No. 4655 Maandag 3 December 1900. 25 ste Jaargang HbagBlaó voor efóooró- on SZuió-dCollanó. St. Nicolaas. T W £1 B D E B L A D. De pleegzoon. BUITENLAND. B ü,R E,A USt. Jansstraat. Haarlem. ÜLn'ï- io. wil ik Engeland. ml ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlgke nummers0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Red ajc t e u r-U i t g e v e r, W. KLIPPERS. AGITE MA NON AGITATE. PBT.TS DEB ADVEBTENTIEN. Van 1>6 regels50 Cents. Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangère, G. L. DAB BE 4* Co. JOHN., F. JONES Succ. Paris 316m Faubourg Montmartre Ieder jaar, in den nacht van den 5en °P den Óen December rjjdt St. Nicolaas 0yer de daken der huizen en komt door den schoorsteen binnen. Hoe hij ten spijt v»n den rapsten wielrjjder, den vlugsteu sneltrein, den duizelingwekkendstén trein éclair of bliksemtrein, zooveel duizenden wijlen in zulk een kort tijdbestek kan afleggen, in elke stadin ieder dorp en gehucht stilhouden, een onnoemelijk aan tal huizen binnengaan, zonder zelfs de zindeljjkste huismoeder of dienstbode door een enkel vlokje roet boos te maken of ook maar te ontstemmen, dan kan het knapste menschenverstand niet bij. Een feit is het, dat hij het kan en het doet, de eenige verklaring, dat hij daarvoor St. Nicolaas is. Dat hg op zijn reis heel Wat te zien krijgt, behalve stoute en zoete kinderen, spreekt wel van zelf. En daar menigeen met mij hem gaarne voor een uurtje zou vergezellen willen wij hem daartoe gaarne verlof vragen. Goedhar tig als hg isheeft hij er niets tegen en noodigt ons uit, achter hem op den schimmel plaats te nemen, terwijl hij ons aanbeveelt, de slippen van zijn bisschop- pelgken mantel maar stevig vast te hou den. Daar bevinden wjj ons opeens in een prachtig gemeubileerd slaapvertrek. Ginds ligt in een mahoniehouten ledikantje, on der prachtig gestikte zijden dekentjes, een allerliefste krullebolrozen bloeien op zijn wangen, 't Is een jongske om te stelen In zgn nabgheid is in een diepen slaap verzonken. zgne moeder Misde kinderjuffrouw. Mevrouw, algetobt door tal van visites, wandelritjes, gezeur met de meiden vooral, wil 's nachts ten min ste haar rust hebben. Bovendien, zij heelt geld genoeg om een kinderjuffrouw te houden, waarom zou zij het zich dan moeielgk en lastig maken Doch wij moe ten het erkennen, de kleine Willem heeft een goede, lieve, zorgzame juf getroffen, zooals hg haar noemt, op wie hij het groot ste deel zgner liefde voor zgn verzorgers overbrengt. Hg slaapt er ook niet minder goed om. En daar hg niet al te veel re den tot klagen heeft gegeven, houdt St, Ni colaas hem zgn spiegel voor, waarin men zelfs met gesloten oogen allerlei moois zien kan. Voor dit kind echter, verwend als het is door de pracht die het omgeelt, mag hg wel iets buitengewoons voor den dag halen, anders toch zal het, wat men vooral bg gelegenheid van dit leest gaarne ziet, niet opgetogen van vreugde zgn. Een burgermanskind zou bijv. met een gewooD geverfd houten hobbelpaard al zeer in zijn schik zgnmaar dit manneke moet er hebben op vier beenen, met echt paarden vel overtrokken, een hoofd met heldere glazen oogen, een paardenharen staart, tuig en alles naar den aard. Doch hoe dit ook zg, Sint Nicolaas houdt rekening met de omstandigheden en hij schenkt het lieve jongske wat zgn hartje begeert. FEB 1L LET TTn. Vervolg.) 