NIEUWE Ht)ag6laó voor <3loorè- en S/uió'ofCoUanó. September. No, 4586, Woensdag 12 September I960. 25ste Jaargang. Het Noodlot, B U IT K FbA S D. Afzonderlijke nommers. i Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen, BUBSAÏÏ: St. Janstraat Haarlems /1,10 «1,40 2,80 «0.03 PBIJS DHSB ADVERTBimEN. Van 16 regels 50 Cent Elke regel meer71/» Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte| Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Redacteur-Uitgever, W. KfiPPERS. 70 Vervolg.) Hi wil het stilzwijgen reeds verbreken, den tsam noemen, maar de rechter van instructie gaat reeds voort De moordenaar heet Uhlenhorst, nw vader Ludwig, hi, die het geluk uwer moeder ver woestte, hjj, die u ter dood veroordeelde, is zelf de moordenaar van den geheimraad VonBotse, Min vader t roept Stein in vertwifeleng ttit, ik ben de zoon vsn een moordenaar. Zin moeder gript met bei haar banden naar haar slapen. Min hoofd, min arm hoofd 1 Zacht steunend valt zi machteloos op haar stoel ineen. Er is nog meer, vervolgt de rechter van instructie, wien het zelf moeite kost zin zelf- beheeisching te bewaren, maar het ergste weet gi reeds, nu kan het overige u zoovesl schrik niet meer baren. Uhlenhorst heaft over zichzelf het vonnis geveld en voltrokken, naar het doodend wapen gegrepen Almachtige, wees hem een genadig rech ter, bidt Margaretha Stein halfluid en met ge- Vouwen handen. Tranen ontvlieden haar oogen, tranen gewjjd aan de nagedachtenis van een moordenaar, tevens van een man, dien zi eenmaal heeft liefgehad, ja, dien zjj in het diepst van haar hart Vroeger de zevende, zooals de naam aan duidt, thans de negende maand des jaars. De Herfstmaand, de tjjd der vruchten, de tjjd van het inhalen van den oogst, gelijk de Meimaand de maand is der bloesems en der bloemen. De schuren vullen zich en de zolders. De aarde heeft hare op brengst geleverd en de landman haalt ze met volle wagens naar binnen. De boom gaarden ontladen zich van hun rjjke vracht. Het goede zaad, dat in vruchtbare aarde viel, en bevochtigd werd door 's Hemels zegen bracht honderdvoudige vruchten voort. Van de vruchten zal de mensen den winter door leven en teren, de aarde zal rusten en niet meer voortbrengen, maar zal nieuwe krachten verzamelen tot ver nieuwde productie. Voor eene goede opbrengst in den herfst is de voorbereiding in het voorjaar van het grootste gewicht. Met zorg moet het land bewerkt, het zaad worden uitgezocht, de bodem moet worden besproeid en zorg vuldig van onkruid worden gezuiverd. De jeugdige plant moet worden gekweekt en gekoesterd, beschut tegen vergiftige win den, tegen hagelslag en vernieling. Geen venjjnig gedierte mag de pas gezette vrucht naderen en haar bederven, langzaam moet zjj rjjpen en met geduld moet worden ge wacht, tot de herfst den vollen wasdom en de rjjpheid brengt, tot de tjjd van den oogst is gekomen. Geljjk het elk jaar gaat met den akker, zoo gaat het eenmaal in het menscheljjk leven. Daar ook is een lente om te plan ten en te zaaien en een herfst om te maaien, te oogsten en te plukken. Maar gelijk in de natuur de akker geen vruchten geeft in den herfst, wanneer niet in de lente dat veld behnorljjk is verzorgd, evenmin zal de mensch in den herfst des levens, op manneljjken leeftjjd, het loon voor zjja wer ken kunnen verlangen, indien hij niet kan terugwijzen op eene welbesteeds jeugd. Niet F EÜ1LLETON. in de lente maar in den herfst rijpt de vrucht. In den tegenwoordigen tjjd zijn er al heel wat jongelui, die meenen, dat reeds op vrij jeugdigen leeftijd zij recht kunnen doen gelden op vergelding, dat zij reeds kunnen oogsteu en maaien van wat ter nauwernood gezaaid en zeker nog niet tot vollen wasdom is gekomen. Nog zjja er, en zelfs velen, die ook op rjjperen leeftijd geen vruchten verwachten mogen, omdat in de lente niet of slecht is gezaaid, om dat het gestrooide zaad niet op goed be reiden bodem viel, die niet werd verzorgd, niet van onkruid werd gezuiverd, omdat de vracht niet werd behoed tegen den ver giftigen angel der rondwarende wesp. Van hoe velen wordt niet de jeugd be dorven door slechte leeringen, door onder wijs zonder godsdienst of tegen den gods dienst. Wat een giftig zaad wordt er niet rondgestrooid door slechte lectuur, door verderfelijke tooneelvoorstellingen wat een giftige wespen flaideran er roud in den vorm van slechte vrienden en vriendinnen wat een onkruid strooit de booze op den