No. 4655
Maandag 3 December 1900.
25 ste Jaargang
HbagBlaó voor efóooró- on SZuió-dCollanó.
St. Nicolaas.
T W £1 B D E B L A D.
De pleegzoon.
BUITENLAND.
B ü,R E,A USt. Jansstraat. Haarlem.
ÜLn'ï- io. wil ik
Engeland.
ml
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlgke nummers0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Red ajc t e u r-U i t g e v e r, W. KLIPPERS.
AGITE MA NON AGITATE.
PBT.TS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 1>6 regels50 Cents.
Elke regel meer71/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangère,
G. L. DAB BE 4* Co. JOHN., F. JONES Succ. Paris 316m Faubourg Montmartre
Ieder jaar, in den nacht van den 5en
°P den Óen December rjjdt St. Nicolaas
0yer de daken der huizen en komt door
den schoorsteen binnen. Hoe hij ten spijt
v»n den rapsten wielrjjder, den vlugsteu
sneltrein, den duizelingwekkendstén trein
éclair of bliksemtrein, zooveel duizenden
wijlen in zulk een kort tijdbestek kan
afleggen, in elke stadin ieder dorp en
gehucht stilhouden, een onnoemelijk aan
tal huizen binnengaan, zonder zelfs de
zindeljjkste huismoeder of dienstbode door
een enkel vlokje roet boos te maken of
ook maar te ontstemmen, dan kan het
knapste menschenverstand niet bij. Een
feit is het, dat hij het kan en het doet,
de eenige verklaring, dat hij daarvoor
St. Nicolaas is. Dat hg op zijn reis heel
Wat te zien krijgt, behalve stoute en zoete
kinderen, spreekt wel van zelf. En daar
menigeen met mij hem gaarne voor een
uurtje zou vergezellen willen wij hem
daartoe gaarne verlof vragen. Goedhar
tig als hg isheeft hij er niets tegen
en noodigt ons uit, achter hem op den
schimmel plaats te nemen, terwijl hij ons
aanbeveelt, de slippen van zijn bisschop-
pelgken mantel maar stevig vast te hou
den.
Daar bevinden wjj ons opeens in een
prachtig gemeubileerd slaapvertrek. Ginds
ligt in een mahoniehouten ledikantje, on
der prachtig gestikte zijden dekentjes, een
allerliefste krullebolrozen bloeien op zijn
wangen, 't Is een jongske om te stelen
In zgn nabgheid is in een diepen slaap
verzonken. zgne moeder Misde
kinderjuffrouw. Mevrouw, algetobt door
tal van visites, wandelritjes, gezeur met
de meiden vooral, wil 's nachts ten min
ste haar rust hebben. Bovendien, zij heelt
geld genoeg om een kinderjuffrouw te
houden, waarom zou zij het zich dan
moeielgk en lastig maken Doch wij moe
ten het erkennen, de kleine Willem heeft
een goede, lieve, zorgzame juf getroffen,
zooals hg haar noemt, op wie hij het groot
ste deel zgner liefde voor zgn verzorgers
overbrengt. Hg slaapt er ook niet minder
goed om. En daar hg niet al te veel re
den tot klagen heeft gegeven, houdt St, Ni
colaas hem zgn spiegel voor, waarin men
zelfs met gesloten oogen allerlei moois
zien kan. Voor dit kind echter, verwend
als het is door de pracht die het omgeelt,
mag hg wel iets buitengewoons voor den
dag halen, anders toch zal het, wat men
vooral bg gelegenheid van dit leest gaarne
ziet, niet opgetogen van vreugde zgn. Een
burgermanskind zou bijv. met een gewooD
geverfd houten hobbelpaard al zeer in zijn
schik zgnmaar dit manneke moet er
hebben op vier beenen, met echt paarden
vel overtrokken, een hoofd met heldere
glazen oogen, een paardenharen staart,
tuig en alles naar den aard. Doch hoe
dit ook zg, Sint Nicolaas houdt rekening
met de omstandigheden en hij schenkt het
lieve jongske wat zgn hartje begeert.
FEB 1L LET TTn.
Vervolg.)
40
Ik heb u, uit naam van mjjn broeder een
verzoek over te brengen, mjjnheer Dernburg,
spruk de luitenant' op zjjn gewonen tonden,
gnllen toon.