40 Ik heb u, uit naam van mjjn broeder een verzoek over te brengen, mjjnheer Dernburg, spruk de luitenant' op zjjn gewonen tonden, gnllen toon. Koenraad viert Woensdag zjjn geboortefeest er zal alechts een kleine kring van gas ten aanwezig zjjn, maar de Odensberger fa milie mag daarbjj natuorljjk niet ontbreken. Wjj mogen toch op uwe tegenwoordigheid rekenen Het verzoek werd op een toon ait gesproken die allen twjjfel aan eene weigering buiten sloot, en toch luidde het antwoord zeer koel Het spjjt mjj, mjjnhesr de graaf, maar Woensdag verwachten wjj gasten uit de stad en moeten zelf de plicht der gastvrjjheid be trachten. Gasten? Wie dan, vader? vroeg Maja nieuwsgierig en verwonderd. Ik heb daar nog niets van gehoord. Dan hoort gij het nu. In elk geval spjjt bet ons dat wjj de uitnoodiging niet kunnen aannemen. De verklaring werd met eene beslistheid ge weven die elke nadere uiteenzetting buiten geven, die eia do on koeJe 'loot- Zietor zweeg. «er ai, 8anspr.ak toon viel he» Gr *af daar Dernbur8 8e" met Mijn he" Eernaam te noemen. woon WW» oom staan nu in een ander lange niet zoo mooi Rrrtwij vertrek, dat er bij uitziet als dat van den kleinen Willem. Wij tellen een, twee, drie, vier ledikanten en ledikantjes en in een paar daarvan zien wij zelfs twee kinderen. Stil, hooren wij daar niet een liet stemmetje «Drom mels,» fluistert de Sint, «ik geloof waarlijk, dat ze nog wakker zgn.» «Moeke, moeke,» klinkt het, «komt Sinterklaas nu heusch En brengt bij wat moois voor Riekske mee Die mooie, groote pop, moe, die papa en mama kan zeggen, u weet wel moeke «Rika moet stil zgn,» antwoordt Moeder, «anders maakt zij klei nen Jan wakker, en dan kunnen vader en moeder ook niet meer slapen.» Ga maar gerust liggen, met de oogjes dicht, Sinterklaas zal het wel goed met je ma ken, als je heel zoet en gehoorzaam zijt.» Nu, dat deed hg dan ook. Den volgen den morgen lag er onder in een groote mand een prachtige pop, met mooie blonde krullen en beweegbare blauwe oogen zg kon zitten en staan, drukte men op haar hart, dan piepte zg Papa en Mama. Wat Riekske big was 1 En de andere kinderen, Bertus, Marie, Hendrik, Adolf, tot de kleine Jan toe, kregen natuurlijk ook een of ander fraai geschenk. RrrtHu, wat is het hier kil en koudZelfs de Sint haalt zijn ruimen mantel wat dichter om zich heen. Wij zien in een bedstede op een strooien matrasje en ternauwer nood door een dun katoenen dekentje be dekt, een paar allerliefste kindertjes lig gen. Zij hebben de handjes om elkanders hals geslagen, teneinde zich zoo nog wat te verwarmen. In de zoetste verwachting van de dingen, die komen zullen zgn zij beide ingeslapen, glimlachen nog in hun slaap. De Soeur uit de bewaarschool heeft hun gezegd, dat St. Nicolaas onmogelijk bg alle kindereu aan huis kon komen, doch dat hij ter vergoeding daarvan, mor gen op klaar lichten dag op school zou verschijnen. Verbeeldt je, St. Nicolaas zelf, in eigen persoon, op zgn schimmel geze ten en zgn knecht bg zich Maar nu niet bang, hoor, kindertjesWie geen kwaad heett gedaan, behoeft niets te vreezen. Eu als de een of andere ondeugd zich nu maar stellig voorneemt, voortaan liet en goed te zgn, dan zal het, boop ik, met de roe zoo'n vaart niet loopen. Dat heeft de Soeur van St. Nicolaas zeli vernomen. En met die gedachte zjjn ze zoet ingeslapen, Hoe verheugde hg zich over het vertrou wen, dat zelfs de kinderen der armen in hem stellen En dat vertrouwen werd niet beschaamd. Want hij had barmhartigheid en liefde doen nederdalen in de harten van vele rijken, en deze zullen hem mor geu de behulpzame