NIEUWE
$)agêlaó voor cKooró- en Suió-tXollanó.
Een Protest.
$0, 4574
Woensdag 20 Angus! as 1000,
25ste Jaargang,
Het Noodlot,
BUITENLAND,
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p,
Voor het buitenland i i s
Afzonderlijke nummersi
Dit blad verschijnt
dagelijksi behalve Zon- en Feestdagen.
BUBBAU: St. Janstraat Haarlem:
1,10
1,40
2,80
0.08
PBIJS DBH ADVBBTEflTTIHIÏ
AGITB KA BOH AGITATE.
Van 1—6 regelsCent
Like regel meer71^
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte|
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contatt
Redacteur-Uitgever, W. K fl P P B R 3.
Het volgende protest van de Gezanten
der Zuid-Afrikaansche Republieken, thans
te St. Petersburg vertoevende, is volgens de
Nieuwe Rott. Courantaan den Engelschen
premier Lord Salisbury gezonden
St. Petersburg, 18 Augustus 1900.
Excellentie
Volgens eene publicatie, den 25en Juni
1900 te Pretoria uitgegeven onder den naam
Government Gazette Extraordinary, Vol. 1,
No 7, heeft Lord Roberts, veldmaar
schalk en opperbevelhebber van Harer Brit-
scbe Majesteits troepen in Zuid-Afrika,
eenige proclamaties gericht aan de inwo
ners van de Zuid-Afrikaansche Republiek.
In de eerste van die proclamaties, ge-
dagteekend 31 Mei 1900, wordt 0. a. ken
nis gegeven aan de burgers «die geen voor
uitstekend deel genomen hebben in da po
litiek dat leidiDg gaf tot den oorlog tusschen
Hare Majesteit en de Z.-A. Republiek», enz.
enz., «en die gewillig zjjn om hunne wa
pens onmiddellijk neer te leggen en zich
onder eede te verbinden om geen verder
deel in den oorlog te nemen,» dat zjj «wor
den geoorloofd om naar. hunne buizen te
rug te keeren na gemelde eed neergelegd
te hebben» (sectie 2 van de proclamatie).
In de tweede proclamatie, gedagteekend
te Pretoria 6 Juni 1900, wordt o.a. ken
nis gegeven dat als een burger een pas
krjjgt onder paragraaf 2 van bovengenoem
de proclamatie hjj in het bezit van zjjn
vee mag bljjven; of is er een deel of het
geheel van zjjn vee noodig voor het ge
bruik van Hr. Ms. troepen, hij er het geld
voor krjjgt overeenkomstig den marktprijs.
De ondergeteekenden voelen zich in den
naam van de regeering der Z.-A. Republiek
en de regeering van deD Oranje-Vrystaat
verplicht, ten krachtigste verzet aan te tee
kenen tegen de strekking van beide dier
proclamaties.
Omdat er uit deze proclamaties, in haar
FE V1LLBT ON.
(Vervolg.)
De advocaat moest bjj zichzelf toe,temmen,
dat tegenover dezen onbedwingbaion hartstocht
de sterkste welsprekendheid machteloos zou zijn.
Uwe Koninklijke Hoogheid is een idealist,
merkt hjj alleen aan.
Ik ben een Ikarus, die naar de zon zou
willen vliegen en die weder in het stof der
aarde terugvalt, gaat de kroonprins voort, en
dat stemt mij droevig. Ach, mjjn vriend, ik heb
een teergeliefde gade verkregen en toch mag j
mjjn geluk slechts iu het verborgene bloeien.
U durf ik het toevertrouwen, ik weet dat gjj
het gelnk, van het paradjjs van ons jeugdig hu
welijk niet verstoren zult. Maar gij verbleekt,
mjjn vriend, wat ziet gij mij verbaasd aan, on-
geloovig bjna. Neen, ik fantaseer niet. Orphea
Von Brennenberg is mijn gade geworden. Maar
wensch mij dan toch geluk. Een engel is in
m|jn hart neergedaald.