Koenraad viert Woensdag zjjn geboortefeest
er zal alechts een kleine kring van gas
ten aanwezig zjjn, maar de Odensberger fa
milie mag daarbjj natuorljjk niet ontbreken.
Wjj mogen toch op uwe tegenwoordigheid
rekenen
Het verzoek werd op een toon ait gesproken
die allen twjjfel aan eene weigering buiten sloot,
en toch luidde het antwoord zeer koel
Het spjjt mjj, mjjnhesr de graaf, maar
Woensdag verwachten wjj gasten uit de stad
en moeten zelf de plicht der gastvrjjheid be
trachten.
Gasten? Wie dan, vader? vroeg Maja
nieuwsgierig en verwonderd. Ik heb daar nog
niets van gehoord.
Dan hoort gij het nu. In elk geval spjjt
bet ons dat wjj de uitnoodiging niet kunnen
aannemen.
De verklaring werd met eene beslistheid ge
weven die elke nadere uiteenzetting buiten
geven, die eia do on koeJe
'loot- Zietor zweeg. «er ai, 8anspr.ak
toon viel he» Gr *af daar Dernbur8 8e"
met Mijn he" Eernaam te noemen.
woon WW» oom
staan nu in een ander
lange niet zoo mooi
Rrrtwij
vertrek, dat er bij
uitziet als dat van den kleinen Willem.
Wij tellen een, twee, drie, vier ledikanten
en ledikantjes en in een paar daarvan
zien wij zelfs twee kinderen. Stil, hooren
wij daar niet een liet stemmetje «Drom
mels,» fluistert de Sint, «ik geloof waarlijk,
dat ze nog wakker zgn.» «Moeke,
moeke,» klinkt het, «komt Sinterklaas nu
heusch En brengt bij wat moois voor
Riekske mee Die mooie, groote pop, moe,
die papa en mama kan zeggen, u weet
wel moeke «Rika moet stil zgn,»
antwoordt Moeder, «anders maakt zij klei
nen Jan wakker, en dan kunnen vader
en moeder ook niet meer slapen.» Ga
maar gerust liggen, met de oogjes dicht,
Sinterklaas zal het wel goed met je ma
ken, als je heel zoet en gehoorzaam zijt.»
Nu, dat deed hg dan ook. Den volgen
den morgen lag er onder in een groote
mand een prachtige pop, met mooie blonde
krullen en beweegbare blauwe oogen zg
kon zitten en staan, drukte men op haar
hart, dan piepte zg Papa en Mama. Wat
Riekske big was 1 En de andere kinderen,
Bertus, Marie, Hendrik, Adolf, tot de
kleine Jan toe, kregen natuurlijk ook een
of ander fraai geschenk. RrrtHu,
wat is het hier kil en koudZelfs de
Sint haalt zijn ruimen mantel wat dichter
om zich heen. Wij zien in een bedstede
op een strooien matrasje en ternauwer
nood door een dun katoenen dekentje be
dekt, een paar allerliefste kindertjes lig
gen. Zij hebben de handjes om elkanders
hals geslagen, teneinde zich zoo nog wat
te verwarmen. In de zoetste verwachting
van de dingen, die komen zullen zgn zij
beide ingeslapen, glimlachen nog in hun
slaap. De Soeur uit de bewaarschool heeft
hun gezegd, dat St. Nicolaas onmogelijk
bg alle kindereu aan huis kon komen,
doch dat hij ter vergoeding daarvan, mor
gen op klaar lichten dag op school zou
verschijnen. Verbeeldt je, St. Nicolaas zelf,
in eigen persoon, op zgn schimmel geze
ten en zgn knecht bg zich Maar nu niet
bang, hoor, kindertjesWie geen kwaad
heett gedaan, behoeft niets te vreezen. Eu
als de een of andere ondeugd zich nu maar
stellig voorneemt, voortaan liet en goed
te zgn, dan zal het, boop ik, met de roe
zoo'n vaart niet loopen. Dat heeft de
Soeur van St. Nicolaas zeli vernomen. En
met die gedachte zjjn ze zoet ingeslapen,
Hoe verheugde hg zich over het vertrou
wen, dat zelfs de kinderen der armen in
hem stellen En dat vertrouwen werd niet
beschaamd. Want hij had barmhartigheid
en liefde doen nederdalen in de harten
van vele rijken, en deze zullen hem mor
geu de behulpzame hand bieden bij het
gelukkig maken van zooveel lieve klei
nen, die in hun glinsterende oogen en
vriendelijke gelaatstrekken zullen lezen,
dat zij de kinderen van het volk liefheb
ben. Eu wat nog het aardigste is, die
weldoeners zullen hun hart als overstroomd
gevoelen door het zalig bewustzgn veel
leed vergoed, veel smart gebezigd, veel
wonden verzacht te hebben.