hand bieden bij het gelukkig maken van zooveel lieve klei nen, die in hun glinsterende oogen en vriendelijke gelaatstrekken zullen lezen, dat zij de kinderen van het volk liefheb ben. Eu wat nog het aardigste is, die weldoeners zullen hun hart als overstroomd gevoelen door het zalig bewustzgn veel leed vergoed, veel smart gebezigd, veel wonden verzacht te hebben. En wanneer die kinderen tot stoere man- De jonge man vestigde onwillekeurig het oog op Von Wildenrood, altof hij vermoedde, dai deze een vjjandigen invloed op mjjnheer Dom burg uitoefende. Bjj de jeugd pleegt eene ontstemming gewoon lijk niet lang te duren. Maje bracht met haar vrooljjk gepraat spoedig het gesprek weer op gang en alleen Erich toonde rich verstrooid en sprak weinig. Hjj liet zich echter door zjjne zuster en Victor mee naar de broeikassen ne men, om de pas ontloken orchidee6H te be wonderen. Op het terras l.earschie eenige minuten lang stilte, dan sprak de vrjjheer met gedempte Btem Het zou mg leed doen, als mjjn be richt den jongen graaf in uw oog benadeeld bad, maar zooals de zaken nu stonden, achtte ik het mjjn plicht te spreken. Dernburg knikte Zeker, ik dank n daar voor. Maar ik ben niet gewoon iemand op bloote praatjes alleen te veroordeelen, ik zal er achter weten te komen, wat er voor waar heid in ligt. Doe dat, antwoordde Von Wildenrood be daard. Wat nu overigens Maja's al te groote jeugd betreft, vele dochters uit onze kringen treden op dezen leettjjd reeds dikwjjls in bet huweljjk en als hare genegenheid werkelijk een m-6DtiL0ht op de r5ke nd bewaren. nen en flinke vrouwen zullen zijn opge wassen, zullen zjj elkander zeggen «Die menschen van het kapitaal zijn nog zoo kwaad niet. Van onze prilste jeugd af hebben zij ons niet alleen een deel van hun bezittingen geschonken maar wat veel meer is, een plaats in hun hart vergund en zijn ons met liefde te gemoetgekomen. En zoo hadden wij al een menigte wo ningen bezocht en kinderkamers gezien, groote, kleine en middelmatige, prachtige maar ook eenvoudige en armoedige met groote en kleine, zoete en stoute kinderen. Maar eens waren wij nauwelijks een huis binnen gegaan, of de Sint wees ons met de hand dat we maar weer stil zouden vertrekken. Hij las zeker verwondering op ons gelaat, want hg zei ons maar eens even door een reet te gluren. Ach, daar lag in een sombere kamer, in een klein kistje een aanvallig knaapje 't gelaat was marmer w t en de oogjes waren gesloten 't sprak niet meer van St. Nicolaas en dacht ook niet meer aan hem 't was ge storven. Daar stond een man, wien de tra nen langs de wangen biggelden en in zijn grooten zwarten baaid vielen, en die zijn snikkeD, maar te vergeefs poogde te onderdrukken dat was de vader. En daar stond bij het kistje een vrouw, die geen tranen had om te weenen wie de wan hoop op het doodsbleeke gezicht stond te lezen en nu eens de ijskoude lippen van het knaapje kussend en dan weer kramp achtig snikkend, mijn lieveling, mijn en gel, fluisterde. Die bleeke vrouw was de moader. Zij hadden hun schat, hun trots, hun alles verloren O, driewerf beklagens- waardigenMoge God troosten Stil zonder het minste gedruisch gingen wg heen en begrepen dat de verschijning van Sint daar het leed slechts verdubbeld zou hebben. En verder weder was bet een ziek kind, dat stil in zijn bedje moest blijven liggen. Maar hem althans bracht de komst van den grooten kindervriend eenige opbeuring. De oogjes die al zoo veel dagen flauw en