Ir.
B
N1EU W E
agBlció voor cfflooró
uió'éCollanó.
Plichten en rechten.
No. 4069.
Woensdag 19 December 1900»
25ste Jaargang
De pleegzoon*
- BUITENLAND.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland J
Afzonderlijks nummers
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen;
BUEEAïï: St. Janstraat Haarlem;
/1,10
«1,40
«2,80
0.03
Van 16 regels 50 Cent
Elike regel meer 7^/j
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte)
Dieastsanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Red ac t e nr-U i t ge ve r, W. KüPPERS.
Arbeidgevers en arbeiders
Men leest en hoort tegenwoordig weder
om veel van werkstakingen, zoowel hier te
lande als over de grenzen. Derhalve is het
niet misplaatst, dat de couranten de plich
ten en rechten van de arbeidgevers en ar
beiders bespreken, om daardoor, zoo mo-
geljjk, de strijdende partjjen met elkaar te
verzoenen of den strijd, zoo deze nog niet
uitgebroken is, te voorkomen.
Arbeidgevers en arbeiders zijn met el
kaar verbonden, zooals man en vrouw met
het huisgezin verbonden is. Wil men de
banden der familie niet verbreken, dan moe
ten de dragers van die banien bewust zijn
van hun wederzjjdsche plichten, en dien
overeenkomstig handelen. Aldus is het ook
gesteld met arbeid en kapitaal. Eu inder
daad, de plichten van het eene gedeelte
tot het andere, zijn gelijk aan de plichten
die tusschen man en vrouw in het huis
gezin bestaan.
Een zekere overheerschingen onderdanig
heid moet hier zoowel als daar plaats vin
den want volstrekte gelijkheid, zooals de
Fransche revolutie uitgebroeid heeft, is in
haar wezen anti-sociaal, zij verstoort de maat
schappij en is de moeder der anarchie of
regeeringloosheid. En al de emancipatie-
strevingen, om de door de natuur zelf ge
vorderde, redeljjke overheersching ©n on
dergeschiktheid in de familie en in de maat
schappij uit den weg te ruimen, werken
verstorend voor de desbetreffende kringen.
Men doet er zeker goed aan, om de vrou
wen-emancipatie en de arbeiders-emanci
patie op haar juiste waarde te schatten,
zonder zich blindelings te laten meesleepen
in het grootste ongeluk.
De vrouw handelt het beste, wanneer
zjj haar plaats tegenover den man juist
begrijpt, d. w. z. den man in trouw en
gehoorzaamheid onderdanig is. De man
mag van zjjn kant de vrouw niet beschou
wen als slavin, maar hij moet haar als echt-
genoote achten, voor haar zorgen en haar
geven, wat recht en billjjk is. De vrouw
bezit hare rechten tegenover den man, en
hare rechten zjjn de beschutting van hare
vrjjheid.
Ook het kapitaal staat boven den arbeid,
de werkgever staat boven den arbeider. Dit
is altjjd zóó geweest, en zal altijd zóó blij
ven, omdat de loop der natuur het eenmaal
FEUILLETON.
Vervolg.)
54
Wat ik verantwoorden kan voor u en
voor mjj zeiven.
Dan hebt gij de taak, die uwe partjj u
opgedragen heeft, slecht vervuld, en gij zult
daarvoor moeten boeten. Doch waartoe over
het verleden te spreken I Het geldt hier het tegen
woordige. Gjj tjjt dus door uwe partij caedidaat
gesteld en hebt aangenomen
Ja, omdat bet zoo door mijne partjj be
sloten was, en ik moet mjj daarnaar schikken.
Gjj moet 1 herhaalde Dernburg met bitte
ren spot. Dat is nu uw tweede woord, vroeger
kendet gjj het nauweljjks; toen wildet gij alleen!
Mjj hieldt gij voor een tiran, omdat ik niet ter
stond met uwe dwaze denkbeelden instemde,
en weest deze hand terug, die u leiden wilde.