Mjjn geëerbiedigde prins, Koninklijke
Hoogheid, ik heb het vermoed cd toch, nu ik
het als een feit verneem, verbaast, ontstelt het
mij, antwoordt de advocaat met onvaste stem.
De gravin gehuwd met Uwe Koninklijke Hoog
heid Ik kan het nauwelijks gelooven. Dus
heeft Zijne Majesteit tegen alle verwachting in
den hartewensch van Uwe Koninklijke Hoog
heid ingewilligd?
onderling verband tot elkander, geen an
dere gevolgtrekking mogeljjk schijnt als
dat de burgers alleen dan het behoud van
hun eigendom gewaarborgd wordt, wanneer
zjj eerst den eed hebben afgelegd, ver
meld in Par. 2 van de eerstgenoemde pro
clamatie. Het is duidelijk, dat de verkla
ring, neergelegd in de proclamatie van 6
Juni 1900 alleen zin heeft, wanneer wordt
aangenomen dat naar het oordeel van veld
maarschalk Roberts de eigendom van
burgers (zelfs van hen die geen «vooruit
stekend deel» hebben genomen in de po
litiek die tot den oorlog heeft geleid) van
hen weggenomen mag worden alleen op den
grond, dat er oorlog is tusschen Engeland
en de Z.-A. Republiek.
Dit nu is in rechtstreeksche botsing met
beginselen van volkenrecht, die reeds eeuwen
van kracht zyn, krachtens dewelke privaat
eigendom, geen oorlogscontrabande zijnde,
in een oorlog met het land geëerbiedigd
moet worden, welke beginselen nog eens
uitdrukkelijk erkend zijn in artikel 46 (be-
hoorende tot de 3e afdeeling, getiteld «De
l'autorité militaire en le territoire de l'état
ennemi») van de verklaringgevoegd bjj
de «Conventie betreffende de wetten en ge
bruiken van den oorlog te land», die ook
geteekend is uit naam van Hare Britsche
Majesteit.
Het bewuste artikel luidt als volgt :L'hon-
neur et les droits de la familie, la vie des
individus et la propriété privée ainsi que les
convictions religieuses et l'excrcise des cul-
tes être respectés. La propriété privée ne
peut pas être confisquée.» (De eer en de
rechten van het gezin, het leven der indi
viduen en de private eigendom zoowel als
de godsdienstige overtuiging en de uitoe
fening van den godsdienst moeten geëer
biedigd worden. De private eigendom
kan niet in beslag genomen worden.)
Ofschoon de Z.-A. republieken nietonder
de contracteerende Mogendheden zijn opge
nomen, mogen zjj niettemin een beroep
doen op de in het aangehaalde artikel op-
Het gelaat van den Kroonprins betrekt.
NeeD, mijn vriend, Zijne 'Majesteit weet
nog niet, hoe gelukkig ik ben geworden.
Terwijl h|j dit zegt slaat hij de oogen neer.
De advocaat is buiten zichzelven van schrik
en ontsteltenis.
Dus dit huwelijk werd gesloten tegen
den wil van Zjjne Majesteit Dat is bijna niet
te gelooven.
En toch is het zoo, mijn vriend, beves
tigt de koonprins met diepen ernst. Ik durfde
niet hopen dat mjjn koninklijke vader mij ooit
zjjn toestemming tot dien echt zou geven, en
daarom ben ik in het geheim gehuwd.
Koninklijke Hoogheid dat dat is
ja, ik moet het zeggen dat is een onbe
zonnen siap, roept de advooaat uit. Mijn hoog
geschatte prins, hebt gij dan in het geheel niet
gedacht aan de politieke gevolgen, die deze
daad na zich moet sleepen
De Kroonprins glimlacht,
Berisp den overgelukkige zooveel ge wilt,
hij verdraagt allee geduldig. Ja, ik was onbe
zonnen en snelde het verboden eden binnen.
En is het nwe Koninklijke Hoogheid
dan ook onverschillig, dat uw onmiddellijke
nakomelingen geen recht op den troon zullen
verkrijgen f
Dat is geen onheil, mijn beste advocaat.