En wanneer die kinderen tot stoere man-
De jonge man vestigde onwillekeurig het oog
op Von Wildenrood, altof hij vermoedde, dai
deze een vjjandigen invloed op mjjnheer Dom
burg uitoefende.
Bjj de jeugd pleegt eene ontstemming gewoon
lijk niet lang te duren. Maje bracht met haar
vrooljjk gepraat spoedig het gesprek weer op
gang en alleen Erich toonde rich verstrooid
en sprak weinig. Hjj liet zich echter door zjjne
zuster en Victor mee naar de broeikassen ne
men, om de pas ontloken orchidee6H te be
wonderen.
Op het terras l.earschie eenige minuten lang
stilte, dan sprak de vrjjheer met gedempte
Btem Het zou mg leed doen, als mjjn be
richt den jongen graaf in uw oog benadeeld
bad, maar zooals de zaken nu stonden, achtte
ik het mjjn plicht te spreken.
Dernburg knikte Zeker, ik dank n daar
voor. Maar ik ben niet gewoon iemand op
bloote praatjes alleen te veroordeelen, ik zal
er achter weten te komen, wat er voor waar
heid in ligt.
Doe dat, antwoordde Von Wildenrood be
daard. Wat nu overigens Maja's al te groote
jeugd betreft, vele dochters uit onze kringen
treden op dezen leettjjd reeds dikwjjls in bet
huweljjk en als hare genegenheid werkelijk een
m-6DtiL0ht op de r5ke
nd bewaren.
nen en flinke vrouwen zullen zijn opge
wassen, zullen zjj elkander zeggen «Die
menschen van het kapitaal zijn nog zoo
kwaad niet. Van onze prilste jeugd af
hebben zij ons niet alleen een deel van
hun bezittingen geschonken maar wat veel
meer is, een plaats in hun hart vergund
en zijn ons met liefde te gemoetgekomen.
En zoo hadden wij al een menigte wo
ningen bezocht en kinderkamers gezien,
groote, kleine en middelmatige, prachtige
maar ook eenvoudige en armoedige met
groote en kleine, zoete en stoute kinderen.
Maar eens waren wij nauwelijks een huis
binnen gegaan, of de Sint wees ons met
de hand dat we maar weer stil zouden
vertrekken. Hij las zeker verwondering
op ons gelaat, want hg zei ons maar eens
even door een reet te gluren. Ach, daar
lag in een sombere kamer, in een klein
kistje een aanvallig knaapje 't gelaat was
marmer w t en de oogjes waren gesloten
't sprak niet meer van St. Nicolaas en
dacht ook niet meer aan hem 't was ge
storven. Daar stond een man, wien de tra
nen langs de wangen biggelden en in
zijn grooten zwarten baaid vielen, en die
zijn snikkeD, maar te vergeefs poogde te
onderdrukken dat was de vader. En daar
stond bij het kistje een vrouw, die geen
tranen had om te weenen wie de wan
hoop op het doodsbleeke gezicht stond te
lezen en nu eens de ijskoude lippen van
het knaapje kussend en dan weer kramp
achtig snikkend, mijn lieveling, mijn en
gel, fluisterde. Die bleeke vrouw was de
moader. Zij hadden hun schat, hun trots,
hun alles verloren O, driewerf beklagens-
waardigenMoge God troosten Stil
zonder het minste gedruisch gingen wg
heen en begrepen dat de verschijning van
Sint daar het leed slechts verdubbeld zou
hebben.
En verder weder was bet een ziek kind,
dat stil in zijn bedje moest blijven liggen.
Maar hem althans bracht de komst van
den grooten kindervriend eenige opbeuring.
