NIEUWE agBlaó voor - on o&uiè'éColianè. Amsterdamsche Brieven. No, 4028, Woensdag 31 October 1900 25ste Jaargaug, De pleegzoon. B U IT E N L A N D. Per 3 maanden voor Haarlem 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland i 2,80 Afzonderlijke nummers0,08 Dit blad verschijnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlems Van -16 regels50 Cent Slke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Red a e t e ur-0 i t g e v e r, W. KAPPERS. 29 October 1900. Hoeveel Amsterdammers zouden er nog wel in Amsterdam wonen Ik bedoel nu volstrekt niet een loopje te nemen met de tien ot twaalf duizend, die met de laatste volkstelling zjjn zoek geraakt, neen, ik meen echte Amsterdammers, zoo van ouds her, van die oude ehrentfeste Amsterdam mers, Amsterdammers van top tot teen, van grootvader en overgrootvader enz. af Ik geloof, dat het grootste gedeelte der Amsterdammers, geen Amsterdammers zijn. Als ik de kade, waar ik woon, afloop een heele deftige buurt, dan vind ik er hoogstens twee of drie. Alle andere bewo ners zjjn vreemden Duitschers en Fran- schen. Van Friezen en Limburgers wemelt het in de stad en luister eens naar de taal, die in de groote koffiehuizen gesproken wordt, gij hoort er van alles, maar de Nederland- sche taal niet het meest. Amsterdam is eene wereldstad geworden en dagel jjks meer is het de groote magneet, die van heinde en verre de menschen tot zich trekt. Geen wonder dan ook, dat de oude en van ouds bekende Amsterdamsche deftigheid, bedaardheid en kalmte is ver dwenen of dagelijks meer verdwjjnt. Die ver andering, die vervreemding zoude ik haast zeggen, toont zich in alles. In houding, in kleeding, in doen en laten, in het bouwen vooral. De nieuwe gedeelten der stad gelgken in niets op de oude stad. Als men sommige bruggeD is overgegaan komt men in stads wijken, die voor de echte Amsterdammers, niets Amsterdamsch meer hebben. Zjj zou den aan elke andere groote stad even goed aangeplakt kunnen worden. Zij hebben geen cachet. Dat heeft alleen de oude stad en helaas ook dat gaat langzamerhand verdwijnen. Immers hier en daar beginnen onze prach tige grachten, zoo vreedzaam, zoo stil, zoo statig en deftig, een ander aanzien te krij- FEUILLETON. Vérwig.) Als mij dat maar niet te moeiljjk wordt, zuchtte Erich. Gjj weet niet wat mjj daar in het zonnige Zuiden zoo lang en zoo on wederstaat- baar boeide. Toch wel, uit eenige zinspelingen in uwen laatsten brief, raadde ik zonder veel moeite de waarheid, of moet bet nog een geheim b'jjven Een gelukkig lachje verhelderde Erichs trok ken, terwjjl bij zachtjes het hoofd schudde. Voor u niet, Egbert. Mijn vader wenschi, dat het voorloopig nog niet in Odensberg be kend wordt, maar u wil ik het zeggen, dat ik onder de palmen der Riviera, aan den oever der blauwe zee het geluk gevonden heb, een geluk, zoo betooverend, zoo overweldigend, als ik nooit gedroomd had. O, als gij ze zien zoudt, mjjne Cecilia met hare verrukkelijke schoonheid, hare onbeschrjj- feljjke lieftalligheid daar is nu weer dat oude spotachtige lachje waarmede hjj elk ge voel van genegenheid, elke zalige aandoening veroordeelt. Gjj, streDge Cato, hebt de teedere genegen, heid voor een bruid, immers nooit gekend, nooit willen kennen. Runtck haalde de schouders op. Ik heb van mijn jeugd af van zwaar moe ten werken met inspanning van alle krachten geD. Het worden winkelbuurten-, kantoren, magazjjnen, fabrieken en wat niet al gaan de oude, deftige huizen vervangen. Sic tran sit gloria mundi. Gelukkig, dat de grachten zelf nog niet opgeofferd worden aanhetallesbeheerschen- de utiliteits-beginsel en dat de eischen van het snelle verkeer nog niet de kalme stilte aldaar door electriscbe en andere trams in eene woelige drukte doen verkeeren. Het is eigenaardig hoe op sommige ge deelten van de stad de stilte zich als het ware schgnt te concectreeren. Er zijn pun ten op de Keizers- en Heerengrachten, waar men bijna niets hoort. Enkele passen bui ten de Kal verstraat, treedt gjj een eenzaam plekje binnen, het Begijnenhof, en gij hoort nietshet is er stilals in een eenzaam, klein dorpje. Voor de echte modernen zjjn die stille plekjes een nachtmerrie, zij verafschuwen de verlatenhalf verlichte grachten, zjj huiveren er van. Maar terwjjl ik hier over rustige en stille plekjes zit te schrjjvenalsof wij in het liefelijkste Eden woonden, gaat het er in onze goede stad allesbehalve rustig toe. Daar is de ouie