Wie weet, de tijden kunnen daar nog wel een
verandering in brengen. Mjjn recht op de troons
opvolging blijft door mijn geheime echtverbin
tenis met Orphea onaangetast, ik zal eenmaal
beheerscher van dit rijk zjjn. Moet dan, wan
neer het niet anders kan zjjn, mjjn jongere broe-
gesomde beginselen, aangezien dat artikel
niets meer doet dan formuleeren wat ge
durende eeuwen het gemeene recht tus
schen beschaafde volkeren is.
In verdere proclamaties van 16 Juni,
gemerkt A 1 en A 2, wordt de bedreiging
geuit dat, als er aan spoorwegen of tele-
gaafljjnen schade wordt berokkend, de voor
naamste inwoners van de betrokken dor
pen en districten gezamenljjk en afzonder
lijk voor zoodanige schade verantwoorde
lijk worden gehouden bovendien wordt er
eene zware boete opgelegd en niets betaald
voor geleverde goederen; ook, dat huizen
en hoeven in de nabijheid verwoest zullen
worden, en dat een of meer inwoners mee
genomen worden op treinen, voor oorlogs
doeleinden gebruikt.
In die proclamaties worden daden, waar
toe eene oorlogvoerende partjj alle recht
heeft, met straffen bedreigd, en in de op-
legging van die straffen wordt voorzien
zelfs in gevallen waar er van schuld geen
bewjjs hoegenaamd geleverd is, private eigen-
dom wordt in beslag genomen en vernield
en eene poging wordt gedaan om den eenen
burger tegen den anderen te laten optre
den.
Tegen de strekking alzoo van beide die
proclamaties, die allen zin van recht ver
krachten. wenschen de ondergeteekenden
hun krachtigste verzet aan te teekenen.
De gezanten,
W, J. Leyds.
A. Fischer.
C. H. Wessels.
A. D. W. WoLMARANS.
Zijne Excellentie the Right Honourable
den Markies van Salisbury, Eerate-Mi-
nister, Minister van Buitenlandsche Zaken,
enz. enz., Londen.
Amerika.
OveU den moord op C 0 r d u a, slachtoffer
van den Engelschen agent-provocateurGano
der of diens zoon mjjn opvolger worden, het
zjj zoo, dat laat ik aan de toekomst over.
Zjjne Majesteit moet eenmaal alles verne
men, prins.
De Koning mag toornig zjjn, de vader zal
vergeven. Mjjn grootste bezorgdheid is nu even
wel, dat ik zwjjgen moet. Mjjn koninklijke vader
is, zooals gij weet, sedert eenigen tjjd zeer ziek,
zoo zelfs, dat de genessheeren wenschen, dat ik
het regentschap op mij zal nemen en dat hjj
zich uit de regeeringszsken zal terugtrekken.
De Baad van State heeft dit reeds ernstig
in overweging genomen. Wie weet of mjj niet
morgen reeds het regentschap wordt opgelegd.
God zegene den Koning en sehenke hem
genezing, zegt de advocaat met van aandoening
trillende stem.
Amen, voegt de Kroonprins er uit den
grond van zjjn hart aan toe. Wanneer de Koning
nu evenwel alles vernam, mijn God, hoo zou
hem dat doen ontstellen.
Het kon zjjn dood zjjn en ik, ik zou mjj dat
te verwjjten hebben.
Zjjn stem sterft weg in een zucht, hjj bedekt
het gelaat met de handen en zinkt in zjjn stoel
achterover.
Wees sterk, prins. Gjj moet uw geheim
voorloopig nog bewaren, er voor zorgen dat geen
verrader er achter komt.
De Kroonprins neemt de handen voor het
gelaat weg en ziet hem vol vertwijfeling 'aan
Dat is het juist wat mjj kwelt, ook wan
neer ik bljjf zwjjgen, dan zal ik eveneens het
leven van een mensch opofferen. O die gewetens
wroeging! Ik kan haar niet langer verdragen.
te Pretoria, heeft de geheele Ameriknansche
pers geprotesteerd.