Gjj verlangdet vrjje baan in bel lever. En
nu buigt gjj u onder een juk, da! al uw den
ken en willen asn banden legt, dat u dwingt,
met alles te breken, wat u na aan het hart ligt,
dat u bjjna tot eenen verrader vernedert
m#ak u niet boos, Egbert, het is zoo Gij hadt
niet naar Odensberg terug mogen keeren, omdat
gij wist, dat een uur als dit komen moest. Gjj
hadt niet mogen bljjven, zoodta gjj wist, dat
men u in den strjjd tegen mij vooraan wilde
•tellen maar gjj zjjt tetuggekomen, gjj zjjt
gebleven, omdat mea bet u gebood. Noem dat,
zoo vordert. De arbeid zal altjjd, om het
zoo eens uit te drukken, «het zwakkere ge
slacht» blijven tegenover het kapitaal. En
zoo het anders zou worden, zoo de arbeid
boven het kapitaal zou komen te staan,
dan zou dit voor de maatschappij een even
onnatuurlijke en ook onverdrageljjke toe
stand zijn, als het een onnatumljjke en on
verdrageljjke toestand is in een huisgezin,
waar de vrouw baas is.
Maar al staat het kapitaal boven den
arbeid, daarom is de arbeid niet in slaver-
njj onderworpen, evenmin als de vrouw te
genover den man slavin is. Ook het kapi
taal moet den arbeid waardeeren, voor de
arbeiders zorgen, hun een menschwaardig
bestaan verzekeren. En juist deze rechten
van den arbeid zjjn de bescherming van de
vrijheid der arbeiders.
Graat een vrouw met haar emancipatie-
I strevingen te ver, zoodat zij als hoofd van
het huisgezin optreedt en over haar man
de pantoffel zwaait, dan laat de man zich
scheiden en de vrouw haar eigen weg gaan.
De vrouw is dan ongetwijfeld zeer vrij, al
te vrjj. Zjj is, wat het ergste is, vrij van
alle beschutting voor haar eer, voor haar
leven en levensonderhoud.
Eveneens gaat het met den arbeid, wanneer
de arbeid geljjk wil staan met het kapi
taal of boven het kapitaal wil staan. Het
kapitaal scheidt zich af van den arbeid en
laat (den arbeid zjjns weegs gaan. De ar
beid is dan bepaald vrjj, zeer vrjj, vrjj zelfs
van alle verdiensten. De van het kapitaal
afgescheiden arbeid staat alzoo daar als
een gescheiden vrouw, zonder bescherming
en zonder recht.
Wel kan men nu aanvoeren, dat het ka
pitaal heden ten dage al te gaarne den
arbeid berooft, van alle bescherming en van
alle recht en dat er derhalve noodzakelijk
een reactie volgen moet.
Heelgoed, laat er in zulk geval een reactie
optreden maar deze reactie mag nooit van
dien aard zijn, dat zjj de overeenkomstig
de natuur gestelde verhouding tusschen ar
beid en kapitaal verbreekt.
Naar het schijnt, hebben vele arbeiders
leiders het bewuste of onbewuste denk
beeld in het hoofd, om het kapitaal «er
ouder te krjjgen» door organisaties, werk
stakingen en zoo meer, ten einde dan over
het kapitaal een soort van «pantoffel-be
stuur» te voereu. Maar alle pogingen in
deze richting zjja mislukt, en moesten aiis-
zooals gjj wilt, ik noem het verraad 1 Ea nu,
ga, het ie tueechen ons uit I
Hjj wendde zich af, Egbert gehoorzaamde
echter niet, hij kwam met eens driftige bewe
ging naderbij.
Mjjnheer Dernburg, laat gjj mjj zoo gaan
Zoo kan ik niet ran u scheiden gjj zjjt een
tweede vader voor mjj geweest I
Er lag in deze weinige woorden eene ver
borgen kwelling, eene wilde smart die bjj den
anders zoo strekken, gesloten Buneck iets hart
brekends had b aar da zwcar beleedigde man,
die da ;r voor hem stond, zag dat niet, of wilde
dat niet zien, hij tsad terug en zjjn gaheele
wezen scheen versteend, toen hjj antwoordde
En de zoon heft de hand tegen zjjn va
der op 1 Ja, ik had u gasrne zoon genoemd, u
het liefst van allen.
Gij hadt heer kunnen zjjn va» Odensberg.
Zie toe, of uwe partjjgeucotec n dankbar r zul
len zjjn, voor het groote offsr, dat gjj hun ge
bracht hebt. Ea nu spreken wjj er niet meer
over gal
Egbert stond verslagen. Hjj deed geen po
ging meer, om zicb te verdedigen, hjj draaide
zich langzaam omen ging. Op den drem
pel bleef hjj nog even staan en wierp een treu-
rigen blik op den diepbeleedigden man. Dan
viel do deur achter hem toe.