meisjessteker weer versche nen en heeft zoo waar op klaarlichten dag op de Weteringschans eene dame in den arm gestoken. Het is om er huiverig van te worden. En in onzen gemeenteraad! Het ruwe herfstweder sehjjnt den vroeden va deren wel in het hoofd geslagen. Ze zjjn het lang niet met elkander eens. En waar over Daar heeft een tijd geleden een brigadier, geloof ik, een moordaanslag ge pleegd op een inspecteur van politie. Die man was vroeger ontslagen geworden en over dat ontslag dat volgens sommigen wat ondoordacht gegeven was en dat die aanslag zoude ten gevolge gehad hebben heeft men den burgemeester, als hoofd der politie in den taad geïnterpelleerd en er zjjn minder aangename dingen gezegd aan het adres van Zjjn Edel Achtbare en van den Commissaris van politie. Zelfs wilde men een soort van rechtbank of zoo wat instel- en in zulk een leren ia er zelden plaats voor het romantische. Voor dat, wat gjj teedere ge negenheid noemt, heeft iemand van onzen stand geen tijd. Deze openhartige opmerking, kwetste den bruidegom, hjj vervolgde op opgewonden toon Voor u lijkt dit dus slechts een tjjdverdrjjf voor lodiggangers. Gij zijt de oude nog gebleven, EgbertGjj hebt wel is waar nooit aan die ge heimzinnige, alles overweldigende kracht ge loofd, die twee menschen onweerstaanbaar tot elkander aantrekt en aan elkander verbindt. Neen antwoordde Egbert op koelen, bjj- na spottenden toon. Maar laat ons daarover niet twisten Gjj, met nw zachtmoedig karakter moet teedere genegenheid schenken en ontvangen, voor n is dat een levenstaek. Ik ben nu eenmaal daar voor niet geschapen, ik heb alt jjd ook andere doeleinden voor oogen gehad, en die zjjn met zulke droomen slecht te vereenigeu. Uwe bruid heet dus Cecilia P Cecilia Von Wildenrood. Wat is er PKent gjj dezen naam Runeck was opgesprongen, toen de naam uit gesproken werd en hjj richtte een eigenaardig uitvorschenden blik op den vriend zjjner jeugd, j Ik meen hem vroeger wel eens geaoord te hebben, antwoordde hjj. Er was daar sprake van een vrjjheer Von Wildenrood. Waarschpljjk mjjn aanstaande zwager, sprak Erich op onbevangen toon. Het is eene oud adelljjke familie. Maar eerst moet gjj mjjne Cecilia maar eens zier, ik heb aan vader en mjjne zuster ten minste haar portret kunnen toonen. i len nit leden van den raad zekerwaar ontslag en straf van politiebeambten zou den behandeld worden. De heer Burgemees ter die er volstrekt de man niet naar is om zich het heft uit de handen te laten nemen, was over die interpellaties nu juist niet al te zeer in zjjn humeur en verweet het den raadsleden, dat er onder hen wa ren, die er behagen in schenen te hebben, het den Bestuurderen lastig te maken en die er door hunne onbekookte aanzallen en weinig doordachte gezegdenniet toe bjjdroegen om het prestige van de politie en het gezag van den hoofdcommissaris die wel strengmaar streng rechtvaardig handelt, te handhaven. Ook de heer van Leeuwen, wethouder van financiën, is weinig tevreden over de houding van som mige raadsleden en met name over de Com missie van Bjjstand voor financieele zaken en wel in zoo hooge mate dat hjj het bjjltje er bjj neerlegt en niet langer Wet houder van Financiën wenscht te bljjven. Nu zeggen de heeren der Commissie van Bjjstand wel, dat ze het zoo kwaad niet bedoeld hebben maar zoo gaat het dik wijls ook in het dageljjksch leven eerst de menschen uitschelden en hatelijkheden zeggen, en als men den boel verbruid heeft, dan zich excuseeren met te zeggen«ik had het zoo kwaad niet bedoeld.» Dan moet men, voor men iets zegt, maar eerst goed de portee zjjner woorden overwegen. Als kinderen zeiden wjj reeds«Eens ge zegd, bljjft gezegd.» Al trekt men later zjjne woorden ook in, de geslagen wonde is daardoor nog niet genezen. Duitschland. Zoo als bekend is nam het Duitsche expeditie-korps naar China geen paarden mee, daar werd afgeraden er paarden heen te zenden, die niet aan het klimaat ge woon zijn. De Duitsche cavalerie in China is nu van Australische en Californische paarden voorzien. Hjj nam een groote fotografie, die op de schrjjftafel van zjjn vader lag en reikte ze zjjn vriend over. Het goed geljjkend portret gaf ze ker niet al de bekoorljjkheid van het origineel weder, maar men kon toch hare schoonheid er nit zien, en de groote donkere oogen keken den toeschouwer vol in het gelaat. Egbert be keek het beeld zwjjgend, zonder een enkel woord te spreken. Eerst toen hjj den