akker der jeugdige ziel en wee den arme, by wien dit onkruid niet wordt uitgeroeid en verdelgd Er zjjn weinig ouders, die niet, wanneer hunne kinderen nog op jeugdigen leeftjjd zyn, er reeds over nadenken, wat zjj zullen doeD, om hun eene goede toekomst te ver zekeren, die zich niet vele moeiten en op offeringen getroosten om er voor te zorgen, dat zij het op lateren leeftjjd goed zullen hebben in de wereld. En toch zyn er vele, zéér vele ouders, helaas,die niettegenstaande die zorg en bekommernis zeiven de oor zaak zijo, dat die kinderen in den herfst huns levens niet de vruchten plukken, die hunne ouders meenden, dat hun lente be loofde. Want hoe nauwkeurig soms ook op het stoffeljjke wordt toegezien, hoe zorg vuldig er ook gewaakt wordt dat de geest met genoeg kennis worde opgepropt en het bestaan behoorljjk worde verzorgd, voor de belangen van ziel en hart wordt dikwijls wei- nog nooit heeft opgehouden te beminnen, al geloofde sjj ook, dat zij h6m haatte. Haar zoon staat als versteend, onbeweegljjk, alleen zjjn hait bonst als een hamer. Hjj heeft zich een kogel door het hart geschoten, klinkt weer de doffe stem van den rechter van instructie door het vertrek. Hjj leett nog, maar het is te hopen, dat de dood zich over hem ontfermt, dat zou het bast zyn voor hem en voor u. Voordat hjj naar de revol ver greep, beeft hjj een schriftelijke, berouwvolle bekentenis afgelegd. Luistert. Hjj neemt den brief en leest: //Mynheer de rechter van instructie Wanneer gjj dit schrijven ontvangt, weet gjj reeds, dat Ludwig Stein mjjn zoon is, zjjn moe der heeft u alles onthuld. Ik heb twee schep selen, die mjj het dierbaarst op de wereld moes ten zjjo, diep rampzalig gemaakt, maar mjjn schuld is nog veel grooter, onmeteljjk. Ik wil u een bekentenis afliggen, voordat ik voorden Eeuwigen Rechter verschijn. Verneem dan, dat ik de moordenaar ben van den geheimraad Von Bosse. Ik, de misdadiger, heb mjjn zoon ter dood veroordeeld wegens mjjn eigen misdaad. Geheel het menschdom moet wel vol afschuw terugdeinzen voor zulk een ellendeling als ik. Waasom en hoe ik de misdaad pleegde, ont last mjj er van, u dat te beschrjjveD, ik heb er den tjjd niet toe, want ik moet sterven. In het aangezicht des doods verzeker ik u nogmaals ik ben de moordenaar. Laat nu de dood zijn zwarten sluier over mjjn leven werpen, ik sterf gerust in de overtuiging, Ludwig gered te hebben, moge hjj zjjn ellen- nig zorg gedragen.Het zaad,dat in de jeugdi ge zielen wordt gestrooid, is vaak van slechte kwaliteit en men waakt er niet zorgvuldig genoeg voor, dat er geen vergiftig zaad wordt bijgevoegd, dat het verderf niet bin nensluipt iu het jeugdig hart. Doch gesteld dat in de jeugd, onder elk opzicht, aan de eischen eener goede op voeding worde voldaan, dan nog is het noodig, dat de jongeling geduld oefene en wachte tot de vrucht is gerijpt. Niet te vroeg meene hjj, dat voor hem de tijd van oogsten reeds is gekomen. De jaren der jongelingschap en van den mannelyken leeftijd zjjn jaren van noesten vlijt eu in gespannen arbeid en het is helaas treurig om te zien, hoe in dezen tijd van zenuw achtige pretmakerjj menige jonge man in spijt zijner zorgvuldige opvoeding verloren gaat, omdat genieten voor hem een levens doei schjjnt geworden. Steeds is de arbeid te zwaar, het leven te gering, de uren voor uitspanning te kort, de guldens aan genot uitgegeven, te klein in getal. Eu toch geen bljjde, rijke herfst zond een welbesteden zomer! Voor velen echter is het geheele leven een voortdarende strjjd. Voor hen is geen oogst op deze aarde, 't Is aanhoudend zwoegen en derven. Dat zjj zich troosten «Boven de sterren zal 't eenmaal nog dagen.» Het leven toch is slechts, kort en een heerlijke, onvergankelijke eeuwigheid van geluk *ïs de kostbare, onschatbare vrucht van een welbesteed leven. Servië. Koning Alexander van Servië heeft het nu ook aan den stok gekregen met zijn moeder de ex-koningin N a t h a lie. Naar aanleiding van 's Konings huweljjk heeft dezer dageu de gewezen koningin Nathalie aan haar hofmaarschalk te Belgrado een briefkaart gezonden, waarop zij het koninklijk paar op de meest kwet sende wijze beleedigde. digen vader vergiffenis schenken, moge Gretchen mijn nagedachtenis niet vloeken! Een geheim neem ik nog mede in het graf, misschien wordt het eenmaal ontdekt en dan sullen er nog tranen aan mjjn groe?e geschreid worden. Alles wat ik nalaat, behoort aan mjjn zoon helaas, dat ik hem eerst in mijn stervensuur zoo noemen mag. God zjj den armen zondaar genadig. //Ludwig Von Uhlenhorst.