Dernburg zonk op zjjn stoel neer en slosg
di hand voor de oogen. Wat hem vandaag
ook reeds getroffen had, dit was het zwaarste.
In Egbert had bij de jeugdige, onvermoeide
kracht bemind, die zooveel op de zjjne geleek, die
hjj zich had willen verbinden voor het overige
lukken, omdat het publiek als van nature
gevoelt, dat zulk een streven het recht
matig doel van den arbeid voorbijschiet;
en in stede van sympathie te verkrijgen haett
de arbeid door dergelijke overdreven stre
vingen naar emanc'patie al te vaak ach
terdocht en argaan gewekt.
Welke zjjn nu de plichten en rechten,
die er wederkeerig bestaan tusschen kapi
taal en arbeid, tusschen arbeidgevers en
arbeiders
In 't kort zullen wjj ze hier aangeven.
De arbeidgever heeft het recht te vor
deren
lo. Dat de arbeider hem als zijn heer
eere, zijn bevelen opvolge en belangen door
vlijtigen arbeid bevordere.
2o. Dat hij zjjn dienst getrouw en nauw
gezet vervulle en zich niet aan bedrog,
aau diefstal tegenover zjjn meester schul
dig make. (Hieraan is de verplichting ver
bonden, het eigendom des meesters niet
te beschadigen, zooals helaas' maar al te
dikwijls geschiedt bjj oneenigheden, werk
stakingen, enz.)
3o. Ten slotte heeft de heer het recht
om te straffen en te berispen, ingeval zulks
noodzakeigk is. De eer van den arbeider
mag echter hierdoor niet worden bena
deeld.
Maar van den anderen kant heeft de
arbeidgever ook den plicht, bjjgevolg heeft
de arbeider hat recht van hem te vorderen
lo. Dat hjj aan de arbeiders een dus
danig loon geve, hetwelk eenerzijds in ver
houding is met den te verrichten arbeid,
anderzijds toereikend is, opdat de arbeider
met zijn gezin eea menschwaardig bestaan
kan leideu en niet steeds in ellende en nood
moet leven. De arbeider moet zóó betaald
worden, dat hjj ook iets kan besparen om
voor het geval van ziekte, van werkeloos
heid en ouderdom niet geheel en al tot
de hulp van anderen verwezen te zjjn.
2o. Dat hjj de werkkracht van de ar
beiders niet dermate in beslag neme dat
daardoor de gezondheid der arbeiders on-
aermjjud en hun leven verkort wordt. Te
lange arbeidstjjd, vooral in fabrieken, is
tn strjjd met dit recht, in 't bjjzonder wan
neer de betreffende fabrieksarbeid boven
dien inspannend en afmattend is.
3o. Dat einde ijk de arbeidgever den ar
beider in de uitoefening van zijn gods
dienstige en zedelijke plichten niet alleen
niet hiudere, maar veeleer met alle zorg-
van zijn leven, eu uu was het hem, of met den
jongen man het beste deel van zjjne eigene
kracht verloren ging, of hjj voor altjjd het
beste deel van zjjn leven verloor
Met somberen blik ijlde Buneck door de
vestibule heen, bij liep zoo snel, of de bodem
ós der zjjne voeten in vlam stond. Men kon
bet hem saczieD, hoeveel dit uur hem ge
kost had, waaiin hjj zich van alles losscheurde,
wat hem lief was, hoe lief, dat voelde lij) nu
eerst recht, nu hij het verloor. Gjj hadt heer
kunnen zjjn van Odensberg 1 In dit ééue woord
kg de grootte van het offer, dat hjj gebracht
haden wien gebracht Hjj keade ai laag
niet meer de bezielingdie niet vraagt en
«iet twjjfelt. üocb besluiten en handelen stond
niet meer in zijne vrije keus als vroeger, hjj
had niet meer te willeD, hij moestZóó wordt
men slaaf van zjja eigen dwalingen, zóó ver
■aai het zelfs den besten als zjj in handen van
Techte kameraden vallen, die faun het gift
van den opstand zacht, langzaam maar zeker
toedienen en bet hart aantasten en het hoofd
bedwelmen
Daar ruischte dicht voor hem het zijdén
kleed esner vrouw, hij keek op en hjj bevond
zich tegenover de barones Voa Wildenrood.