De oogjes die al zoo veel dagen flauw
en lusteloos gestaan hadden schitterden
nu weder met den ouden glans 't lichaam
dat stijf en roerloos had gelegen, scheen nu
bezield door een nieuw leveD. En de zoete,
lieve hoop daalde neder in de harten der
arme ouders. En al bracht de komst van
den Sint misschien geen beterschap aan,
zij hadden ten minste weer eenige oogen-
blikken verademing gehad.
«Zoo is het leven zei St. Nicolaas
$wat gij in deze weinige cogenblikken bij
verschillende menschen opmerkte, onder
vindt ieder mensch voor zich gedurende
de jaren welke hem geschouken zgn.
Vreugde en smart, blijdschap en droefheid
wisselen elkaar af.
Zoo waren wg ronduit gezegd, in een
eenigszins droevige stemming op een ka
mer in een andere straat gekomen. Een
aardige gezellige kamerDe haard ver
spreidt een prettige warmte de meubels
zien er wel niet nieuw en frisch uit, maar
op welke huurkamer doen zij dat Zij zijn
netjes, knap en zindelijk. Aan den waml
hangen een paar groote en nog eenige
kleinere schildergen en portretjes, benevens
Dat zal niet gemakkelijk zgn. Of er moest
een mau optreden, die vrjj en onafhankelijk
is, en zelf rjjk genoeg om boven elke verden
king van eigenbaat verheven 'te zgn. Alle an
deren zullen met awe millioenen rekening
houden.
Niet allen, antwoordde Dernbnrg met
cadruk. Ik ken er eon, die arm is en niets
bezit dan zjjn hoofd maar dat hoofd is hem
beel wat waard en waarborgt hem eene toe
komst. Hem werd de weg tot onafhankelijk
heid en rgkdom gewezen, hjj behoefde slechts
de hand uit te steken, maar het offer eener
overtuiging werd van hem geëitcht en hjj ging
den weg niet op.
Otkar schrikte op.
Van wien spreekt gjj
Van Egbert Runeck 1 Zjjt gjj daar zoo
verwonderd over?
Ik heb al lang ingezien, dat Erich alleen
na mjjn dood Odensberg niet besturen kan,
daartoe is een man van mijn slag noodig, en
dat is Egbert hg is niet vergeefs in mjjne
school opgegroeid. Maar nn hebben ze hem in
Berlg'n zoo vast in hunne verderfelijke netten
verstrikt, dat ik er san begin te wanhopen,
hem weder vrg te maken.
Hebt gg dat werkelflk beproefd, terwgl
gy toch wiat
Ju, ondanks dut ik alles wiet, want jk
ben overtuigd, dat hem deu een of muderen
dug do oogen gullen opengaan be* dan
voor ona beiden maar niet te laat is
Von Wildenrood klenaie de lippen vast op
elkaar, aleof hy een driftig intwoord met ge-
een stuk of wat mooie meisjeskopjes. Te
gen een der wanden staat een flinke boe
kenkast met tal van fraaie banden. De
hanglamp boven de tafel is neergedraaid,
maar die boven de schrgftafel beschijnt
met haar heldere stralen een man van on
geveer vijf en dertig jaren. Een boek ligt
open voor hem en hij heeft een pen in de
haud, om aanteekening te maken. Doch
hij blijft steeds op dezelfde bladzijde sta
ren 't werk wil van avond niet vlotten.