// Dorner legt den brief op de tafel en zegt De instructie zal de duisternis wel ver drijven die de misdaad omhult en zoo niet, dan hebben wy de bekentenis van den moordenaar en dat is voldoende, mynheer Stein, om aan de wereld het bewjjs van uw onschuld te leveren. De jorge man ontwaakt als uit een droom en ziet droevig voor zich uit. Wat baat dat den zoon van een moorde naar vraagt hjj bitter, want dat ben ik nu voortaan. O 1 moeder, hjj neemt het laatste ge luk, dat ons toelacht, met zich mee in het graf, ons leven heeft nu geen waarde meer. Een pjjnljjke glimlach vergezelt deze laatste woorden. Wees sterk, mjjn zoon, ock ik tracht dat te zijn, denk aan hem dia thans op zjjn sterf bed ligt. In mijn gedachte hoor ik zjjn stem, die u roept. Ludwig, hjj kan niet sterven, alvorens uit onzen mond vernomen te hebben, dat wjj hem vergeven. Ludwig, laat ons tot hem gaan. Moeder, neen, eisch dat niet van mjj, zegt hjj vol afschuw. Bjj zjjn geheele leven is hij mjj Naar aanleiding hiervan wordt in op dracht van den Koning meegedeeld, dat alle intriges en berichten, die !en doel hebben het koningshuis te beleedigeu, als verraad zijn te beschouwen, van welke zyde zy ook komen. Degenen, die trachten de rust en den vrede waaraan Servië zoowel als de Koning zoo veel behoefte hebbeD, te ver storen, kunnen er op rekenen, dat hun lot niet anders zal zyn dan dat van verraders en oproerlingen. Frankrijk. Onder de Regeering van den heer Lon- bet wordt het in Parjjs zeer onveilig. In een zeker stadsgedeelte aarzelen straatroo- vers niet bjj het aanvallen hunne slacht offers te bedreigen met dolk en revolver. Een dezer schurken, bekend als de «jak hals van Courtille,» ondervond in den nacht van 5 op 6 September een onaange naam avontuur. Hjj zat op een bank van de Boulevard de Belleville, toen hij een welgekleed heer zag Daderen, schjjnbaar alleen met een licht regenscherm gewapend. De dief trok een lange dolk, naderde den voorbjjganger en riep«Je beurs of je leven Nauwelijks had hij de woorden genit of hjj keek tot zjjn pjjnljjke verbazing in den loop van een revolver van zwaar kaliber. Eenige minuten later verscheen aan de naastbjjzjjnde politiepost een bekend bur ger, onder het bereik van zyn revolver den «schrik van Belleville» voor zich nit- drjjvende. Italië. De Koning van Italië zoekt naar alle mogelijke middelen om van zich te doen spreken. Hjj laat van zich zeggen, dat zyn eenige eerzncht is om zich te geven aan zjjn land. Hjj is overtuigd door de moeie- lykheden die Italië te doorworstelen heeft heen te komen a!s maar allen hun plicht doen. Nu is 't maar jammer voor dtn Koning, dat in Italië van boven tot onder ieder doet wat hij wil, en er niemand zjjn plicht doet. De Koning wjjst de Ministers op hnn plichten, zjj moeten helpen, zegt Z. M. want elk die zjjn plicht tot den dood ver vult, zal mijn beste burger zjjn. Wjj vinden nu heel mcoi wat V i c t o r Emmanuel vertelt, maar mooier zou den wjj vinden dat deze Koning, voor hjj vreemd geweest, laat hij dat ook bljjveninden dood, en ook gy, moeder, gy zult niet tot hem gaan. Hjj ziet haar met stroeven ernst in de oogen. Ludwig, uw stervende vader roept om u, gjj moet hem vergiffenis schenkeD, ik wil het, ge hoorzaam aan uw moeder. Vol eerbied drukte hjj een kus op het voor hoofd zjjner moeder en fluistert: Ik zal het doen. God zegene u daarvoor, mjjn zoon. Vol bewondering slaan de advocaat en de rechter dit gesprek gade. Hoe ijjk, hoe onuit puttelijk rjjk aan liefde is het hart dezer vrouw, hoe edel en .grootsch zyn haar gedachten en welk een macht oefent haar liefde uit op haar zoon. Laat ons gaan. De advocaat houdt hen terug. Gaat eerst met mjj mee, gy behoeft niet terstond tot hem te gaaD, misschien is hjj nog te reddeD, terwjjl uw plotseling verschjjnen een ontroering bjj hem te weeg kon brengen, die hem noodlottig zou zjjn. Ja, dat zou te vreezen zjjn, stemde de rechter van instructie toe, gaat dus eerst met mynheer Von Vahleudorff mee, dan ga ik in- tusschen naai Uhlenhorstis zjjn toestand zoo, dat hjj u ontvangen kan, dan kom ik het u ter stond zeggen. Wordt vervolgd,) HURLENSCHECOKRitlT, ABONNBMEBTSFBU8 Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland AGITE MA BOW AGITATE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1