lusteloos gestaan hadden schitterden nu weder met den ouden glans 't lichaam dat stijf en roerloos had gelegen, scheen nu bezield door een nieuw leveD. En de zoete, lieve hoop daalde neder in de harten der arme ouders. En al bracht de komst van den Sint misschien geen beterschap aan, zij hadden ten minste weer eenige oogen- blikken verademing gehad. «Zoo is het leven zei St. Nicolaas $wat gij in deze weinige cogenblikken bij verschillende menschen opmerkte, onder vindt ieder mensch voor zich gedurende de jaren welke hem geschouken zgn. Vreugde en smart, blijdschap en droefheid wisselen elkaar af. Zoo waren wg ronduit gezegd, in een eenigszins droevige stemming op een ka mer in een andere straat gekomen. Een aardige gezellige kamerDe haard ver spreidt een prettige warmte de meubels zien er wel niet nieuw en frisch uit, maar op welke huurkamer doen zij dat Zij zijn netjes, knap en zindelijk. Aan den waml hangen een paar groote en nog eenige kleinere schildergen en portretjes, benevens Dat zal niet gemakkelijk zgn. Of er moest een mau optreden, die vrjj en onafhankelijk is, en zelf rjjk genoeg om boven elke verden king van eigenbaat verheven 'te zgn. Alle an deren zullen met awe millioenen rekening houden. Niet allen, antwoordde Dernbnrg met cadruk. Ik ken er eon, die arm is en niets bezit dan zjjn hoofd maar dat hoofd is hem beel wat waard en waarborgt hem eene toe komst. Hem werd de weg tot onafhankelijk heid en rgkdom gewezen, hjj behoefde slechts de hand uit te steken, maar het offer eener overtuiging werd van hem geëitcht en hjj ging den weg niet op. Otkar schrikte op. Van wien spreekt gjj Van Egbert Runeck 1 Zjjt gjj daar zoo verwonderd over? Ik heb al lang ingezien, dat Erich alleen na mjjn dood Odensberg niet besturen kan, daartoe is een man van mijn slag noodig, en dat is Egbert hg is niet vergeefs in mjjne school opgegroeid. Maar nn hebben ze hem in Berlg'n zoo vast in hunne verderfelijke netten verstrikt, dat ik er san begin te wanhopen, hem weder vrg te maken. Hebt gg dat werkelflk beproefd, terwgl gy toch wiat Ju, ondanks dut ik alles wiet, want jk ben overtuigd, dat hem deu een of muderen dug do oogen gullen opengaan be* dan voor ona beiden maar niet te laat is Von Wildenrood klenaie de lippen vast op elkaar, aleof hy een driftig intwoord met ge- een stuk of wat mooie meisjeskopjes. Te gen een der wanden staat een flinke boe kenkast met tal van fraaie banden. De hanglamp boven de tafel is neergedraaid, maar die boven de schrgftafel beschijnt met haar heldere stralen een man van on geveer vijf en dertig jaren. Een boek ligt open voor hem en hij heeft een pen in de haud, om aanteekening te maken. Doch hij blijft steeds op dezelfde bladzijde sta ren 't werk wil van avond niet vlotten. Er ligt een ontevreden trek op zijn ge laat. «'k Wou, dat die drommelsche St. Ni colaas maar weer,voorbij was,» zegt hh met een zucht. «Is n et iedereen in de weer om een ander verrassingen te be zorgen en vol zoete hoop en verwach ting omtrent hetgeen hij krijgen zal Heeft hjj niet den ganschen vorigen avond bet gejuich en gelach van de kinde ren van zjjn hospeswaaronder er een paar, die sedert lang den kinderschoenen ontwassen zjjnin de kamer achter de zjjne gehoordZijn zjj zelfs geen touw en lak bij mijnheer komen vrageD, omdat het hunne verbruikt wasKonden zjj dan niet begrjjpen, dat hem dit moest ergeren, hem, die alleen stond op de wereld! «Bah, oie wereld één stuk egoïsmegaat hg voort. «Wie