4. NIEUWE kDaafilaó voor esfëooró- en SLuió Lectuur. Nb, 4654, Zaterdag 1 December I960, 25ste Jaargang su- De pleegzoon. ifïï I T E ft LA N D. ?n of 16. ES- aar. aar. doz. Joz. in Afzonderlijke nummers. 1 i i i Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen* BUEEAU: St. Janstraat Haarlem} /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 paus Daa ADVEarasrrissr, Van 16 regels50 Cent Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte} Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Redacteur-Hit gever, W. KfiPPBRB. Wel niet olficiëe), maar toch officieus schijnt de komst van den winter aanstaande. Zgn voorbode zal bij wellicht spoedig uit zenden de vorst, die ons ja, als hij grim mig is, neus en ooren afsnijdt, maar die toch ook een weldoend vorst is. Hjj opent niet enkel de beurzen der rjjken, als buiten de felle Oostenwind giert of de sneeuwstorm jaagt, maar hjj is ook een arts die maakt dat ons bloed sneller stroomt, die ons een blos op de wangen toovert. Welkom dan, gij vierde in de rg! Wel kom, dan, o vorst, al moet ge nog incog nito reizen, want de vorst, die nog ten troon zit, is een ijverzuchtig vorst. Welkom dan gjj lange winteravonden Meer dan in andere tijden des jaars ge nieten wjj nu de gezelligheden van den hui- selijktn haard. Meer dan in lente of zomer houdt ons de familieband omstrengeld. Welkom, omdat we de verloren schade in de studie kunnen inhalen. Want als in Mei zéfir ruischt en filomeele orgelt, neen, den laten we nieuwspapier en boekenrek graag met vrede, dan ademen we weer de zuivere lentelucht in. Ook de zomer is de ware tgd niet voor zwaren geestesarbeiddan zijn we al big de gewone dagelijksche bezigheden vrjj vol doende verricht te hebben dan nemen we geen hooi op de vork, dat met den besten wil toch niet getorst dan worden. Welkom dan, gg lange winteravonden, die ons gezellig doet genieten in het gezelschap van de courant onzer keuze, of in het ge zelschap van onzen lievelingsauteur, want den laatste heeft toch ieder mensch. Noem hem eens, lezer dien auteur, en wg zullen u zeggen, wat voor mensch gg zgt. Want evenals het gezelschap der braven ons in deugd kan doen winnen, zoo wor den wg in den kring der boozen besmet en zeker besmet. O, gg noemt hem A 1- berdingk Thijm, Van der Lans, Melatie vanJava, Banning. Maar ge houdt gaarne de periodieke pers bg. Ge noemt de Studiën, de Katholiekde Katho lieke Gids. Wg wenschen n geluk, dat ge als waar Katholiek christen de verboden vruchten der litteratuur verre van uwe tafel en uit uw huis houdt. Gg behoort niet tot de lauwen, die niettegenstaande herhaalde FEUILLETON. Vervolg.) Hare vermaning kwam te laat, zij bleef zon der uitwerking op Egbert, die door den kwel lenden strijd, dien hjj nu reeds weken lang voerde, tot het uiterste gebracht was. Was hg nog de kalme, bedaarde man van vroeger ge weest, hjj zou ten minste niet op dit uur en op deze plaats gesproken hebben, hjj had m Ce cilia de vrouw ontzien. Nu kookte in hem een wild gevoel van weerzin jegens haar, die hem zjjne ziel ontstolen, al zijn denken en voelen met demonische macht aan zich verbonden had, en die hg meende te haten, wilde haten, om dat hg haar verachtte. Als hg haar nu doode- ljjk beleedigde, als hg eene klove tusschen haar en zich opendezoo diepdat geen woord, geen blik ze meer dempen kon dan zou hg gered zjjn, dan was het uitl De vrgheer Von Wildenrood zou mjj re kenschap durven vragen P riep hg met bitteren toon uit. De zaak zal zich wel anders toedra gen. Ik heb tot nu toe gezwegen, moeten zwjj- gen, want mjjne overtuiging, al staat ze nog zoo vast, vermag niets tegen Erichs genegen heid, tegen het strenge rechtvaardigheidsgevoel van