiend
hebben, tusschenbeiden een ferm pak slaag
FEUILLETON.
82
Vervolg.)
Ja, edelachtbare, Mjjn kamer is aan het
einde van de gang. Ik lag wakker te bed en
meende sluipende voetstappen te hooren. Ik
sprong overeind en luisterde aan de dear.
Ja waarlfjk, er liep iemand in da gang en daarna
hoorde ik hoe de huisdeur werd geopend. Ik
verwonderde mjj dat er in huis al zoo vroeg
iemand op was en zoo ter Bluiks naar buiten
ging. Dat kwam mg verdacht voor. In alle
haast schoot ik een paar kleedingstukken aan
en snelde da gang in. Daar was niemand meer,
de huisdeur werd juist weder dichtgetrokken
en van buiten afgesloten. Gelukkig had ik een
sleutel, want ik wilde toch weten, wie op dat
ongewone uur het huis verlaten had. Ik opende
de deur en keek naar buiten. Daar zag ik iemand
met snelle schreden weggaan. Hjj droeg een
militairen mantel. Juist toen ik de deur geopend
had en naar buiten kwam, keek hjj om, tag
mjj en schrikte. Onze blikken ontmoetten elkaar.
Juist toen ik hem wilde toeroepen sloeg hjj
snel den hoek van het Bronnenplein om. Ik
heb hem evenwel toch herkend, het was de on
derofficier Stein.
Wat dacht gjj wel van dit vroegtijdige
bezoek, Abel P
Ik dacht dat hjj nachtdienst gehad had en
Anna even goeden morgen was komen zeggen.
kregen, zou het velen den lust benemen
weer in de doos terug ta komen. Heeft
men om wille ceaer kwaljjk begrepen hu
maniteit iets tegen straffen «aan den lijve,»
dat men dan tenminste de boeven geducht
aan het werk zette, om zoodoende de ge
vangenis wat beter aan haar doel te doen
beantwoorden.
Dat de mooie gebouwen, die men «rjjks-
gevangenissen noemt, ontzagljjk veel geld
kosten, dat de verzorging en het onderhoud
der gevangenen enorme schatten verslinden,
dat weet een ieder, en onwillekeurig komt
de vraag op de lippen konden onze gevan
genen den Staat niet een duitje mee hel
pen verdienen
Nu zal men zeggen maar er wordt toch
in de gevangenissen gewerkt. En het ant
woord ismeer dan den njjveren in den
lande lief is. Er is in het afgeloopen jaar
aan grondstoffen en confectiemiddelen,
f 54,800, aan meerder arbeidsloon voor
gevangenen enz. f 23.100 meer noodig ge
weest, dan waarop gerekend was. Zoodat,
om de woorden van den Volksbanier te ge
bruiken, de belastingbetalers f 77,900 meer
te betalen hebben aanmeerdere on-
eerljjbe concurrentie van het Rjjk contra
den vrjjen arbeid. Want de voordeelen, die
de arbeid in de gevangenissen oplevert, zjjn
voor den Staat, maar de burgers betalen
de grondstoffen en het arbeidsloon.
Maar die voordeelen zijn volstrekt ontoe
reikend om de kosten van het gevangenis
wezen te betalen. Kon het daarom niet ge
vonden worden dat een moordenaar of dief
werk verrichtte, dat het heele land ten
voordeele kwam Het zou toch o. i. niet
niet meer daa billjjk zjjn, dat de sujetten,
die de gevangenissen vullen, zelf hun kost
verdienden, zooals ieder fatsoenljjk mensch
doet. Tot nu toe is men gewoon de ge
vangenissen in of bjj onze groote steden
te bouwen. Wat zou er op tegen zjjn die
gebouwen te midden van heiden en zand
gronden te plaatsen Zouden de gevange
nen niet gebezigd kunnen worden tot ont
ginning van woeste gronden?
Aan woeste gronden is ons land nog rjjk
genoeg. Wjj hebben onze heidevelden en
zandgronden in Limburg en Noord-Brabant,
in Gelderland, Utrecht, Overijsel en Drente;
onze duinenreeks langs de Noordzee, die
zelfde duinenrjjwelke iu de Middeleeu
wen gedeelteljjk met boschgedeeltelijk
met een heerljjk grastapijt overdekt was,
Hadt gjj geen vermoeden dat Stein als
moordenaar het huis verliet?
Neen, edelachtbare.
Toen de moord ontdekt werd, dacht gjj
toen terstond aan Stein
Niet in het minste, edelachtbare. Ik had
reeds geheel vergeten, dat hjj 's morgens in huis
was geweest, dat herinnerde ik mjj eerst toen
zjjn handschoen onder het bed werd gevonden.
Toen, ja, toen dacht ikhjj is de moordenaar.