Een oogenblik stond bij als aan den'grond ge
nageld, dan wilde hjj met eene diepe buigiDg
vootbjj gaan. Maar Cscilia kwam dieht naar
bem toe en sprak op fluisterenden toonMjjn
heer Buneck 1
Barones Yon Wildenrood f
Ik moet u spreken.
Mjj f Egbert meende niet goed verstaan
vuldigheid ervoor wake, dat de arbeider
die plichten vervulle.
Ziedaar ongeveer de leidstarren, volgens
welke de sociale verschillen moeten worden
vereffend. En wél uit vrjje keuze, indien
de juiste verhouding bjj het eene en het
andere belanghebbende gedeelte aanwezig is.
Is die niet aanwezig, dan mag de wet
geving, de Staat, door bjjzondere statuten
de kortzichtigheid of gewetenloosheid van
de te kort-schietende partij daartoe nood
zaken. Maar in alle geval moeten de boven
gestelde grondbeginselen den grondslag hier
voor aangeven.
frankrijk.
Te Parjjs zjjn de romanschrjjver Tar-
bé des Sa b. Ions en zjjne vrouw dood in
hun slaapkamer gevonden. Het heet, dat
zjj beiden tegelijk aan een beroerte zjjn
overleden. Al heel toevallig, maar hierover
zullen wjj ons niet in gedachten verdiepen,
het echtpaar is dooden wel zoo ro
mantisch mogeljjk schjjnen deze man en
vrouw .tegeljjk gestorven te zjjn.
Er zjjn eenige milloenen franks te ver-
deelen. In het testament is bepaald, dat
de verwanten van de(n) overlevende zul
len erven. Wie is thans het eerst gestorven.
De F ransche wet rekent in zulk een geval de
vrouw als den minsten weerstand biedende.
Mannen boven 60 jaar staan met vrouwen
geljjk. Sablons was echter al onder dan
60 en van daar de netelige erfenis kwestie.
De heer Sablons was zeer bekend te
Parjjs als oprichter van le Gauloisjourna
list, scbrjjver van tooneelstukken als «Mar-
tyre» met medewerking van Denneryen
«Gigolette» met medewerking van P i e r r o
Decourelle en romancier.
Engeland.
Lord Roberts die met de Cana do op
reis is naar Engeland, zal op het eilaud
Wight het eerst aan wal stappen en op
bevel van koningin Victoria gehuldigd
worden als overwinnaar der Zuid-Afri-
kaansche Republieken die nog in de verste
verte niet overwonnen zjjn. Zoo iets is de
oude vrouw op den Engelschen troon te
vergeven. Zjj schjjnt niets te weten van het
bloeddorstig beulenwerk dat haar soldaten
in Zuid-Afrika verrichten.
te hebbeu, maar zjj herhaalde op deuzelfden
toon
Alleen spreken ik verzoek u daarom.
Zooals gjj verlangt 1
Zjj ging hem voor en hjj volgde haar in het
salon. Er was daar niemand en zelfs, wanneer
iemand versoheen, kon dit samenzjjn als toe
vallig beschouwd worden.
Cecilia was naar den schoorsteen gegaan, of
zjj een schaduwrjjk plaatsje zocht tegen den zon
neschijn, die helder ea schitterend door de hooge
ramen naar binnen drong. Ook Buneck zweeg
zjjn blik gia8d langzaam over haar gelaat, dat
;.oo heel anders scheen dan vroeger.
Erich had geljjk, de vrooljjke, overmoedige
bruid vaa vroeger was zeldzaam veranderd.
Zjj was niet meer het vrooljjke meisje, wier
heele wezen van overmoed en levenslust straalde
een bleeke levende gestalte leunde tegen den
marmeren schoorsteenmantel. Zjj hield de oogen
neergeslagen en om haar mond lag eene pjjn-
Ijjke uitdrukking. Zjj eocht naar woorden,
die haar niet over de lippen wilden ko
men.
Ik heb u willen schrjjven, mjjnheer Bu
neck, begon zjj eindeljjk. Toen hoorde ik, dat
gjj heden in het heerenhuis kwaamt, en besloot
u persoonljjk te spreken. Wjj zjjn elkander nog
eene verklaring schuldig.
Wordt vervolgd
CODftiJT.
ABOIOTEMEJTTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
PRIJS DSR ADVERTENTIES.
AÖÏTE MA HOM AGITATE