denkt er aan mij, den ver schoppeling der fortuin Wie zou mjj een pakje sturen Nu ja, de lui beneden, dat is waar. Die kunnen fatsoenshalve niet anders, omdat ik gewoon ben den kinde ren ook wat te zenden. Ook al egoïsme En wat aardigheid heb ik er dan van, al leen en eenzaam op mjjn kamer Neen, dat is 't ware niet. Je moet lachende vroo- ljjke gezichten om je heen zien ze moe ten je op de handen kijken, terwjjl je met bevende vingers de knoopen zoekt te ont warren, en mee genieten van je verras sing. Dat allééü is genotOch, was er maar éénéén op die groote, wjjde wereld, die mij iets uit ware liefde, uit toegene genheid zond. Maar neenEn bg deze woorden gaat de ontevredenheid in bitter heid over. St. Nicolaas heeft, half lachend, halt medelijdend zijn gemompel aange hoord, want menschen, die dikwjjls alleen zijn, hebben veel de gewoonte hardop te denken. Heel voorzichtig steekt hg zgn hand onder mjjnheers linkerarm door, en trekt even aan het zesde vestknoopje van on- derenaf gerekend; hg droeg namelijk een wintervest met een dubbele rjj knoopen. Op eens verandert zgn grimmigheid in droefgeestigheid. «Ja» zegt hjj, «als jjj ge wild hadt, dan zou ik nu een heel ander leven hebben Marie Marie Waarom moest je mg weigeren, om dien luien dronk aard tot je man te nemen. Zjj was al net als de rest, zjj ging alleen op het uiter lijk af. Maar nu zit ze er meeeen man verslaafd aan den drank, te lui om te werken, een huis vol kinderen en geen geld om een stuk brood te koopen. Net baar verdiende loon En toch geloof ik dat zjj hem nog lief heeft. Wat kon zjj er lief uitzien en wat hield ik toch veel van haar. Maar 't heeft niet mogen wezen. Het kan me waarachtig voor haar spjjten er zat toch zoo'n goede aard in. Zjj had weid wilde bedwingeneindeljjk sprak hjj langzaam Mijnheer Dernburg, voor den eersten keer begrjjp jk n niet. 't Kan wel zjjo, maar gjj kunt er gerust op ve;trouwen, dat ik niet met eigen band een brandenden fakkel in mjjn Odensberg wer pen zal. Ala Egbert bjj zjjne parijj blijft, dan is het tusecben mjj en hem uit. Maar hjj zal wel wjjzer zjjn. Die heeft ruim baan noodig in het leven, die wil omhoog tot eiken prjjs, die wil strjjdenmaar ook opbouwen en wer ken en eindeljjk heer zjjn, over hetgeen hjj geschapen heeft. Zulke naturen tuigen zich op den laDgen duur niet onder het juk eener partjj, die blinde gehoorzaamheid eischt, die g<ene persoonljjkheid, geen krachtig optreden van een enkele gelden laat. En dan de principcn d'.er partjj. Ik weet zeker dat de arme verdwaalde ze in zjjn hart verfoeit. Hjj is een te recht schapen man. Mear ik vrees maar, dat hjj eerst tot bezinning zal komenals hjj zjjn geluk verspeeld beeft. De vrjjheer moest al wel vaat in de gunst van zjjn toekomstigen bloedverwant staan, dat deze tot hem van dingen sprak, die hjj niet eens met zjjnen zoon behandelde, maar Oskar scheen door dit bewjjs ran vertrouwen niet aan metat"", lie hy sjechts met moeite beheorzchen kon, zeide hfl Gfl overschat uwen gnnnteling, naar mjj toeschijnt. Maar om 't even ging Von Wildenrood voort - gjj schgnt daar op iets te duiden, dat hjj brak plotseling af. altijd alles voor een ander over. Wat zal het haar een verdriet doen, niets voor haar kinderen te kunnen koopen. Hoe moet'haar al die vreugde om haar heen door de ziel snijden. Als ik haar eens NeeD, dat gaat nietvan avond koek en morgen niet eens roggebrood. Bovendien wat moest die bakker wel van mg den ken, en hg kon mg