zjjn vader. Zjj zullen bewjjzen vragen, en die heb ik op dit uur nog niet. Maar ik zal ze weten te vinden en dan verschoon ik nie mand meer. r— Zgt gjj krankzinnig P viel Cecilia hem in de waarschuwingeen zoogenaamd neutraal dagblad in hun huis toelaten en zich niet vergewissen of hunne bjjna volwassen zonen en dochters de hart en geestbedervende feuil letons altemet verslinden. Lauweu noemen wjj ze onnoozelen ware beter gezegd. Ze schijnen wel de onuoo- zelheid der duiven, maar niet de list der slangen te bezitten. Eu toch, als mensch ia de samenleving, als hoofd des gezius moet men wel degeiijk een vrg goede do- tis van die list bezitten. Het ware te wen schen, dat het anders was, maar de we reld is nu eenmaal boos. En tegen die boosheid moeten wij ons wapenen de geesten onderscheiden of zij uit God zjjn. Op den huidigen dag meer wellicht dan vroeger. Ondeugd, boosheid heeft altijd be staan, maar in zeer verijjnden vorm treedt zjj u hedendaags tegen. Als u de zonde in een walgelijken vorm wordt vertoond, wendt ge u met afschuw af. Maar als zjj zich hult in een schoon gewaad, dan is het gevaar voor vallen des te grooter. Welk een grooten plicht hebben dan de huisvaders en allen die jin overheid ge steld zjjn. Den duren plicht om alles van hunne kinderen en onderhoorigen verwjj- derd te houden, wat den geest eu het ge moed kan verpesten. Wordt die plicht steeds naar behooren betracht Hier moesten wg geen vraag stellen, maar een protest doen hooren tegen som mige leiders van het volk, die onze Ka tholieke werklieden tot in het merg hun ner beenderen bederven en door hun voor beeld een schandelijke courantenlectuur in de hand werken. O, als het lichaam der kinderen lijdt, dan moet oogenblikkelijk een arts geroepen wor den, die toch maar spoedig, zeer spoedig genezing moet aanbrengen. Dan wordt met de uiterste zorgvuldigheid de temperatuur in de ziekenkamer bepaald. Eu zelfs, als geen ziekte in 't gezicht is, hoe zorgvul dig wordt den kinderen in het barre sei zoen erop gewezen, toch vooral onderweg niet te big ven praten, zich goed te kleeden enz., enz. altemaal zooveel heerlijke voor schriften of raadgevingen om het lieve lichaampje te behoeden of te behouden. De lietde, de zorg voor het vleesch, ja is goed, is prijzenswaardig, maar de geest is boven het stof. Zien zulke ouders ook ferm uit rede, maar met toenemende heftigheid, ging hjj voort Erich sterft misschien aan de wonde, die ik hem slaan moet, maar vroeg of laat treft de slag hem toch. Beter dat het nu geschiedt, nu het Dog tgd voor hem is, om terug te tredeD, nu hjj nog niet aan eene vrouw geketend is, die met zjjne genegenheid en zgn geluk hetselfde vermetele spel dijjven zal, d&t zjj voorheen met haar eigen leven gedreven heeft, dat zjj met iedereen drjjft, die in hare nabjjheid komt. Gjj zgt immers de zuster van uw broeder, barones Von Wildtnrood, en gjj zult wel van hem ge leerd hebben hoe men de kaarten moet mengen. Gjj voelt u beiden reeds meester van Odensberg maar triomfeer niet te vroeg 1 Nog draagt gjj den naam van Dernbnrg niet, en eer het zoo ver is, waag ik er alles aan, om dezen naam en Odensberg daarvoor te bewaren, dat zjj de buit worden van twee avonturiers 1 Het vreeseljjke woord was er uit, en Cecilia kromp ineen alsof een zware slag haar getroffen had. Doodsbleek, niet in staat een enkel woord uit te brengen, staarde zjj den man aan, dian zjj in hare macht meende te houden, en die zich nu plotseling deed kennen als een vjjand, die ge6ne erbarming kent. Zij zag niet de woeste, bjjna tot razernjj gestegen smart, die ia zjjn binnenste woelde en hem buiten alle perken der bezinning voortsleepte, zjj wist niet, dat ieder dezer