Zoudt gjj Stein vroeger reeds tot een moord
in staat geacht hebben
De oude bediende schudde het hoofd.
Ik had het nooit van hem kunnen geloo-
ven, edelachtbare, maar nu moet het toch wel
zoo zjjn, die handschoen
Het is wel. Voordat die handschoen
werd gevonden, hadt gjj toen verdenking op een
ander P
Abel wordt verlegen.
Ja, antwoordt hjj aarzelend, maar daarover
zou ik liefst maar zwjjgen.
Gjj moet op alle» antwoord geven, Abel.
Wien hadt gjj eerst verdacht?
Als ik het dan zeggen moetluitenant
Paul Von Dahlen. Hjj zag er zoo zonderling
uit, zoo onthutst, juist als een betrapte misda
diger, maar ik deed hem onrecht en daar heb
ik leed over. Hjj is zeker zoo onschuldig als
ik aan den dood van mjjn braven meester.
Dit antwoord had niemand verwacht, Stein
zelf het allerminst.
De oude Abel was echter zjjn aanklager.
Thérèse drukt de hand op het hart, de woor
den van Abel doen haar pjjaljjk aan.
Een vjjfde vun ons land ongeveer ligt nog
woest, en er wordt zoo bitter weinig aan
gedaan, om die woeste gronden vruchtbaar
te maken.
Zou het stelsel van landontginning door
gevangenen zgne vruchten met afwerpen?
Natuurlijk zou eene militaire bewaking
noodig zjjn, maar is ons gevangenisperso
neel nu toch al niet vrjj tairjjk Langzaam
maar zeker zou een flink stuk grond pro
ductiet gemaakt kunnen worden, en na ver
loop van eenigen tjjd zou de verkoop der
ontgonnen gronden de gemaakte onkosten
ruimschoots vergoeden. Nu verlaten nog
jaarlijks duizenden Nederlanders ons land
om elders te zoeken, wat hun eigen land
hun niet meer schenktlevensonderhoud
terwijl nog zoovele bunders slechts op de
spa van den werkman wachten om in een
vruchtbaar oord herschapen te worden.
Maar ook voor den gevangene zou deze
arbeid zjjn goede gevolgen hebben. Het wer
ken op het land met zjjne afleiding en ver
strooiing zou onder zedelijk opzicht heel
wat beter zjjn dan het verbljjf in het tucht
huis, waaruit velen boozer en misdadiger
te voorschjjn treden dan zjj er zjjn inge
gaan.
Het tegenwoordig stelsel van arbeidver-
schaffing aan gevangenen dunkt ons ook
in een ander opzicht minder rationeel. Stel:
de eene of andere bandiet steelt ergens een
honderd gulden. Na korter of langer tjjd
wordt de boosdoener gepakt, als het ten
minste zoover komt, want van pakken is
tegenwoordig niet veel sprake meer. Nu
goedhij wordt gepakt, maar de gestolen
centen zjjn op. Nu komt hjj voor een jaar,
voor twee jaar «onder de paraplu.» Hjj
werkt goed, hjj plakt b. v. een ontelbaar
aantal zakjes, en gaat met een uitgaans-
kas van een dertig a veertig gulden de ge
vangenis uit. Maar hjjwien de honderd
pop ontstolen zijn krjjgt daar niets van.
De ex-gevangene gaat er een paar we
ken een bruin leven van leidenom dan
dikwerf weer pogingen te doenin een
«huis van bewaring» te worden opgeno
men, waar hjj het zoo goed heeft.
Was het met heel wat billjjker, als het
geld, dat een dief in de gevangenis over-
verdient aan den bestolene wordt uitge
keerd Als de misdadiger gedwongen werd
zooveel mogelijk te arbeiden? Nu brengt
de dief naar verkiezing zjjn tjjd door met
voor zich zelf een spaarpotje te maken.
Het doet haar onbeschrjjfeljjk leed, dat Abel
aan de schuld van haar beminde heeft kunnen
gelooven.
De president kan zjjn ontroering niet ver
bergen.
Gjj hieldt in den beginne niet Stein tot
den moord ,in staat, maar de luitenant wel
Ik kan het niet loochenen, edelachtbare.
De luitenant was lichtzinnig, een verkwister,
een speler. Dat wist ik van mjjn goeden mees
ter, die mjj meer dan eens zjjn bezorgdheid
over zjjn neef in vertrouwen had meegedeeld.
Zoo iemand kan in wanhoop gemakkeljjk een
dief en een moordenaar worden en de luite
nant verkeerde in een wanhopigen toestand
hjj zat tot over de ooren in de schuld
zijn oom wilde niets meer voor hem betalen,
hield hem voor onverbeterljjk. Dat alles bedacht
ik, toen de moord werd ontdekt, ik begrjjp
dat de luitenant een wrok tegen den geheim
raad moest hebben, die hem aan zjjn lot over
liet en hem de hand van freule Thérèse ge
weigerd had. Kortom, dat alles gaf mjj grond
tot die booze verdenking.