Er ligt een ontevreden trek op zijn ge
laat. «'k Wou, dat die drommelsche St. Ni
colaas maar weer,voorbij was,» zegt hh
met een zucht. «Is n et iedereen in de
weer om een ander verrassingen te be
zorgen en vol zoete hoop en verwach
ting omtrent hetgeen hij krijgen zal
Heeft hjj niet den ganschen vorigen
avond bet gejuich en gelach van de kinde
ren van zjjn hospeswaaronder er een
paar, die sedert lang den kinderschoenen
ontwassen zjjnin de kamer achter de
zjjne gehoordZijn zjj zelfs geen touw
en lak bij mijnheer komen vrageD, omdat
het hunne verbruikt wasKonden zjj dan
niet begrjjpen, dat hem dit moest ergeren,
hem, die alleen stond op de wereld! «Bah,
oie wereld één stuk egoïsmegaat hg
voort. «Wie denkt er aan mij, den ver
schoppeling der fortuin Wie zou mjj een
pakje sturen Nu ja, de lui beneden, dat
is waar. Die kunnen fatsoenshalve niet
anders, omdat ik gewoon ben den kinde
ren ook wat te zenden. Ook al egoïsme
En wat aardigheid heb ik er dan van, al
leen en eenzaam op mjjn kamer Neen,
dat is 't ware niet. Je moet lachende vroo-
ljjke gezichten om je heen zien ze moe
ten je op de handen kijken, terwjjl je met
bevende vingers de knoopen zoekt te ont
warren, en mee genieten van je verras
sing. Dat allééü is genotOch, was er
maar éénéén op die groote, wjjde wereld,
die mij iets uit ware liefde, uit toegene
genheid zond. Maar neenEn bg deze
woorden gaat de ontevredenheid in bitter
heid over. St. Nicolaas heeft, half lachend,
halt medelijdend zijn gemompel aange
hoord, want menschen, die dikwjjls alleen
zijn, hebben veel de gewoonte hardop te
denken.
Heel voorzichtig steekt hg zgn hand
onder mjjnheers linkerarm door, en trekt
even aan het zesde vestknoopje van on-
derenaf gerekend; hg droeg namelijk een
wintervest met een dubbele rjj knoopen.
Op eens verandert zgn grimmigheid in
droefgeestigheid. «Ja» zegt hjj, «als jjj ge
wild hadt, dan zou ik nu een heel ander
leven hebben Marie Marie Waarom
moest je mg weigeren, om dien luien dronk
aard tot je man te nemen. Zjj was al net
als de rest, zjj ging alleen op het uiter
lijk af. Maar nu zit ze er meeeen man
verslaafd aan den drank, te lui om te
werken, een huis vol kinderen en geen
geld om een stuk brood te koopen. Net
baar verdiende loon En toch geloof ik
dat zjj hem nog lief heeft. Wat kon zjj
er lief uitzien en wat hield ik toch veel
van haar. Maar 't heeft niet mogen wezen.
Het kan me waarachtig voor haar spjjten
er zat toch zoo'n goede aard in. Zjj had
weid wilde bedwingeneindeljjk sprak hjj
langzaam Mijnheer Dernburg, voor den eersten
keer begrjjp jk n niet.
't Kan wel zjjo, maar gjj kunt er gerust
op ve;trouwen, dat ik niet met eigen band
een brandenden fakkel in mjjn Odensberg wer
pen zal. Ala Egbert bjj zjjne parijj blijft, dan
is het tusecben mjj en hem uit. Maar hjj
zal wel wjjzer zjjn. Die heeft ruim baan noodig
in het leven, die wil omhoog tot eiken prjjs,
die wil strjjdenmaar ook opbouwen en wer
ken en eindeljjk heer zjjn, over hetgeen hjj
geschapen heeft. Zulke naturen tuigen zich op
den laDgen duur niet onder het juk eener partjj,
die blinde gehoorzaamheid eischt, die g<ene
persoonljjkheid, geen krachtig optreden van een
enkele gelden laat. En dan de principcn d'.er
partjj. Ik weet zeker dat de arme verdwaalde
ze in zjjn hart verfoeit. Hjj is een te recht
schapen man. Mear ik vrees maar, dat hjj eerst
tot bezinning zal komenals hjj zjjn geluk
verspeeld beeft.
De vrjjheer moest al wel vaat in de gunst
van zjjn toekomstigen bloedverwant staan, dat
deze tot hem van dingen sprak, die hjj niet
eens met zjjnen zoon behandelde, maar Oskar
scheen door dit bewjjs ran vertrouwen niet aan
metat"", lie hy sjechts met moeite
beheorzchen kon, zeide hfl Gfl overschat
uwen gnnnteling, naar mjj toeschijnt.