woorden, die hjj haar met zooveel ver nietiging toeslingerde ham zalf tienvoudig trof, zjj gevoelde alleen de doodeljjke beleediging, die hjj haar aandeed. Eerst toen hjj zweeg, week het verlammende gevoel van ontzetting van haar. O, dat is te veelte veel! Gjj stapelt de oogen, waar het de vrienden geldt, met wie de kinderen omgaan, de boeken die zjj verslinden verslinden in het nachtelijke uur misschien, op de slaapkamer gezeten Daar liggen toch, op litterarisch gebied zoovele voetangels en klemmen. Wg wil len nog zwijgen van de boeken met eene bepaald onzedelijke strekking, maar daar zgn er, met o zoo onschuldige eerste hoofd stukken. Is dat nu een gevaarlijk boek 'i vraagt de argelooze lezer. Ik heb er nog niets in gevonden, wat strjjdig is met ge loof en zeden. Maar al voortlezende, daar komt o zoo'n onmerkbaar glimlachje vau welbehagen, kort, maar^ 't is er geweest. Daar komt o zoo'n kleine aanval van twij felzucht. Kort is hg, zeer kort, maar de aanval zal wel vernieuwd worden. Eu dan, dan worden de lachspieren een weinig meer gespannen en schiet de twjjfelzueht misschien zoo'n klein worteltje. Maar de stijl is ook zoo wegslepend. Ge kunt dat boek niet wegsmjjteu, tenminste zoo denkt en zegt ge. Een vroom gemoed wordt niet op een maal in een boos veranderd. Onmerkbaar wjjzigen zich bg slechte lectuur onze mee ningen. Wat ons eerst den blos der schaamte op de wangen bracht, een woord, een be dekte toespeling, wij worden er vertrouwd mede. Slechte lectuur is als een zwaar ver gif, dat bg kleine hoeveelheden wordt in genomen. Langzaam worden wg vergiftigd, maar zeker. Andere tjjden, andere zeden. Onze over grootvaders en moeders, waarvan velen wel licht de kunst van lezen niet eens machtig waren, gevoelden niet zulk een behoefte aan kennis en ontwikkeling als wg, verwende kindereu der negentiende eeuw. Zjj werkten zoo lang het dag was, sleten zoo'n lichten donkertje aan den haard en zochten al vroeg de legerstede op. De tegenwoordige levens- wjjze is een andere, of zjj in alle deelen beter is, willen wjj nu eens onbeantwoord laten. De zucht om een uur of wat in den ge- dachtenkriug van anderen te verwjjleu,al lezende zgn kennis te vermeerderenzgn gezichtskring te verwjjdenis algemeen. Daar zullen al zeer weinig huisgezinnen gevonden worden, waar men noch dagblad, noch locaal orgaan leest. Maar zooveel te meer klemt de plicht te zorgen dat het gemoed der onzen niet verpest wordt. En de eene beleediging op de andere. Ik weet niet, waarop uwe woorden betrekking hebben, maar ik weet wel, dat alles leugen, schandeljjke leu gen is, dat gjj ons daarvan rekenschap zult moeten geven. Mjjn broeder zal woord voor woord vernemen, wat gjj mij gezegd hebt en hij zal u bet antwoord geven Er lag zoo'n hartstochtelijk verzet, zoo'n storm achtige verwering tegen onverdienden smaad in hare woorden, dat men aan de waarheid er van niet twgfelen kon. Egbert scheen dat ook te gevoelen, want in zjjne somber dreigende oogen kwam een straal van hoop. Met eene haastige beweging kwam hg eene schrede dichter bjj. Begrjjpt gij mjj niet? Gjj zjjt dus niet de vertrouwde van uw broeder Antwoord mjj 1 Neen, neenstiet Cecilia nog bevend van toorn uit, maar daartoe tegen haar wil ge dwongen, door de angstige spanning, die in de vraag lag. Egbert zag haar aan, zjjn blik scheen op den bodem van haar hart te willen lezen, of hjj daar de waarheid kon vinden, dan welde een diepe ademtocht uit zjjne^borst op. Neen 1 sprak hg half fluisterend, gg weet niets 1 Er volgde eene lange, benauwende stilte. De kerkkloktonen in het dal waren voor en na weg gestorven, nog eene enkele klonk heel zacht in de verte. Maar des te luider bruiste de