Abel 1 roept Thérèse verwjjtend uit, waarom
moet ge mjj zoo krenken
De bediende ziet haar smeekend aan.
Vergeef mij, freule, ik heb gezworen de
geheele waarheid te zullen zeggen en daarom
durfde ik die verdenking niet verzwjjgen maar
ik heb ingezien, dat ik mjj bedroog. Stein is
de moordenaar.
Freule Von Bosse, zegt de president, ik
verzoek u nog even hier te komen.
Thérèse gehoorzaamde.
Zijn eenige straf ishg is van zgne vrjj
heid berooft, maar voilé tout.
Naar ons inzien is er voor den arbeid
van gevangenen ten bate van het alge
meen, veel te zeggen. Waarom breekt men
niet met den sleur? Waarom laat men de
gevangenen niet werken flink werken in
het zweet des aanschgns, zooals iedere fat
soenlijke werkman moet doen Het geld
door dieven verdiend, kon dan op de eerste
plaats ten goede komen aan hen, die van
hun goed beroofd zijn en op de tweede
plaats zou de maatschappij er voordeel van
hebben. Zooals het nu is, is het voordeel
aan den kant der gevangenen, de nadeelen
voor de belastingschuldigen.
Wanneer zal men tot het ontginnen van
woeste gronden door gevangenen eens over
gaan Er is op dit aambeeld al meer ge
hamerd en misschien zal het voor heden
de laatste maal niet zjjn, want in Nederland
bljjft men lang aan het oude hangen.
Maar dat oude kost in Hit geval veel geld,
en het nieuwe kan voordeelen opleveren.
(K. O.)
Frankrijk.
Kapitein Thibaulot, te Epinal in
garnizoen, een kranig Fransch officier, heeft
uiting gegeven aan de verachting die er
in het leger heerscht tegenover den heer
L o u b e t, president der Republiek. Hjj heeft
de Fransche vlag, die zjjn hospita tjjdens
zjjn afwezigheid uit het venster van kapi
teins kamer had uitgestoken, doen inhalen.
De kapitein wou niet mee-betoogen «voor
een Republiek van L jubet.»
Kapitein Thibaulat is van oordeel
dat L o u b e t het leger aanrandt en Frank-
rjjk onteert.
Servië.
Het huweljjk van koning Alexander
van Servië met mevrouw Draga Ma-
s c h i n wordt reeds a.s. Zondag te Bel
grado voltrokken.
De Koning verleende gisteren audiëntie
aan het geheele offleierskorps van het gar
nizoen zjjner Residentie. Hjj werd met luide
jubelkreten ontvangen en stormachtig be
groet toen Z. M. aan de officieren zjjn
verloving mededeelde. Hjj deelde aan de
officieren zjjn spjjt mede, dat zjjn vader
Is het wsar wat Abel beweertWeigerde
uw grootpapa den luitenant uw hand?
Niet geheel en al, edelachtbare, verklaart
Thérèse. Luitenant Paul Von Dahlen deed aan
zoek naar mjjn hand, ik wees hem af, waarom,
dat behoef ik hier niet te zeggen. Ik deelde
het aan grootpapa mede en hjj prees mjj over mjjn
weigering.
Toch had ik Paul Von Dahlen in stilte lief
en dat bekende ik onder tranen aan grootpapa,
die mjj nu ook bekende, dat het altjjd ijjn
liefste wensch geweest was, Paul en mjj tot een
paar te vereenigen, wat hjj nn, wegens het
lichtiinnig gedrag van Paal, voorloopig had
opgegeven. Hjj hoopte echter, dat de luitenant
zich zou beteren en dan kon alles nog goed
worden. Van toen af was grootpapa niet naeer
zoo mild jegens Paul als voorheen, hjj wilde
geen schulden meer voor hem betalen. Groot
papa zeide mjjPaul is sleohts lichtzinnig, hjj
heeft een goed hart en ik geloof wel, dat hjj
sich beteren zal, wanneer hjj niet meer zoo ge
makkeljjk aan geld kan komen.
De verdediger van Stein, vrjj heer Von Vahlen-
dorff, staat op.
Edelachtbare, ik wenschte eenige vragen
tot de getuigen te richten.
De president knikt toestemmend.
Spreek, mjjnheer de verdediger.
Getuige Abel Peters, geeft gj de moge
lijkheid toe, dat luitenant Paul Von Dahlen
zich zoo vermomd kan hebben, dat hjj als twee
druppels water geleek op den beklaagden
Stein P
Wordt vervolgd.)
H14RL
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het bnitenland
PRIJS DBR ADVERTBNTIBÏT
e
AOITE MA HOW AGITATE