De bloedige maatregel van Lord Ro
berts, waarvoor een gewaand complot tot
voorwendsel diende, wekt walging.
De Engelschen trachten in de Zuid-Afri
kaansche Republieken onder een valsch
voorgeven zelfs niet-strjjdende Boeren te
vermoorden, zg ontnemen huD huis er erf,
door het aan de vlammen prjjs te geven,
zg bedreigen de Burgers die hun vaderland
niet willen varraden met den dood.
Afschuwelijk is het werk der Britten en
't is eene schande voor de Europeesche Mo
gendheden dat zij door ruw geweld de
Zuid-Afrikaansche republieken laten ver
nietigen en.de bevolking op de meest beest
achtige manier laten verdelgen.
Waar bljjtt hier het recht der volken
dat op de meest laaghartige wijze met voe
ten wordt getreden Op deze manier spre
ken zeer terecht de Amerikaansche bladen,
terwjjl zg hevige protesten slingeren naur
het hoofd van Mc i n 1 ey, die zjj ver
wijten vriendschap te koesteren met En
geland.
Aanmerkelijk neemt de heer B r y a n toe
in populariteit voor het presidentschap nu
hg zyn woord heeft gegeven ten gunste
van de Boeren tusschenbeide te zullen
komen.
Engeland.
De Jiugo-pers te Londen durft. Opnieuw
stapelt zg leugens op leugens om het En-
gelsche volk te misleiden. Zg laat presi
dent Kruger weer naar Europa vluch
ten en president t e y n voor de zooveel-
ste maal zelfmoord plegen. Generaal D e
Wet, heeft geen soldaten meer, ze zjjn
hem ontrouw geworden en vechtensmoede.
Generaal Olivier heet gesneuveld en
Loais Botha is al sedert weken ge
storven
De heer C 0 r d u a, die Lord Roberts
te Pretoria heeft laten fusilleeren, was een
21-jarige jongen en.het hoofd van samen
zweerders. Zjjn dood moet schrik onder de
Boeren brengen. En zoo gaat 't voort, men
lastert en liegt er maar op los, want.
d la Voltairebljjft er altjjd, hoe afschuwe
lijk ook, iets van hangen.
Frankrijk.
In Frankrgk krjjgt men genoeg van de
kroonpretendenten.Zoo heeft DeCassag-
Koninklijke Hoogheid, vertrouw mjj alles
toe, spreekt de advocaat, ik heb het reeds be
grepen.
Wat weet gjj dan vraagt de Kroonprins
haastig.
Dat het waarschijnlijk Ledwig Stein be
treft, Koninklijke Hoogheid.
Ja, ja, bevestigt de Kroonprins, gjj zjjt
zjjn verdediger, hjj heeft u waarschjjnljjk alles
meegedeeld
Neen, prins, hjj heeft zjjn eerewoord ook
tegenover mjj niet gebroken, ik heb eohter ver
moed, aan wien hjj het verpandde, aan u, Ko
ninklijke Hoogheid.
Ja, 8tein is een van die karakters, welke
men slechts zeldzaam aantreft. Hjj bleef zjjn
eerewoord, aan mjj gegeven, getrouw, ook toen
men hem onschuldig ter dood veroordeelde.
Dat zal ik nooit vergeten. Ik heb tegenover
hem een zware schuld te vereffenen. Waaruit
hebt gjj echter opgemaakt, dat hjj juist aan mjj
zjjn eerewoord had gegeven
Hjj sprak in geestdriftige vereering en
met bewonderenswaardige toewijding van een
hooggeplaatst persoon, aan wien hjj zijn eerewoord
had verpand en die machtig genoeg was om
hem, ook al was het doodvonnis bekrachtigd,
te redden. Al zjjn woorden drukten een onbe
grensd vertrouwen nit in den man die sjjn
eerewoo'd had.
Wordt vervolgd.)
ABQEBEMENTEPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
58