wind, of hjj op zjjne reuzenvleugelen onheil aanbracht. D«n moet ik u verschooning vragen, be gon Egbert weer, en zjjne stem klonk zacht en week. Mjjne aankkcht tegen den vrjjheer neem ik niet terug. Herhaal hem woord voor woord, wat ik gezegd heb en zie hem daarbjj in de mochten velen niet weten, wat al of niet tot de kerngezonde spjjzen voor den geest behoortdan hebben zjj toch raadgevers indien er maar geluisterd werd naar de ernstige vermaningen dagelgks tot hen gericht. Maar wjj leven in een tg 1, waarin gebrek aan geloof heersebt. Een tgd van oarecht- doen en plichtverzaking wjj leven in een tgd waarin wel gewezen wordt op plichten,maar waarin ook tegeljjk een verdraagzaamheid wordt gepredikt die de menschen op een dwaalweg voert. Noem ons uw lectuur en wjj zullen u zeggen wie gjj zgt Frankrijk. De markies De Rochefoct, weidt in zjjn blad de lntransigeant uit over een reuzenconferentie bjjeen te roepen en een monster-inschrijving te openen in geheel Europa, Amerika en Indië, om de zaak der Boeren te verdedigen. De Fransche Minister van Buiten- landsche Zaken, de heer Delcassé, zal met president Kr ager opnieuw zich onderhouden. De Echo de Paris zegt dat de Pre sident zjjn vertrek uitstelde, naar aanlei ding van de gesprekken die hjj voerde met verschillende officieele personen, te Parjjs aanwezig. Men gelooft, dat de Preddent Zaterdag rechtstreeks naar Berljjn vertrekt. Het gerucht wil, dat hjj Zaterdag van Parjjs naar Keulen zal reizen, daar Zater dag bljjveD, om Maandag over Maagden burg naar Berljjn te reizen. Voor de Nederlanders zal deze veran- ring die nog niet zeker mag genoemd worden een teleurstelling zgn, daarzjj met ongeduld president K r u g e r in hun midden wenschen. Zeder zullen, indien president K r u g e r, Berljja meent aan te moeten doen vóór 's Gravenhage, belangrjjke Staatsszaken daarmede in betrekking staan. Engeland. De Enropeesche pers heeft zonder on derscheid het optreden van den Engelschen minister Chamberlain, in zake de Zuid-Afrikaansche Republieken,veroordeeld. oogen misschien suit gjj mjj dsn niet meer voor een leugen&ar uitschelden. Er lag ondanks den zachten toon zooveel jjze- ren beslistheid in deze woorden, dat Cecilia beefde. Voor de eerste maal kwam er eene on bestemde vrees in haar hart, een geheime angst. Deze Euneck zag er uit, of hg bereid was, deze woorden voor de heele wereld te verantwoorden. Als bjj eens niet gelogen had, als zjj zette deze gedachte ver van zich, maar het begon haar daarbjj toch te duizelen. Laat mij alleen, sprak zjj met trillende lippen, en ga heen I Egberts oogen rustten somber op haar gelaat, dan boog hjj het hoofd. Gjj kunt mjj de be leediging niet vergeveD, die ik u aandeed ik begrijp dat. Maar geloof mjj, ook voor mjj was het een moeiljjk uur het zwaarste mg ns levens. Hjj ging, en toen Cecilia opkeek, was hjj reeds tusschen de boomen verdwenen, zjj was alleen. Hoog boven aan het kruis van den Alben- stein wapperde haar sluier nog, om Èaar heen bruiste het woud en zachtkens stierven de laat ste kerkkloktonen in de verte weg. VIII Op het terras van het Odenbergsohe heeren huis liepen Eberhard Dernburg en Oakar Von Wildenrood in gesprek op en neder. Zjj waren in politieke aangelegenheden verdiept, die van de zjjde van den ouderen heer op levendigen toon gevoerd werden, terwjjl de jongere zioh geheel tegen zjjne gewoonte zeer stil en verstrooid toonde. Zjjnen blik dwaalde soms af, naar het groote grasperk, waar Maja en graaf Victor cro: (piet speelden, Wordt vervolgd.) HÜRLIMSCHICOII ABOHMEMEKTSPSIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland AGITH MA SOM AGITATE. SS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 1