vragenden blik des brui degoms bespeurde, die hem vol verwachting aanstaarde, antwoordde hjj Een zeer schoon meisje 1 Dat klonk koud als jjs en ook Erich ge voelde er zich door verkoeld, die wel wist, dat de vriend zjjner jeugd voor vrouweljjke schoon heid ongevoelig was, maar die toch op meer bewondering en meer verrukking gerekend had. Zij stonden beiden bjj de schrjjftafel. Ru- necks blik viel daarbjj toevallig op eene twee de fotografie, die eveneens daar lag en weder kwam die eigenaardige uitdrukking in zjjne trekken als van te voren bjj het noemen van den naam, een plotselinge trilling, die echter slechts een enkel oogenblik dnurde. En dit is zeker de broeder van nwe bruid vroeg hjj. Men kan het wel aan de geljjkenis zien. Het is Oskar Von Wildenrood zeker, maar veel geljjkenis ligt er toch eigenljjk niet in. Cecilia geljjkt volstrekt niet op haar broeder, zjj heeft heel andere trekken. Maar dei elfde oogen sprak Egbert op langzamen toon, terwjjl hjj met aandacht de De voorzitter van den Berliner Lloyd heeft te San-Francisco twee prachtige paar den doen aankoopen, welke hjj veldmaar schalk graaf Von Waldersee heeft aangeboden. Het eene, Carlos heeft 8000 Mark gekost, het andere Prins 6800 Mark. Het vervoer dezer twee kostbare dieren, vergezeld van twee stalknechten, kost nog bovendien ruim 10.000 Mark. Engeland. Om het prestige van Engeland, dat zoo geducht door de Boeren is gehavend, weêr eenigszins te herstellen wil den minister Chamberlain, koningin Victoria «Keizerin van Groot-Brittanië»laten noemen. Lord Beaconsfield, de tegenstander van Gladstone en de vader van het huidige imperialisme, baande den weg. Met zjjn liefde voor theatrale vertoonin- gen heeft deze voorganger van Cham berlain, die ver boven zjjn leerling staat, en van wien men zeide, dat hg ro mantisch in de politiek was, na eerst de politiek in zjjn romans gehaald te hebben, de Koningin met den titel van Keizerin van Indië vereerd, na het verdrag van Berlgn en de annexatie van het eiland Cyprus. De heer Chamberlain volgt zjjn voorbeeld na, en wil de Koningin «Keizerin van alle Engelanden» makenevenals er een Keizer aller Russen is. Misschien komt hg er nog eens toe, haar «Keizerin van de wereld, van de maan en van de zon» te noe men. Daar het titels zgndie men gere geld door veroveringen kracht moet bijzet ten, zegt de Petit Bleukan men zich een idee vormen van de politiek die voortaan den boventoon zal voeren. Amerika. De werkstaking in Canada neemt een meer politieke houding aan. Eerst had de werkstaking een rustig verloop, nu echter worden het Canadeesche regiment huzaren en het 65ste regiment infanterie naar Val- ly-Field gezonden, terwjjl de stedelijke militie is opgeroepen om de orde te hand haven. Het grootste deel der bevolking van Valley-Field bestaat uit Fransche Cana- deezen, en haar afkeer van de Engelschen is zóó groot, dat de wevers onlangs het W6rk hebben gestaakt,alleen omdat er sprake van was, ook EDgelsche werklieden aan te beide portretten beschouwde. Dan schoof hjj ze plotseling weg en wendde zich om. En gq hebt niet eens een gelnkwenseh voor mjj vroeg Ench op een toon van varwjjt, omdat hjj zich door deze onverschilligheid ge krenkt gevoelde. O, verschoon mjj, ik vergat het. Moogt gjj gelukkig worden, zoo gelukkig, als gjj ver dient. Maar nn moet ik naar uw vader, hjj wacht op mjj, en gjj weet, dat bjj uiterst nauwgezet is op den tjjd. Het was dnideljjk, dat hjj het onderhoud niet verder wilde voortzetten. Ook Erich herinnerde zich nu, dat zjjn vader hem dit gezegd had en ook, wat er bjj ter sprake zou komen. Vader iz in zijne bibliotheek, antwoordde hjj, en daar wordt hjj niet gaarne gestoord. Gjj hebt dus den tijd nog. Hjj heeft u uit Rade- feld hierheen laten komen, weet gjj ook waar om f Ik kan het ten minste vermoeden. Heeft hjj er met u over gesproken Ja, en ik vernam door hem het eerste woord van de zaak. Egbert, om Godswil, gjj kent toch mjjn va der en gjj weet, dat hjj zulk eene riohting nn of nooit op zjjne werken duldt. Hjj duldt geen andere richting dan de zjjne, antwoordde Egbert koel. Hjj kan en zal het nooit begrjjpen, dat de knaap, die hem zjjne opvoediDg en vorming verschuldigd ia, nu een man geworden is, die het waagt, eigen inzich ten te hebben en zjjn eigen weg te gaan. Wordt vervolgd.) ABONNEMENTSPRIJS «om ut. PRIJS DER ADVERTBNTIEN. AGITE MA NON AGITATE. 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1