Maar om 't even ging Von Wildenrood voort
- gjj schgnt daar op iets te duiden, dat
hjj brak plotseling af.
altijd alles voor een ander over. Wat zal
het haar een verdriet doen, niets voor
haar kinderen te kunnen koopen. Hoe
moet'haar al die vreugde om haar heen
door de ziel snijden. Als ik haar eens
NeeD, dat gaat nietvan avond koek en
morgen niet eens roggebrood. Bovendien
wat moest die bakker wel van mg den
ken, en hg kon mg verraden ook. En iets
van mij aannemendat deed zij zeker
nooit. De eenige, die je nooit verklapt is
de post. Als ik haar eens. en meteen
opent hg een laadje in zgn schrgftafel,
haalt er een papiertje uit, doet er een vel
letje postpapier omschrgft er met ver
draaide hand «Van St. Nicolaas voor de
kleinen» open doet alles in een envel-
loppe. Nu het adres. Zie zoo, een echte
keukenmeidenhand. Hg is over zgn werk
tevreden. Fluks schiet hg zgn winterjas
aan en loopt maar op pantoffels naar de
post. Wat was zgn gezicht veranderd toen
bij weer thuis kwam 't was dezelfde niet
meer, want nu zong er een lied van vreug
de over een edele daad in zgn binnenste.
Hij schoof zgn gemakkelijke stoel bg den
haard, stak eene fijne sigaar op en zag
met welgevallen in de kronkelende wolk
jes, die opstegen, een tooneel van verras
sing, van hemelsch geluk. Och, misschien
zou er voor hem ook nog wel eens een
gelukkige St. Nicolaas aanbreken. Geen
moed verloren
Wat wij in ons vuistje lachtentoen
wij. een paar uur later de bewuste woning
binnentraden en getuigen waren van een
vreugde, die niet te beschrijven is.
Zoo zal St. Nicolaas ook hier zgne ze
geningen uitstorten overal zal hg zgne
weldadige hand, overladen met geschen
ken, aan zgne vrienden toesteken.
Om echter aan het verlangen van ieder
een te kunnen voldoenzal St. Nicolaas
goede en vertouwbare adressen noodig
hebben, ten einde de verschillende en veel
vuldige artikelen te kunnen koopen.
Wij hopen daarom den Sint. een dienst
te bewijzen door de in de Nieuwe Haar-
lemsche Courant adverteerende firma's bg
hem aan te bevelen.
Sint Nicolaas kan dan verzekerd zgn,
zich van alles te kunnen voorzien en
eene billgke behandeling te zullen onder
vinden.
Te Ipswich is een fabriek van rook-
loos kruit in de lucht gevlogen, drie men
schen zijn bg de ramp gedood en velen
gekwetst.
De Engelsche kruiser Ojesunute is
in het gezicht van Guham vergaan. Vjjf
matrozen zgn verdronken.
Te Manchester zgn reeds 80 per*
sonen door de biervergiftiging overleden.
Het gasthuis is nog vol zieken die men
hoopt te behouden. Een scheikundige h0"
werking van het bier niet goed in toe
passing gebracht, is oorzaak van deze
ramp.
Wat dan, mjjnheer Von Wildenrood
Ik doe misschien beter het ui®' u!'
te spreken, daar het eene onmogeljjkheid in
rich sluit.
Waarom? vroeg Dernburg geprikkeld.
Omdat Egbert de zoon van een gewoon werk
man is Zjjne ouders zjjn dood, maar ai
bet, dat zjj nog in leven waren ik ben
verre boven zulke vooroordeelen verheven.
Von Wildenrood zweeg, hjj zag den spre
ker niet aan, maar liet zjjn oog over de wer
ken gaan. Er lag eene uitdrukking in dezen
blik, die angst aanjoeg.
In dit opricht zjjt gjj van eene andere
meening, dat zie ik wel, begon Dernburg weer.
In u spreekt de aristokraat, wien zoo iets on
gehoord toeschjjnt. Ik denk daar anders over.
Jk heb Erich op eigen verantwoording laten
kiezen, voor het geluk mjjner dochter wil ik
zelf instaan. Mjjne kleine Maja de stem van
den anders zoo strengen man klonk zacht zjj
werd mjj laat geschonken, maar zjj is de zon-
neecbjjn van mjjn leven. Hoe dikwijls heb
moeieJyke uren %Zenb**i worden,
berekening Jp. en
in
een buit van
ik wil baar bemind
ik
eo gelukkig zien
eleobtz één man ia wiena
Lïndol Tk tZ'de'Ó zórg bzre toekomst leggen
durf, went ik ben er van OVeitUlgd, dat hjj
haar lief beeft. Die rekent niet, dat heeft hü
mij bewezenl v
Wordt vervolgd.J