verraden ook. En iets van mij aannemendat deed zij zeker nooit. De eenige, die je nooit verklapt is de post. Als ik haar eens. en meteen opent hg een laadje in zgn schrgftafel, haalt er een papiertje uit, doet er een vel letje postpapier omschrgft er met ver draaide hand «Van St. Nicolaas voor de kleinen» open doet alles in een envel- loppe. Nu het adres. Zie zoo, een echte keukenmeidenhand. Hg is over zgn werk tevreden. Fluks schiet hg zgn winterjas aan en loopt maar op pantoffels naar de post. Wat was zgn gezicht veranderd toen bij weer thuis kwam 't was dezelfde niet meer, want nu zong er een lied van vreug de over een edele daad in zgn binnenste. Hij schoof zgn gemakkelijke stoel bg den haard, stak eene fijne sigaar op en zag met welgevallen in de kronkelende wolk jes, die opstegen, een tooneel van verras sing, van hemelsch geluk. Och, misschien zou er voor hem ook nog wel eens een gelukkige St. Nicolaas aanbreken. Geen moed verloren Wat wij in ons vuistje lachtentoen wij. een paar uur later de bewuste woning binnentraden en getuigen waren van een vreugde, die niet te beschrijven is. Zoo zal St. Nicolaas ook hier zgne ze geningen uitstorten overal zal hg zgne weldadige hand, overladen met geschen ken, aan zgne vrienden toesteken. Om echter aan het verlangen van ieder een te kunnen voldoenzal St. Nicolaas goede en vertouwbare adressen noodig hebben, ten einde de verschillende en veel vuldige artikelen te kunnen koopen. Wij hopen daarom den Sint. een dienst te bewijzen door de in de Nieuwe Haar- lemsche Courant adverteerende firma's bg hem aan te bevelen. Sint Nicolaas kan dan verzekerd zgn, zich van alles te kunnen voorzien en eene billgke behandeling te zullen onder vinden. Te Ipswich is een fabriek van rook- loos kruit in de lucht gevlogen, drie men schen zijn bg de ramp gedood en velen gekwetst. De Engelsche kruiser Ojesunute is in het gezicht van Guham vergaan. Vjjf matrozen zgn verdronken. Te Manchester zgn reeds 80 per* sonen door de biervergiftiging overleden. Het gasthuis is nog vol zieken die men hoopt te behouden. Een scheikundige h0" werking van het bier niet goed in toe passing gebracht, is oorzaak van deze ramp. Wat dan, mjjnheer Von Wildenrood Ik doe misschien beter het ui®' u!' te spreken, daar het eene onmogeljjkheid in rich sluit. Waarom? vroeg Dernburg geprikkeld. Omdat Egbert de zoon van een gewoon werk man is Zjjne ouders zjjn dood, maar ai bet, dat zjj nog in leven waren ik ben verre boven zulke vooroordeelen verheven. Von Wildenrood zweeg, hjj zag den spre ker niet aan, maar liet zjjn oog over de wer ken gaan. Er lag eene uitdrukking in dezen blik, die angst aanjoeg. In dit opricht zjjt gjj van eene andere meening, dat zie ik wel, begon Dernburg weer. In u spreekt de aristokraat, wien zoo iets on gehoord toeschjjnt. Ik denk daar anders over. Jk heb Erich op eigen verantwoording laten kiezen, voor het geluk mjjner dochter wil ik zelf instaan. Mjjne kleine Maja de stem van den anders zoo strengen man klonk zacht zjj werd mjj laat geschonken, maar zjj is de zon- neecbjjn van mjjn leven. Hoe dikwijls heb moeieJyke uren %Zenb**i worden, berekening Jp. en in een buit van ik wil baar bemind ik eo gelukkig zien eleobtz één man ia wiena Lïndol Tk tZ'de'Ó zórg bzre toekomst leggen durf, went ik ben er van OVeitUlgd, dat hjj haar lief beeft. Die rekent niet, dat heeft hü mij bewezenl v Wordt vervolgd.J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1900 | | pagina 5